Verslag vergadering Commissie voor Leefmilieu, Natuur, Ruimtelijke Ordening en Energie
Verslag
– Wegens de coronamaatregelen werd deze vraag om uitleg via videoconferentie behandeld.
De heer Vandaele heeft het woord.
Voorzitter, ik zal mijn vraag wat inkorten, dat zal u blij maken.
Minister, begin maart werd, voor de kust van Oostduinkerke, een bruinvis die verstrikt geraakt was in een warrelnet, op het nippertje gered. Enkele dagen voordien had een andere bruinvis wat minder geluk: hij werd dood aangetroffen.
Sinds maart 2015 is het gebruik van warrelnetten voor recreatieve visserij verboden. Wij hebben daar destijds hard voor geijverd, omdat warrelnetten niet alleen gevaarlijk zijn voor zeezoogdieren en voor vissen maar zelfs voor mensen. Het is uiteraard belangrijk dat dit verbod wordt nageleefd en dat het ook wordt gehandhaafd. Natuurinspectie is daarvoor bevoegd.
Uit een schriftelijke vraag van collega Tommelein van 22 januari 2020 bleek dat er één ambtshalve controle per jaar werd uitgevoerd door Natuurinspectie in de periode 2017-2019. Daarnaast werd blijkbaar slechts één melding gedaan van het gebruik van een warrelnet. Uiteraard zijn die warrelnetten niet de enige doodsoorzaak van die bruinvissen, maar we weten uit het verleden dat ze wel degelijk een aanzienlijke rol spelen.
Ik heb een aantal vragen hierover, minister.
Werden er in 2020 controles gedaan door Natuurinspectie op die warrelnetten? Wat waren de resultaten?
Bent u van mening dat er extra inspanningen nodig zijn om het verbod te controleren en te handhaven?
Is het volgens u noodzakelijk om de opleiding van de inspecteurs bij te sturen en misschien wat meer in te zetten op de materiaalkennis over de verschillende soorten netten die gebruikt worden? Sommigen beweren namelijk dat niet iedereen die warrelnetten kan onderscheiden van andere. Mij verbaast dat, want ik kan dat onderscheid wel maken. Denkt u dat het nodig is dat hierover meer informatie verschaft wordt aan de inspecteurs?
Minister Demir heeft het woord.
Collega Vandaele, in 2020 werd een controle uitgevoerd op basis van een melding van het vermoedelijke gebruik van warrelnetten op het strand van Nieuwpoort. De aanwezige netten waren echter geen warrelnetten maar platte netten. Zoals u weet, zijn platte netten rechthoekige netten die horizontaal op het strand aan drie zijden verankerd worden. Het gebruik daarvan is toegestaan.
In maart van dit jaar werd er ook een controle gedaan in Nieuwpoort, samen met de scheepvaartpolitie, opnieuw op basis van een melding. Het betrof de netten waarin een bruinvis was gestrand die op het nippertje gered kon worden. Deze netten waren opgesteld als platte netten maar waren vervaardigd uit oude warrelnetten. Een van deze netten werd dan ook in beslag genomen omdat het ‘platte net’ zo lang was dat bij opkomend tij het midden van dat platte net feitelijk beschouwd kon worden als staande wand en dus fungeerde als kieuwnet.
Zijn er extra inspanningen nodig om het verbod op warrelnetten te controleren? Noch de Europese verordening noch de uitvoeringsbesluiten beschrijven de twijndikte. Ook het besluit van de Vlaamse Regering van 2015 beschrijft de twijndikte van de netten niet. Dat betekent dat er vandaag feitelijk geen solide juridische grond bestaat om platte netten, vervaardigd uit warrelnetten, in beslag te nemen. Dat betekent dat we dit toch wel zullen moeten bekijken.
Als we dit vanuit wetgevend oogpunt bekeken hebben – en dan kom ik tot uw derde vraag – houdt dit sowieso in dat we voor de inspecteurs die zich hiermee bezighouden, meer zullen moeten inzetten op de nodige knowhow en kennis.
De heer Vandaele heeft het woord.
Dank u wel voor uw antwoord, minister. In 2020 noteerden we een twintigtal dode bruinvissen voor onze kust. Als ik het me goed herinner, is dit wel degelijk minder dan in de periode voor het verbod op warrelnetten. Dat verbod lijkt me dus in elk geval een goede zaak. Als u verder de vinger aan de pols houdt, zijn we daar blij mee.
De vraag om uitleg is afgehandeld.