Verslag vergadering Commissie voor Economie, Werk, Sociale Economie, Wetenschap en Innovatie
Verslag
– Wegens de coronamaatregelen werd deze vraag om uitleg via videoconferentie behandeld.
Mevrouw Claes heeft het woord.
De digitalisering neemt alsmaar toe in onze samenleving. We hebben straks in deze commissie ook een hoorzitting over het boeiende rapport van de Sociaal-Economische Raad van Vlaanderen (SERV) over de rol van artificiële intelligentie in onze maatschappij en in onze economie. Die trend is gezet en er is geen weg terug. Voor de uitoefening van de job, in de vrije tijd, thuis en in de samenleving zullen digitale toepassingen steeds belangrijker worden en een grotere plaats innemen.
In deze context is het ook belangrijk dat de burgers mee zijn in dat verhaal. Wie achterblijft, zal het moeilijker hebben in onze samenleving, ook om een job te vinden. De digitale geletterdheid en de digitale kloof zijn belangrijke thema’s. Ongeveer een op de tien Vlamingen heeft geen breedbandverbinding in huis en de digitale vaardigheden nemen ook af naargelang de leeftijd, de scholingsgraad en het inkomen.
Telecomoperator Proximus enĀ Forem (Service Public Wallon de l’Emploi et de la Formation Professionelle) hebben een partnerschapsovereenkomst getekend. Daardoor zal Forem wifitoegangscodes ter beschikking kunnen stellen van werkzoekenden die moeilijkheden ondervinden om opleidingen op afstand voort te zetten. De codes blijven actief tot het einde van het lopende academiejaar, dat wil zeggen tot september van dit jaar. Daarmee bouwt Forem een drempel af en zorgt men ervoor dat iedereen de opleiding kan blijven volgen.
Het gebrek aan toegang is een element van de digitale kloof. De digitale kloof aanpakken is natuurlijk veel complexer. Dat besef ik ook, want we hebben ook die soft skills, die zelfredzaamheid en een netwerk nodig waar we een beroep op kunnen doen wanneer we problemen of vragen hebben. In die zin moeten we mensen weerbaarder maken om de weg te zoeken en te vinden in de digitale wereld. Op dat vlak levert de Vlaamse Regering al heel wat inspanningen.
Minister, op welke manier ondersteunen VDAB en de partners de cursisten die niet beschikken over een internetverbinding of het materiaal om een onlineopleiding te volgen?
Wat is uw standpunt over het aanbieden van een internetverbinding en het ter beschikking stellen van materiaal aan cursisten?
Minister Crevits heeft het woord.
Collega Claes, dit is een mooie vraag om mee te eindigen wanneer men digitaal aan het vergaderen is.
VDAB onderneemt verschillende acties om drempels tot opleidingsdeelname weg te werken. Wie een opleiding volgt bij VDAB of de partners, beschikt in het opleidingscentrum zelf over de apparatuur en internettoegang die nodig zijn om deze opleiding goed te kunnen volgen.
Naar aanleiding van de abrupte lockdown van midden maart 2020, bij de start van de coronacrisis, zijn VDAB en zijn partners echter moeten overschakelen op thuisleren of afstandsleren voor die opleidingen waar dit mogelijk is. Hiertoe heeft VDAB in dat jaar bijna 1000 IT-toestellen uitgeleend aan cursisten, zodat zij van thuis uit hun opleiding zouden kunnen verderzetten. Dit loopt in 2021 verder met een uitgeleend contingent van in totaal 1100 toestellen. Daarnaast is samen met Proximus en Telenet voorzien in gratis internetvouchers voor kwetsbare cursisten wier opleiding digitaal kon worden verdergezet. Dit wordt bestendigd in 2021.
Het toekennen van een gratis internetvoucher gebeurt op basis van de inschatting van de VDAB-bemiddelaar of opleidingsinstructeur, ook vanuit de objectieve vaststelling dat ondanks de toenemende digitalisering 10 procent van de Belgische bevolking niet beschikt over een internetaansluiting. Huishoudens met een laag inkomen en alleenstaanden zijn het meest kwetsbaar. De kloof inzake internetgebruik verkleint stelselmatig, maar zeker oudere mensen en mensen met een heel laag inkomen zijn een belangrijke indicator voor niet-gebruik.
Daarnaast zijn ook een kwaliteitsvolle toegang en kwaliteit van de drager belangrijk. Het ontbreken van een kwaliteitsvolle toegang creëert een bijkomende kloof. Dat is recent aangetoond in de Barometer Digitale Inclusie van de Koning Boudewijnstichting.
Om die reden wil ik de digibanken oprichten en op die manier de digitale uitsluiting verkleinen. Ik heb drie inhoudelijke doelstellingen, namelijk de gelijke toegang tot digitale technologie, de versterking van laagdrempelige opleidingen en kennisdeling en door middel van begeleiding op fysieke knooppunten voor een verbeterde digitale toegang tot essentiële diensten zorgen. Het gaat dan, bijvoorbeeld, om bibliotheken, kringwinkels en buurthuizen. Dat zijn plaatsen waar kwetsbare mensen komen. De doelgroep van de digibanken omvat alle volwassenen ouder dan 18 jaar met een risico op digitale achterstand. Het is mijn bedoeling dit zo snel mogelijk aan de Vlaamse Regering voor te leggen.
Mevrouw Claes heeft het woord.
Minister, ik ben heel blij met uw antwoord. U wilt verder inzetten op het wegwerken van de digitale kloof. We hebben het net over de toename van IT-toestellen en over vouchers gehad. Het is belangrijk dat VDAB initiatieven neemt om die drempels effectief af te bouwen, zodat elke cursist een opleiding kan volgen.
Ik grijp de beslissing van de Waalse overheid ook aan om de er de aandacht op te vestigen dat er nog altijd knelpunten zijn die met de digitalisering samenhangen. Voor ons lijkt het evident; we beschikken allemaal over een computer en we vergaderen hier al heel de voormiddag, we hebben een smartphone en zijn permanent online. Voor sommigen is dat niet vanzelfsprekend. Als cursisten een opleiding niet kunnen voortzetten, omdat ze de infrastructuur niet hebben of omdat ze geen toegang tot het internet hebben, is dat een gemiste kans. Dat betekent niet dat ik hier een pleidooi wil houden om alles zomaar gratis te maken. Een gratis internetverbinding is niet altijd zaligmakend. Wie niet gemotiveerd is en geen opleiding wil volgen, zal hierdoor niet plots het licht zien. Ik denk wel dat we op deze manier stappen vooruit kunnen zetten.
Zoals ik heb aangegeven, moeten we ook een beroep doen op de zelfverantwoordelijkheid en de zelfredzaamheid van de cursisten. Dat zijn belangrijke vaardigheden op de arbeidsmarkt. Dit sluit aan bij mijn vraag om uitleg over het informeel leren. Door mensen de verantwoordelijkheid te geven, kunnen ze een beroep doen op hun probleemoplossend vermogen. Dat we op die manier nuttige vaardigheden meegeven, is een aspect dat we moeten benadrukken.
De vraag om uitleg is afgehandeld.