Verslag vergadering Commissie voor Landbouw, Visserij en Plattelandsbeleid
Verslag
– Wegens de coronamaatregelen werd deze vraag om uitleg via videoconferentie behandeld.
Mevrouw Vandromme heeft het woord.
Minister, op de ministerraad van 12 februari 2021 werd onder andere het doelstellingenkader van het Vlaamse Eenzaamheidsplan 2021-2024 besproken en goedgekeurd. In dat document wordt terecht gesteld dat de aanpak van eenzaamheid een gedeelde verantwoordelijkheid is. Daarom is er nood aan een engagement vanuit een beleidsdomeinoverschrijdend, maar ook een beleidsniveauoverschrijdend perspectief.
In de vergadering van de commissie Welzijn van 9 maart 2021 liet uw collega, minister Beke, ondertussen weten dat hij dat doelstellingenkader in een volgende fase wil invullen met concrete acties, zodat er tegen de zomer een uitgewerkt plan is. De diverse departementen kregen nu de vraag om hun inbreng te doen.
De impact van de coronacrisis heeft de eenzaamheid op het platteland nog scherper gesteld. Dat werd duidelijk uit onder meer de enquête die de Vlaamse Landmaatschappij (VLM) onder de LEADER-groepen (Liaison Entre Actions de Développement de l’Economie Rurale) verspreidde in het voorjaar van 2020. Ook in de beleids- en begrotingsbesprekingen over het plattelandsbeleid van eind vorig jaar kwam deze problematiek duidelijk naar voren.
Toen beloofde u de provincies te vragen om specifiek in te zetten op eenzaamheid op het platteland bij de uitwerking en selectie van toekomstige projecten binnen onder andere LEADER, PDPO (Programmeringsdocument voor Plattelandsontwikkeling) en Platteland+. Verder verwees u ook naar projectoproepen zoals ‘Buurten op den Buiten’ van de Koning Boudewijnstichting en de nieuwe oproep ‘Eetbare buurten’.
Toch blijft het belangrijk dat er wordt samengewerkt tussen de diverse beleidsdomeinen, dus onder andere met uw collega van Welzijn en uw collega van Mobiliteit.
Minister, welke concrete acties schuift u vanuit uw bevoegdheid inzake het plattelandsbeleid naar voren om op te nemen in het Vlaamse Eenzaamheidsplan?
Was er ondertussen al overleg met uw collega’s van Welzijn en Mobiliteit over deze thematiek? Zo ja, welke concrete actiepunten zijn daaruit voortgevloeid, en wat is de stand van zaken met betrekking tot de uitvoering?
Minister Demir heeft het woord.
Collega Vandromme, dank u wel om dit thema opnieuw op de agenda te zetten.
U weet dat wij vanuit onze bevoegdheid inzake het plattelandsbeleid drie prioritaire thema’s hebben vastgelegd. Ik denk dat het belangrijk is dat we focussen. Eenzaamheid is daar een van. Daarnaast is er de biodiversiteit, en het derde thema is de nabijheid van voeding. Dat is meer dan ooit actueel, ook na de coronacrisis. Daarom hebben wij aan de provinciale managementcomités allerlei projecten omtrent eenzaamheid gevraagd. Ik vind het immers ook belangrijk dat die projecten en voorstellen van onderuit komen. Op dit moment zijn er meer dan honderd voorstellen binnen, dus echt immens veel, alleen al over dat ene thema van de eenzaamheid. Dat geeft ook wel aan dat er op het platteland echt wel een behoefte is om daaromtrent te werken.
We zijn dat op dit moment samen met de diensten aan het screenen. Vanaf mei zullen we keuzes maken daarin. Dat is zo ongeveer de tijdslijn die we hebben uitgestippeld. Het feit dat er meer dan honderd voorstellen binnen zijn, die van onderuit zijn gekomen, toont wel aan dat dit een thema is dat enorm leeft op het platteland. We moeten ook bekijken of het budget dat we daarvoor hebben, volstaat. Ik denk dat de behoefte om inzake eenzaamheid te werken en de sociale cohesie op het platteland te versterken er immers meer dan ooit is, zeker met en na corona.
U hebt ook verwezen naar de ministerraad van 12 februari. Daar is het thema eenzaamheid inderdaad besproken. Dat is ook een gedeelde verantwoordelijkheid. U verwees naar de minister van Mobiliteit, en ook naar minister Beke. Elke minister heeft zijn doelstellingenkader ter zake, en acties die hij moet ondernemen. Minister Beke heeft aan alle beleidsdomeinen gevraagd om acties omtrent dit thema voor te stellen. Hij heeft ook beloofd dat hij voor de zomer al die acties zal voorleggen aan de Vlaamse Regering, via de gebruikelijke procedures. Voor de zomer zullen onze voorstellen – vandaar onze timing in mei – en die van de collega’s in het plan van minister Beke moeten worden geschoven.
Mevrouw Vandromme heeft het woord.
Minister, ik dank u voor uw antwoord. Het is fijn te horen dat u dit ook heel belangrijk vindt en daar de nodige aandacht aan schenkt. Ik wil nog een aantal zaken aanvullen.
Het is inderdaad zo dat de aanpak van eenzaamheid niet lukt wanneer we elk in onze eigen koker blijven. Het is belangrijk dat initiatieven van onderuit groeien en voeding krijgen. Dat merk ik ook zelf als schepen.
Ik ben ook benieuwd naar wat de gevolgen zullen zijn van corona op ons sociaal weefsel. Ik merk dat heel wat verenigingen die die eenzaamheid net tegengaan, onder druk staan. Ook de vergrijzing zorgt er bij ons in de Westhoek voor dat mensen steeds minder engagementen opnemen en de druk op het verenigingsleven steeds meer aanvoelen.
Minister, hebt u zicht op de criteria die u naar voren zult schuiven om die honderd voorstellen wat te ordenen? Wellicht zal een van die criteria het budgettaire luik zijn, maar ik stel voor dat u toch ook rekening houdt met de wijze waarop die projecten of voorstellen beleidsdomeinoverschrijdend kunnen worden aangepakt. Als schepen van Cultuur, Bibliotheek en Sociale zaken vind ik het bijvoorbeeld belangrijk dat die verschillende kokers samenwerken. Zo hebben we in Poperinge het idee uitgewerkt van buurtsalons. Dat zijn initiatieven waarbij we samenwerken met het lokaal dienstencentrum, de bibliotheek maar ook met andere actoren die bij ons bekend zijn, zoals De Lovie. Dat is een heel grote instelling voor mensen met een beperking die inzet op ontmoetingen. Ze maken daar soep, wat misschien bij het andere prioritaire thema hoort, de nabijheid van voeding, met producten van de lokale boeren. Die soep wordt verkocht in een kleine winkel, wat dan weer tegemoetkomt aan het feit dat er in bepaalde dorpen helemaal geen aanbod meer is van de lokale economie. Die verwevenheid en die groei van onderuit vind ik heel belangrijk. Ik hoop dat het een van de criteria zal zijn die u zult hanteren.
De heer Sintobin heeft het woord.
Minister, ik heb een aantal opmerkingen. We hebben het debat over eenzaamheid al een aantal keren gevoerd in de commissie Welzijn. Eenzaamheid op het platteland is een problematiek die al een tijdje bestaat, maar die tijdens deze coronacrisis alleen is versterkt. Dat komt natuurlijk niet vanzelf.
U schuift een drietal prioriteiten naar voren, maar zoals collega Vandromme ook zegt, heeft eenzaamheid vaak te maken met de vergrijzing in plattelandsgebieden alsook met armoede. U weet waarschijnlijk wel dat armoede op het platteland een groot probleem geworden is. Er is de vergrijzing, het wegvallen van allerlei publieke en private voorzieningen. Er is geen postkantoor, geen bank, geen café meer, er zijn geen winkels meer. Mensen worden dus sowieso een beetje afgesloten van de buitenwereld, waardoor de eenzaamheid nog toeneemt.
Ik wil er samen met de collega’s op aandringen, en ik zal dat ook doen in de commissie Welzijn, om die eenzaamheid niet an sich te zien maar in een totaalkader, in een poging om het platteland opnieuw tot leven te brengen en er een aangename woonplaats van te maken voor de plattelandsbewoners.
Mevrouw Talpe heeft het woord.
Collega Vandromme, we delen het acute van deze problematiek, zeker in deze bijzondere tijden. Er is eenzaamheid op het platteland, maar zeker ook in de steden. Ook in het versterkte kerngebied is er heel wat eenzaamheid. Heel wat alleenstaanden voelen die nood.
Lokaal doen we al heel veel. Collega Vandromme, dat kunt u zeker beamen. We hebben heel wat vrijwilligers die onder andere stoepgesprekken voeren. In andere provincies gebeurt dat met zorgambassadeurs. We hebben ook het zorgnetwerk Nestor, dat verjaardagscadeautjes brengt bij 80-plussers enzovoort. Er worden acties ondernomen, maar we mogen nooit stilvallen. Er is nog heel wat werk aan de winkel.
Minister, u sprak over een honderdtal voorstellen om eenzaamheid aan te pakken en het is heel goed dat dat zo massaal binnenrolt. U zei dat u in mei keuzes zou moeten maken en dat dat zal afhangen van het budget. In andere projecten in andere sectoren wordt er altijd wel een zekere opening gelaten ingeval het budget niet volstaat, om dat dan eventueel op te trekken of op een andere manier middelen te zoeken. Minister, zal dat ook hier gelden als blijkt dat de gesloten enveloppe niet zou volstaan om eventueel meer middelen te voorzien om een aantal toch heel interessante projecten alsnog te kunnen uitrollen?
De heer Nachtergaele heeft het woord.
Net door corona hebben we er een nieuwe categorie van eenzaamheid bij gekregen, namelijk de mensen die zichzelf letterlijk een jaar hebben opgesloten uit schrik voor die besmettingen. Collega Sintobin verwijst naar het verenigingsleven en het verdwijnen van heel wat zaken op het platteland. De combinatie van al die factoren maakt dat de eenzaamheid misschien wel probleem nummer 1 wordt op het platteland.
Minister, ik ben blij dat u doortastend hebt opgetreden. We hebben de bevraging van de VLM waarin dat ook werd bevestigd. We hebben projecten als ‘Buurten op den Buiten’, maar ook ‘Eetbare buurten’. Ik ben blij dat er meer dan honderd ideeën naar voren komen.
U wijst ook op het belang van LEADER. We moeten die klemtoon verleggen. Cruciaal in de strijd tegen eenzaamheid is het lokale niveau. Het lokale niveau moet de leidende rol nemen. Daar heb je de erkenning van het probleem en ook de wil om er iets aan te doen, maar vaak ontbreekt het aan middelen en expertise om er iets aan te doen, zeker in kleine plattelandsgemeenten. Het Vlaamse niveau kan wel degelijk een rol spelen waar het aankomt op het verspreiden van 'best practices'. De VLM zou die rol kunnen opnemen, waardoor de Vlaamse overheid een bondgenoot wordt in het bestrijden van eenzaamheid op het platteland.
Minister Demir heeft het woord.
Collega's, ik respecteer het enorm dat u elk vanuit uw regio een standpunt meegeeft en vertolkt in het parlement. Ik ben het er ook mee eens. Ik wil een pleidooi houden om te werken rond thema's als nabijheid van voeding, eenzaamheid, biodiversiteit, leefbare en levendige dorpen. Het leven op het platteland moet uiteraard mooi blijven: de mooie landschappen die we daar aantreffen, het lokaal eten enzovoort. Dat wil ik nog eens onderstrepen.
Het spreekt voor zich dat ik vanuit mijn bevoegdheid Platteland niet zoveel budget heb, maar de budgetten die we hebben, proberen we zeer gericht op thema’s in te zetten. Eenzaamheid is er daar een van.
Mevrouw Vandromme, ik ben het met u eens dat samenwerking één van de elementen is. Ik vat dat onder de kwaliteit van een project. De kwaliteit van een project staat of valt vaak met goede samenwerking tussen de verschillende actoren. Dat zal sowieso een van de criteria zijn.
Voor de geselecteerde voorstellen zullen we per project een budget van ongeveer 5000 euro vrijmaken. Dat is een mooi budget dat welgekomen is in de verschillende gebieden. Als er heel veel kwalitatief goede projecten zijn, dan moeten we budgettair bekijken wat we daarmee doen.
Met corona zal de eenzaamheid er niet op verbeterd zijn, integendeel. Dat wil zeggen dat we, eenmaal na corona, daar een boost aan zullen moeten geven.
Mevrouw Vandromme heeft het woord.
Het is duidelijk dat dit ons allen raakt. Ik hoorde ook schrijnende verhalen van mensen die zich opsluiten en bepaalde levensmiddelen zelfs niet meer voorhanden hadden. Voor dergelijke zaken moeten we vanuit het lokale maar ook vanuit het Vlaamse niveau aandacht blijven hebben.
We moeten op zoek gaan hoe we elkaar kennis kunnen laten maken met mooie voorbeelden. Er werd het voorstel gedaan om dit op Vlaams niveau te doen. Ik kan alleen maar getuigen dat er ook op regionaal vlak heel veel intergemeentelijke samenwerkingen zijn. Zeker in de Westhoek – dat kan mevrouw Talpe bevestigen – delen we de mooie voorbeelden en gaan we op zoek hoe we elkaar kunnen versterken. Daar heeft het lokale niveau een belangrijke impact op.
Minister, 5000 euro per project is een mooie opstap om de eenzaamheid in onze plattelandsgebieden aan te pakken. Ik dank u voor de aandacht hiervoor.
De vraag om uitleg is afgehandeld.