Verslag vergadering Commissie voor Welzijn, Volksgezondheid, Gezin en Armoedebestrijding
Verslag
– Wegens de coronamaatregelen werd deze vraag om uitleg via videoconferentie behandeld.
De heer Daniëls heeft het woord.
Een vraag over een thema dat ik hier regelmatig onder de aandacht breng, zijnde de artsenquota en de Vlaamse Planningscommissie. Tijdens de vergadering van de commissie Onderwijs van 11 maart jongstleden werd het thema van de artsenquota en de Vlaamse Planningscommissie nogmaals besproken naar aanleiding van een vraag om uitleg van mezelf. De minister van Onderwijs gaf toen aan dat de Vlaamse Planningscommissie aan de slag gaat met het advies van de Federale Planningscommissie om het aantal studenten te bepalen dat we laten doorstromen. Dat advies is nu formeel bekend. Het federale quotum wordt voor de totaliteit van dit land vastgelegd op 1517 in 2027. In dat globale quotum wordt het aandeel huisartsen licht opgetrokken, van 362 naar 400 voor Vlaanderen – dat is plus 38 – en van 266 naar 300 voor de Franse Gemeenschap – dat is plus 34. Minister, u zult begrijpen dat dat niet de manier zal zijn waarop we gaan inhalen. Als we op die manier de quota optrekken en die gelijk blijven, zeker voor de huisartsen, zullen we nog lang bezig zijn met het verschil tussen Vlaanderen en Wallonië in te lopen. Maar dit terzijde.
Vooral het huisartsenquotum wordt opgetrokken om te zorgen dat we de eerstelijnszorg kunnen versterken, waarvan de noodzaak gebleken is tijdens de corona-epidemie. Een opvallende passage uit het advies, die ik u niet wil onthouden, stelt: “De Planningscommissie dringt aan bij de minister om geen wetgeving uit te werken die ingrijpt op de nauwgezetheid van de activiteiten van de Planningscommissie, zoals bijvoorbeeld het KB van 16 augustus 2020.” Voor alle duidelijkheid: dit is gericht aan de federale minister. Dat is toch wel een duidelijke vingerwijzing naar de toenmalige federale minister van Volksgezondheid en huidig fractieleider in de Kamer. Het ging over bepaalde specialismen die eruit waren gehaald, waardoor het de facto onmogelijk was om het aantal vast te stellen als er een aantal niet werden meegenomen.
Tijdens deze commissievergadering gaf de minister van Onderwijs ook aan dat er nog twee vertegenwoordigers in de Vlaamse Planningscommissie moesten worden aangeduid.
Minister, wat is uw reactie van de minister op het advies van de federale Planningscommissie, zowel wat de aantallen betreft maar zeker wat die vingerwijzing betreft? Op welke manier en wanneer zal de Vlaamse Planningscommissie hiermee aan de slag gaan? Wanneer mogen we daar uitsluitsel van verwachten? Is de Vlaamse Planningscommissie intussen volledig samengesteld? Vorige keer gaf u aan dat er nog een aantal leden moesten worden aangeduid.
Minister Beke heeft het woord.
Collega, het advies betreft de startquota, met andere woorden het aantal artsen dat in een jaar mag starten met de opleiding. Het is nu in eerste instantie aan de Vlaamse Planningscommissie om dit advies van de federale Planningscommissie te bekijken, op het moment dat ze zelf advies uitbrengt over de Vlaamse subquota. Ik vind het alvast belangrijk dat de federale Planningscommissie aangeeft dat de federale overheid beter geen initiatieven neemt die de Vlaamse bevoegdheid inzake de subquota beperken.
De eerste zitting van de Vlaamse Planningscommissie is gepland voor de zomer. Deze commissie zal een advies uitbrengen over de subquota in Vlaanderen binnen het federale quotum.
De administratie heeft de voordrachten ontvangen, met uitzondering van de voordracht vanuit het Vlaams Patiëntenplatform (VPP). Zodra het VPP de kandidaturen instuurt, kunnen de leden worden benoemd.
De heer Daniëls heeft het woord.
Minister, wij treden absoluut bij dat het geen goed idee is dat men nog eens apart gaat opdelen voor subquota die een Vlaamse bevoegdheid zijn, uw bevoegdheid. Dat is inderdaad geen goede zaak. Het brengt de Vlaamse Planningscommissie, die een duidelijk zicht heeft op wat wij in Vlaanderen nodig hebben in de verschillende disciplines, in de problemen. Ik treed u daarin volledig bij. Minister, ik zou u ook willen oproepen om de nodige initiatieven te nemen om dergelijke zaken te stoppen op federaal niveau.
U zegt dat de eerste zitting is gepland voor de zomer. We zijn nu 30 maart. Hoe komt het dat het nog zo lang moet duren? We hebben dit totale aantal gekregen. We hebben nog niemand van het VPP, heb ik u horen zeggen. Ik neem aan dat wanneer u die actief aanschrijft en de samenstelling volledig is, die Vlaamse Planningscommissie uit de startblokken kan schieten. Ik weet eigenlijk niet goed waarop men nog zou moeten wachten. Hoe sneller zij duidelijkheid kunnen bieden, hoe beter voor iedereen. Ik wil er de nadruk op leggen dat dit wat mij betreft sneller mag gebeuren.
Mevrouw Vandecasteele heeft het woord.
Ik deel de bezorgdheid over het tekort aan artsen en bepaalde specialismen. Ik wil collega Daniëls en minister Beke uitnodigen om daarover na te denken. Het is redelijk vreemd dat we nog altijd werken met een numerus clausus en het aantal artsen beperken die mogen beginnen aan de opleiding, terwijl er een gigantisch tekort is. Ik nodig de collega's uit om op federaal niveau de vraag mee te ondersteunen. De vooruitzichten zijn dat heel wat jonge artsen stoppen met het beroep en uitvallen, terwijl we bij de start van de studies gaan beperken. We laten heel wat gemotiveerde studenten niet studeren en die kunnen ook niet afstuderen, terwijl we met een tekort zitten. Als men bijvoorbeeld kijkt naar de berekening die de Planningscommissie heeft gemaakt, zien we dat we evolueren naar een groter tekort. Er zouden maar 6063 huisartsen zijn in 2037. Dat is veel te weinig.
Dus in plaats van dat Vlaanderen en Wallonië een potje vechten over wie een aantal artsen mag laten starten en mag laten afstuderen, zouden we er beter samen voor zorgen dat er voldoende artsen kunnen starten aan de opleiding en dat ook voldoende artsen kunnen afstuderen en mensen kunnen verzorgen.
Minister Beke heeft het woord.
Collega’s, zoals gezegd, wanneer wij de kandidaturen voor de commissie ontvangen hebben, zullen wij de commissie ook benoemen en kan die, wat mij betreft, aan de slag gaan. Meer heb ik daar op dit ogenblik niet over te zeggen.
De heer Daniëls heeft het woord.
Dank u wel, minister. Ik zou er toch vaart achter zetten, opdracht geven om actief aan te schrijven en om de commissie ook samen te stellen.
Collega Vandecasteele, ik zou u toch aanraden om eerst wat studiewerk over dit thema te doen alvorens gewoon te zeggen dat we meer artsen nodig hebben en alvorens ervoor te pleiten om iedereen die dat wil, maar te laten starten. Daarover gaat het niet. We hebben het kadaster nodig om te weten in welke mate de artsen actief zijn, maar we hebben niet iedereen nodig. Als we dan massaal veel nefrologen, anesthesisten of radiologen nodig hebben, dan weet u wat er gebeurt, u ziet dat in Wallonië bij uw vrienden van uw partij: dan krijg je medische overconsumptie. En dat haalt dan heel veel geld uit de gezondheidszorg voor ingrepen of prestaties die niet noodzakelijk nodig zijn. En zoals u ziet, wordt wel degelijk het quotum voor huisartsen opgetrokken. Maar wij willen dat we in Vlaanderen net die specialismen hebben die we ook echt nodig hebben. Dus, mevrouw Vandecasteele, maak toch eerst even uw huiswerk voor u hier zulke populistische zaken komt bepleiten.
De vraag om uitleg is afgehandeld.