Verslag vergadering Commissie voor Welzijn, Volksgezondheid, Gezin en Armoedebestrijding
Verslag
– Wegens de coronamaatregelen werd deze vraag om uitleg via videoconferentie behandeld.
De heer Parys heeft het woord.
Ik had eigenlijk willen tussenkomen op de vragen die nu worden gesteld in de commissie Justitie, maar ik zal dat niet doen omdat onze agenda anders helemaal in het honderd loopt, vrees ik.
Minister, Saniport is, zoals u weet, de gezondheidspolitie voor het internationale verkeer en is actief op de luchthavens en de havens. In 2016 werd er tussen het federale niveau en de deelstaten een protocolakkoord gesloten over de werking van Saniport. Het akkoord liep af in 2018.
Ik bracht vorig jaar dit probleem onder de aandacht omdat Saniport een belangrijke rol speelt in het beteugelen van de coronapandemie. De Interministeriële Conferentie (IMC) Volksgezondheid besloot in juli vorig jaar om het bestaande protocolakkoord te verlengen tot 21 maart 2021. Verder werden er vijf scenario’s bekeken over de mogelijke toekomstige organisatie van Saniport. U weet dat dat eigenlijk had moeten worden overgedragen met de zesde staatshervorming en dat dat nooit gebeurd is. Die vijf toekomstscenario's waren de volgende: Vlaanderen delegeert de bevoegdheid van de taken van Saniport aan de federale overheidsdienst; Vlaanderen incorporeert Saniport in de afdeling Preventie; er wordt een samenwerkingsverband opgesteld inzake een aantal taken volgens het model dat daarvoor geschetst is; Saniport gaat naar het agentschap wat betreft de zeehavens maar blijft wel een federale bevoegdheid op de luchthaven van Zaventem – ongelooflijk maar een echt scenario –; de huidige situatie blijft behouden.
Minister, de einddatum voor de verlenging van het protocolakkoord is ondertussen achter de rug. Wat betekent dit concreet voor Saniport? Welke van de vijf scenario’s heeft de voorkeur van de IMC en is uiteindelijk gekozen? Komt er een nieuw protocolakkoord of samenwerkingsakkoord tussen de verschillende beleidsniveaus?
Minister Beke heeft het woord.
Collega, vanuit de nood aan continuïteit van bestuur gaat de werking van Saniport verder zoals voorheen. Ik vraag binnen de IMC om het bestaande protocolakkoord verder te verlengen voor een periode van twee jaar.
Mijn mening is sinds mijn antwoord op uw schriftelijke vraag van september 2020 nog niet gewijzigd. Ik meen nog steeds dat in volle crisistijd het geweer van schouder veranderen en werken aan mogelijk grote verschuivingen in de Saniportwerking, niet opportuun zou zijn.
Met enige zin voor realiteit kijken we toch richting medio 2023 als mogelijk landingsmoment voor het bepalen van een Vlaams voorkeurstandpunt voor een definitieve regeling en het afronden van de besprekingen en beslissingen daarover binnen de betrokken administraties, de Risk Management Group (RMG) en de IMC.
Sinds mijn laatste antwoorden op vragen rond het Saniportdossier zijn er nog geen verdere inhoudelijke besprekingen of beslissingen geweest. Er is met andere woorden ook nog geen Vlaams voorkeursscenario gekozen.
De eerste stap is nu het verlengen van het bestaande protocol, zodat de huidige werking van Saniport een wat stevigere juridische basis heeft.
Vervolgens, en zoals gezegd waarschijnlijk niet voor midden 2023, moet de definitieve keuze voor de werking van Saniport in een samenwerkingsakkoord tussen de federale overheid en de deelstaatoverheden gegoten worden.
De heer Parys heeft het woord.
Minister, dat is een beetje een teleurstellend antwoord. Wij hadden natuurlijk graag gehad dat de kwestie van Saniport nu eindelijk eens geregeld was. Het gaat hier niet over een technicaliteit. Het gaat hier echt om een cruciaal element in de bestrijding van een pandemie die volgens ons heel duidelijk bij de afdeling Preventie van het agentschap Zorg en Gezondheid (AZG) hoort. Ik vind het eerlijk gezegd bijzonder jammer dat het protocolakkoord nu weer voor twee jaar wordt verlengd, want dat stelt natuurlijk de echte keuze nog altijd uit.
Ik verwijs naar een interview waar aan ex-staatssecretaris De Backer – hij was ook een tijdje minister – gevraagd werd naar de grootste constitutionele absurditeit die hij tegengekomen was in de coronacrisis. Zijn antwoord was Saniport, dat instaat voor het luik volksgezondheid in de havens en luchthavens. Hij zegt dat dit samen met de preventieve gezondheidszorg geregionaliseerd is, maar de regio’s hebben die dienst nooit willen hebben.
Minister, ik zou graag van u horen of u de inhoud van wat daar gezegd werd, onderschrijft. Ik vind dat Saniport een Vlaamse aangelegenheid is die samen met dat preventiebeleid inderdaad ook op ons beleidsniveau moet zitten. Dat is niet zonder belang, omdat je natuurlijk in die pandemie met één aansturing moet proberen te zorgen dat je de preventieve taken ook op een goede manier opneemt. Minister, gaat u dus inderdaad helemaal voor die regionalisering en integratie van Saniport in het agentschap Zorg en Gezondheid? Zult u vanaf nu werk maken om dat ook effectief te kunnen doen wanneer dat protocolakkoord over twee jaar afloopt?
Minister Beke heeft het woord.
Zoals ik gezegd heb, denk ik dat het in de eerste fase zeker zaak is om continuïteit te geven en dat we in een volgende fase moeten kijken richting midden 2023 als mogelijk landingsmoment om een Vlaams voorkeursstandpunt ter zake te bepalen, waardoor we dat dan ook kunnen afronden.
De heer Parys heeft het woord.
Minister, ons standpunt hierin is alleszins heel helder. Dat moet wat ons betreft ook het standpunt zijn dat we verdedigen. Maar, het liefst vandaag dus al werk maken van die overdracht, zodat we over twee jaar niet nog eens de vraag moeten stellen en als antwoord krijgen dat het protocolakkoord nog maar eens verlengd is. Dus ik hoop dat u het met mij eens bent dat dit de laatste keer moet zijn.
De vraag om uitleg is afgehandeld.