Verslag vergadering Commissie voor Algemeen Beleid, Financiën, Begroting en Justitie
Verslag
– Wegens de coronamaatregelen werd deze vraag om uitleg via videoconferentie behandeld.
De heer Ongena heeft het woord.
Minister-president, deze regering heeft een heel duidelijke ambitie: we willen de werkzaamheidsgraad optrekken naar 80 procent. Om dat te bereiken zullen we aan heel wat knoppen moeten draaien, als ik het zo mag zeggen. Maar een van die knoppen is ervoor zorgen dat mensen die werken, beter beloond worden. En we moeten ook zorgen dat mensen die aan het werk willen gaan, niet bestraft worden.
Daarom staat in het Vlaams regeerakkoord de ambitie om allerhande sociale voordelen – premies, verlaagde inschrijvingstarieven – die vandaag nog gekoppeld zouden zijn aan het statuut, zoals het feit dat je werkzoekend bent of een leefloon hebt, meer te gaan hervormen, zodat het gekoppeld is aan je inkomen. Op die manier word je niet bestraft als je aan het werk gaat.
Ik had enkele maanden geleden een reeks schriftelijke vragen gesteld aan al uw ministers van de regering om binnen hun domein eens na te kijken waar er zulke sociale voordelen zijn die dan eventueel in zo’n hervorming zouden kunnen worden meegenomen. En dan bleek dat dat er toch wel wat waren. Zeker twee derde van de sociale voordelen die Vlaams worden gegeven, zijn effectief gekoppeld aan een statuut, en dus niet aan inkomen.
Onlangs werd ik daar nog eens op geattendeerd door een studie van Ive Marx, ons allen bekend. Hij had heel duidelijk heel wat aanbevelingen rond hervormingen op onze arbeidsmarkt. En we moeten bijvoorbeeld ook zorgen dat we mensen die aan de slag gaan, niet bestraffen, en dus voordelen geven op basis van inkomen.
Daarom informeer ik bij u eens naar een stand van zaken rond de uitvoering van dat deel van het regeerakkoord. Welke stappen werden al gezet om die passage van het regeerakkoord uit te voeren?
Zult u daar als minister-president een coördinerende rol in spelen? Dat lijkt mij misschien wel nuttig. Bent u dat van plan?
Als er al stappen zijn gezet, heeft men dan al in kaart gebracht welke voordelen en premies prioritair in aanmerking zouden komen voor zo een hervorming? En welke worden er toch beter aan het statuut gekoppeld? Want zo zijn er ook zeker enkele.
Welk tijdspad en plan van aanpak ziet u om deze hervorming door te voeren?
Minister-president Jambon heeft het woord.
De doelstelling om sociale voordelen zoveel als mogelijk toe te kennen op basis van de hoogte van het inkomen van de personen die daarvoor in aanmerking komen, en niet langer op basis van hun sociaal statuut, maakt deel uit van het regeerakkoord. Zo willen we zoveel mogelijk werkloosheids- of inactiviteitsvallen vermijden, waarbij mensen geen deeltijdse of laagbetaalde jobs aanvaarden omdat ze daardoor een aantal sociale voorwaarden dreigen te verliezen.
In mijn gecoördineerd antwoord op de schriftelijke vraag die u op 8 oktober 2020 aan alle Vlaamse ministers hebt gesteld, heb ik u meegedeeld dat iedere Vlaamse minister deze aangelegenheid apart zal behartigen voor wat zijn of haar bevoegdheden betreft. Uit het overzicht dat als bijlage bij dat antwoord was gevoegd, bleek ook dat er zeven Vlaamse ministers betrokken zijn, de ene al in sterkere mate dan de andere. In mijn eigen functionele bevoegdheden is dat niet aan de orde, en hetzelfde geldt voor minister Somers.
Uiteraard is het de bedoeling om deze doelstelling binnen deze regeerperiode te realiseren, en zal ik dat als regeringsleider mee bewaken. Maar ik heb niet de intentie om hiervoor een zware governancestructuur uit te werken of daar een gefaseerde timing voor op te leggen of een verplicht te volgen manier van werken.
Uit de toelichting per minister die als bijlage gevoegd was bij mijn antwoord op uw schriftelijke vraag, bleek immers reeds, zoals u zelf ook aanhaalt, dat niet alle maatregelen zich lenen voor de vooropgestelde omschakeling en dat, waar dat wel het geval is, de situatie sterk kan verschillen. Ik laat het daarom aan iedere Vlaamse minister over om in overleg met zijn diensten na te gaan welke stappen gezet moeten worden en wat daarvoor de meest aangewezen timing is. Men zal de verdere uitvoering van deze belangrijke doelstelling bewaken in opvolging van de uitvoering van het regeerakkoord as such. Er is dus geen governancestructuur voor dit specifieke punt, maar we maken wel regelmatig een update over waar we met het regeerakkoord staan. Dat gebeurt in nauwe samenwerking met minister Beke en zijn diensten, omdat in dat beleidsdomein de meeste inhoudelijke kennis aanwezig is over deze materie.
U moet er ook rekening mee houden dat er momenteel reeds heel veel werk op de plank ligt binnen een krappe timing. De beheersing van de COVID-19-crisis, de uitvoering van het relanceplan Vlaamse Veerkracht, en de Vlaamse brede heroverweging leggen momenteel al heel wat druk op de Vlaamse ministers en hun administratie. Daar komt ook nog het actieplan bij om de regeldruk te verminderen.
U hebt de mogelijkheid om aan de hand van parlementaire vragen of naar aanleiding van de bespreking van de beleids- en begrotingstoelichtingen bij iedere betrokken Vlaamse minister te informeren naar de stand van zaken, en ik twijfel er niet aan dat u hen op die manier ook zal blijven attenderen op het werk dat daarvoor uitgevoerd moet worden binnen deze regeerperiode.
Ik zal dat ook zelf doen bij de regelmatige herziening van de uitvoering van het regeerakkoord.
De heer Ongena heeft het woord.
Dank voor uw antwoord. Ik ben blij dat u toch ook wel het belang erkent om die hervorming door te voeren. Zoals ik al zei, denk ik dat het echt belangrijk is dat we ervoor zorgen dat er meer mensen aan het werk gaan. We zullen daarvoor heel wat hervormingen moeten doorvoeren. Dat moesten we voor corona al doen en waarschijnlijk zullen we dat na corona nog meer moeten doen. Ik denk dat dit een belangrijke onderdeel van de hervorming van onze arbeidsmarkt is. Het is inderdaad juist dat ik alle ministers al heb ondervraagd. Ik noteer dat u zelf niet de schoonmoeder zult spelen, als ik het zo mag samenvatten, maar dat u het wel zult opvolgen.
U moedigt mij ook aan dit zeker op te volgen. Ik zal dat zeker blijven doen. Ik heb het lijstje gezien. Er zijn 79 premies, verminderingen en weet ik wat allemaal. Er zitten er echt wel een aantal tussen die we eens grondig moeten bekijken en effectief moeten hervormen. Ik zal de betrokken ministers blijven ondervragen, maar ik hoop toch dat u op tijd en stond zelf een evaluatie maakt van de uitvoering van onder andere dit deel van het regeerakkoord.
De heer Gryffroy heeft het woord.
Dank u. Uiteraard staat mijn fractie achter deze principes zoals die in het regeerakkoord zijn besproken. Ik denk ook dat we – en dat klinkt misschien heel bizar – in een destructieve periode zitten, waarin een aantal vragen kunnen worden gesteld. Dat zou misschien moeilijker zijn geweest in het verleden.
Ondanks het vele werk, denk ik dat we nu misschien makkelijker zullen besluiten wat er besloten moet worden. Ik denk dat we van deze periode moeten gebruikmaken. Ik kan het alleen maar ondersteunen dat dit ook zal gebeuren. De Vlaamse samenleving ziet soms het bos door de bomen niet meer. Voor iedereen is het van het allergrootste belang dat deze administratieve druk kan worden verminderd.
De vraag om uitleg is afgehandeld.