Verslag vergadering Commissie voor Economie, Werk, Sociale Economie, Wetenschap en Innovatie
Verslag
– Wegens de coronamaatregelen werd deze vraag om uitleg via videoconferentie behandeld.
Dit is een vraag in opvolging van een beslissing van de Vlaamse Regering en van de federale ministerraad, die op 12 maart een voorontwerp van wet heeft goedgekeurd om discriminatietesten en -toetsen goed te laten functioneren. Het aantal discriminatiegronden zou via dit wetsontwerp worden uitgebreid. Naast ras en gender zou men dan ook discriminatie op basis van leeftijd, politieke overtuiging of handicap kunnen onderzoeken en controleren.
Eind vorig jaar al kondigde de Vlaamse Regering een onafhankelijk, academisch monitoringsysteem aan om eventuele discriminatie binnen sectoren in kaart te brengen. Dit staat in het teken van een inclusief Vlaanderen. Via de objectieve nulmeting zouden sectoren bewustgemaakt worden over welke discriminatie aanwezig is en hoe groot die is. Met behulp van sensibiliserende actieplannen kunnen de sectoren telkens aan de slag gaan om de discriminatie in hun sector terug te dringen.
In hoeverre is er overleg gepleegd met uw federale collega’s over de aangekondigde wetswijziging? In hoeverre zal deze wijziging een effect hebben op de Vlaamse correspondentietesten? Is er sprake van overlapping tussen beide initiatieven?
Kunt u een stand van zaken geven over de Vlaamse correspondentietesten? Zijn er reeds metingen gebeurd of gepland? Wat is uw tussentijdse evaluatie van het Vlaamse initiatief?
Minister Crevits heeft het woord.
Ik begrijp uw zorg dat er het best geen overlap is tussen federale initiatieven om discriminatie op de arbeidsmarkt aan te pakken en de Vlaamse initiatieven. Ik waak daar ook over.
Nu, ik kan u geruststellen. Kort gesteld gaat het federale wetsontwerp over het gebruik van mysterycalls als controlemethode door de federale arbeidsinspectie. Naast de andere bestaande controlemethodes waarover de federale arbeidsinspectie beschikt.
De Vlaamse correspondentietesten zijn geen controlemechanisme – daar wil ik heel duidelijk over zijn – maar wel een middel in de context van zelfregulering door de sectoren. Ze zijn sensibiliserend van aard en dienen om op sectoraal niveau zicht te krijgen op de aard en de mate van discriminerend gedrag op de arbeidsmarkt.
Via addenda non-discriminatie en inclusie bij de sectorconvenanten 2021-2022, bied ik extra financiële ondersteuning aan de sectoren. Sectoren kunnen met dit budget verschillende acties ondernemen. Een van de acties is het organiseren van een nulmeting. Jullie gaan natuurlijk vragen hoeveel er nu zijn. Ik kan dat nu nog niet zeggen. Er was tijd tot vorige week. Er is op een aantal sectoren gewerkt. Volgende week of de week na de paasvakantie zal ik met dit dossier naar de Vlaamse Regering stappen. U zult me dan alle vragen kunnen stellen over de aanpak.
Zoals u weet, keurde de Vlaamse Regering de sectorconvenanten op 5 maart 2021 goed. Het is mijn bedoeling om de addenda op 2 april aan de Vlaamse Regering voor te leggen. Het is niet voldoende dat de sector dan gewoon wil meedoen, men moet ook zeggen hoe men aan de slag wil gaan rond discriminatie en inclusie. Dan pas wordt een budget ter beschikking gesteld. Op dat moment gaan we een goed zicht krijgen op de manier waarmee men aan de slag gaat.
Er zijn dus nog geen metingen gebeurd. We staan aan het begin van een traject. Het is de bedoeling om dit en volgend jaar de risicoanalyses uit te voeren.
Voor een evaluatie is het dus nog wat vroeg, maar ik ben wel tevreden over de samenwerking met de sectoren om discriminatie op de arbeidsmarkt concreet aan te pakken. Mijn mensen van het kabinet hebben een hele weg afgelegd, dus samen met de sectoren, ook om de aversie die er was bij sommigen, die zich afvroegen waarmee we nu weer afkwamen, wat we nu weer wilden doen, weg te werken, en mee met hen in een traject te stappen naar een positieve kijk op de instrumenten die wij aanbieden.
Minister, dank u wel. Ik begrijp dat ik nog net iets te snel ben wat de correspondentietesten betreft. We hebben al afgesproken om de sectorconvenanten tijdens een hoorzitting te bespreken. Ik denk dus dat we dat op dat moment hier moeten meenemen.
De sectorconvenanten zijn goedgekeurd, maar u zou dat het best bespreken als de addenda ook allemaal zijn goedgekeurd. Anders heeft dat natuurlijk weinig zin. We hebben nu de addenda inzake het duale ook goedgekeurd, en die inzake non-discriminatie komen er dus ook aan.
Dank u wel voor de aanvulling. Op dat moment kunnen we dat dus zeker bekijken. Ik ben ook blij dat er geen overlap bestaat tussen het federale en het Vlaamse initiatief. Vlaanderen is natuurlijk wel bevoegd, in het kader van de dienstencheques, om in de sector van de uitzendarbeid te werken inzake discriminatie. Zijn daar recent nog stappen gezet? Is daarover in overleg voorzien met de federale inspectie, met de federale collega? Het lijkt me immers niet onbelangrijk om alle initiatieven in dezen op elkaar af te stemmen, zodat zowel werknemers als werkgevers door de bomen het bos nog zien.
De heer Ronse heeft het woord.
Minister, ik denk dat u de Vlaamse correspondentietesten inderdaad heel correct hebt geschetst. Het gaat over zelfregulering. Het is de bedoeling om discriminatie op basis van leeftijd, mogelijke beperkingen, afkomst, met andere woorden, puur willekeurige kenmerken, waaraan men niks kan doen, in kaart te brengen, en op die manier ook te gaan sensibiliseren en te polsen op welke manier we mensen ervan kunnen overtuigen om volledig op basis van competenties en potentieel te gaan aanwerven. Op zich zit dat dus correct en goed.
Ik denk dat het geen geheim is dat we van mening verschillen over wat er op federaal niveau is gebeurd. Ik hoop werkelijk dat men er daar toch met een beetje verstand mee zal omgaan, zeker na de coronacrisis. Ik hoop dat dat niet zal leiden tot het uitsturen van valse cv’s naar mensen die net opnieuw beginnen aan te werven, en dat dat niet zal leiden tot weet ik welke georganiseerde vorm van wantrouwen. Ik hoop dat men daar toch zeer, zeer goed over zal nadenken. Minister, ik wil u, als Vlaams minister van Werk, toch ook vragen dat u dat niveau zou oproepen tot enige redelijkheid en respect voor ondernemers. Dat staat, voor alle duidelijkheid, op geen enkele manier de strijd tegen discriminatie in de weg. Die moeten we echter op een slimme manier voeren, en die zullen we niet kunnen voeren door het uitsturen van valse cv’s, wel door wat we Vlaams doen, namelijk inzetten op zelfregulering en dit op een slimme manier in kaart brengen.
Minister Crevits heeft het woord.
Collega’s, dank u wel. In de dienstenchequesector heeft men al de mysterycalls gedaan. Die liep eigenlijk voorop. De resultaten waren er, maar zoals we hier al herhaaldelijk hebben besproken, zijn er ook ernstige knipperlichten waarmee aan de slag moet worden gegaan. Dat zit niet alleen bij de dienstenchequebedrijven, maar natuurlijk soms ook bij mensen die iemand aanwerven.
De focus ligt inderdaad op zelfregulering. Er zijn organisaties die ook al hebben laten weten dat ze een voorkeur hebben voor het Vlaamse initiatief. Ik wil ze echter eigenlijk echt uit elkaar halen. Het ene gebeurt naar aanleiding van een onderzoek door de inspectie, meestal omdat er al een klacht is geweest, zodat men beslist dat toch eens van naderbij te bekijken. In het andere geval gaat het om zelfregulering en worden er dus ook met de ondernemingen, met de sector afspraken gemaakt. Die weet dus ook wat er zal gebeuren. Ik vind dat dus eigenlijk een groot verschil. Het is sensibiliserend, maar het doel is natuurlijk wel het uit de wereld helpen van discriminatie.
Ik heb ook geleerd, ik heb het ook al een paar keer verteld, dat inzicht krijgen in onbewuste mechanismes die achter de discriminatie zitten, soms al voldoende is om discriminatie weg te werken. Niet alle discriminatie gebeurt immers bewust, soms zijn er ook onbewuste factoren en associaties die bijzonder onterecht zijn. Die moeten we de wereld uit helpen. Wordt dus vervolgd.
Dat is duidelijk.
De vraag om uitleg is afgehandeld.