Verslag vergadering Commissie voor Economie, Werk, Sociale Economie, Wetenschap en Innovatie
Verslag
– Wegens de coronamaatregelen werd deze vraag om uitleg via videoconferentie behandeld.
Mevrouw Sleurs heeft het woord.
Minister, mijn aandacht werd getrokken door wat een tiental dagen geleden in De Standaard stond in verband met jonge onderzoekers, specifiek de doctoraatsstudenten en de postdocs. Die zitten eigenlijk toch wel een beetje met de handen in het haar door de coronamaatregelen. Volgens het artikel kunnen ze hun onderzoek maar moeizaam voortzetten. Dat komt in het gedrang omdat oude archieven gesloten zijn, omdat laboratoria moeilijk toegankelijk zijn, omdat ook reizen werden verboden en veldwerk dus bijzonder moeilijk is geworden. Aangezien een beurs voor doctoraatsonderzoeken toch wel beperkt is in de tijd, namelijk twee tot vier jaar, kan dat natuurlijk wel een invloed hebben op hun eindresultaat. Een op de drie onderzoekers zou daardoor nu in moeilijkheden verkeren.
De universiteiten hebben ook al wel actie ondernomen. Zo hebben ze meldpunten opgericht. Bij de KU Leuven, onder andere, zou men toch al een dertigtal meldingen van aanvragen hebben, maar ook het Fonds Wetenschappelijk Onderzoek (FWO) kreeg een dertigtal verzoeken tot uitstel. De rectoren verwachten toch wel dat er nog meer problemen zullen komen en dat er dus nog meer vragen tot uitstel zullen komen.
Een algemene maatregel is natuurlijk niet evident, want er zijn doctoraatsstudenten die melden dat ze door de huidige pandemie net meer tijd hebben gehad om aan hun doctoraat te werken, dat ze productiever zijn dan anders. Anderzijds kan uitstel er ook toe leiden dat de budgetten van de komende generaties worden geblokkeerd.
Minister, zelf gaf u aan dat er extra budgetten zouden zijn, maar ook dat u dat zou bekijken om er een oplossing voor te vinden. Ons budget is immers natuurlijk niet oneindig.
Hebt u eigenlijk zicht op deze problematiek? In het artikel wordt immers toch aangegeven dat een op de drie in de problemen zou zitten. Klopt dat? Hebt u zicht op die cijfers, op hoe de problematiek echt is? Hebt u al een voorstel van de universiteiten ontvangen? Wat wordt voorgesteld? Wat zal die budgettaire impact dan wel zijn? Mocht er nog geen voorstel zijn van de universiteiten, wat is dan de eigenlijke timing? Hoeveel aanvragen zou het FWO hebben ontvangen? Hoe gaat het FWO om met de vragen tot uitstel? Werd er reeds uitstel verleend door het FWO?
Minister Crevits heeft het woord.
Collega Sleurs, dank u wel voor uw vragen.
Zowel ikzelf als mijn kabinet staan, zoals u weet, in nauw contact met de onderzoekswereld, bijvoorbeeld via de Vlaamse Interuniversitaire Raad (VLIR), maar ook via de raad van bestuur van het FWO. Ik ben mij absoluut bewust van de impact van de crisis op de onderzoekswereld. Dat is de reden waarom we de vragen tot financiering van de verlenging zeker opnemen. In het begin van de crisis waren de onderzoekers zeer creatief als het erover ging die pandemie ook als een opportuniteit te zien, bijvoorbeeld doordat ze de tijd konden nemen om tussentijdse resultaten te evalueren, of omdat ze daardoor net die ene paper of dat ene doctoraatsproefschrift konden afwerken. Het is dus niet zo makkelijk om er een eenduidig cijfer op te plakken. In het artikel heeft men het over een op de drie, maar bijvoorbeeld het FWO heeft tot op vandaag nog maar dertig aanvragen tot verlenging ontvangen. De grote toestroom aan aanvragen blijft dus uit. We zullen dit dus individueel, dossier per dossier bekijken om de beste ondersteuning te kunnen geven.
Het klopt wel dat de VLIR een aanvraag had ingediend voor ondersteuning van de onderzoekers, maar na onderling overleg met hen is afgesproken dat zij hun vraag verder zouden verduidelijken en uitwerken. We hebben nog geen nieuwe versie ontvangen.
Daarnaast heb ik aan het FWO de opdracht gegeven om in kaart te brengen wat de financiële ondersteuning zou moeten zijn om een verlenging voor onderzoekers mogelijk te maken, zeker voor degenen die nu in hun laatste jaar zitten. We zullen dan met de Vlaamse Regering moeten bekijken of we daarvoor de nodige financiële middelen kunnen vrijmaken. Maar dat dossier is nog niet klaar om naar de regering te gaan.
We hebben van het FWO een dertigtal mails gekregen. Er zijn voorlopig een aantal budgetneutrale oplossingen op maat gevonden. Zo moeten bijvoorbeeld expertenpanels bij de evaluatie van projecten rekening houden met de uitzonderlijke omstandigheden. Verder is er de mogelijkheid om in je aanvraagformulieren specifieke factoren als gevolg van de pandemie te vermelden en is de deadline om projectvoorstellen in te dienen verschoven om iedereen voldoende tijd te geven.
Als conclusie kunnen we dus stellen dat er een beperkt aantal aanvragen is voor een verlenging van onderzoeksprojecten. Momenteel heb ik nog de mogelijkheid om dossier per dossier een oplossing op maat te zoeken. Maar we houden de vinger aan de pols en als het nodig is, ga ik naar de regering met een dossier om de budgettaire effecten daarvan op te vangen.
Mevrouw Sleurs heeft het woord.
Minister, ik dank u voor uw antwoord.
Het is goed dat het om een beperkt aantal dossiers gaat. Ik denk ook wel dat er heel wat creativiteit is om de problemen op te vangen. Maar een individualisering van de dossiers lijkt me momenteel inderdaad de beste aanpak, aangezien de verschillen tussen de onderzoekers heel groot zijn. Ik zal samen met u die vinger aan de pols houden. Ik heb geen bijkomende vragen.
Mevrouw Gennez heeft het woord.
Ik wil aangeven dat er bij een aantal onderzoekers inderdaad wel een probleem is. Ik denk dat het belangrijk is om in kaart te brengen waar het probleem zich precies situeert. Ik wil de oproep ondersteunen om aan het FOW en de universiteiten te vragen om het probleem globaal in kaart te brengen en om, indien nodig, extra middelen uit te trekken. Ik denk dat we waardevol, innovatief en noodzakelijk en dus al geselecteerd wetenschappelijk onderzoek niet verloren mogen laten gaan in deze crisis. Ik ondersteun dan ook de vraag van collega Sleurs.
Minister Crevits heeft het woord.
Ik wil collega Sleurs bedanken omdat zij altijd heel constructieve vragen stelt over wetenschappelijk onderzoek en de onderzoekswereld. Op die manier komt dat ook eens ‘in the picture’.
Collega Gennez, ik begrijp dat u zich aansluit bij deze vraag. We bekijken dit dossier per dossier. Ik heb ook aangegeven dat wanneer dit zwaarder wordt, we zullen nagaan hoe we financieel kunnen bijspringen.
Mevrouw Sleurs heeft het woord.
Ik dank de minister voor haar woorden.
De vraag om uitleg is afgehandeld.