Verslag vergadering Commissie voor Wonen en Onroerend Erfgoed
Verslag
– Wegens de coronamaatregelen werd deze vraag om uitleg via videoconferentie behandeld.
De heer Coenegrachts heeft het woord.
Minister, ik heb een vraag die me gesignaleerd is vanop het terrein over de sociale verhuurkantoren (SVK's) die aan een kwetsbare groep in onze samenleving kwaliteitsvolle woningen en appartementen op de private huurmarkt ter beschikking stelt aan een redelijke huurprijs.
Als zo’n woning toch niet aan de minimale kwaliteitsnormen voldoet, wordt er een mogelijkheid vanuit het SVK aangeboden om naar een andere kwaliteitsvolle woning te verhuizen. Om de toewijzing te vrijwaren, dienen de betrokken personen de huur op te zeggen van het pand waarin ze verblijven. Daar is meestal een opzeg van drie maanden aan verbonden. Gedurende deze drie maanden betaalt de persoon in kwestie dus dubbele huur aan het sociaal verhuurkantoor. Sommige SVK’s werken op die manier. Dat is conform de huurregelgeving, de verhuurder is daar niet verantwoordelijk voor. Men is aangewezen op de goodwill van het sociaal verhuurkantoor. Ik leg hier de nadruk op het sociale aspect.
Minister, bent u op de hoogte van de problematiek?
Is dat een invulling van het sociaal karakter van sociale verhuurkantoren?
Plant u hieromtrent andere initiatieven te nemen, als minister of vanuit de Vlaamse overheid?
Minister Diependaele heeft het woord.
Ik heb geen weet van dergelijke praktijk. Ik ken ook de specifieke casus niet. Het verbaast me alleszins wel dat een sociaal verhuurkantoor zelf oorzaak zou zijn van een situatie met overlappende huurcontracten. Dat is een praktijk die ik natuurlijk absoluut afkeur.
Ik wil opmerken dat een SVK alvorens het overgaat tot het inhuren van een woning, zeer goed moet nagaan of de woning wel voldoet aan de minimale woningkwaliteitsvereisten. Het SVK lijkt in de door u geschetste situatie zijn verplichting als verhuurder niet nagekomen te zijn. Het gehuurde goed moet immers beantwoorden aan de elementaire vereisten van veiligheid, gezondheid en woningkwaliteit, vermeld in de Vlaamse Codex Wonen. Als het SVK die verplichting was nagekomen, dan zou het door u aangehaalde probleem van overlappende huurovereenkomsten er gewoon niet zijn.
Als het SVK hier in de fout zou zijn gegaan, dan wringt het natuurlijk dat de huurder zou moeten opdraaien voor die tekortkoming van het SVK. Het minste dat het SVK kan doen, lijkt mij, is de onderhuurovereenkomsten naadloos op elkaar te laten aansluiten.
Voor de huurovereenkomsten van sociale woningen in eigendom van de sociale huisvestingsmaatschappijen is bepaald dat de huurovereenkomst van rechtswege beëindigd wordt als de laatste huurder, samen met zijn gezinsleden, verhuist naar een andere sociale huurwoning van dezelfde verhuurder en voor die woning een nieuwe huurovereenkomst sluit. De huurovereenkomst wordt dan beëindigd op het moment dat de nieuwe huurovereenkomst ingaat.
SVK’s zitten natuurlijk wel in een andere context, zij huren de woningen in van de private huurmarkt en verhuren onder aan de doelgroep. Het SVK zal ook aan de eigenaar/verhuurder de huurprijs moeten betalen, maar als het SVK hier fout zou hebben gehandeld, kan de huurder hiervan niet de dupe zijn. Ik zou in dit geval de onderhuurder aanraden om een klacht in te dienen bij het SVK zelf of bij de Vlaamse Ombudsdienst om dat recht te trekken.
De heer Coenegrachts heeft het woord.
Voorzitter, minister, dank voor uw duidelijke antwoord. Mijn vraag om uitleg is niet gebaseerd op één concrete casus maar op melding door het sociaal werk van een OCMW. Ik heb het gecheckt bij verschillende contactpersonen en SVK’s. Het is een praktijk die sommige SVK’s systematisch hanteren, zeker niet – dat wil ik benadrukken – allemaal. Maar het is dus een structurele werkwijze.
Ik ben blij met uw duidelijk antwoord. U wijst op de verantwoordelijkheid van het SVK als verhuurder binnen de wetgeving. Misschien kan het antwoord ook duidelijkheid verschaffen aan mensen op het terrein die via de sociale huizen bijvoorbeeld betrokken zijn bij deze situaties. Misschien zijn zij daarmee geholpen.
Zij dachten ook bijvoorbeeld aan de gespreide betaling van de eerste maanden om die dubbele betaling wat draaglijker te maken. Ik denk echter dat we met uw antwoord nu al een heel stuk verder kunnen in deze problematiek en de mensen op het terrein kunnen informeren over de mogelijkheden, dus hartelijk dank.
Mevrouw Jans heeft het woord.
Minister, ik heb een andere vraag over de dubbele inning binnen de SVK’s. Wanneer iemand van een private woning verhuist naar een sociale woning, dan spreekt het voor zich dat die sociale woning vrij snel moet worden bewoond, en dan begint die huur ook te lopen, waardoor er natuurlijk een dubbele huur moet worden betaald. Die persoon moet zijn opzeg betalen aan de private huurder en moet zijn huur beginnen te betalen voor de sociale woning, maar de reden waarom die op een wachtlijst staat voor een sociale woning, is natuurlijk omdat de prijzen van private huur vaak te hoog liggen, laat staan dat hij de marge heeft om enkele maanden dubbel te betalen.
Dit probleem is al een tijd bekend. Ik weet dat uw voorganger als minister van Wonen, mevrouw Homans, enkele jaren geleden aankondigde dat ze voornemens was om met de sociale verhuurders een oplossing te zoeken. Het voornemen van mevrouw Homans was destijds een oplossing te ontwikkelen waarbij de sociale huisvestingsmaatschappij (SHM) de eerste maanden, als de huurder nog zijn opzeg moet betalen op de privémarkt, die huurprijs nog zou betalen, en dat de huurder nadien dezelfde prijs als op de privémarkt zou betalen, om zo die achterstand in te halen. Ik zag dat probleem terugkomen in de editie van begin maart van Vastgoedflitsen van de Confederatie van Immobiliënberoepen (CIB). Daarin haalden zij aan dat dat een van de redenen zou zijn waarom verhuurders niet altijd even happig zijn op een huurder die een huurpremie ontvangt, net omdat die waarschijnlijk zal doorschuiven naar een sociale woning en dan in de periode van dubbele huur komt. Minister, ik zag deze vraag als een aanleiding om u deze vragen te stellen: beschikt u op dit moment over informatie waarom die piste die destijds door minister Homans werd geopperd, niet is doorgevoerd? Staat u ervoor open te bekijken hoe ervoor kan worden gezorgd dat die dubbele inning wordt vermeden wanneer mensen van een private woning naar een sociale woning zouden kunnen doorschuiven?
De heer Veys heeft het woord.
Ik was wat verbaasd door de vraag van collega Coenegrachts, niet alleen omdat je deze week als Limburgs liberaal natuurlijk moet opletten voor wat verdachtmakingen als je over sociale huisvesting communiceert. Dit was me niet duidelijk. Het gaat daadwerkelijk over een interne migratie binnen een SVK. Ik sluit me graag aan bij collega Jans: een overgang van de private naar de sociale huurmarkt is niet altijd evident, omdat je een overlap hebt, met een dubbele huur. Gelukkig moet er in de sociale huisvesting een waarborg van maar twee maanden worden betaald, maar dat is een moeilijke overgang voor veel huurders. Op zich is dat een vreemde boodschap die we dan geven aan kwetsbare huurders die recht hebben op een sociale woning. We zeggen dat we hen binnenkort echt zullen kunnen helpen door hun een sociale woning te geven, zodat ze meer budget, meer inkomen overhouden voor een betere levenskwaliteit, maar dat er eerst nog een extra hindernisje is. Dat heeft te maken met opzegtermijnen en juridische zaken. De SHM wil haar eerste huur krijgen, de private huurder zijn laatste huur. Ik denk dat dat niet meer dan normaal is, maar het inkomen daarvoor is beperkt.
Dat stond inderdaad in Vastgoedflitsen. Het stond ook in het memorandum voor de verkiezingen van CIB, waarbij CIB aangaf dat de private verhuurder meestal de benadeelde partij is. Minister, zonder daarover te oordelen, in welke zin zult u dat verbeteren? Ik sluit me enigszins aan bij de vraag van collega Jans. Kunnen we die overgang van de private naar de sociale huurmarkt verbeteren? Wat de vraag van collega Coenegrachts betreft, gaat u een gesprek aan met HUURpunt over de vraag of dat een concrete praktijk is, of hoe gaat u dat verder opnemen?
Minister Diependaele heeft het woord.
Om te beginnen met de laatste vragen, van de heer Veys en mevrouw Jans, ik denk dat we dat eens van dichterbij moeten bekijken. Ik weet niet welke sporen daarvoor in het verleden zijn ontwikkeld. Ik denk ook niet dat er een alleenzaligmakende oplossing voor is, maar we moeten dit natuurlijk eens van dichterbij bekijken. Ik kan u daar nu dus geen sluitend antwoord op geven, maar ik ben wel bereid om dat te doen. Ik neem aan dat jullie daar dan wel een vraag om uitleg over indienen, en dan bespreken we dat na de paasvakantie eens grondiger.
Mijnheer Coenegrachts, u zegt dat het veeleer iets algemeens, iets structureels is. Als er toch zulke aanwijzingen zijn, dan moet u zeker die bronnen doorgeven. We zijn altijd bereid om eens van dichterbij te bekijken wat daar precies is gebeurd, hoe die constructie precies in elkaar zit, en te bekijken wat we daaraan kunnen doen. Als dat daadwerkelijk binnen één SVK is, dan moeten we natuurlijk bekijken hoe we dat aanpakken en wat daar precies misloopt.
De heer Coenegrachts heeft het woord.
Minister, dank u wel. Ik zal van die suggestie gebruikmaken.
Collega Veys, ten slotte wil ik u melden dat ik louter eerlijke intenties had, dat ik een problematiek wilde aankaarten en niet de intentie had om de voorpagina van een krant te halen, laat staan om een organisatie te culpabiliseren.
De vraag om uitleg is afgehandeld.