Verslag vergadering Commissie voor Leefmilieu, Natuur, Ruimtelijke Ordening en Energie
Verslag
– Wegens de coronamaatregelen werd deze vraag om uitleg via videoconferentie behandeld.
De heer Coenegrachts heeft het woord.
Minister, het Vlaams relanceplan Vlaamse Veerkracht voorziet in enkele grote werven en hervormingen om de Vlaamse begroting opnieuw op een traject te krijgen richting een budgettair houdbare positie. Een daarvan is de brede heroverweging, waarbij de Vlaamse uitgaven zeer grondig zullen worden doorgelicht op efficiëntie en effectiviteit. Ook de kostendekkingsgraad van bepaalde diensten zal worden onderzocht. Dit is, zoals u weet, een zeer grootschalige operatie, waarvoor een budget van 10 miljoen euro is voorzien. De resultaten worden al verwacht tegen de zomer van 2021.
Minister Diependaele kondigde in december aan dat voor elk beleidsdomein een projectgroep zou worden opgericht, die een plan van aanpak zal opmaken voor de doorlichting binnen dat domein en zal terugkoppelen naar een overkoepelende stuurgroep.
Ik heb de volgende vragen over de beleidsdomeinen Natuur en Leefmilieu, minister.
Werd de scope van die doorlichting reeds afgebakend? Hebt u al een zicht op de specifieke uitgavenposten die zullen worden doorgelicht? Welke prioriteiten ziet u daarin? Op basis van welke elementen en afwegingen zullen die uitgaven worden geselecteerd? Zijn daar criteria voor vastgelegd? Hoe zal die brede heroverweging concreet verlopen?
De resultaten worden beoogd tegen de zomer. De Sociaal-Economische Raad van Vlaanderen (SERV) wees er al op dat die timing krap is. Achten u en uw administratie die timing haalbaar?
Voor alle duidelijkheid: ik vraag nog niet naar de resultaten, dat zou wel heel vroeg in het proces zijn, maar eerder naar de methodiek waarbinnen u en uw administratie deze taken willen volbrengen.
Minister Demir heeft het woord.
Collega Coenegrachts, dit is een terechte vraag. We zullen de verschillende uitgavenposten inderdaad grondig moeten doorlichten. Ik zal dat sowieso doen. Ik denk dat u en uw partij binnen de regering aan mij een bondgenoot zullen hebben.
De projectgroep binnen het beleidsdomein Omgeving is samengesteld en de werkzaamheden zijn opgestart. De projectgroep wordt voorgezeten door de secretaris-generaal en omvat, naast een afgevaardigde van Financiën en Begroting en van de Inspectie van Financiën, diverse interne en externe experten. Hierbij is een belangrijke rol weggelegd voor wetenschappelijk onderbouwde inzichten. Daarvoor wordt een externe opdracht uitgeschreven, maar het selectieproces ervan is nog lopende.
Momenteel is nog niet afgebakend welke grote uitgavenposten zullen worden doorgelicht en welke criteria daarvoor zullen gelden. Het project is natuurlijk nog maar pas opgestart. Uiteraard zullen we vertrekken vanuit de uitgangspunten effectiviteit en efficiëntie. Er zal met name bekeken worden wat beter kan en wat bijgevolg bijgestuurd moet worden om tot een slagkrachtigere Vlaamse overheid te komen. Ik denk dat we in al mijn departementen heel goed moeten bekijken hoe we tot een slagkrachtige overheid kunnen komen. Dat vergt heel wat werk.
Het beleidsdomein Ruimtelijke Ordening, Natuur en Leefmilieu heeft voor de aanpak van de Vlaamse brede heroverweging een holistisch plan van aanpak opgemaakt. Ik heb het hier bij mij liggen en zal de krachtlijnen ervan overlopen.
Het plan vertrekt van de set van vragen die door het beleidsdomein, door elk beleidsdomein trouwens, moeten worden beantwoord. Het betreft vragen als hoe doeltreffend de regelgeving is, welke lessen getrokken kunnen worden uit best practices in het buitenland, hoe we zaken administratief kunnen vereenvoudigen, wat de budgettaire kant van het verhaal is enzovoort.
Het stappenplan bevat zeven grote stappen: het selecteren van te evalueren instrumenten; het overzichtelijk maken van de doelstellingen; het verzamelen van de basisinformatie; het screenen van de beschikbare bijkomende informatie; het verzamelen van inzichten vanuit best practices; het analyseren en beoordelen van de geselecteerde instrumenten. Elke stap wordt verder gedetailleerd in het stappenplan. Het voorstel voorziet de afronding tegen het begin van de zomer. Voor mijn part mag men daar echt wel kritisch naar kijken.
Zoals gesteld, voorziet het plan van aanpak resultaten tegen de zomer van 2021. Het staat echter vast dat deze timing en doelstellingen bijzonder ambitieus zijn. De secretaris-generaal, en dus de voorzitter van de betrokken projectgroep, heeft mij verzekerd dat de betrokkenen er alles aan zullen doen om binnen de opgelegde timing de vooropgestelde resultaten te bereiken.
De heer Coenegrachts heeft het woord.
Dank u wel, minister, voor uw enthousiaste engagement om deze oefening ter harte te nemen. Ik denk dat het gezond is voor elke organisatie, en ook voor de overheid, om kritisch te zijn voor zichzelf, om te kijken naar wat beter en efficiënter kan, naar wat misschien niet meer nodig is maar toch altijd bleef gebeuren. Het is ook goed om te horen dat u denkt dat die timing haalbaar is, want we zouden tegen de zomer, bij de opmaak van de begroting, toch inderdaad dat soort cijfers voorhanden moeten hebben. Het zal na de coronacrisis allemaal al moeilijk genoeg zijn om opnieuw een evenwicht te krijgen in onze financiën. We blijven dit natuurlijk de komende maanden verder opvolgen.
De heer Steenwegen heeft het woord.
Dank u wel, collega Coenegrachts voor de vraag en minister Demir voor het antwoord. Ik denk dat wij allemaal wel achter het idee van een doorlichting staan. Zonder in detail te gaan, wil ik toch pleiten voor een brede oefening. We weten namelijk dat de instrumenten voor het realiseren van milieudoelstellingen vaak onder andere beleidsdomeinen vallen. Als we ons bij de analyse inzake de eigen bevoegdheden zouden beperken tot de resultaten daarvan, hoe we daar de doelstellingen kunnen nastreven en welke budgetten en welk personeel we daarvoor hebben enzoverder, dan denk ik dat we voorbijgaan aan de realiteit dat andere sectoren ook veel impact hebben. Ik heb het al enkele keren gezegd in de commissie: het gaat niet alleen over efficiëntie of effectiviteit, het gaat er ook over dat een overheid niet in verschillende richtingen marcheert, waarbij er aan de ene kant door Leefmilieu inspanningen geleverd worden voor het leefmilieu en er in een ander beleidsdomein geld uitgegeven wordt dat leidt tot het tegengestelde van wat je via Leefmilieu of Natuurbeleid wil bereiken.
Ik wil me dus aansluiten bij collega Coenegrachts, die het heeft over de methodologie. Ik wil er dus voor pleiten om – ik weet niet in welke fase van die oefening – toch ook over de muurtjes te kijken en te zien of men, als het gaat over doeltreffendheid, vanuit verschillende beleidsdomeinen naar hetzelfde kan kijken. Ik denk namelijk dat we anders een onvolledige oefening zullen maken, die zal neerkomen op een besparing die niet altijd de gewenste effecten zal hebben.
Minister Demir heeft het woord.
Ik denk dat dit niet echt een concrete vraag was. Het is een goede aanbeveling, waarmee ik het grotendeels eens ben.
De vraag om uitleg is afgehandeld.