Verslag vergadering Commissie voor Cultuur, Jeugd, Sport en Media
Verslag
– Wegens de coronamaatregelen werd deze vraag om uitleg via videoconferentie behandeld.
De heer Coenegrachts heeft het woord.
Minister, ik heb een vraag over het Vlaamse relanceplan Vlaamse Veerkracht en de ambitie om na corona de Vlaamse begroting weer op traject te krijgen en naar een budgettair houdbare positie te brengen. Eén initiatief daarbij is de brede heroverweging, de grondige doorlichting van de Vlaamse uitgaven op efficiëntie en effectiviteit. Dat is een oefening die elk departement zal moeten maken tegen de zomer van dit jaar.
Minister Diependaele heeft in december aangekondigd dat er zal worden gewerkt met projectgroepen per beleidsdomein, die dan verder aangestuurd worden door een overkoepelende stuurgroep, om de consistentie te bewaren.
Specifiek voor Sport had ik graag van u vernomen of de scope van die doorlichting intussen is afgebakend. Zijn er specifieke uitgavenposten die zullen worden doorgelicht? Welke prioriteiten ziet u in het kader van de heroverweging? Welke elementen en afwegingen zullen worden geselecteerd? Wat zijn de criteria daarbij? Hoe zal de heroverweging concreet verlopen? Wat is het plan van aanpak?
De timing is krap. De Sociaal-Economische Raad van Vlaanderen (SERV) heeft dat ook opgemerkt. Lijkt het binnen uw departement een haalbare timing om tegen de zomer al wat resultaten te hebben en te communiceren? Dit is, voor alle duidelijkheid, geen vraag naar de resultaten en of die er vandaag al zijn. Dat zou wel heel erg vroeg zijn. Het is veeleer een vraag naar het plan van aanpak en de methodologie die gevolgd zullen worden door u en het departement.
Minister Weyts heeft het woord.
Het proces van de oefening die momenteel loopt, loopt in de vorm van projectgroepen en een stuurgroep. Maar net zoals dat geldt voor andere vakkabinetten, is mijn kabinet Sport daarin niet vertegenwoordigd. De opdracht is gegeven aan de administraties om daar zelf mee aan de slag te gaan en vervolgens te rapporteren. Het is dus in hoofdzaak een administratieve oefening, zonder politieke inmenging of voorafnames.
Op het niveau van het departement Cultuur, Jeugd, Sport en Media wordt een gezamenlijke aanpak gehanteerd, een beetje geïnspireerd op de Nederlandse aanpak in het kader van de beleidsdoorlichting. Ze volgen een aantal stappen. Dat gaat van informatieverzameling en focusbepaling, over beheersmatige appreciatie en doelmatigheidsanalyse, tot het formuleren van conclusies en beleidsaanbevelingen.
De specificiteit van het beleidsdomein, en vooral van de verschillende beleidsvelden, maakt dat ze wel werken met silo’s, namelijk Cultuur, Jeugd, Sport en Media, waarbij alle betrokken entiteiten zich er wel toe engageren om zo maximaal mogelijk parallel te werken en voldoende af te stemmen, om uiteindelijk tot een evenwichtig, geïntegreerd resultaat te komen.
De SERV heeft inderdaad aangehaald dat de timing krap is. Dat maakt dat nieuw op te starten wetenschappelijke studies schier onmogelijk zijn. De administratie zal zich dus vooral baseren op bestaande studies, informatie en cijfermateriaal en zal ook de resultaten van uitgevoerde, dan wel lopende opdrachten meenemen in de besluitvorming, om zo haar standpunten en aanbevelingen te onderbouwen.
Wat is de scope van de oefening voor het beleidsdomein Sport? Alle uitgavenposten worden onder de loep genomen. Dat was ook zo vooropgesteld. De resultaten van die doorlichting dienen als input voor de begrotingsopmaak van de volgende jaren. Dan zal er ook duidelijkheid zijn over welke uitgavenposten door de betrokken projectgroep worden geselecteerd en waarom.
De heer Coenegrachts heeft het woord.
Minister, ik dank u voor het antwoord. Het is voor elke organisatie en zeker voor een overheid goed af en toe eens kritisch door de uitgaven te gaan, kritisch naar de organisatie te kijken en te bepalen of het beleid nog op een efficiënte manier wordt uitgevoerd. Ik vind het positief dat dit vooral een administratieve oefening zal zijn. Dat is deels de verantwoordelijkheid van de administratie, en we moeten de politiek daar in eerste instantie een beetje buiten houden. We moeten de administratie het werk kritisch laten uitvoeren en onbevangen en hopelijk zonder taboes door de begroting en de uitgavenposten laten gaan. Volgens mij is de door u geschetste methodologie de juiste. Het is een goed stappenplan om effectief tot resultaten te komen. Ik dank u voor uw antwoord en uw engagement. We zullen dit verder blijven opvolgen.
De heer Muyters heeft het woord.
Voorzitter, ik heb begrepen dat Open Vld die vraag om uitleg in zo goed als elke commissie aan elke minister stelt. Ik hoop dat dit ook gebeurt ten aanzien van de ministers van Open Vld, want een van de voorwaarden om tot een breed draagvlak te komen en van die brede heroverweging een succes te maken, is dat alle beleidsdomeinen hieraan meewerken.
Minister, ik ben blij te horen dat het beleidsdomein Sport zich hierin inschakelt. Ik had ook niets anders verwacht. In Nederland is dit proces al goed gekend. Ik heb begrepen dat onze administratie de kaas ook daar is gaan halen. Ik denk dat is afgesproken de resultaten voor de begrotingsopmaak voor 2022 te gebruiken. Tijdens de bespreking van de begroting voor 2022 zullen we de verschillende resultaten dan in de verschillende commissies kunnen afwegen. Ik denk niet dat het de bedoeling is die rapporten nog voor de begrotingsopmaak voor 2022 apart te bespreken. Naar aanleiding van de begrotingsopmaak kunnen we rekening houden met die evaluatie en kunnen we bekijken welke politieke conclusies we daaraan koppelen. Heb ik dat juist beoordeeld?
Minister Weyts heeft het woord.
Ik wil even de doelstelling verduidelijken. De vraag die wordt gesteld, is een vraag over de effectiviteit en de efficiëntie van de bestede middelen. Creëren we met die middelen al doende een meerwaarde? Kunnen we dit optimaliseren en efficiënter werken? Zijn dit uitgaven die überhaupt van overheidswege moeten gebeuren? Dat kan ertoe leiden dat in bepaalde zaken misschien meer moet worden geïnvesteerd dan in andere zaken. Dat kan een verschuiving met zich meebrengen.
Het is de bedoeling dat de administratie die oefening maakt en aan de politiek oplevert. Vervolgens kan de politiek daar in het licht van de begrotingsopmaak voor 2022 mee aan de slag gaan en trancheren. De politiek moet het resultaat van de oefening voor de zomer van 2021 krijgen. We zullen daar in het licht van de begroting mee aan de slag gaan. Vervolgens staat het de Vlaamse volksvertegenwoordigers vrij een oordeel over onze uiteindelijke tranchering te vellen.
De heer Coenegrachts heeft het woord.
Mijnheer Muyters, ik wil u geruststellen. Mijn fractie is minstens even benieuwd naar de resultaten van de eigen ministers met betrekking tot deze oefening.
De vraag om uitleg is afgehandeld.