Verslag vergadering Commissie voor Brussel en de Vlaamse Rand en Dierenwelzijn
Verslag
– Wegens de coronamaatregelen werd deze vraag om uitleg via videoconferentie behandeld.
Mevrouw Groothedde heeft het woord.
Voorzitter, een huisdier heeft ontzettend veel voordelen. Die diertjes zorgen ervoor dat we bewegen en dat mensen minder geïsoleerd zijn. Ze zijn goed voor ons immuunsysteem en maken ons gelukkiger. Dat geldt ook, en misschien zelfs meer, voor mensen in armoede. Vaak missen zij sociale contacten en zijn zij geïsoleerd. Ze hebben minder mogelijkheden om gezond te bewegen, en de emotionele steun is voor hen heel belangrijk. Dat geldt ook voor mensen die in nog precairdere situaties zitten, zoals veel mensen zonder vast verblijf.
Het voedsel en de zorg voor een huisdier zijn vaak niet goedkoop. Mensen die met financiële moeilijkheden kampen, kunnen het echt moeilijk krijgen om voor hun dier te zorgen. Hierdoor moeten een aantal mensen noodgedwongen van hun huisdier scheiden. Dat is natuurlijk heel triest en het is ook geen goede zaak voor de eigenaar of voor het diertje.
De voorbije jaren zijn in Vlaanderen verschillende voedselbanken voor dieren geopend. Net zoals de andere voedselbanken kunnen ze de vraag eigenlijk niet meer bijhouden. Het gaat erom wie er het meest nood aan heeft. Ze moeten triëren. De mensen die een beroep doen op een gewone voedselbank, geven aan dat ze het eten uit hun eigen mond sparen als ze geen beroep op een voedselbank voor dieren kunnen doen. Mensen die een dier graag zien, zullen daar veel voor doen.
Minister, op welke wijze zult u tegemoetkomen of bent u al tegemoetgekomen aan de groeiende vraag naar voedselbanken en aan de groeiende vraag van de bestaande voedselbanken, zodat mensen zich niets te kort doen? Want dat is heel slecht voor hun gezondheid.
Hoe is het aantal voedselbanken de voorbije vijf jaar geëvolueerd? Ik denk dan het aantal gebruikers, het aantal verdeelde pakketten en de voorwaarden die worden gesteld om hulp te mogen ontvangen.
Er zijn vaak daklozen bij. Zijn er opvanginitiatieven die ervoor kunnen zorgen dat die mensen samen met hun huisdier kunnen worden opgevangen? Kunt u die evolutie schetsen? Bent u van plan in dit verband initiatieven te nemen? Welke dan?
Weet u meer van de nood van mensen die ten gevolge van financiële moeilijkheden van hun dier moeten scheiden? Hebt u hier cijfers over? Financiële problemen zijn een van de redenen die mensen mogen aangeven om een dier in een asiel achter te laten. Hoeveel mensen geven financiële problemen aan?
Op welke wijze trekt u momenteel een budget uit voor huisdieren in de verschillende vormen van schuldbemiddeling?
Hoe staat u, tot slot, tegenover het recht en het belang van mensen in armoede die een huisdier wensen en er baat bij hebben een huisdier te hebben?
Minister Weyts heeft het woord.
Mevrouw Groothedde, ik apprecieer natuurlijk uw bekommernis, uw pleidooi en uw streven in de strijd tegen armoede, maar verschillende van uw vragen gaan mijn bevoegdheden natuurlijk ver te buiten. Ik kan u, bijvoorbeeld, weinig tot niets over de voedselbanken meedelen.
Ik maak regels en ik laat die regels door de Inspectiedienst Dierenwelzijn handhaven. Dat staat los van het inkomen en de levenswijze van de houders van dieren. Mij gaat het om die dieren en niet om de houders van dieren. Mijn streven is het welzijn van de dieren, dat in alle omstandigheden moet worden gerespecteerd. Mijn focus ligt veeleer op de rechten van dieren dan op het recht van iemand om dieren te houden.
We hebben de website www.huisdierinfo.be, maar we gebruiken ook andere, niet-digitale kanalen om te proberen zo veel mogelijk nuttige informatie over de meest gehouden huisdieren te verstrekken, met inbegrip van de kosten die met het houden van een dier gepaard gaan. We gaan in op de vragen welke oppervlakte een dier nodig heeft, welke inentingen een dier moet krijgen en waarmee rekening moet worden gehouden, maar ook op de kostprijs van de inentingen, voeding en dergelijke. We geven de boodschap dat wie een dier in huis haalt, moet opletten dat hij de verzorging en het onderhoud ook kan betalen. Want het zou nogal jammer zijn voor beide partijen, zowel voor mens als voor dier, wanneer financiële problemen het houden van dieren in de weg staan.
Wat betreft uw vraag op welke manier er budget wordt uitgetrokken voor een huisdier bij diverse vormen van schuldbemiddeling, moet ik erop wijzen dat er vier soorten van schuldbemiddeling bestaan: de budgetbegeleiding, het budgetbeheer met de hulp van het OCMW, de schuldbemiddeling waarbij ofwel het OCMW bemiddelt tussen cliënt en schuldeisers voor het terugbetalen van de schulden, ofwel een collectieve schuldenregeling waarbij een schuldbemiddelaar wordt aangesteld door een beslagrechter. De procedure van dit laatste staat ingeschreven in het Gerechtelijk Wetboek. De schuldbemiddelaar is een onafhankelijk persoon, die evenveel rekening moet houden met de belangen van de cliënt als met de belangen van de schuldeisers. Bij het bepalen van het leefgeld wordt normaal gezien rekening gehouden met de gezinssituatie van de betrokkene en met de vraag of de betrokkene huisdieren heeft. Dat wordt dus letterlijk richting de rekening gebracht.
Ik onderschrijf natuurlijk alle voordelen die u toekent aan huisdieren. Ik geniet daar zelf dagelijks van. Maar ook hier gelden die voordelen voor alle lagen van de bevolking, ongeacht het inkomen, de gezindheid of de kleur.
Ik herhaal: het is mijn job en taak om vooral toe te zien op het welzijn van de dieren en op de rechten van het dier, eerder dan op het recht van iemand om een dier te houden.
Mevrouw Groothedde heeft het woord.
Minister, ik had de vraag inderdaad gericht aan zowel minister Beke als aan u. De vraag is aan u toegewezen. Het goede nieuws is dat armoedebestrijding ook uw bevoegdheid is. Want je ziet van elke minister in de Vlaamse Regering ... (het geluid valt weg) … aangetekend dat het naar u zou worden doorverwezen. Het goede nieuws is dat u hier eigenlijk wel veel aan kunt doen.
Ik denk zelfs dat, indien u hier maatregelen rond treft, u hier niet noodzakelijk meer geld aan zult uitgeven. Want er zijn inderdaad de voordelen voor iedereen die huisdieren heeft. Maar die voordelen gelden toch wel niet gelijkaardig. Iemand met een zwembad thuis kan elke dag vijftig baantjes trekken. Maar iemand met een hondje, die op een heel klein appartementje zit, die gaat daardoor elke dag naar buiten. We kennen allemaal de dames die we zien wanneer we buiten in de buurt inkopen doen. Zij komen buiten vanwege hun huisdier. En dat zijn mensen die niet noodzakelijk in de armoede zaten op het moment dat ze hun dier aanschaften. Integendeel. We moeten ons echt weghouden van dat stereotiepe beeld van de arme die zomaar dieren koopt. Het gaat vaak om mensen die het dier konden betalen toen ze het dier aanschaften, die het idee hadden dat dat op lange termijn prima zou gaan en die, vooral in het afgelopen jaar, opeens in de armoede zijn beland.
Voor daklozen gaat het dan weer over iets heel anders. Dat dier is vaak de manier waarop ze ... (het geluid valt weg). Dat gaat niet alleen over veiligheid, maar ook over lichaamswarmte. We kunnen er een hele boom over opzetten dat het een schande is dat dat vandaag in Vlaanderen nog zo kan zijn, maar het is op dit moment natuurlijk wel nog een realiteit.
Minister, op dit moment merken we dat de asielen alarm slaan omdat daar zoveel diertjes worden gedumpt. Het fenomeen van de ‘lockdownhond’ hebben we ook allemaal leren kennen. Hopelijk wordt het niet verkozen tot woord van het jaar. Maar het is dan toch wel belangrijk dat de mensen die voor hun dier willen zorgen en het graag zien, dat niet moeten achterlaten – niet alleen op menselijk vlak, maar ook op economisch vlak. Want anders komen die dieren toch ten laste van de gemeenschap. En dan zijn én die mensen én die dieren – want dan gaat het inderdaad ook over dierenwelzijn – veel slechter af.
Dit gaat over mensen die voor hun dier willen zorgen, die de moeite doen om naar een voedselbank te gaan – wat ook al niet evident is, dat kunt u zich voorstellen. Daar in een rij gaan staan om kattenbrokken te kopen, dat is niet evident. En ook iemand die het budget heeft om zijn dier te kunnen betalen, kan in een situatie belanden waarbij een dier problemen krijgt en beter moet worden verzorgd. Zo krijgen katten heel vaak nierproblemen. Zij moeten dan veel duurdere brokken krijgen. Op zo’n moment kan een voedselbank echt inspringen.
Bovendien – kom, u bent toch ook bevoegd voor de armoedebestrijding – is het ook wel zo dat die voedselbanken voor dieren er echt voor zorgen dat die mensen in de gaten worden houden. Die voedselbanken hebben een sociale functie. Daardoor krijgen de mensen die het moeilijk hebben een sociaal contact, omdat ze om de zoveel tijd naar de voedselbank gaan. Sterker, er zijn ook mensen die voedselbanken voor dieren uitbaten die mensen weghouden van het aanschaffen van nog een dier, als ze daartoe geneigd zouden zijn. Ze mogen enkel komen als ze niet nog een diertje aanschaffen. Dit heeft zoveel voordelen.
Ik vraag me af of u toch niet wilt overwegen om steun te geven aan die voedselbanken die over het algemeen op vrijwilligerssteun moeten overleven. Als mensen aangeven dat ze niet van hun dier gescheiden willen worden, wilt u er dan niet voor zorgen dat die mensen op een of andere manier worden gesteund? Het zal de gemeenschap uiteindelijk toch geld kosten als die dieren in asielen belanden. Dat is ook niet goed voor het dierenwelzijn.
Warm pleidooi, voorzitter, maar ik meen het.
Ik wil u alleen maar zeggen dat er ook mannen met kleine hondjes op straat zijn.
Jazeker, maar die profiteren daar ook van, he.
Ik dacht alleen aan mijn buurvrouw, die ik gisteren weer met haar hondje zag wandelen. Dat is ook een dame waarvan je ziet dat de beweging – ze heeft al een vergevorderde leeftijd – haar goed doet. We kennen allemaal zulke mensen.
Mevrouw Claes heeft het woord.
In deze commissie hebben we het al vaak gehad over dierenwelzijn. Het is een onderwerp dat ons na aan het hart ligt. Een huisdier, een gezelschapsdier, biedt ons gezelschap en geeft ons een soort van steun. Het is ook een belangrijke factor voor ons welzijn.
We zien heel wat private en particuliere initiatieven, zoals bedrijven die dotaties doen of particulieren die financiële steun geven. We zien ook heel wat lokale besturen die initiatieven nemen. Brugge bijvoorbeeld zet zich in voor deze problematiek. Mensen die in schuldbemiddeling of in budgetbeheer bij het OCMW zitten, komen ook in aanmerking met hun huisdier, met een symbolische euro. Ik heb ook vernomen dat Kortrijk daarmee bezig is. Het lokale niveau is een geschikt niveau om te kijken wat de situatie van de persoon in kwestie is. De minister heeft ook aangekaart dat er gekeken wordt wat de gezinssituatie en die van het huisdier is.
De minister zei – en we hebben het al vaak in deze commissie aangekaart – dat als men een dier aanschaft, men moet nadenken of men de energie en de tijd erin kan stoppen en welke kosten eraan verbonden zijn. Er wordt heel veel informatie verspreid en er zijn sensibiliseringscampagnes die waarschuwen om niet overhaast te werk te gaan en impulsief een huisdier in huis te halen, omdat dit een verantwoordelijkheid vraagt.
Dierenvoedselbanken zijn één zaak, maar hoe wordt er dan omgegaan met extra kosten die erbij komen, zoals voor de dierenarts? Het gaat immers niet alleen over voeding, maar ook over het zorgen voor het dier. Ik heb van een dierenarts vernomen dat dit voor katten zou gaan, maar honden hebben blijkbaar ook vaak nood aan speciale voeding, aan gespecialiseerde dieetvoeding. Dat zou het nog ingewikkelder maken.
Ik wil tot slot nog eens wijzen op de Dierenwelzijnswet, die ook implicaties heeft op de zorg voor huisdieren. Die wet stelt heel duidelijk dat iedere persoon die een dier houdt of verzorgt, de nodige maatregelen moet nemen om het dier te voorzien van aangepaste voeding, verzorging en huisvesting.
Mevrouw Sterckx heeft het woord.
Ik wil de collega's graag bijtreden dat een dier zorgt voor het welzijn van de eigenaar, maar dat mensen, zeker in deze coronatijden, soms financieel in de problemen komen. Ze hebben dikwijls al tien jaar goed voor hun huisdier kunnen zorgen, maar door de financiële problemen is het moeilijker om correcte voeding aan te kopen voor het huisdier.
In de gemeente Herentals hebben we een KringKruidenier, waar mensen met een laag inkomen via het OCMW hun inkopen kunnen doen voor gewone voeding. Misschien is dat ook wel een optie of een idee voor u, minister, om naar de gemeenten toe het initiatief te nemen en te vragen of ze in hun plaatselijke KringKruidenier ook dierenvoeding kunnen aanbieden. Daardoor kunnen mensen met financiële problemen er via het OCMW terecht om op een goedkopere manier eten voor hun huisdieren te kopen. Wilt u dit initiatief nemen om gemeenten te motiveren om in hun KringKruidenier dierenvoeding aan te bieden?
Minister Weyts heeft het woord.
Voedselbanken bieden desgevallend dierenvoeding aan. Er zijn ook specifieke dierenvoedselbanken.
Om bij de vergelijking over iemand met een zwembad te blijven: dat speelt voor ons geen rol. Wat voor ons vooropstaat, is het dierenwelzijn. Je hebt niet zomaar recht op een dier. Dieren hebben recht op afdoende welzijn. Wij wijzen het af dat je een grote hond op een klein appartement wilt houden. We willen niet dat dat gebeurt. Als men, zoals u schetst, in andere en betere omstandigheden een dier had aangeschaft, maar nu in een situatie is beland waarbij het niet meer aangewezen is om dieren te houden, dan dienen daarvoor de asielen. Wanneer je het welzijn van dieren niet meer kunt garanderen, dan moet je opteren voor een asiel. Daarvoor dienen ze. Net daarom zorgen we vanaf dit jaar ook voor een structurele ondersteuning van alle asielen. Zo kunnen die dieren een beter leven krijgen. Wees gerust, die worden in de asielen ook goed verzorgd. Ze slagen er daar steeds meer in om een goede thuis voor het dier te vinden door steeds meer mensen naar het asielaanbod te leiden. Kijk ook maar eens op de website www.adopteereendier.be, waar je het brede aanbod krijgt van dieren die in onze Vlaamse asielen voor adoptie worden aangeboden. We zitten daar rond achthonderd à duizend dieren die worden aangeprezen en waarmee je kunt kennismaken. Dat is toch wel belangrijk in deze discussie. Ik wil het nogmaals herhalen: je hebt niet zomaar recht op een dier, dieren hebben recht op welzijn.
Mevrouw Groothedde heeft het woord.
Ik dacht dat ik het stereotiep van de impulsieve arme toch genoeg had opzijgeschoven. Dat is niet zo netjes, en het is ook niet zo gegrond. Het gaat niet over grote honden op kleine appartementen. Mijn buurvrouw heeft een heel klein hondje, dat is waarschijnlijk een van de weinige sociale contacten die ze heeft. Ettelijke mensen die voor de crisis een huisdier hadden, hadden ook nooit gedacht dat zij in financiële problemen zouden raken.
Minister, u focust compleet op het dierenwelzijn. Dat kan ook, dat mag, maar een dier dat wordt gescheiden van zijn baasje, is toch ook geen bewijs van dierenwelzijn. Het hondje van mijn buurvrouw houdt ook van haar.
Ik heb de afgelopen weken meer dan mij lief was op de site van adopteereendier.be gekeken, want mijn kinderen zeuren al weken om een beest. Ik hoop dat ze niet naar deze commissievergadering kijken, want het is een verrassing en ik moet er nog een vinden. Ik ken die site heel goed, minister, maar de asielen zeggen zelf dat het echt niet de bedoeling is dat je je dier daar zomaar achterlaat. Ze geven zelf ook aan dat het het beste is dat een dier thuisblijft en zich goed voelt bij zijn baasje. Mensen die voor hun dier willen zorgen, zouden we toch echt wel moeten kunnen ondersteunen. Er werd al verwezen naar de voedselbanken die worden opgericht door burgers, maar daar gaat het net om, collega’s. Het is mooi dat mensen die nood zien, dat ze doorhebben dat er problemen zijn. Minister, wat armoedebestrijding betreft, kunt u altijd naar het lokale niveau verwijzen, maar hoe mooi zou het niet zijn om ervoor te zorgen dat de Vlaamse Regering structureel een bruggetje biedt, zeker in deze crisis, al is het maar tijdelijk.
Dat is dus ook een laatste oproep: zorg ervoor dat de voedselbanken voor dieren tijdelijk worden gesteund of zorg ervoor dat bij de voedselbanken standaard de vraag wordt gesteld of men een dier heeft en dat er dan dierenvoeding extra wordt aangeboden. Het zou zo goed zijn als dat structureel zou worden gedaan. Het is niet goed voor een dier als het baasje zijn eten uit de mond spaart. Het is niet goed voor een dier als het afscheid moet nemen van zijn baasje, die het dier heel graag ziet en het altijd heeft willen verzorgen. Het beste voor een dier is dat het gewoon thuis kan blijven, op de plek waar het zoveel jaren is verzorgd. Ik doe dus nog eens een warme oproep om hier iets aan te doen.
De vraag om uitleg is afgehandeld.