Verslag vergadering Commissie voor Economie, Werk, Sociale Economie, Wetenschap en Innovatie
Verslag
– Wegens de coronamaatregelen werd deze vraag om uitleg via videoconferentie behandeld.
Mevrouw Gennez heeft het woord.
Minister, onlangs keurde de Vlaamse Regering een besluit goed dat een aanmoedigingspremie voorziet voor werknemers die verlof voor erkende mantelzorgers opnemen. We juichen dat natuurlijk met heel ons hart toe. Op die manier wordt de aanmoedigingspremie namelijk afgestemd op de federale thematische verloven, zoals mantelzorg. Wij vinden het heel belangrijk – evenals alle leden van deze commissie, denk ik – dat gezinnen arbeid en privé goed kunnen combineren, zeker voor zoiets moois als zorg. Er zijn op federaal niveau natuurlijk wel meer thematische verloven en tijdskredieten waar onze Vlaamse aanmoedigingspremie op afgestemd zou kunnen worden. Minister, u gaf zelf al aan verder te werken aan het nog meer en beter op elkaar afstemmen van de verlofstelsels en de premies.
Want er zijn vandaag wel een aantal lacunes. Het gebruik van de aanmoedigingspremie zorgkrediet is beperkt tot een jaar, terwijl die wel alle thematische verloven en tijdskrediet met motief zou moeten dekken. Zo heeft iemand die juist twaalf maanden ouderschapsverlof met aanmoedigingspremie heeft opgenomen en daaropvolgend zorg wil dragen voor een ziek familielid, geen recht op de aanmoedigingspremie.
Er zijn ook beperkingen bij het cumuleren van de aanmoedigingspremie met tijdskrediet met motief, terwijl dit niet het geval is bij de thematische verloven. Een deel van de tijd die men opneemt via thematische verloven en tijdskrediet met motief, kan men dus aanvullen met een aanmoedigingspremie, maar niet het geheel. Ik probeer het zo letterlijk mogelijk weer te geven, zodat het duidelijk is, maar zoals u zelf al aanvoelt, is het systeem nog steeds behoorlijk verwarrend voor de gebruiker.
Onlangs verscheen een rapport van de Federale Overheidsdienst Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg (FOD WASO), dat aantoonde dat het corona-ouderschapsverlof meer opgenomen wordt naargelang het inkomen van de gebruiker stijgt. We hebben daar hier al eens een vraag om uitleg over gesteld. Dit wijst er natuurlijk op dat mensen met een lager inkomen niet de financiële ruimte hebben om ouderschapsverlof op te nemen. Het rapport geeft ook aan dat arbeiders er minder gebruik van maken dan bedienden.
Ik heb daarom de volgende heel concrete vragen, minister. Zult u ervoor zorgen dat men voor elk thematisch verlof of tijdskrediet kan rekenen op een aanmoedigingspremie?
Overweegt u de aanmoedigingspremie zorgkrediet op te trekken zodat de verlofstelsels ook aantrekkelijk worden voor gezinnen met een lager inkomen?
Welke concrete plannen en timing hebt u om de aanmoedigingspremie meer op de verschillende federale verlofstelsels te laten aansluiten?
Minister Crevits heeft het woord.
Collega Gennez, ik zal uw eerste en derde vraag samen beantwoorden. Voor bijna alle federale onderbrekingen is er een aanmoedigingspremie voorzien. We leggen als Vlaamse overheid wel eigen accenten. Zo is er bijvoorbeeld geen aanmoedigingspremie voorzien voor het federale eindeloopbaanstelsel in de privésector. Als Vlaamse overheid achten we het namelijk niet aangewezen om voor deze verlofstelsels een bijkomende tegemoetkoming te geven. Ik voorzie op dat vlak eigenlijk geen aanpassing.
Er zijn evenwel ook een aantal verschillen ontstaan door de historiek van het dossier. Federaal kon tijdskrediet zonder specifieke motivering worden opgenomen. In Vlaanderen hebben we de aanmoedigingspremie gekoppeld aan voorwaarden. Ondertussen is de federale regelgeving geëvolueerd in de richting van de Vlaamse aanpak, met een aantal redenen waarvoor tijdskrediet kan worden ingezet. De federale overheid heeft echter andere voorwaarden ingevoerd dan de bestaande Vlaamse voorwaarden. Hierdoor is de opname van tijdskrediet met een vijfde, het halftijds tijdskrediet met een zorgmotief in de social profit of de maximale leeftijd van een gehandicapt kind om een beroep te kunnen doen op tijdskrediet zorg verschillend geregeld. Federaal is die maximale leeftijd 21 jaar en Vlaams 12 jaar.
Het is uiteraard belangrijk dat beleidsmaatregelen op elkaar afgestemd zijn en dat het voor de mensen helder en logisch is. Daarom werken we, conform het regeerakkoord, de krijtlijnen uit waarbinnen we kunnen komen tot een geharmoniseerd verlofstelsel. Ik wil dus met de Vlaamse overheid zeker tot een goed overleg komen met de federale overheid, maar in dezen is het zo dat er federaal soms gewoon andere voorwaarden gehanteerd worden dan in Vlaanderen, ook al waren wij de eerste. Het komt dus niet van één kant. Als je harmoniseert, moet het van twee kanten komen.
De bevoegdheden zijn vrij complex verdeeld. Vlaanderen is bevoegd voor het tijdskrediet voor ambtenaren en aanmoedigingspremies boven op federale verloven, het federale niveau is bevoegd voor tijdskrediet in de private sector en algemeen voor het thematisch verlof.
Mijn uitgangspunt is dus niet om het Vlaamse beleid af te stemmen op het federale beleid, maar om tot een helder kader te komen waarbinnen ook de eigen Vlaamse prioriteiten aan bod kunnen komen.
Dan kom ik tot uw tweede vraag. Ik plan eigenlijk geen verhoging van de aanmoedigingspremie. De aanmoedigingspremie is een forfaitair bedrag, wat interessanter is voor werknemers met lagere lonen. Iedereen krijgt immers dezelfde tegemoetkoming, ongeacht het loonverlies. We moeten er ook rekening mee houden dat de aanmoedigingspremie in Vlaanderen een extra financiële ondersteuning biedt boven op de federale tegemoetkoming. Zeker bij de deeltijdse onderbrekingen en voor alleenstaanden is het loonverlies voor de laagste lonen zeer beperkt. Een verhoging is dus niet aangewezen. Ik denk dat het belangrijk is erover te waken dat werken loont.
Voor gezinnen met een lager inkomen is het vooral belangrijk dat ze geïnformeerd worden over de verschillende mogelijkheden en goed begeleid worden, bijvoorbeeld door de vakbond of de hr-dienst op de werkvloer.
In het kader van de invoering van de aanmoedigingspremie mantelzorg zullen de aanmoedigingspremies ook aan bod komen in het overleg tussen mijn kabinet en de Vlaamse armoedeorganisaties. Dat overleg staat gepland op 31 maart 2021.
Mevrouw Gennez heeft het woord.
Mijn vraag vertrok uiteraard vanuit de transparantie voor de gebruiker en het maximaliseren van de rechten. Ik denk ook dat dat aantrekkelijk kan zijn als we in de toekomst naar een leer- en loopbaanrekening willen evolueren zoals ook in het regeerakkoord is opgenomen. Dan is het natuurlijk interessant dat werknemers alle verlofstelsels heel helder in kaart gebracht zien, want mensen liggen er uiteraard niet van wakker welke overheid bevoegd is. Dat is een zeer complex gegeven, zoals u zelf aangaf.
Er zijn een paar heel concrete gaten in de aanmoedigingspremie zorgkrediet. Ik noemde er al eentje: iemand die twaalf maanden aanmoedigingspremie zorgkrediet opneemt voor ouderschapsverlof, heeft daarna bijvoorbeeld geen recht meer op palliatief verlof. Dat vind ik eigenlijk niet logisch, omdat dat toch twee volwaardige verloven zijn die ook op dezelfde manier door een aanmoedigingspremie versterkt zouden moeten kunnen worden. Bijvoorbeeld, als een ouder een tiende ouderschapsverlof neemt, dan telt dat mee voor de maximale twaalf maanden van de aanmoedigingspremie zorgkrediet, wat misschien ook een beetje absurd is, omdat het maar om een halve dag verlof gaat. Dus er zitten toch wel wat lacunes in. De Sociaal-Economische Raad van Vlaanderen (SERV) heeft er ook nog eentje aangegeven: er is geen aanmoedigingspremie bij de opname van een vijfde tijdskrediet, los van het motief; dat is dan wel weer het geval voor de thematische verloven. Dus mijn oproep is eigenlijk heel concreet: maak dat 100 procent transparant en zorg inderdaad dat de aanmoedigingspremie en de federale thematische verloven en het tijdskrediet altijd dezelfde rechten genereren. Dat is een heel concrete vraag om een aantal lacunes recht te zetten.
Wat betreft de laagste lonen, die toch wel wat uit de boot dreigen te vallen: het is natuurlijk niet de bedoeling om werkloosheidsvallen op te werpen, integendeel, maar het forfaitair bedrag is waarschijnlijk voor een aantal lage inkomenscategorieën gewoon te laag om nog dat kwaliteitsvol leven te kunnen hebben. Daar doe ik toch de oproep om dat te verhogen.
Samengevat, zorgen we er het best voor dat elke verlof, thematisch of tijdskrediet, automatisch een aanmoedigingspremie genereert en dat men dus afstapt van die twaalf maanden om zo de verlofstelsels overzichtelijker te maken. Ons pleidooi is ook om de aanmoedigingspremie wel te verhogen, zodat niet enkel mensen met een hoger inkomen er gebruik van maken.
De heer Ongena heeft het woord.
Kort, maar niet onbelangrijk: ik begrijp de vraag van collega Gennez en ik sluit me ook graag aan bij de intentie van de minister om te zoeken naar maximale harmonisatie, maar ik denk toch dat we het debat altijd wat ruimer moeten blijven zien en toch moeten opletten dat we niet te snel mensen dwingen in een dergelijk verlofsysteem of tijdskredietsysteem en dan belonen met een extra aanmoedigingspremie. Ik denk dat het altijd belangrijk blijft dat we proberen om gezin en arbeid maximaal mogelijk te maken binnen de normale arbeidscontext. Als we onze ambitie van 80 procent werkzaamheidsgraad willen waarmaken en als we analyses maken over loonkloven tussen man en vrouw, dan komt dat altijd weer naar boven: hoe zorgen we ervoor dat men gewoon aan de slag kan blijven en binnen zijn normale arbeidsomstandigheden een goede combinatie kan hebben met het gezin?
Daarom juich ik het actieplan Telewerk alvast toe. Minister, ik heb u deze morgen op de radio gehoord, u bent blijkbaar zelf ook overtuigd geraakt van telewerken. Het is belangrijk dat we op dat spoor zitten, dat we aan telewerken en werkbaar werk veel aandacht schenken. Ik denk dat de eerste intentie altijd moet zijn: hoe kunnen we ervoor zorgen dat mensen gewoon hun job kunnen blijven doen, zonder dat ze moeten inleveren, en dat kunnen combineren met hun gezin.
De heer Ronse heeft het woord.
Ik wil me daar kort bij aansluiten. Het enige waar ik een beetje van mening verschil met collega Gennez is: ik vind niet dat wij ons vanuit Vlaanderen moeten aansluiten op de federale regelgeving daaromtrent. Het zou omgekeerd moeten zijn. Wij hebben hier een duidelijke visie op, dat past ook volledig in het kader van onze ambities rond werkbaar werk. Dus in die zin is mijn expliciete vraag aan de minister om die logica om te keren. Dat is trouwens ook, collega Gennez, volgens mij in het federale regeerakkoord zo verankerd via het luikje ‘asymmetrisch beleid’.
Minister Crevits heeft het woord.
Collega Ronse, ik heb ook expliciet in mijn antwoord gezegd dat het niet mijn bedoeling is om het federale niveau achterna te hollen, maar dat ik wel maximale helderheid wil. Een helder kader, waar elke regio zijn eigen accenten in kan leggen. Dat is voor mij het belangrijkste. Dat betekent dat we niet blind de andere moeten volgen, maar dat we ook onze eigen accenten leggen. Zo hebben we bijvoorbeeld gekozen om twaalf maanden toe te kennen. Ik ben blij, collega Gennez, dat u ook verwijst naar een tiende ouderschapsverlof, aangezien dat ook een uitbreiding is die ik heb ingevoerd in deze legislatuur. Dus we nemen ook echt wel initiatieven bij ons.
Wat betreft de hoogte van de premie, gaf ik aan dat de premie boven op de federale uitkering wordt toegekend. De bedragen zijn al interessant voor lagere lonen, maar de uitdaging is ook om de informatie bij de meer kwetsbare werknemers te krijgen, vandaar ook ons overleg dat we houden met de armoedeorganisaties eind deze maand.
Collega Ongena, dank ook om deze ochtend naar de juiste radio te luisteren. Werkbaar werk is uiteraard van belang en het actieplan Telewerk kan daar zeker toe bijdragen. Mijn grootste zorg is een beetje – dat is ook waarom ik zo pleit voor die terugkeermomenten – dat we al dat telewerken zo beu gaan zijn, dat plots niemand meer gaat willen telewerken. Ik wil die duurzame verankering net een plaats geven, vandaar mijn joggingvoorbeeld. Als je gedurende drie of vier uur in de auto zit, kan het niet in de auto zitten je de kans geven om een half uurtje te sporten, wat ook gezond is voor lichaam en geest, zeker nu we vandaag ook in de kranten lezen dat een paar keer per week twintig tot dertig minuutjes sporten een zeer goede remedie is tegen burn-out. Enfin, ik ben aan het uitweiden, maar alles heeft zo zijn voordelen.
Dus, dit wordt opgevolgd, ik ga ook verder in overleg met onze federale vrienden – collega’s, voor mij zijn het vrienden – om tot dat transparante kader te komen, dat hopelijk beter is dan vandaag.
Mevrouw Gennez heeft het woord.
Collega’s, ik kijk naar de rechten vanuit het standpunt van de gebruiker. Mij zal het eerlijk gezegd worst wezen wie zijn regelgeving afstemt op wie, als de mensen er maar wijs uit raken. Die thematische verloven en dat tijdskrediet, dat gaat over ouderschapsverlof, palliatief verlof, zorgen voor kinderen, een zwaar ziek gezins- of familielid, kinderen met een handicap jonger dan 21 jaar. Dus dat is niet zomaar iets, dat is ook geen panoplie aan mogelijkheden, dat is heel gericht en heel concreet.
Dus ik zou mijn pleidooi toch nog eens willen herhalen om die aanmoedigingspremie in al die concrete gevallen daar ook effectief aan toe te voegen, gezien het feit dat de Vlaamse Regering het ook beslist heeft voor de premie mantelzorg. Ik zou nu gewoon alle kleine lacunes die er nog zijn eruit willen halen. En uiteraard sluit ik me aan bij wat collega Ongena zegt: werkbaar werk en flexibel maatwerk, ook vanuit het perspectief van de werknemers, blijft uiteraard zeer belangrijk om duurzame loopbanen te garanderen. Maar ook die verlofstelsels kaderen daarin en dan moeten die ook maximaal aantrekkelijk gemaakt worden voor de mensen. Of het dan om palliatieve zorg, ouderschapsverlof of zorgen voor een ziek familielid gaat, ik vind die allemaal waardevol en allemaal even belangrijk. En die hypothekeren wat mij betreft op geen enkele manier de noodzaak om te zorgen voor werkbaar werk in de globale loopbaan. Mijn warm pleidooi is om en-en te doen en zo mensen de mogelijkheid te geven om langer kwaliteitsvol en werkbaar en vooral tevreden aan het werk te kunnen.
De vraag om uitleg is afgehandeld.