Verslag vergadering Commissie voor Brussel en de Vlaamse Rand en Dierenwelzijn
Verslag
– Wegens de coronamaatregelen werd deze vraag om uitleg via videoconferentie behandeld.
Mevrouw Tavernier heeft het woord.
Het Nederlandstalig deeltijds kunstonderwijs (dko) in Brussel is een verlengstuk van ons succesvol onderwijsverhaal in onze hoofdstad. De elf academies worden steeds populairder. Dat bleek opnieuw uit cijfers die ik bij u opvroeg via een schriftelijke vraag. Vorig schooljaar gingen maar liefst 7724 leerlingen naar een van de Nederlandstalige academies in Brussel. Dat zijn er ruim 1500 meer dan 10 jaar geleden.
Tegenover de groeiende populariteit staat wel de slechte staat van veel van de gebouwen waarin de academies zich bevinden. De infrastructurele noden zijn al jaren bijzonder groot. Investeringen zijn broodnodig. In de beleids- en begrotingstoelichting 2021 voor Brussel engageert u zich om middelen vanuit het Vlaams Brusselfonds in te zetten om samen met de Vlaamse Gemeenschapscommissie (VGC) de infrastructuur van het dko te herstellen.
Uit het antwoord op mijn schriftelijke vraag bleek dat een eerste concrete infrastructuurproject in de steigers staat. De gemeentelijke Academie voor muziek en woord in Sint-Agatha-Berchem krijgt een splinternieuw gebouw, met financiering van de Vlaamse overheid, de VGC en de gemeente. Verder ontving u een aanvraag van de muziekacademie J.H. Fiocco in Schaarbeek betreffende de renovatie van de gevels van het gebouw, die momenteel nog bekeken wordt.
U blijft in nauw overleg met VGC-Collegelid Gatz om ook andere investeringsopportuniteiten te bekijken. Dat bleek uit het antwoord op mijn schriftelijke vraag. Zoals het dossier van Sint-Agatha-Berchem bewijst, is een goede samenwerking met en inzet vanuit zowel de VGC als de Brusselse gemeenten hier zeer belangrijk.
Minister, welke concrete volgende stappen zult u op korte termijn zetten om de dko-infrastructuur in Brussel te herstellen? Op welke manier werkt u momenteel concreet samen met de VGC om de verschillende dko-infrastructuurnoden te beantwoorden met gemeenschappelijke actie? Welke gerichte investeringen identificeert u als zijnde prioritair en mogelijk binnen de beschikbare middelen? Waar liggen volgens u de grootste noden? Welke ambities koestert u op dit vlak binnen de termijn van deze legislatuur? Op welke manier attendeert u de lokale Brusselse besturen op hun verantwoordelijkheid aangaande de dko-infrastructuur in hun gemeente?
Minister Dalle heeft het woord.
Collega’s, u weet dat collega Gatz en ikzelf flankerend optreden naast de bevoegdheid van de minister van Onderwijs inzake onderwijsinfrastructuur.
U weet ook dat er een grote omvang is van noden in onze hoofdstad, met 11 academies op 71 leslocaties, met een infrastructuur die globaal gesproken sterk verouderd is, mogen we wel zeggen, met grote uitdagingen. U kent ongetwijfeld het onderzoek van een drietal jaar geleden, waaruit bleek dat op dat moment de uitdagingen op ongeveer 20 miljoen euro werden gebudgetteerd.
Wij kijken voor investeringen in infrastructuur naar gemeenschappelijke dossiers met de VGC. De ambitie voor deze regeerperiode is om een aantal van die infrastructuurdossiers daadwerkelijk te realiseren. De Vlaamse Gemeenschapscommissie heeft zich geëngageerd om naast een cofinanciering ook de bouwkundige opvolging, zoals de controle van de bestekken, op zich te nemen.
Het eerste concrete en meest urgente dossier is de gemeentelijke Academie voor muziek en woord Sint-Agatha-Berchem die na het huidige schooljaar de leslokalen in Groot-Bijgaarden moet verlaten. In de schriftelijke vraag nr. 86 die u hebt gesteld, werd dit project meer in detail toegelicht. Het is een zeer mooi project en een zeer grote investering vanuit de VGC, aangevuld door de Vlaamse Gemeenschap. Ook de gemeente neemt haar verantwoordelijkheid. Ik hoop dat dat een zeer groot succes zal zijn en een structurele investering. We hopen er deze legislatuur zo nog andere te kunnen realiseren.
Er zijn natuurlijk ook ad hoc of spontaan aangemelde dossiers die passen binnen het richtlijnenkader van het Vlaams Brusselfonds. Dat zijn dossiers voor kleinere infrastructuurwerken of inrichtingswerken waarbij we natuurlijk ook in contact blijven met de academies om eventuele dossiers en samenwerkingen snel te kunnen identificeren en overleg te faciliteren.
In juli 2020 hebben collega Gatz en ikzelf beslist om op basis van het onderzoek uit 2018 ‘Infrastructuurplan voor het Brussels dko’ een aantal gerichte en oordeelkundige inspanningen te plannen. We houden daarbij onder andere rekening met de snelheid waarmee een dossier kan worden gerealiseerd, de draagkracht van de inrichtende macht en natuurlijk ook het beschikbare budget. Door de toekenning van de relancemiddelen aan het Vlaams Brusselfonds kan ik daarin ambitieuzer zijn dan vorige zomer.
U hebt ook terecht verwezen naar de gemeentelijke verantwoordelijkheid. Toen we in 2018 vaststelden dat de renovatiekosten op dat moment – maar die evolueren, natuurlijk – in totaal 20 miljoen euro zouden bedragen, wisten we dat dit gedeeld zou moeten worden. Ook in Vlaanderen is het natuurlijk een gemeentelijke verantwoordelijkheid om dat te ondersteunen. Vandaar dat u heel terecht verwijst, niet alleen naar de verantwoordelijkheid van de Vlaamse Gemeenschap en de VGC maar ook naar de verantwoordelijkheid van de gemeenten.
In het dossier van de gemeente Sint-Agatha-Berchem hebben we gezien dat het gemeentebestuur inderdaad zijn verantwoordelijkheid heeft genomen en een grote inspanning levert, voor een deel financieel maar vooral ook op het vlak van de grond en van de opvolging. Dat is volgens mij essentieel om een dergelijk project te doen slagen.
De volgende maanden gaan we na welke toekomstige projecten eventueel mogelijk zijn. Ik verwacht ook wel dat gemeenten daarin hun verantwoordelijkheid nemen. Dat kan gaan over de financiering van het project, over het bouwmeesterschap in het geval van nieuwbouw, over het ter beschikking stellen van percelen. Daar zijn verschillende mogelijkheden maar in elk geval denk ik dat het inderdaad zeer belangrijk is dat de betrokken gemeenten daar ook hun verantwoordelijkheid en ownership in opnemen.
Mevrouw Tavernier heeft het woord.
Minister, ik dank u voor uw antwoord. De middelen worden geïnvesteerd waar de noden het hoogst zijn. Het is duidelijk dat de infrastructurele noden van het Nederlandstalig dko in Brussel bijzonder groot zijn. Onze fractie staat volledig achter uw beleidskeuze om specifiek in de infrastructuur te investeren. Het Vlaams Brusselfonds hoort een werkelijk investeringsfonds te zijn om noemenswaardige en vooral waardevolle projecten, voornamelijk inzake infrastructuur te realiseren. De extra middelen die u in het kader van het Vlaams relanceplan hebt gekregen, moeten hierop een meerwaarde betekenen voor alle Vlaamse Brusselaars.
Ik kan niet genoeg herhalen – u zei het zelf ook al – dat de lokale besturen hier een grote rol te spelen hebben. We zien dat de Brusselse gemeenten op allerlei domeinen waar ze een verantwoordelijkheid hebben, vaak compleet tekortschieten om Nederlandstalige initiatieven te ondersteunen op het vlak van jeugd en sportbeleid maar ook in dit soort dossiers. Vanuit Vlaanderen kunnen wij wel investeren in vernieuwingen of bijkomende capaciteit, maar als we dat alleen moeten doen, dan haalt het natuurlijk niet veel uit. En daarom is een goede samenwerking met de verschillende betrokken actoren essentieel.
Je kunt een euro maar één keer uitgeven. Wij rekenen er vanuit de N-VA op dat u samen met de VGC in nauw contact staat met de Brusselse gemeenten en hen wijst op hun verantwoordelijkheden. De dialoog met de gemeentebesturen hoort een prioriteit te zijn. Vlamingen in Brussel zijn burgers die gemeentebelastingen betalen en u moet ook hier hun belangen verdedigen, minister.
De ambitie om te investeren is er. De middelen zijn beschikbaar gemaakt. Nu is het belangrijk dat u werkt aan concrete stappen voorwaarts. Hoe duidelijker die concrete projecten zijn, hoe beter. Ik had eerlijk gezegd toch nog wat meer informatie van u verwacht. Wat is volgens u prioritair en mogelijk binnen de beschikbare middelen? Kunt u iets concreter zijn? Welke ambities koestert u binnen deze legislatuur? Kunt u me ook iets meer vertellen over de aanvraag voor investeringen in de Muziekacademie Schaarbeek?
Mevrouw Goeman heeft het woord.
Voorzitter, minister, het dko in Brussel is een succes, maar de noden zijn bijzonder groot. Dat is gebleken uit die studie van een drietal jaar geleden naar de staat van de infrastructuur. Er moet dringend iets gebeuren. De noden zijn opgelopen tot een totaal van 20 miljoen euro. Dat is niet niks. Er zijn verwachtingen geschapen, die moeten worden gehonoreerd. Ik heb al meermaals gezegd dat die extra miljoenen voor Brussel de ideale gelegenheid zijn om daar werk van te maken.
Ik heb begrepen dat dat deels de bedoeling is. Dat is in de media bevestigd. Ik ben benieuwd naar de concrete investeringen die op stapel staan voor de Brusselse dko’s. Mevrouw Tavernier vroeg er ook naar. Als ik het goed begrepen heb, hebt u nog niet afgeklopt met de VGC waar de prioriteiten liggen en wie welke verantwoordelijkheid neemt. We gaan dit zeker opvolgen.
Ik kijk ook graag eens naar het concrete project in Sint-Agatha-Berchem. Kunt u ons een idee geven wie daar wat heeft geïnvesteerd? Iedereen moet zijn verantwoordelijkheid nemen. Wat was heel concreet in de academie van Sint-Agatha-Berchem de bijdrage van de Vlaamse Gemeenschap in verhouding tot de VGC en de gemeente?
Ik maak van de gelegenheid gebruik om de brug te slaan naar de bredere besteding van het Brusselfonds. U weet dat ik daar zeer benieuwd naar ben. Hebt u ondertussen al zicht op wat er met die 10 miljoen euro extra gaat gebeuren? Hebt u al een concreet groot project voor ogen? In het verleden werden via het Brusselfonds grote projecten gefinancierd zoals Muntpunt. Hebt u concrete projecten op het oog? Vindt u die niet of toch niet voor de vele miljoenen euro’s die nu beschikbaar zijn?
Ik wil een concrete oproep doen in dit kader. Onze vraag is om te investeren in infrastructuur van de Vlaamse Gemeenschap die er vandaag al is. Ik heb het niet over de dko’s maar ook over onze gemeenschapscentra: duizenden vierkante meters die zeer druk gebruikt worden maar gebouwd zijn of in orde gezet in de jaren 70. Er zijn grondige en dure renovaties nodig. Het VGC-College heeft daar de afgelopen jaren zijn verantwoordelijkheid genomen met onder andere een nieuw gebouw voor De Rinck, Nova en grondige werken aan de Vaartkapoen en het Elzenhof.
We moeten eerlijk zijn: het onderhoud en de renovatiekosten overstijgen de mogelijkheden van de VGC. De Vlaamse Gemeenschap heeft ongeveer 1 miljoen euro per jaar voor infrastructuur. Voor het patrimonium van 22 gemeenschapscentra is dat te weinig. Onze oproep, minister, is om dat tot uw project te maken. Investeer vooral in de renovatie van het bestaande. De mensen die vandaag het verschil maken in de centra en de dko’s zullen u ongelooflijk dankbaar zijn.
Minister Dalle heeft het woord.
Collega’s, mijn ambitie voor deze legislatuur is om werk te maken van gezamenlijke projecten die ook gerealiseerd kunnen worden. We moeten niet alleen de noden vaststellen maar die projecten op korte termijn, vier à vijf jaar, ook realiseren. Het is mijn hoop om in deze legislatuur twee of drie grote projecten te realiseren samen met de VGC en de lokale besturen in Brussel. Dat lijkt mij een mooie ambitie.
We hebben dat in Sint-Agatha-Berchem al verankerd in een akkoord met de gemeente en Collegelid Gatz. De verhouding is: VGC 1,15 miljoen euro, de Vlaamse Gemeenschap 150.000 euro en de gemeente 100.000 euro en de terbeschikkingstelling van de grond.
Het dossier Schaarbeek is aangemeld maar moet nog vormelijk in orde worden gezet door het Gemeenschapsonderwijs en worden ingediend.
Maar het is nu vooral zaak om vooruit te gaan met concrete projecten. Jullie hebben in ieder geval mijn engagement om daar vanuit de Vlaamse Gemeenschap sterk in te investeren. Ik heb ook extra middelen verkregen in het kader van de maatschappelijke relance. Het is toch ook wel opvallend dat we vanuit Vlaanderen een relance met investeringen doen van extra infrastructuur ten aanzien van wat we doen in de respectievelijke beleidsdomeinen van 1 miljoen euro. Een deel van dat bedrag zal effectief worden ingezet voor het deeltijds kunstonderwijs. We zullen daar in de komende maanden hard aan werken.
Wat de bredere besteding betreft van die 10 miljoen euro, daarover zal ik op korte termijn voorstellen doen aan de regering om dat concreet en operationeel te maken.
Mevrouw Tavernier heeft het woord.
Minister, dank voor uw bijkomende toelichting en ook voor uw noodzakelijk engagement en de ambitie die u hebt om te investeren in infrastructuur. Dat is absoluut juist en onze fractie staat daar volledig achter. Nu is het tijd om de hand aan de ploeg te slaan met concrete projecten. We rekenen erop dat er dit jaar nog een aantal concrete projecten in de pijplijn zitten.
Nogmaals, u moet dat niet alleen doen. U moet dat doen in goede samenwerking met de VGC en de lokale besturen. Ik zal dat in elk geval goed blijven opvolgen.
De vraag om uitleg is afgehandeld.