Verslag vergadering Commissie voor Economie, Werk, Sociale Economie, Wetenschap en Innovatie
Verslag
– Wegens de coronamaatregelen werd deze vraag om uitleg via videoconferentie behandeld.
De heer Ongena heeft het woord.
Minister, er wordt mij een probleem gesignaleerd vanuit het sectorfonds van de bouwsector, Constructiv, dat zegt dat de samenwerking met VDAB niet meer zo constructief verloopt. Ze zouden namelijk geen toegang meer krijgen tot ‘Mijn Loopbaan voor Partners’. Dat wringt wel bij hen, omdat de bouwsector met knelpuntvacatures kampt. En dan is de samenwerking met VDAB natuurlijk heel belangrijk.
Waarom werd de toegang voor het sectorfonds Constructiv tot ‘Mijn Loopbaan voor Partners’ van VDAB sinds de zomer van 2020 afgesloten? Houdt het afsluiten van de toegang misschien verband, zoals wordt gefluisterd, met de ontwikkeling van de eigen sectorale organisatie van de interne VDAB-diensten? Werden de betrokken VDAB-medewerkers bevraagd over die keuze en hun ervaringen met de evolutie van zo’n samenwerkingsmodel naar een model waar het sectorfonds en VDAB veeleer naast elkaar gaan werken, wat we toch moeten vermijden? Hoe kan dit worden gerijmd met het knelpuntkarakter van heel wat beroepen en vacatures in de bouwsector? Werd er al overleg gepleegd met Constructiv, met als doel tot een oplossing te komen voor de problematische situatie die is ontstaan sinds het niet meer toegankelijk maken van ‘Mijn Loopbaan voor Partners’?
Minister Crevits heeft het woord.
Collega Ongena, we kunnen met uw vraag voortbouwen op de vraag over de bouwsector van collega Bothuyne van vorige week. De mensen van Constructiv zijn ook live aan het meevolgen, heb ik begrepen.
Vooraleer in te gaan op dit zeer specifieke element, wil ik toch de ontzettend belangrijke rol aanhalen van de sectoren en de sectorfondsen in het Vlaamse arbeidsmarktbeleid. Vorige week hebben we met de Vlaamse Regering 35 nieuwe sectorconvenanten goedgekeurd, die een cruciale rol spelen op het vlak van opleiding, onderwijs, arbeidsmarkt, werkbaar werk, diversiteit enzovoort. Ook in de samenwerking met VDAB zijn de sectoren elkaars partners. Dat vertaalt zich in sectorale beleidsplannen, die jaarlijks onderhandeld worden en die mee de basis vormen voor het Jaarlijks Ondernemingsplan (JOP) van VDAB. Er is dus au fond een intense samenwerking met de sectoren.
In het kader van de nieuwe rol als regisseur heb ik VDAB gevraagd om de samenwerking met de sectoren tegen het licht te houden en te kijken naar hoe ze die samenwerking in de toekomst kunnen organiseren en vormgeven. Daarbij dienen we rekening te houden met de juridische aspecten van de samenwerking, maar vooral ook de uitdagingen om samen te werken aan opleiding, activering, enzovoort.
Het is vanuit die invalshoek dat we de vraag met betrekking tot Constructiv kunnen situeren. U zegt dat Constructiv geen toegang meer heeft tot ‘Mijn Loopbaan voor Partners’. Ik zal de punctuele vragen samen beantwoorden.
Conform de algemene verordening gegevensbescherming is het logisch dat de toegang momenteel is stopgezet. VDAB verleent namelijk, als verwerkingsverantwoordelijke van gegevens, enkel toegang tot ‘Mijn Loopbaan voor Partners’ zolang persoonsgegevens verwerkt worden in het kader van de opdracht die men uitvoert voor VDAB. Toegang tot ‘Mijn Loopbaan voor Partners’ wordt enkel gegeven als dat effectief nodig is. Constructiv heeft op dit moment geen lopende opdracht waarbinnen de gegevensuitwisseling voorzien is.
De subsidieovereenkomst ‘sectorale arbeidsbemiddeling bouw’, waarbinnen dit vroeger kon, is eind 2020 stopgezet. Er is wel nog een uitdoofperiode wat werknemersopleidingen betreft. Hierdoor ontbreekt de juridische basis op dit ogenblik. Ik heb ook vragen gesteld over die stopzetting van de samenwerking. Men zegt me dat dat op basis van een breed onderbouwde inhoudelijke analyse is beslist. Alle relevante VDAB-afdelingen en -medewerkers werden betrokken. Concreet hebben experten, projectopvolgers, management, bemiddelaars, teamleiders enzovoort hun input geleverd vanuit hun specifieke expertise. Die inhoudelijke analyse is meegedeeld aan Constructiv, zodat we op een constructieve wijze kunnen werken aan een nieuwe manier van samenwerken. Het feit dat Constructiv geen toegang meer heeft tot Mijn Loopbaan voor Partners, staat dus eigenlijk los van de sectorale dienstverlening die VDAB sinds 2017 uitrolt. Het is wel zo dat de inkanteling in de VDAB-werking ertoe heeft geleid dat de expertise over de bouwsector ook wel meer intern bij VDAB aanwezig is. Daarom moeten VDAB en Constructiv eigenlijk op zoek gaan naar alternatieve manieren van samenwerken die die complementariteit ook tot doel hebben.
Collega Ongena, op dit ogenblik wordt er overlegd. Dat is goed, want ik wil echt ook een afsprakenkader. Ik vind Constructiv ook een heel waardevolle werking. Ik wil eigenlijk niet dat dat wordt doorgeknipt. Ook in de toekomst moet dit blijven. Het is van belang dat we respectvol omgaan met een zo belangrijke partner. Ondertussen kenden de gesprekken tussen VDAB en Constructiv wel een doorbraak wat werknemersopleidingen met betrekking tot de gemechaniseerde beroepen betreft. Dat zijn de MECA-opleidingen. Wat het structureel partnerschap tussen beiden betreft, verwacht ik eigenlijk wel een versnelling om tot een oplossing te komen. Ik wil dat dat tegen de zomer is opgelost, en zal dat ook zo aan de gedelegeerd bestuurder van VDAB meedelen.
VDAB spant zich ten zeerste in om het knelpuntkarakter van heel wat beroepen in de bouwsector aan te pakken. De VDAB-reorganisatie in 2017 naar een sectorale dienstverleningsorganisatie gekoppeld aan beroepenclusters, heeft een positief effect. Dat laat toe dat de VDAB-bemiddelaars en -instructeurs meer op maat van de noden van sectoren en beroepen kunnen werken.
Op 19 april komt het Vlaams Bouwoverlegcomité (VBOC) samen. Met het oog daarop werkt VDAB aan een concreet plan voor de uitdagingen in de sector. De samenwerking met Constructiv maakt daar onder andere deel van uit. Dat is dus ‘work in progress’. Het is een terecht aangehaald probleem, dat ik zo snel mogelijk opgelost probeer te krijgen.
De heer Ongena heeft het woord.
Minister, dank u wel. Collega Bothuyne maakte er vorige week inderdaad al een allusie op, in de marge van een andere vraag, omdat het probleem blijkbaar vooral in Oost-Vlaanderen zeer groot is. Het is goed dat u hiervan op de hoogte bent. Ik noteer dat er redenen waren voor de stopzetting van de subsidieovereenkomst en dergelijke. Oké, dat is dan een logische verklaring, maar ik kan er alleen maar op aandringen dat de draad snel opnieuw wordt opgepikt. Ik ben blij te horen dat dat zal gebeuren, dat men daadwerkelijk nagaat in welke mate die samenwerking opnieuw intensiever kan worden, want zeker in onze bouwsector is daar echt wel vraag naar. Laten we allemaal de handen in elkaar slaan, met alle mogelijke samenwerkingen die ervoor zorgen dat we de problemen op onze arbeidsmarkt kunnen oplossen, tussen Vlaanderen en de federale overheid, collega Ronse, of tussen VDAB en sectororganisaties. Minister, ik ben blij dat u er werk van wilt maken om daar toch heel snel opnieuw een doorbraak in te krijgen, zodat men opnieuw tot een constructieve samenwerking kan komen.
Ik wil ook nog eens het belang van de samenwerking tussen VDAB en Constructiv benadrukken. Het is goed dat er gesprekken lopen. Ik hoop dat die heel snel tot een akkoord zullen leiden. De zomer lijkt me in dezen de ultieme deadline te zijn, want we hebben geen tijd te verliezen als het gaat over het ondersteunen van onze bouwsector in de strijd tegen de krapte op de arbeidsmarkt en in het verwerven van de juiste competenties aldaar.
Minister Crevits heeft het woord.
Ik ben het eens met jullie beider opmerkingen. Ik weet ook dat Wim Adriaens zich dat ook persoonlijk aantrekt als het erover gaat tot een oplossing te komen.
De vraag om uitleg is afgehandeld.