Verslag vergadering Commissie voor Onderwijs
Verslag
– Wegens de coronamaatregelen werd deze vraag om uitleg via videoconferentie behandeld.
Mevrouw Vandromme heeft het woord.
Collega’s, minister, vorige week publiceerde Zorgnet-Icuro een brochure ‘De mythes voorbij. Het public health perspectief als leidraad bij hervormingen in de geestelijke gezondheidszorg’. Professor Bruffaerts van de Katholieke Universiteit Leuven (KU Leuven) werkte mee aan dit dossier wat het niet alleen op basis van de inhoud maar ook op basis van de aanpak een zeer waardevol document maakt.
Op basis van wetenschappelijk onderzoek gaat men in op een aantal mythes die leven over het mentaal welbevinden en psychische stoornissen en doet men een aantal aanbevelingen om de psychische zorg naar een hoger niveau te tillen.
De belangrijkste aanbeveling lijkt mij het inzetten op preventie en vroeginterventie bij kinderen en jongeren. Onderzoek wijst immers uit dat psychische stoornissen ontstaan op jonge leeftijd, vaak zelfs op lagereschoolleeftijd. Het rapport schuift voor deze beleidsaanbeveling drie mogelijkheden rond vroeginterventie naar voren: het aanbieden van informatie over psychische problemen en stoornissen, interventies in het onderwijs op school- en klasniveau, en detectie en doorverwijzing van leerlingen met psychische problemen.
Daartoe moet de basiskennis bij leerlingen en leerkrachten over geestelijke gezondheid worden verhoogd. De centra voor leerlingenbegeleiding (CLB’s) zijn hierin een onmisbare partner aangezien zij de verbinding met het onderwijsgebeuren vormen, zo stelt men in het rapport.
Ook de beleidsaanbeveling over het vindplaatsgericht werken verwijst naar de onderwijscontext. De beleidsaanbeveling over het creëren van een laagdrempelig groepsaanbod kan voor leerlingen wel degelijk het verschil maken.
Ondertussen horen, zien en voelen we steeds duidelijker dat de druk op het mentale welzijn bij jongeren enorm hoog is, soms te hoog wordt.
Zelf hebben wij als parlementsleden dan weer vanuit de coronacommissie voor onderwijs enkele belangrijke aanbevelingen rond psychisch welbevinden geformuleerd, namelijk aanbeveling 62 ‘zorg ervoor dat scholen en leerlingen voldoende ondersteuning krijgen om met het mentale welzijn om te gaan’ en aanbeveling 63 ‘stimuleer scholen en instellingen om een teamlid aan te stellen als aanspreekpunt voor leerlingen die het mentaal moeilijk hebben’.
Vorige week nog bracht u in deze commissie een aantal sprekende cijfers over het aantal dossiers dat de CLB’s in de afgelopen maanden overmaakten aan het parket. Het waren er bijna acht keer meer dan in dezelfde periode in het vorige schooljaar. Ook op andere vlakken noteren de CLB’s opvallende stijgingen. Het is duidelijk dat de roep om psychische ondersteuning heel groot is en de CLB’s hier in de frontlinie staan.
Minister, hoe zult u de CLB’s die op het snijvlak van Welzijn en Onderwijs werken, versterken om de vele hulpvragen rond psychisch welbevinden op korte en op lange termijn aan te pakken?
De systematische contactmomenten staan ondanks de bijkomende middelen voor contacttracing al voor het tweede schooljaar op rij sterk onder druk ten gevolge van de coronacrisis. Nochtans is dit een effectieve methode voor vroegdetectie. Hoe kunnen die voor volgend jaar met zekerheid worden gevrijwaard?
Hoe zult u scholen ondersteunen om de nodige ruimte te creëren zodat ze zelf laagdrempelige ondersteuning voor hun leerlingen kunnen opzetten?
Welke acties zult u ondernemen om te werken rond vroegdetectie in de scholen? Welke actoren, behalve het CLB, zult u daarbij nog betrekken?
Hoe zult u de scholen ondersteunen om de kennis over psychische problemen te vergroten?
Hoe zult u de scholen ondersteunen om het psychosociaal functioneren binnen het zorgcontinuüm vorm te geven? Ik doel hierbij vooral op de eerste fases over verbindend schoolklimaat en het creëren van een binnenschools aanbod voor groepen van leerlingen die het moeilijk hebben, waarbij leerlingenbegeleiders een cruciale rol opnemen en ondersteund worden door het CLB.
Welke stappen zult u verder zetten om het psychosociaal welbevinden van onze leerlingen, voor velen toch een voorwaarde om tot leren te komen, op korte en lange termijn te blijven monitoren?
Minister Weyts heeft het woord.
In eerste instantie is het natuurlijk zo dat de scholen de eerste verantwoordelijken zijn voor de uitwerking, de toepassing en de evaluatie van een kwaliteitsvol beleid inzake leerlingenbegeleiding. Elke school werkt, met andere woorden, een sterke basiszorg voor alle leerlingen uit. Daarin staan een verbindend schoolklimaat en een krachtige leeromgeving centraal. Natuurlijk horen daar ook laagdrempelige ondersteuning en vroegdetectie bij. De school voorziet in verhoogde zorg voor die leerlingen voor wie de brede basiszorg niet volstaat. Zo houden de scholen een vinger aan de pols met betrekking tot het begeleidingsdomein psychosociaal functioneren.
Bovendien rapporteren de CLB’s op basis van het Leerling Activiteiten en Registratie Systeem (LARS) en de CLBch@t over eventuele problemen die ze aan de school kunnen signaleren.
Ik weet dat sommige scholen worstelen met de invulling van de brede basiszorg en de verhoogde zorg. Uit recent onderzoek blijkt dat leerkrachten, in het bijzonder beginnende leerkrachten, zich handelingsverlegen voelen met betrekking tot de begeleiding van leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften. Om die reden willen we de scholen met betrekking tot die opdracht versterken. Ik zal het Vlaams Parlement een voorstel over leerlingenbegeleiding voorleggen.
Ik verwijs naar het actieplan inzake leerlingenbegeleiding dat ik momenteel uitwerk. In dat plan bekijk ik welke bijkomende acties we deze regeerperiode kunnen opzetten om de leerlingenbegeleiding in de scholen te versterken. Scholen die in hun beleid meer op geestelijke gezondheidszorg willen inzetten, kunnen nu al een beroep doen op de pedagogische begeleidingsdiensten en op de externe ondersteuning door bijvoorbeeld het Vlaams Instituut Gezond Leven, dat scholen aan de hand van een gezonde schoolmethodiek ondersteunt. Ook KlasCement verzamelt en ontsluit middelen en lespakketten met betrekking tot allerhande thema’s die aan de geestelijke gezondheidszorg kunnen worden opgehangen, zoals pesten, cyberpesten, sexting, rouw en verlies, trauma enzovoort.
In de nieuwe eindtermen hebben we aandacht voor de versterking van de leerlingen. We kunnen met die nieuwe eindtermen versterkt werken aan kennisvaardigheden en attitudes om, bijvoorbeeld, met tegenslagen in het leven, stress of werkdruk om te gaan. Daarnaast zullen we een campagne lanceren om de onderlinge verbondenheid tussen jongeren te versterken.
Ik verwijs naar een nieuw initiatief van het Vlaams Instituut Gezond Leven, dat een aanbod inzake het mentaal welbevinden in het lager en het secundair onderwijs heeft ontwikkeld. Er zal worden voorzien in een aanbod om de leerkrachten in de klascontext handvaten aan te reiken om op het mentaal welbevinden van leerlingen in te zetten.
In het licht van de coronapandemie hebben we twee maatregelen ten aanzien van de CLB’s genomen. We hebben gezorgd voor een versterking van CLBch@t.
We hebben, boven op de reguliere subsidie van 120.000 euro, voor de periode van 1 mei 2020 tot en met 31 augustus 2021 een bijkomend budget van iets minder dan 100.000 euro toegekend. Hierdoor kunnen leerlingen en ouders anoniem of op afspraak met medewerkers van het CLB chatten. Gezien de sterke stijging van het aantal chatgesprekken, was dat nodig. Een hogere bezettingsgraad van CLBch@t was nodig voor de versnelde implementatie van de blended hulpverlening. We zullen die bezettingsgraad met een derde kunnen verhogen en de chat tijdens de schooluren kunnen openstellen. CLBch@t is van maandag tot vrijdag tussen 14.00 en 21.00 uur bereikbaar.
Het contactonderzoek is natuurlijk boven op de taken gekomen die de CLB’s al moesten uitvoeren. Aangezien daarvoor meer ondersteuning nodig was, hebben we in meer middelen voorzien. In totaal gaat het over 307 voltijdse equivalenten over alle CLB’s heen, wat toch wel veel is.
Die worden in de eerste plaats ingezet om het contactonderzoek uit te voeren, maar ook ter ondersteuning van de reguliere taken. Wanneer de besmettingscijfers in een bepaalde regio dalen, kunnen de extra personeelsleden ook worden ingezet om de reguliere taken, zoals de vraaggestuurde werking en de systematische contacten, mee op te nemen.
Het tijdelijk niet kunnen uitvoeren van bepaalde onderdelen van de systematische contacten wordt gemonitord door de CLB’s. Op het einde van het schooljaar wordt de totale impact daarvan bekeken samen met het Agentschap Zorg en Gezondheid en de Vlaamse Wetenschappelijke Vereniging voor Jeugdgezondheidszorg (VWVJ) en zal er worden bekeken welke maatregelen er nodig zijn voor het volgende schooljaar.
Tot slot verwijs ik nog even naar de sterke signalen die diverse beleidsdomeinen momenteel krijgen omtrent een grote bezorgdheid uit het werkveld voor wat betreft het mentaal welzijn van kinderen en jongeren. Die signalen ontvangen wij in de eerste plaats wat onderwijs betreft via de CLB’s. Samen met de ministers van Welzijn en Jeugd heb ik een plan uitgewerkt en dat is ondertussen al gecommuniceerd. Dat zet in eerste instantie in op de versterking van de noodopvang. Ik heb toen zelf intern aan de alarmbel getrokken om erop te wijzen dat we vanuit de CLB’s een heel sterk verhoogd aantal dossiers kregen.
Er wordt nu een projectsubsidie toegekend aan initiatieven onder coördinatie van de Huizen van het Kind, om op 'outreachende' wijze kinderen en jongeren in kwetsbare situaties nog beter te bereiken voor het aanbieden van ondersteunende activiteiten, gecombineerd met zinvolle vrijetijdsactiviteiten die inzetten op weerbaarheid, ontspanning, rust en welbevinden.
Het lokaal gezondheidsoverleg (Logo) kreeg een extra ondersteuning om extra sensibilisering te doen, met een focus op mentaal welzijn bij jongeren.
We voorzien in directe, tijdelijke, outreachende ondersteuning vanuit de Vertrouwenscentra Kindermishandeling, waar tien vte’s bijkomen, en de Ondersteuningscentra Jeugdzorg, waar ook nog eens tien vte’s bijkomen, en dit gedurende twaalf maanden, zodat de dossiers een tijdlang opgevolgd kunnen worden.
We versterken sociale diensten voor gerechtelijke jeugdhulp (SDJ). Gezien de noodsituatie waarin deze diensten en vooral de kinderen en jongeren die worden aangemeld, zich bevinden, zal er voor alle regio’s voor twaalf maanden een versterking met twee vte’s worden doorgevoerd.
Er wordt voorzien in twintig extra tijdelijke verblijfsplaatsen in de jeugdhulp voor kinderen en jongeren, in combinatie met veertig trajecten intensieve begeleiding ‘terug-naar-huis’.
Dat is het resultaat van groepswerk binnen de Vlaamse Regering waarbij we op grond van de vaststellingen van de CLB's aan de alarmbel getrokken hebben en aan de slag gegaan zijn. We hebben samengewerkt met verschillende kabinetten om concrete maatregelen uit te werken, vooral op het vlak van mentaal welzijn maar zeker ook voor noodopvang. We kunnen heel concrete stappen voorstellen.
Mevrouw Vandromme heeft het woord.
Minister, dank u wel. Het is duidelijk dat iedereen overtuigd is en de stem van de jongeren in dezen gehoord heeft. In de pers kwam onlangs dat de jongeren wellicht de grootste slachtoffers zijn van de coronacrisis omdat de druk op het psychisch welzijn van onze jongeren echt wel heel groot is. Het is een zaak van de hele regering. Ik waardeer alle inspanningen die al gebeurd zijn.
Minister, u haalt zelf aan dat de scholen heel sterk worstelen met die basiszorg. Ik herken dat heel vaak en ben heel benieuwd naar uw plannen omtrent leersteun en het zorgcontinuüm in dezen omdat ik ervan overtuigd ben dat we problemen kunnen vermijden. Dit was ook de aanleiding van deze vraag, namelijk dat men heel sterk wees op het preventieve, op de inzet, op de noodzaak in te zetten op het preventieve luik. Daarbij geloof ik heel sterk in het verbindende schoolklimaat. Vanmorgen werd in verband met radicalisering ook al verwezen naar het belang van preventief werken en het uitwerken van een schoolklimaat wat een van de belangrijkste zaken is om een antwoord te bieden op heel veel problemen die zich kunnen manifesteren in de toekomst, en dat op heel veel vlakken.
Eigenlijk, of het nu over radicalisering of psychisch welzijn gaat, het antwoord is vaak hetzelfde: zet in op dat verbindend schoolklimaat. Ik ben heel sterk fan van het initiatief dat de Vlaamse Scholierenkoepel genomen heeft rond de Conflixers. Ik hoop, minister, dat u verder inzet op die onderlinge verbondenheid tussen leerlingen, op die peers die elkaar ondersteunen. Dat mag nog verder ondersteuning krijgen.
U had het over de extra vte’s die ingezet worden in de CLB’s. Ik hoop dat, eens corona voorbij is, we nog heel veel effecten zullen zien. We zullen moeten blijven inzetten op de weerbaarheid van jongeren. De vragen bij de CLB’s zullen zeker ook blijvend zijn.
Dan hebben we nog één doelgroep niet aangeraakt: de leerkrachten zelf. Niet alleen hoor ik heel veel directeurs en leerkrachten spreken over de jongeren bij wie het water aan de lippen staat, ze geven ook aan dat ze het zelf heel moeilijk hebben. In de leraarskamer wordt heel vaak aangegeven dat het even niet meer gaat. Hoe kunnen we scholen ondersteunen als werkgever om aandacht te hebben voor het psychisch welzijn?
Sommige scholen stellen vragen over het inrichten van de examens. Ze geven aan dat de druk ontzettend hoog is. Hoe kijkt u daarnaar? Hoe kunt u daar de psychische druk op onze jongeren wat verminderen?
De heer Daniëls heeft het woord.
Minister, ik dank u voor uw uitgebreide antwoord. U hebt heel veel elementen aangehaald, allemaal elementen die een rol spelen.
De N-VA-fractie, en ikzelf als pedagoog, als ouder, als lid van de jeugdbeweging, vindt preventie en vroegdetectie cruciaal. De eersten waar leerlingen terechtkunnen, zijn leerlingen en ouders. Ik noem heel bewust die twee groepen. Zij stellen de vraag: ‘hoe gaat het?’ Het antwoord is niet gewoon: ‘ça va’. Want daar heb je niets aan. Dat is het probleem dat nog ingebakken zit in onze Vlaamse cultuur. We zeggen niet noodzakelijk dat het niet gaat. Ze vragen daar ook nog eens actief op door.
Ik haal er twee elementen uit, minister. Eén, de weerbaarheid van de leerlingen zelf. Daar moeten we durven op inzetten. We kunnen in de toekomst niet – ik denk dat iedereen het daarover eens is – alle leerlingen psychologische begeleiding laten volgen. De beste psycholoog voor jezelf, dat ben je ook zelf. Je moeten leren omgaan met tegenslagen in het leven. Het leven is meestal bezaaid met tegenslagen. Wie de grote tegenslag nog niet gekregen heeft, zal hem ooit wel krijgen. Daar moet je leren mee omgaan. Dat doe je met kleine stapjes.
Een tweede element dat nog niet genoemd is, zijn de sociale media. Ik verklaar me nader: zeker voor leerlingen lijkt het alsof het leven voor iedereen één groot dagelijks feest is, met alleen maar gelukkige momenten, alleen maar smileys en topmomenten. De realiteit is echter anders. Ik denk dat we ouders daarin moeten begeleiden om daar met hun kinderen op pad te gaan. Ik stel vast als lid van het oudercomité dat ouders ongelukkige kinderen hebben omdat ze zich spiegelen aan Instagram en Facebook, waar iedereen blijkbaar gelukkig is, terwijl zij zich als enigen in de klas ongelukkig voelen. Dat is uiteraard niet zo. Hoe moet je je kinderen daarin begeleiden? Hoe leg je hen uit dat de sociale media niet gemaakt zijn om niet-leuke momenten te delen? Iedereen doet daar alsof zijn leven top is. Het lijkt me goed dat de koepelverenigingen daarop inzetten. Child Focus – ik kan het alleen maar aanraden – heeft daar heel goede vorming rond. Ik wil erop wijzen, minister, dat we dat aspect ook moeten meepakken om op die manier de druk op de scholen niet nog groter te maken. Zij moeten niet alles op dat vlak oplossen, dat kunnen zij uiteraard niet altijd.
Minister Weyts heeft het woord.
Dat laatste, wat betreft de weerbaarheid, onderschrijf ik volledig. We moeten niet alleen inzetten op het curatieve, maar vooral ook op het preventieve.
Het is goed dat het voorbeeld van de Conflixers wordt aangehaald. Dat was een succesvoorbeeld. Ik heb ervoor gezorgd dat dat project structureel is verankerd in de samenwerkingsovereenkomst die we hebben gesloten met de Vlaamse Scholierenkoepel. Dat is gebetonneerd, om het zo te zeggen.
Als het gaat over leerkrachten, hebt u overschot van gelijk. We hebben het initiatief genomen met KlasCement. We hebben proffen aan het werk gezet om concrete tips en tricks te geven aan leerkrachten over hoe om te gaan met de algemene problematiek rond mentaal welzijn, ook ten aanzien van de collega's: hoe moet je dat detecteren en desgevallend ook signaleren, wanneer je vaststelt of meent dat de betrokken collega wat problemen heeft en zichzelf daar nog niet mee heeft kunnen confronteren?
Mevrouw Vandromme heeft het woord.
Bedankt voor dat laatste antwoord, minister. Ik ben blij te horen dat u erkent dat we effectief moeten inzetten op dat verbindende schoolklimaat en dat jongeren daar zelf ook een grote betekenis aan kunnen geven. We moeten blijven inzetten op dat preventieve luik.
Ik ben ook blij dat u aangeeft dat ook leerkrachten zelf psychologische ondersteuning nodig hebben. Ik hoop in elk geval dat wij in de toekomst blijvend kunnen inzetten op die extra middelen en dat de extra voltijdse equivalenten die we nu voorzien voor de CLB’s, ook in de toekomst kunnen worden ingezet. Want ondertussen hebben we uitzicht op een vaccin tegen corona, maar een vaccin tegen zich slecht voelen, bestaat jammer genoeg niet. Ik denk dat we daar allen een verantwoordelijkheid in dragen en dat we mee moeten bouwen aan een verbindend schoolklimaat, zowel voor leerlingen als voor leerkrachten.
De vraag om uitleg is afgehandeld.