Verslag vergadering Commissie voor Algemeen Beleid, Financiën, Begroting en Justitie
Verslag
De heer Van Rompuy heeft het woord.
Minister-president, er is veel gesproken over de verdeling van de relancebudgetten en dergelijke meer, maar er is nog niet of zeer weinig gesproken over de koppeling die Europa maakt tussen het toekennen van de middelen uit die relancebudgetten en de hervormingen die het aan de betrokken lidstaten vraagt.
Ik denk dat dat nog een complexe oefening gaat worden. Op dit moment gebruikt men daarvoor immers de analyse die Europa gemaakt heeft bij de indiening van de hervormingsplannen van vorig jaar. Ik heb de analyse van februari 2020 er nog eens bij genomen. Op de vier grote aanbevelingen heeft de Europese Commissie toen gezegd dat er ‘limited or no progress’ was. En zoals u weet, zijn dat aanbevelingen die gelden voor heel België. Europa maakt wel een beetje onderscheid tussen de verschillende regio's, maar het geldt toch voor heel België.
Daarenboven heb ik vastgesteld dat Europa niet alleen een koppeling maakt met de hervormingsvoorstellen die men als lidstaat weet door te voeren, maar ook met de energie- en klimaatplannen die worden ingediend. Mijn vraag aan u is of er al wat meer duidelijkheid is over hoe de koppeling juist zal zitten tussen het toekennen van de Europese relancemiddelen – dat zal ongetwijfeld in schijven gebeuren – en het opvolgen van de mate waarin lidstaten in staat zijn om de hervormingen die de Europese Commissie van hen vraagt, ook uit te voeren. En zoals ik gezegd heb, situeert zich dat niet alleen op het vlak van arbeidsmarkt en dergelijke meer, maar dus ook op het vlak van energie en klimaat. Hoe moeten we dat juist zien? Is er een rechtstreekse koppeling tussen het ene en het andere? Gebruikt men daar bepaalde modellen voor? Is er al met de Europese Commissie gesproken over hoe dat exact in zijn werk zal gaan?
Minister-president Jambon heeft het woord.
Mijnheer Van Rompuy, in het Vlaamse relanceplan Vlaamse Veerkracht hebben we inderdaad naast een groot pakket van investeringen ook al een aantal hervormingen opgenomen. Daarmee hebben we dus vanuit Vlaanderen een proactieve houding aan de dag gelegd. Het gaat dan inderdaad over hervormingen die ook al in het Vlaamse regeerakkoord waren opgenomen, zoals de Vlaamse brede heroverweging, snellere vergunnings- en beroepsprocedures, administratieve vereenvoudiging, maar ook het leer- en loopbaanoffensief, het activerende arbeidsmarktbeleid naar duurzame loopbanen enzovoort.
De Europese Commissie hecht veel belang aan de opname van hervormingen in de plannen voor herstel en veerkracht, en dat precies omdat hervormingen en investeringen hand in hand moeten gaan. Vanuit Vlaanderen hebben we bij de Europese onderhandelingen over dit instrument ook steeds gehamerd op de hervormingsdimensie. Als nettobetaler aan het Europese herstelfonds is het voor ons immers belangrijk dat deze subsidies geen blanco cheque zijn voor de lidstaten.
De voorbije twee maanden hebben we daarom op Vlaams niveau ook verder gewerkt aan het oplijsten en in beeld brengen van hervormingen en hebben we dit Vlaamse hervormingspakket ingebracht in het interfederale overleg betreffende de opmaak van het nationaal plan voor herstel en veerkracht. Zoals u weet, gaan we met één plan naar de Europese Unie, en niet met de optelsom van een aantal plannen.
Medio februari heeft de Federale Regering, via de bevoegde staatssecretaris, de heer Thomas Dermine, het gebundelde pakket van hervormingen van de federale overheid en van de deelstaten aan de diensten van de Europese Commissie bezorgd, met het oog op concreet overleg. De diensten van de Europese Commissie hechten immers bijzonder veel belang aan een intense dialoog met de lidstaten bij het opstellen van de plannen van herstel en veerkracht. Aan dat overleg met de diensten van de Europese Commissie nemen zowel vertegenwoordigers van de Federale Regering als van de deelstaten deel. De eerste drie overlegvergaderingen vonden plaats tussen 18 februari en 25 februari. Ze hadden vooral betrekking op de investeringen, maar hier en daar werd ook al ingegaan op hervormingen. De eerste signalen van de diensten van de Europese Commissie wezen op het belang van de link tussen de voorgestelde hervormingen en de landenspecifieke aanbevelingen.
In totaal werden maar liefst 175 hervormingsfiches bezorgd aan de Europese Commissie. De Europese Commissie vraagt om die fiches te bundelen en een selectie te maken, dit om het aantal hervormingen beheersbaar te houden. Zoals reeds gezegd, moeten de ingediende hervormingen hand in hand gaan met onze investeringsvoorstellen binnen het plan voor herstel en veerkracht en met de landenspecifieke aanbevelingen. Voor alle duidelijkheid: die 175 hervormingsfiches waren geen Vlaamse fiches. Dat was de optelsom van het geheel.
In de komende weken zullen we op regelmatige basis rechtstreeks in gesprek gaan met de Europese Commissie over onze verschillende hervormingsvoorstellen. De feedback van de diensten van de Europese Commissie over de hervormingen die onder andere door de Vlaamse overheid in beeld zijn gebracht, zal ongetwijfeld bijzonder nuttig zijn voor het vervolgproces.
Het overleg met de diensten van de Europese Commissie vormt dus een iteratief proces, waarbij de onderlinge uitwisseling van informatie en aandachtspunten leidt tot het meenemen van elementen en het doorvoeren van aanpassingen in het ontwerpplan, ook wat de hervormingsdimensie betreft.
Het is de bedoeling dat we op basis van de continue feedback van de diensten van de Europese Commissie verder aan de slag gaan, zodat we kunnen komen tot een zo goed mogelijke selectie van hervormingen die hand in hand gaan met de investeringen. Om die selectie te bewerkstelligen, vindt ook intensief interfederaal overleg plaats, zowel op het vlak van de hervormingen als wat de investeringen betreft. De selectie van hervormingen zal ook zo nauw mogelijk moeten aansluiten bij de richtlijnen, zoals mijlpalen en doelen, die de diensten van de Europese Commissie aan de lidstaten ter beschikking hebben gesteld. Op die manier kan een volledig pakket van hervormingen en investeringen in het nationaal plan voor herstel en veerkracht worden opgenomen.
De uitkering van het bedrag zal inderdaad in twee keren verlopen, met in 2021 een eerste schijf van ongeveer twee derden van het totale bedrag. België krijgt net geen 6 miljard euro. Twee derden daarvan zal in 2021 uitgekeerd worden, en het restant in 2023.
De heer Van Rompuy heeft het woord.
Bedankt voor de verduidelijking. We zullen in de toekomst nog een paar keer een aantal vragen stellen over hoe dat juist in zijn werk zal gaan. Ik denk dat het ook voor Europa nog niet helemaal duidelijk is hoe dat zit. Het is ook belangrijk om te kijken dat de andere regeringen in dit land zich aan de hervormingsafspraken houden, zodat we daar geen problemen hebben.
Zolang Europa zijn hele begrotingsmonitoring op pauze gezet heeft, zal het extra belang hechten aan het luik rond het opvolgen van de hervormingsmaatregelen. Dat is een klassieker in de Europese economische politiek. Als men wat soepeler is op de begrotingsdoelstellingen, zal men wat strenger zijn op het tempo van hervormen. En aangezien we vorig jaar als België ‘limited or no progress’ op ons rapport gekregen hebben, zal het het komende jaar toch iets sneller moeten gaan. En zoals ik gezegd heb, geldt dat ook op het vlak van energie en klimaat. Dat zit allemaal mee in dezelfde ‘package’.
Bedankt voor uw antwoord. Ik begrijp dat hier in de komende maanden nog intens overleg over zal zijn. Ik vermoed dat het eerste rapport er ergens in april of mei zal zijn. Dat zal dan het ijkpunt zijn. Vanaf dan kijken we wel verder. Ik dank u.
De heer Vande Reyde heeft het woord.
Dit is een heel interessante vraag van collega Van Rompuy. Dat hervormingsluik is, denk ik, minstens even belangrijk als het investeringsluik. Een van de dingen die me heel interessant leken, was het voornemen om zogenaamde schrapsessies te organiseren. Die schrapsessies zijn gericht op het uitvoeren van een grootschalige operatie tegen regelnevenrij. Uiterlijk tegen de zomer van 2021 zou dat moeten leiden tot een eerste pakket maatregelen. U kunt begrijpen dat het tegengaan van regelneverij mij, als liberaal, als muziek in de oren klinkt, maar niet enkel mij.
Uit een EU-enquête bleek dat de grootste belemmeringen die kmo’s in Vlaanderen ondervinden inzake het ondernemingsklimaat, effectief administratieve lasten en regelgeving waren. We denken vaak dat dat belastingen zijn, maar het is ook die administratieve overlast, die regelneverij die blijkbaar een grote drempel vormt. Mijn vraag is of die schrapsessies ook deel uitmaken van dat hervormingsluik.
Als de eerste resultaten tegen de zomer van 2021 moeten verschijnen, dan is dat over een paar maanden. Gaan die sessies dan nog effectief plaatsvinden of is dat iets wat eerder achter de schermen gebeurt? Hoe moet ik mij dat juist voorstellen?
De heer Coel heeft het woord.
Collega Van Rompuy, bedankt voor de interessante vraag. Ik denk dat het correct is dat die hele hervormingsagenda tot op heden nog vrij onderbelicht is gebleven. De focus ligt vooral op de investeringen. Ik denk dat we in Vlaanderen ook wel een aantal uitdagingen hebben rond regeldruk, ook rond die snellere en betere vergunningsprocedures.
Maar er zijn natuurlijk ook een aantal hervormingen waarvoor Vlaanderen hoge ambities heeft, en dan specifiek rond het opkrikken van die werkzaamheidsgraad. Dat vereist toch ook een aantal hervormingen op het federale niveau om daar effectief werk van te kunnen maken. In die zin intrigeerde het mij wel toen u zei dat er 175 of 176 fiches ingediend zijn, en dat dat nu moet worden samengelegd tot 1 nationaal plan.
Mijn vraag is dan ook welke focus Vlaanderen in haar fiches naar voren heeft geschoven. Hoe ziet u die samensporing tussen de Vlaamse ambities en de federale hervormingen die nodig zijn om onze Vlaamse ambities te ondersteunen? Ik begrijp dat dat proces nog aan de gang is, maar misschien kunt u al wat duiden hoe u dat ziet samensporen?
Minister-president Jambon heeft het woord.
Inderdaad, collega Van Rompuy, dat is een iteratief proces. Ik denk dat we daar toch nog tot een eind in april mee zullen bezig zijn, als de plannen ingediend worden bij Europa. En daar hangt natuurlijk heel veel van af, want iets meer dan de helft van ons Vlaamse Veerkracht-programma wordt gefinancierd vanuit die Europese middelen. In die zin is de motivatie wel zeer groot, ten minste van onze kant, om dat werk zeer goed te doen. Maar we hangen hier ook af van het globale plan dat met de verschillende overheden van dit land zal worden gedaan.
Collega Vande Reyde, die schrapsessies kun je vergelijken met de Vlaamse brede heroverweging. Maar we zijn iets later, we zijn nu het consultancybureau aan het selecteren dat dat zal aanpakken. Dat maakt ook deel uit van de hervormingsagenda. We hebben al gezegd dat onze begroting bloedrood loopt. We zijn gelukkig niet de enigen in Europa en de wereld die dat aan de hand hebben. We hebben gezegd dat het voor 2021 moeilijk wordt om dan al aan een sanering van de begroting te beginnen, maar we willen 2021 niet verloren laten gaan. We gaan voor die brede heroverweging, die schrapsessies, we zetten de weg naar digitalisering in, net om die hervormingsagenda en die sanering voor te bereiden. Zo kunnen we vanaf 2022 echt aan die oefening beginnen, als duidelijk is hoe diep de put eigenlijk geworden is door corona, en hoe steil de groeicurve daarna kan zijn. Dit zijn de voorbereidingen van die oefening, om de noodzakelijke maatregelen te nemen. Die schrapsessies worden inderdaad uitgevoerd met de verschillende administraties, om overbodige regelgeving te schrappen.
Mijnheer Coel, de hervormingsagenda die wij voorgelegd hebben, is eenvoudig. Dat is de hervormingsagenda vanuit het regeerakkoord en vanuit het plan Vlaamse Veerkracht. Dat is digitalisering, het tegengaan van regelneverij, kijken of onze subsidies wel op een goede manier worden besteed. Dat zijn een aantal elementen die wij vanuit federale hervormingen nodig hebben om onze ambities te bereiken.
U gaf zelf het voorbeeld van het arbeidsmarktbeleid. Ik denk dat dat het meest sprekende voorbeeld is. De besprekingen die wij nu voeren, ook met de federale partners en de andere regeringen, gaan er inderdaad over om die hervormingsagenda in dat plan van Europa te krijgen. We hebben daarbij één voordeel: Europa heeft dat in haar landenaanbevelingen ook al dikwijls naar voren gebracht. Dat is ook nog 'work in progress', dat is nog niet afgeklopt. Maar dat zijn wel de dingen die op de agenda staan.
De heer Van Rompuy heeft het woord.
Ik denk dat ik mijn beste beschouwingen al gedeeld heb, ik ga het daarbij laten.
De vraag om uitleg is afgehandeld.