Verslag vergadering Commissie voor Leefmilieu, Natuur, Ruimtelijke Ordening en Energie
Verslag
– Wegens de coronamaatregelen werd deze vraag om uitleg via videoconferentie behandeld.
De heer De Meester heeft het woord.
Minister, vorige woensdag zond de VRT een Panoreportage uit over het dossier van de virtueel terugdraaiende teller. In die reportage kwamen verschillende elementen aan bod die samen het hele dossier reconstrueren. Het ging over de totstandkoming van het decreet, over ministers voor u die, ondanks de waarschuwingen, onhoudbare beloftes hebben gemaakt en bleven maken, over de negatieve adviezen van verschillende instanties waaronder de Raad van State en de Vlaamse Regulator van de Elektriciteits- en Gasmarkt (VREG).
Er waren een aantal heel pijnlijke getuigenissen van de meer dan een half miljoen gedupeerden, die zich bedrogen en bestolen voelen. Als deze reportage één zaak duidelijk maakt, dan is het dat niemand in Vlaanderen nu nog warmloopt voor hernieuwbare energie. De Vlaamse Regering heeft dat draagvlak immers kapotgemaakt.
Tot mijn grote verbazing kwam er op het einde van de reportage een nieuw element in het dossier naar boven. Blijkbaar zou gewezen federaal minister van Energie, Marie-Christine Marghem, het bevel hebben gekregen van de federale ministerraad om met u of uw kabinet contact op te nemen om tot een oplossing te komen voor dat probleem. Wat me echter nog meer verbaast, is dat mevrouw Marghem nooit tot een dergelijk overleg blijkt te zijn overgegaan. Maar ook u hebt dat blijkbaar niet gedaan. Ook u hebt nooit initiatief genomen in de federale richting, terwijl dat zwaard van Damocles toch redelijk ‘obvious’ boven uw hoofd hing.
Het lijkt me dus vreemd dat u als minister van Energie geen contact opneemt met mensen of instanties die uw decreet aanklagen bij het Grondwettelijk Hof en er de vernietiging van eisen. Wat ook niet aan bod kwam in de reportage en wat u hier vorige week in de commissie hebt gezegd, daar had ik ook graag wat uitleg over, is dat u contact had opgenomen met de Europese Commissie om na te gaan welke ruimte er is om te schuiven met de uitrol en de deadlines van de digitale meter.
Minister, als parlementslid zou ik niets liever doen dan u te helpen in dit dossier. Om dat te kunnen, zou ik graag willen dat u concreet antwoord geeft op mijn vragen.
Welke stappen zijn er door de Federale Regering of de federale minister van Energie en/of de betrokken kabinetten, gezet om, voor en na het indienen van de klacht door de Federale Regering, in dialoog te treden met de Vlaamse Regering? Met welk resultaat?
Welke stappen en welk initiatief heeft de Vlaamse Regering of de Vlaamse minister van Energie genomen om met de Federale Regering te overleggen? Welke stappen zijn gezet na de adviezen van de Raad van State, die op de mogelijke bevoegdheidsoverschrijding wezen? Welke stappen werden gezet na het indienen van de federale klacht?
Welk overleg hebt u sinds uw aantreden gevoerd hierover met de Federale Regering, in de wetenschap dat het zwaard van Damocles boven dit dossier hing?
Tijdens de commissie Energie van 24 februari hebt u gezegd dat u sinds de uitspraak van het Grondwettelijk Hof in eerste instantie overlegt met de Europese Commissie. Wat is de stand van zaken van dat overleg? Welke vragen hebt u gesteld aan de Europese Commissie? Wat is daarop geantwoord?
Minister Demir heeft het woord.
Ik heb geen weet van concrete stappen die in de vorige legislatuur door mijn voorgangers of door hun kabinetten werden genomen richting hun federale collega. Ik werd pas aangesteld op 2 oktober 2019. De instelling van het beroep tot vernietiging door de Federale Regering gebeurde op 5 december 2019. Voor die datum zijn er verschillende contacten geweest en een vergadering.
We zijn met het kabinet en de administratie naar federaal minister Marghem gegaan om haar te overtuigen dat het geen goed idee is om te gaan procederen. De administratie heeft daar een verslag van gemaakt, dat kunnen we overmaken als u dat wilt. Op geen enkele manier konden we de federale minister en haar medewerkers ervan overtuigen om niet naar de rechtbank te gaan. Er werd geen voorstel gedaan, en ook later niet.
Niet alleen de Federale Regering maar ook de Commissie voor de Regulering van de Elektriciteit en het Gas (CREG) was al naar het Grondwettelijk Hof gestapt, net zoals de Mensenrechtenliga en de VREG. Ook de Federatie van de Belgische Elektriciteits- en Gasbedrijven (FEBEG) deed dat, maar hen hebben we kunnen overtuigen om dat niet te doen. Met hen hebben we actief contacten gehad. Voor 5 december zijn er contacten geweest, helaas zonder resultaat.
We konden het document zien waarin aan minister Marghem een opdracht werd gegeven. Zij heeft op geen enkel moment een voorstel gedaan. Ze had kunnen zeggen dat ze dat berekend hadden en wat de impact zou zijn, maar dat ze tot een overeenstemming wou komen als Vlaanderen x miljoen euro zou betalen. Als er een voorstel gekomen was, zou ik het bekeken hebben. Dat is het minste wat men kan doen. Dat is helaas niet gebeurd.
Voor het overige is de uitkomst van de procedure bij het Grondwettelijk Hof wel duidelijk.
De uitrol van de digitale meter vloeit voort, zoals u weet, uit een Europese richtlijn. Het Vlaamse Gewest moet tegen 2024 een uitrol van 80 procent hebben verwezenlijkt en tegen 2029 een uitrol van 100 procent. Ik ben ondertussen de dialoog aangegaan met de Europese Commissie om te vragen hoe strikt die deadlines zijn. Ik heb dit beloofd in de commissie na verschillende tussenkomsten van u en andere collega's. Ik wil geen mogelijke opties onbenut laten. Ik heb aan de Europese Commissie gevraagd of Vlaanderen uitstel kan krijgen, aangezien het arrest van het Grondwettelijk Hof te beschouwen valt als een force majeure die de planning doorkruist. De Europese Commissie heeft op mijn schrijven wel nog geen antwoord bezorgd. Zodra er een antwoord is, kan ik dit uiteraard meedelen aan de commissie.
De heer De Meester heeft het woord.
Minister, ik dank u voor uw antwoord.
U zegt dat u niet weet wat er voor u gebeurd is. Ik vind dat een ontgoochelend antwoord. U spreekt ook namens de Vlaamse Regering. Ik verwacht van u dat u toch ook zicht hebt op wat er in dit dossier is gebeurd door uw voorgangers, aangezien dit toch allemaal een geheel vormt. Bovendien zit de vorige minister van Energie, Lydia Peeters, gewoon in uw regering. U kunt in de koffiepauze of de rookpauze toch wel eventjes met Lydia Peeters overleggen om de stand van zaken van het dossier te vervolledigen.
U zegt dat er wel degelijk overleg is geweest tussen u en de Federale Regering voor de indiening op 5 december van het bezwaarschrift. Ik vind het zeer opmerkelijk dat er wel degelijk een overleg is geweest met de Federale Regering. Ik zou zeer graag dat verslag hebben. Misschien kunt u ook hier meer toelichting geven over wat er precies aan argumenten is gegeven in de twee richtingen.
U zegt dat er na de indiening geen compromisvoorstel meer is gekomen vanuit de Federale Regering. Waarom hebt u zelf geen voorstellen op tafel gelegd om dit probleem op te lossen?
De Europese richtlijnen leggen wel op dat u binnen tien jaar een volledig uitrolplan moet hebben afgewerkt, maar de deadline van 100 procent is niet door Europa opgelegd. De Vlaamse Regering heeft zich daar zelf toe verplicht in het ministerieel besluit.
Minister Demir heeft het woord.
Mijnheer De Meester, het klopt inderdaad dat die uitrol tot 100 procent er is gekomen als gevolg van een decreet dat in het Vlaams Parlement is goedgekeurd. Dat is dus verankerd. Dat is ook op die manier doorgegeven aan de Europese Commissie. Ik denk dat het normaal is dat ik even aftoets bij Europa wat daar het speelveld is.
Ik zal het verslag van de bijeenkomst overmaken. U zult ook lezen dat onze standpunten, dat van ons en het kabinet Marghem, zeer ver uiteen liggen. Als de Federale Regering als agressor handelt en zij die opdracht krijgt, dan had ik het eerlijk gezegd wel graag geweten en dan konden we aan tafel gaan. In het gesprek – u zult het in het verslag lezen – was het heel duidelijk dat er geen indicatie was van een go-between.
Ik vind het ook een beetje een raar signaal van de Federale Regering. Men geeft de minister de opdracht dat ze naar het Grondwettelijk Hof moet gaan en tegelijkertijd geeft men haar de opdracht om intussen toch te bemiddelen. Ofwel ga je naar de rechtbank, ofwel ga je niet, mijnheer De Meester. Ik vind dat eerlijk gezegd ook een heel rare manier van werken van de Federale Regering. Ik vind dat heel jammer dat we ze niet hebben kunnen overtuigen, want we hebben daar redelijk veel energie ingestoken, zowel het kabinet als onze administratie. Daar zitten trouwens briljante juristen, maar het was onmogelijk om de Federale Regering tegen te houden. U zult dat nog lezen. We zullen u dat verslag uiteraard bezorgen.
Nogmaals: u moet de rollen niet omdraaien. Zij zijn de agressor. We hebben geprobeerd om te kijken wat er nog mogelijk was.
Voor alle duidelijkheid: je hebt nog andere partners die een rol speelden, zoals de CREG. Het arrest van het Grondwettelijk Hof oordeelt dat het systeem van de terugdraaiende teller juridisch niet volledig in orde was. Op federaal niveau had men kunnen beslissen om toch niet naar het Grondwettelijk Hof te gaan en op die manier de Vlaamse Regering aan te vallen. Tegelijkertijd kreeg minister Marghem de opdracht om een studie over de impact te maken en om op basis daarvan een voorstel aan ons over te maken. Als ik een becijferd voorstel had gekregen, spreekt het voor zich dat ik dat uiteraard wel bekeken zou hebben. We moeten de rollen niet omdraaien.
De heer De Meester heeft het woord.
Ik heb toch twee puntjes. Minister, u vindt het raar dat de Federale Regering enerzijds naar de rechtbank stapt en anderzijds minister Marghem de opdracht geeft om een oplossing te zoeken. Ik vind dat niet zo raar, want ik doe namelijk net hetzelfde. Ik overweeg ook gerechtelijke stappen, samen met die 15.000 gedupeerden, maar ondertussen bespreken we hier straks ook een decreet om die zaak ten gronde op te lossen. Mij lijkt dat helemaal niet zo raar.
Ten tweede zegt u dat zij de agressor zijn. Los van de militaire terminologie die u gebruikt, is het wel Vlaanderen dat de Grondwet overtreedt. Laat ons toch wel even duidelijk het kader schetsen.
Dat heb ik ook gezegd, mijnheer De Meester.
Vlaanderen gaat in de allereerste plaats in de fout. Dan moet u niet zeggen dat de Federale Regering de agressor is. Neen, zij steunt op haar recht en maakt daar gebruik van. Door te zeggen dat zij de agressor is, graaft u zichzelf in de loopgraven in. Ik denk niet dat je zo problemen oplost. Ik denk dat je in dialoog moet gaan om zoiets op te lossen. Met dat soort haantjesgedrag van ‘zij zijn de agressor en zij zijn begonnen’ kom je er niet. Je moet gelijk oversteken en elkaar in het midden ontmoeten om een oplossing te vinden, want het gevolg is nu, minister, dat 500.000 hardwerkende Vlaamse gezinnen de dupe zijn van dat communautaire gehakketak tussen de Vlaamse en de Federale Regering. Daarvoor, minister, bent u wel degelijk verantwoordelijk.
De vraag om uitleg is afgehandeld.