Verslag vergadering Commissie voor Leefmilieu, Natuur, Ruimtelijke Ordening en Energie
Verslag
– Wegens de coronamaatregelen werd deze vraag om uitleg via videoconferentie behandeld.
Mevrouw De Vroe heeft het woord.
Minister, op 17 februari jongstleden kopte De Standaard: “Met 1 miljard euro moet er water uit de kraan blijven stromen”. De krant berichtte daarmee over de investeringen die de zes Vlaamse drinkwaterbedrijven uitvoeren om de bevoorradingszekerheid in tijden van droogte en piekend waterverbruik zeker te stellen.
Als fiere liberaal juich ik natuurlijk de investeringen van de drinkwaterbedrijven toe. Het investeringsprogramma is er gekomen onder druk van de recente droogtejaren. Incidenten zoals in Overijse waarbij er een tijd geen water uit de kraan meer kwam, hebben de leveringszekerheid bovenaan de politieke agenda gezet
Tussen 2017 en 2020 was er al een reeks ingrijpende investeringen, goed voor een bedrag van 200 miljoen euro. De volgende jaren komen daar nog 33 grote en minder grote projecten bij. Die zullen maar liefst 600 miljoen euro kosten.
De projecten zijn gericht op de aanboring van nieuwe bronnen, de uitbreiding en verbetering van de spaarbekkens, en de beperking van lekverliezen, waar we in deze commissie al meermaals over hebben gesproken. Daarnaast staan er projecten op stapel die het potentieel en de haalbaarheid van bijkomende ingrepen onderzoeken. Die worden door AquaFlanders op meer dan 400.000 euro begroot. De ondergrondse opslag via injectie van water en meer gebruik van gezuiverd afvalwater zijn er daar twee van.
De investeringen moeten zowel de productie- als de distributiecapaciteit flink verhogen. Als alle projecten slagen, zal meer dan 10 procent, goed voor 100.000 kubieke meter per dag, extra kunnen worden geleverd.
De drinkwaterbedrijven financieren dat omvangrijke pakket met eigen middelen en kijken naar de Vlaamse en Europese middelen voor relance. Die zouden een versnelde uitvoering mogelijk maken, luidt het bij AquaFlanders.
Uit een studie die Aquaflanders bestelde om de evolutie van het verbruik beter te kunnen inschatten, blijkt overigens dat het verbruik van kraantjeswater bij de huishoudens in dalende lijn is. Dat heeft wellicht te maken met het toegenomen gebruik van regenwater. We hebben het in de commissie al heel vaak gehad over het belang van sensibilisering en over meer duurzaamheid in het waterverbruik. Dat lijkt dan ook de goede richting op te gaan.
Minister, hoe staat u tegenover het investeringsprogramma van de Vlaamse drinkwaterbedrijven?
Hebt u zicht op de toewijzing van middelen uit het relancebudget zowel op Vlaams als Europees niveau om het investeringsprogramma te ondersteunen en eventueel te versnellen?
Welke gevolgen hebben de bijkomende investeringen voor de waterfactuur?
Hoe staat u tegenover de eerdergenoemde studie over het verbruik van kraantjeswater? Welke voornaamste conclusies trekt u uit het rapport?
Welke prikkels kunnen consumenten krijgen om nog rationeler om te springen met water?
Minister Demir heeft het woord.
Collega De Vroe, het is heel terecht dat u deze vraag stelt.
Het is inderdaad op onze vraag dat de waterbedrijven deze oefening hebben gemaakt. Hierbij werden de projecten opgelijst, inclusief de benodigde budgetten. Dit gebeurde met een open vizier. De opties voor samenwerking werden bekeken en benut, uiteraard ook in het belang van de belastingbetaler. Dit maakt ook deel uit van de Strategische Planning Waterbevoorrading (SPW) die op ons initiatief werd opgestart en waarvoor de regering voor de zomer groen licht heeft gegeven. In totaal doen we de komende jaren voor ongeveer 1 miljard euro investeringen, zodat we de waterbevoorrading in Vlaanderen kunnen blijven garanderen. In vergelijking met andere Europese landen scoort onze regio niet goed, maar die oefening hebben we nu dus gemaakt.
Dat plan is uiteraard dynamisch. Ik heb de drinkwatermaatschappijen bijvoorbeeld de opdracht gegeven om te onderzoeken hoe we naar een circulair watermodel kunnen gaan. Op basis van die bevindingen kan het plan worden bijgestuurd.
De concrete verdeling van de middelen van het Vlaamse relanceplan Vlaamse Veerkracht loopt momenteel nog, maar de investeringen waar u naar verwijst, dragen de drinkwatermaatschappijen zelf. Dat staat eigenlijk los van de relancemiddelen.
De betaalbaarheid van de drinkwaterfactuur maakt integraal deel uit van de SPW. De drinkwatermaatschappijen moeten voldoende aandacht besteden aan de kosten-batenefficiëntie en de duurzaamheid van de investeringen bewaken. Ik wil ook benadrukken dat de projecten een weerspiegeling vormen van een normaal investeringsregime.
Het artikel waar u naar verwijst loopt een beetje vooruit op de feiten, in die zin dat de studie naar de evolutie van het leidingwaterverbruik nog niet is opgemaakt. Dergelijke studie is natuurlijk relevant voor de opmaak en opvolging van toekomstige investeringsprogramma’s. In overleg met de Vlaamse Milieumaatschappij (VMM) neemt AquaFlanders het initiatief om hier een studie voor te lanceren. AquaFlanders heeft de opdracht al nader gedefinieerd, maar de studie moet wel nog gestart worden.
Zowel de waterbedrijven zelf als de Vlaamse overheid, onder meer via de VMM, vermelden tips om rationeel om te springen met water, die up-to-date worden gehouden met de laatste inzichten. Vele tips zijn gekend, bijvoorbeeld regenwater gebruiken waar mogelijk, een toilet met spaarknop installeren, de douchetijd beperken, wassen met een volle wasmachine enzovoort. Ook op school worden op een educatieve maar toch ludieke manier tips meegegeven aan leerlingen.
Daarnaast zijn er, zoals u weet, acties opgenomen in de Blue Deal. Ik verwijs naar de waterscans die vraag en gebruik van drinkwater in kaart brengen en die breder ingang moeten vinden, want dit is helaas niet het geval. Ik wil er ook op wijzen dat dit ook een sociale component heeft. We hebben aan de collega bevoegd voor Armoede gevraagd om het gebruik van waterscans en waterbesparende toestellen op te nemen in het armoedeactieprogramma omdat dit een heel sociale dimensie heeft. Maar we zien het wel in de praktijk, en vandaar willen we die waterscans nu wat breder uitrollen, om dat mee op te nemen in het programma.
Mevrouw De Vroe heeft het woord.
Het is inderdaad een heel belangrijk thema. We gaan weer naar de zomerperiode, we gaan dus zien wat het dit jaar met zich mee zal brengen. Het klopt wat u zegt, dat de drinkwatermaatschappijen de investeringen zelf dragen. Hun vraag was eigenlijk vooral of er nog een mogelijkheid was om via het relancebudget nog budgetten te verkrijgen om alles te kunnen versnellen. Daar heb ik niet onmiddellijk een antwoord op ontvangen.
Verder vind ik het zeer goed dat die zaken verder uitgerold worden, wat we in de commissie in het verleden al besproken hebben naar aanleiding van de zeer interessante hoorzittingen en de deal die er verder uit gekomen is. Het is belangrijk dat alles dynamisch is, waar u ook naar verwezen hebt, en dat het circulair watergebruik in de toekomst meer en meer ingeburgerd wordt in onze maatschappij. De duurzaamheid van het water is heel belangrijk. We zitten in een goede tendens, maar er moet uiteraard nog een tand bij gestoken worden.
Minister, verder wilde ik nog even informeren naar de stand van zaken van de proefprojecten van de digitale watermeter en de gesprekken hieromtrent over de tariefstructuren.
Mevrouw Perdaens heeft het woord.
Het is natuurlijk heel goed dat er geïnvesteerd wordt om op die piekmomenten extra drinkwater te voorzien. Het is ook goed dat u aangeeft dat deze huidig geplande investeringen de drinkwaterfactuur niet mogen verhogen. We moeten er natuurlijk voor zorgen dat, naast het feit dat ons drinkwater gegarandeerd is, het ook in de toekomst betaalbaar blijft. Economisch is het waarschijnlijk niet rendabel om voor enkele dagen van absolute piekmomenten, bovenop wat nu werd aangegeven, nog enorme investeringen te doen. We moeten dus ook durven kijken naar andere manieren om dat drinkwater te garanderen en het tegelijkertijd betaalbaar te houden. De VMM geeft dat ook aan: ze geven aan dat extra capaciteit slechts één manier is om naar de problematiek te kijken. Hergebruik van water zou een grotere prioriteit mogen worden. De kringloop moet gesloten worden, wat zeker economisch ook erg interessant is.
U gaf al aan, minister, dat de drinkwatermaatschappijen de opdracht gekregen hebben om te onderzoeken hoe we naar een circulair watermodel kunnen gaan. Ik vroeg mij af of er een zekere timing voor hen is opgelegd wanneer zij met eerste resultaten of voorstellen zouden moeten komen.
De heer Danen heeft het woord.
Zoals collega Perdaens net zei, zit er natuurlijk weinig rek op een waterleiding, op wat daar door kan. De productiecapaciteit is soms beperkt, wat op piekdagen voor problemen kan zorgen. Het is inderdaad niet verstandig om echt op het absolute piekverbruik voorbereid te zijn, niet omdat het niet kan, maar omdat het gewoon geweldig duur is. Voorziet u ook maatregelen om dat piekverbruik wat af te vlakken? Dat is heel belangrijk, denk ik.
Een tweede vraag gaat over de lekverliezen. Ik heb begrepen dat er goede afspraken gemaakt zijn met de watermaatschappijen om daaraan tegemoet te komen. Maar ik lees ook wel in de artikels daarrond dat men daar telkens opnieuw zegt dat het wel meevalt. Als iemand zegt dat het wel meevalt, denk ik: die probeert misschien toch onder bepaalde harde afspraken uit te komen. Blijven, wat u betreft, de afspraken daarrond gesteld?
Minister Demir heeft het woord.
Dank u wel voor de verschillende tussenkomsten. Als ik even mag teruggaan naar vorig jaar, denk ik dat het wel goed was dat de commissie daar de nodige tijd en energie in gestoken heeft, rond alles wat met water en waterbeleid te maken heeft. Heel veel zaken hebben wij ook gebundeld. Het was ook echt broodnodig. Voor mij was dat ook een heel goede oefening die de commissie gemaakt heeft. We hebben daaruit heel wat zaken meegenomen, ook in het kader van de Blue Deal. Nu zijn we dat allemaal systematisch aan het uitvoeren.
Collega De Vroe, in het kader van de relance zitten inderdaad geen investeringslijnen voor drinkwaterbedrijven. Ik was daar misschien niet zo duidelijk over. Wat we wel in de relance hebben staan, en daar hebben drinkwatermaatschappijen ook mee te maken – er is nu ook een dossier in Vlaams-Brabant – is dat, als men leidingen moet trekken, daar allerlei beroepsprocedures, enzovoort zijn. We zijn aan het kijken hoe we die periodes kunnen verkorten, zonder natuurlijk aan het recht van verdediging te komen, omdat we ook willen dat die projecten vlot worden uitgevoerd. Soms heb je immers projecten die jaren aan een stuk in procedures zitten. Daarover staat dus wel iets in de relance, maar dat heeft dan vooral met de procedure te maken.
De voorbereiding van de digitale watermeter loopt. U weet dat daar ook een proefproject rond loopt. Dat is een samenwerking van de drinkwatermaatschappijen en Fluvius.
Ook de oefening rond een hybride model van circulaire aanpak van water is opgestart. Dus ook daar gaan we afwachten wat dat geeft.
We zijn ook in gesprek met de drinkwaterbedrijven over dat piekverbruik, waarbij we zoeken naar modellen om dat piekverbruik te laten dalen. Zo hebben we ook in de Blue Deal opgenomen dat we het model van balancering ook onderzoeken voor water. Daar lopen dus heel wat gesprekken met drinkwaterbedrijven, bedrijfsfederaties, maar ook watertechnologiebedrijven.
Wat de lekverliezen betreft, collega Danen, weet ik dat dat een groot aandachtspunt is. Elke kubieke meter verlies is niet goed. Daar moeten we niet flauw over doen. Ik heb dat ook meermaals aan de heren van de drinkwatermaatschappijen – zeer speciale wereld wel – overgemaakt en daarop aangedrongen. Er gebeurt een audit van de genomen maatregelen en die zal binnenkort aan jullie worden toegelicht. Ik heb dat ook gevraagd, omdat het belangrijk is dat dat wordt toegelicht aan het parlement door de drinkwatermaatschappijen. Wij blijven er dus wel achter zitten dat men blijft investeren, ook naar nieuwe technologieën toe. Als ik mails krijg rond bepaalde technieken of innovatieve zaken waardoor men lekverliezen kan opsporen, gaan die drinkwatermaatschappijen toch ook moeten kijken. Dat is ook de boodschap die ik altijd geef aan de lieve heren van de drinkwatermaatschappijen, om daar de nodige vaart achter te zetten. Elke kubieke meter verlies die we kunnen besparen, is er een gewonnen. De audit zal dan ook binnenkort – ik weet niet of er al een datum op geprikt is – aan jullie worden toegelicht. Dat is ook belangrijk omdat dat een van de dingen was die tijdens die hoorzittingen, waarrond de commissie heel hard gewerkt heeft, naar boven zijn gekomen. Ik vind dat dus niet meer dan normaal. Naar aanleiding daarvan heb ik gezegd dat we een audit gingen doen.
Ik heb begrepen dat er sinds kort ook een dame is bij de drinkwatermaatschappijen, het zijn dus niet alleen heren.
Mevrouw De Vroe heeft het woord.
Nu daar een dame is, gaat daar veel veranderen, minister. Dank u wel voor uw reactie, en dank aan de collega’s voor de verdere vraagstellingen. Het is een thema dat regelmatig en heel terecht in de commissie aan bod komt. We hebben daar heel interessante hoorzittingen over gehad. Minister, dat zal zeer zeker binnenkort opnieuw op de agenda staan.
Ik denk ook dat dit interessant is, en dat wil ik misschien nog meegeven: onder meer in mijn eigen gemeente hebben wij op de laatste gemeenteraad een heel interessant reglement goedgekeurd ten aanzien van onze inwoners met betrekking tot bronbemalingen en water dat door onze inwoners aangekocht zal kunnen worden. Ik denk dat er nog wel gemeenten zijn die vernieuwende, innovatieve, misschien kleinere initiatieven nemen, maar die toch wel in droogte heel belangrijk zijn. Misschien is het wel interessant die zaken op te pikken en die kennis te delen onder de gemeenten. Dat is misschien een kleine tip. Dan is bij deze mijn slotwoord afgehandeld.
De vraag om uitleg is afgehandeld.