Verslag vergadering Commissie voor Welzijn, Volksgezondheid, Gezin en Armoedebestrijding
Verslag
– Wegens de coronamaatregelen werd deze vraag om uitleg via videoconferentie behandeld.
Mevrouw Blancquaert heeft het woord.
Voorzitter en collega’s, ik wil jullie bedanken omdat ik vandaag aanwezig mag zijn in deze commissie.
Minister, zoals u ongetwijfeld wel weet, was 6 februari 2021 de internationale dag tegen de genitale verminking van vrouwen. Ondanks het verbod en onze westerse samenleving is dit ook in Vlaanderen nog steeds, jammer genoeg, een veelvoorkomend probleem. Een van de oorzaken van deze stijgende problematiek is de toename van migranten afkomstig uit landen waar dit toegepast wordt.
De meerderheid van de slachtoffers komt uit Guinee, Somalië, Egypte, Ethiopië en Ivoorkust. In Vlaanderen alleen al zou het gaan om 11.000 vrouwen die reeds besneden zijn of het risico lopen om besneden te worden. Vaak gaat dat om zeer jonge meisjes, jonger dan 15 jaar. Op Vlaams niveau worden al een aantal initiatieven genomen in de strijd tegen genitale verminking. Zo wordt GAMS vzw door de Vlaamse overheid als gezinsondersteunend aanbod ter preventie van vrouwelijke genitale verminking erkend en gesubsidieerd. Er wordt ook verwacht dat GAMS regionale inloopmomenten organiseert in elke provincie. Daarnaast bieden de verschillende Centra Algemeen Welzijnswerk (CAW’s) ook hulp aan slachtoffers van eergerelateerd geweld.
Naar aanleiding van deze dag kondigde het federale niveau reeds aan te onderzoeken hoe groot het probleem net is en wat de achtergrond van de slachtoffers is. Ook zou er ingezet worden op vorming en opleiding van medewerkers in asielcentra.
Minister, hopelijk blijft Vlaanderen niet achter en zal ook Vlaanderen initiatieven nemen om deze problematiek met wortel en al uit te roeien. Het is zeer belangrijk dat er daadkrachtig opgetreden wordt tegen dit fenomeen, zowel op het vlak van preventie als op het vlak van keiharde bestraffing.
Ik heb dan ook de volgende vragen voor u, minister.
Zult u betrokken worden bij het onderzoek op federaal niveau naar de prevalentie van dit probleem? Zo ja, op welke manier? Zo nee, waarom niet?
Welke initiatieven zult u op Vlaams niveau nemen naar aanleiding van de internationale dag tegen vrouwelijke genitale verminking?
Hoe zal er aan deze problematiek aandacht gespendeerd worden in het nieuwe nationale actieplan ter bestrijding van gendergerelateerd geweld? Welke acties wilt u als minister hiervoor, vanuit Vlaams niveau, zeker in laten opnemen?
Organiseert GAMS vzw in elke Vlaamse provincie al inloopmomenten? Zo nee, waar ontbreken die nog en hoe wordt hieraan tegemoetgekomen?
Minister Beke heeft het woord.
Collega, het laatste nationale dataonderzoek dateert van 2016, de cijfers werden gepubliceerd in 2018. Dit was een eenmalig onderzoek met steun van het Instituut voor de gelijkheid van vrouwen en mannen en de FOD Volksgezondheid. Kind en Gezin werd nauw betrokken bij het vorige onderzoek. We zullen ook nu, indien dat past in de onderzoeksopzet, graag meewerken. We nemen geen specifiek initiatief vanuit de Vlaamse overheid, maar we ondersteunen uiteraard wel de diverse partners die hierrond actief zijn.
Het nationaal actieplan ter bestrijding van gendergerelateerd geweld wordt gecoördineerd door het Instituut voor de gelijkheid van vrouwen en mannen. Het plan is nog niet gefinaliseerd. Tot nog toe hebben wij alvast twee acties geformuleerd met betrekking tot de strijd tegen genitale verminking. Enerzijds zullen we het werk van de betrokken niet-gouvernementele organisaties en middenveldorganisaties die actief betrokken zijn bij de strijd tegen genitale verminking ondersteunen. We zullen met name een structurele financiering toekennen aan GAMS voor verdere expertiseontwikkeling op het vlak van vrouwelijke genitale verminking en eergerelateerd geweld. Daarnaast zullen we zorgen voor voortgezette opleidingen voor professionals omtrent deze problematiek. We zullen onder meer nieuwe medewerkers van de lokale teams van Kind en Gezin opleiden in het thema kindermishandeling, met aandacht voor partnergeweld en vrouwelijke genitale verminking.
GAMS is op heden reeds zes jaar structureel actief in Vlaanderen, naast Brussel en Wallonië, met de oprichting van de Helpdesk Vlaanderen. Begin 2018 werd de werking in Vlaanderen uitgebreid met een inloopspreekuur in Gent en sinds midden 2019 met een werking in Leuven. Zowel in Antwerpen als in Gent en in Leuven wordt GAMS momenteel ondersteund op stedelijk niveau door middel van een afsprakennota.
Om een kwaliteitsvolle en laagdrempelige ondersteuning en preventie te kunnen blijven bieden, is er de ambitie en de verwachting dat GAMS regionale inloopmomenten organiseert in elke provincie en die verankert binnen de werking van de Huizen van het Kind. Op die manier kunnen ze zich preventief richten op families en de ouders of toekomstige ouders in heel Vlaanderen en Brussel.
GAMS engageert zich dan ook sinds het begin van zijn erkenning om ook in West-Vlaanderen en Limburg een samenwerking op te starten met de Huizen van het Kind in de regio’s die een diverse doelgroep bereiken: Kortrijk en Hasselt. Er werden hiertoe concrete stappen gezet die verder opgevolgd worden in het kader van de reguliere opvolging door het agentschap Opgroeien.
Mevrouw Blancquaert heeft het woord.
Minister, dank u voor uw antwoord. Ik ben een beetje teleurgesteld dat de Vlaamse overheid hier geen eigen initiatieven zal nemen in de strijd tegen de problematiek. Maar ik ben wel blij te horen dat er wel voldoende financiële steun zal zijn voor GAMS en consoorten.
U zegt dat toekomstige ouders hier in Vlaanderen nog zouden moeten worden ingelicht dat dergelijke walgelijke praktijken geen plaats hebben in onze samenleving. Daar stel ik mij toch vragen bij. Minister, ik haalde in het begin van mijn vraag aan dat we hier in een westerse samenleving leven. Ik denk dat iedereen het daarover eens is. In deze westerse samenleving komt het probleem van vrouwelijke genitale verminking van nature niet voor. De toename van migranten zorgt ervoor dat je vandaag in een Vlaams Parlement moet debatteren over een dergelijke verminking. Dat is uiteraard het gevolg van het lakse en linkse opengrenzenbeleid dat momenteel jammer genoeg al lange tijd wordt gevoerd, onder meer door veel partijen die in deze commissie aanwezig zijn. Minister, welke stappen zult u, vanuit uw bevoegdheid als Vlaams minister, met uw federale collega ondernemen om deze problematiek en de bijbehorende welzijnsproblemen volledig te weren uit onze samenleving?
Mevrouw Sleurs heeft het woord.
Minister, we zijn zeer tevreden met de blijvende structurele ondersteuning en subsidiëring van GAMS binnen Kind en Gezin. Dat is een absolute noodzakelijkheid.
Naar aanleiding van een mondelinge vraag in oktober 2020 hebt u het gehad over samenwerkingsverbanden in andere steden. Ik heb het misschien niet goed gehoord, maar hoe staat het met de andere inloopmomenten, buiten Kortrijk en Hasselt? Zijn er nog andere steden of gemeenten?
Hebt u zicht op het jaarverslag van GAMS, dat al in 2020 zou afgeleverd worden? Hebt u er zicht op wanneer het er zou zijn of geweest zijn?
Els Van Hoof heeft in het federale parlement een voorstel van resolutie ingediend. Zij wenst de referentiecentra voor genitale verminking uit te breiden. Heeft u daar een bepaalde visie op? Hoe zal Vlaanderen die inbeddingen samen met de zorgcentra voor seksueel geweld beter op elkaar afstemmen? Wat is uw visie daarover?
Mevrouw Groothedde heeft het woord.
Het is goed dat hierover wordt nagedacht en dat er actie wordt ondernomen. Het is ook goed, minister, dat u GAMS blijft ondersteunen, en dat er aan preventie wordt gedaan juist bij mensen die zwanger zijn. Het is wanneer ouders zwanger zijn dat ze gaan nadenken over hoe ze het ouderschap gaan aanpakken. Dat zijn ook de momenten dat mensen gevoelig zijn voor argumenten, wanneer ze hun ouderschapsstijl vormgeven.
Als het gaat over meisjes toelaten in ons land, wat uiteraard een federale aangelegenheid is, valt het wel op dat wie bedreigd wordt met genitale verminking, wel humanitaire bescherming geniet, maar dat hun ouders dat op dit moment niet genieten.
Minister, mijn vraag aan u is dus of u daarover in contact bent met uw federale collega en of er een humanitaire bescherming zal worden geboden tegenover de ouders van zulke meisjes.
Minister Beke heeft het woord.
Collega’s, dit is een belangrijke problematiek, waarbij er ook sprake is van verschillende verantwoordelijkheden. Ik kan me inbeelden dat sommigen graag het debat zouden voeren over migratie, maar dat is een debat dat niet in deze commissie hoort, denk ik. Dat is federaal. Er zijn belangrijke luiken inzake integratie en inburgering. Daarvoor wil ik verwijzen naar collega Somers.
Wat het rapport van GAMS over dat werkingsjaar 2019 betreft, of 2020: dat hebben wij nog niet.
Mevrouw Blancquaert heeft het woord.
Minister, dank u voor uw toch wel zeer korte antwoord, al was het niet meteen een antwoord op mijn bijkomende vraag. Ik denk dat u wél in de correcte positie zit om alleszins toch in contact te treden met uw federale collega’s, dus ik vind het een beetje een flauw antwoord. Jammer genoeg ben ik het al enigszins gewoon dat, als ik u vragen stel, u graag de hete aardappel doorschuift. We zullen de problematiek zeker blijven opvolgen.
Collega Groothedde, inzake wat u daarnet vertelde over de humanitaire bescherming voor de ouders; ik denk dat ouders die ervan overtuigd zijn dat hun dochters op dergelijke manier mogen worden verminkt, allesbehalve bescherming verdienen, maar keihard moeten worden bestraft. Dat is toch alleszins waar onze samenleving voor staat.
De vraag om uitleg is afgehandeld.