Verslag vergadering Commissie voor Mobiliteit en Openbare Werken
Vraag om uitleg over de recente verkeersveiligheidsbarometer van Vias institute
Verslag
– Wegens de coronamaatregelen werden deze vragen om uitleg via videoconferentie behandeld.
Mevrouw Moors heeft het woord.
Voorzitter, minister, collega’s, onlangs werd de verkeersveiligheidsbarometer 2020, die Vias institute op basis van gegevens van de federale politie opmaakt, gepubliceerd. Hoewel de resultaten voor 2020 zonder twijfel sterk beïnvloed zijn door de coronamaatregelen, is het toch belangrijk om die resultaten met een kritisch oog te analyseren.
Volgens de verkeersveiligheidsbarometer daalden het aantal doden en het aantal gewonden op onze wegen in 2020 ten opzichte van 2019 respectievelijk met 22 en 23 procent. Maar zelfs met die daling werd de nationale doelstelling om het aantal verkeersdoden te halveren tussen 2010 en 2020, niet bereikt. We komen daarbij namelijk uit op een daling van 40 procent. Om de Vlaamse ambitie van nul verkeersdoden tegen 2050 te halen, zal er dus toch nog een extra inspanning moeten worden geleverd.
Er moeten ook enkele tendensen sterk in de gaten worden gehouden. Zo was er in Vlaanderen een lichte stijging van het aantal fietsdoden, vooral ongevallen met een elektrische fiets. En doordat er harder werd gereden omdat er minder verkeer was, was de ernst van de ongevallen ook groter, en nog nooit zo hoog als de laatste 10 jaar.
Wat is uw reactie, minister, op de resultaten van de Verkeersveiligheidsbarometer 2020 van Vias?
Zult u in deze context contact opnemen met uw federale collega?
Mevrouw Lambrecht heeft het woord.
Minister, de meest recente verkeersveiligheidsbarometer van Vias institute toont aan dat het aantal doden op onze wegen vorig jaar met 22 procent is gedaald ten opzichte van 2019. In 2020 vielen er 134 minder doden en 10.000 minder gewonden in het verkeer vergeleken met het jaar ervoor. Specifiek voor Vlaanderen vallen er 64 minder verkeersdoden. Net zoals bij de vorige barometer kan de daling verklaard worden door de coronamaatregelen, die ervoor zorgden dat we ons minder verplaatsten. Vias merkt ook op dat er vooral een daling is in het aantal verkeersslachtoffers in maart, april en in november en december. In september vielen we al terug op de cijfers van 2019, op het vlak van aantal doden. Deze daling is wel nog steeds niet genoeg om een halvering van het aantal verkeersdoden tussen 2010 en 2020 te bereiken. We komen nu uit op een daling van 40 procent, dus er is nog werk aan de winkel.
Wel zien we een aantal tendensen bij het soort slachtoffers, die ook uit de vorige enquête te halen waren. Het aantal fietsdoden steeg naar 71 in 2020, 3 meer dan het jaar ervoor. De stijging ligt volgens Vias vooral bij de fietsers die ouder zijn dan 70 jaar en die met een elektrische fiets op pad zijn. In 2020 vielen er in deze categorie 16 doden, 7 meer dan het jaar ervoor. Die stijging komt er natuurlijk, omdat er meer oudere mensen zijn die actief blijven fietsen, juist omdat het met de elektrische fiets mogelijk is. Ook het aantal letselongevallen met elektrische fietsen steeg met 5,5 procent in Vlaanderen. Dit wijst erop dat er het best toch acties rond verkeersveiligheid, gericht op ouderen, zouden ondernomen worden.
Ook zien we dat er opnieuw weer zwaardere ongevallen voorkomen op de autosnelwegen. Doordat er minder verkeer is, rijden de mensen blijkbaar sneller en zijn de ongevallen zwaarder. Vias registreerde 42 doden per 1000 letselongevallen in 2020, tegenover 32 doden per 1000 letselongevallen de voorbije jaren.
Dit zijn verontrustende vaststellingen waar het beleid zeker op moet reageren.
Ten eerste, minister, hoe evalueert u de resultaten van deze enquête?
Ten tweede, de fietsersbond stelt voor dat er meer middelen zouden worden vrijgemaakt voor fietseducatie met elektrische fietsen. Hoeveel middelen werden het afgelopen jaar geïnvesteerd in fietseducatie, specifiek voor oudere mensen met elektrische fietsen? Plant u in de toekomst nog verdere investeringen in fietseducatie, specifiek gericht op deze oudere mensen?
En mijn laatste vraag: zult u laten onderzoeken wat de oorzaken zijn voor fietsongevallen en hoe deze in de toekomst vermeden en voorkomen kunnen worden?
Minister Peeters heeft het woord.
Dank u wel. Inderdaad, de resultaten van Vias interesseren ons zeker altijd en verkeersveiligheid is en blijft uiteraard een zeer belangrijk aspect. Jaar na jaar geconfronteerd worden met slechte cijfers, daar moeten we zeker allemaal heel attent voor zijn en blijven.
Jullie hebben het al gezegd: 2020 was sowieso een speciaal jaar, met een heel vertekend beeld inzake verkeer. We hebben uiteraard alle aandacht besteed aan die verkeersongevallencijfers, en we moeten die cijfers in de juiste context analyseren.
We zien enerzijds een daling van bijna 20 procent in het aantal letselongevallen in Vlaanderen. Dat is goed nieuws, maar anderzijds zijn de absolute cijfers nog altijd te hoog. Daar zullen we inderdaad op moeten blijven werken, op blijven focussen. Er is ook het grote aantal ongevallen op onze snelwegen, inderdaad vaak te wijten aan overdreven snelheid, omdat er minder druk verkeer was. Ook belangrijk was het grote aantal ongevallen inzake de filestaartaanrijdingen op de E17, dat ook meermaals in het nieuws is gekomen. Kortom, spijtige cijfers, waaraan we alle aandacht moeten blijven geven.
Nu, we zijn op dit ogenblik volop bezig met het opmaken van ons ambitieus verkeersveiligheidsplan. We hebben daarover al met heel wat stakeholders samengezeten, mensen uit het wetenschapsveld, experten. We hebben ook met alle lokale besturen en lokale politiediensten samengezeten. We hebben daaromtrent verkeersveiligheidstafels georganiseerd, om zodoende een zo breed mogelijk draagvlak te hebben, en ook om zoveel mogelijk input te krijgen inzake aspecten van verkeersveiligheid.
We focussen daar echt op een aantal SMART-doelstellingen (specifiek, meetbaar, acceptabel, realistisch en tijdsgebonden) en op een aantal key performance indicators (KPI’s), maar ook op de monitoring en evaluatie. We stellen immers vast dat dit in het verleden misschien te weinig is gebeurd. Uiteraard moeten we ook tijdig bijsturen. Ik hoop in elk geval dat we in de zomer van dit jaar een geactualiseerd verkeersveiligheidsplan hebben. Ik vind dat de opmaak van een dergelijk plan geen jaren moet duren. We moeten bijschakelen, de cijfers zijn niet goed en dus moeten we handelen.
Mevrouw Lambrecht, u hebt nog een aantal specifieke vragen gesteld over de middelen voor fietseducatie met focus op de oudere doelgroepen.
Om weggebruikers op een eigentijdse en aangepaste manier te informeren startte de Vlaamse Stichting Verkeerskunde (VSV) in 2016 een informatieplatform over verkeer en mobiliteit op www.veiligverkeer.be. Deze website ontsluit op een bevattelijke manier de nodige informatie. De bezoekers vinden er duidelijke teksten en beelden, filmpjes en grafieken, waarmee zij verder aan de slag kunnen. Ook veilig fietsen komt aan bod. In 2021 mikt de VSV op 750.000 raadplegingen door 400.000 unieke bezoekers. De site kost jaarlijks ongeveer 65.000 euro.
Daarnaast bieden we vanuit de Vlaamse overheid via de VSV lessen over veilig fietsen aan. Een vereniging, gemeente of stad kan leden, vrijwilligers of inwoners laten deelnemen aan een workshop ‘Veilig op een veilige fiets’. De workshops kunnen digitaal worden bekeken op www.workshopsveiligverkeer.be. Men kan daar reserveren om te kunnen participeren. De VSV legt daarbij de focus op de iets minder jonge fietsers. Zij werken daarvoor samen met de Kristelijke Werknemersbeweging (KWB) en OKRA. Daarvoor is een bedrag begroot van 89.000 euro.
Bedrijven kunnen terecht in het safe2work-aanbod en op de website www.safe2work.be van de VSV, met specifieke aandacht voor veilig woon-werkverkeer en dienstverplaatsingen. Het gaat onder meer over volgende projecten ‘Slim op de speedpedelec’, ‘Slim op de e-bike’ en ‘Safe2bike’. Als gevolg van corona was 2020 een iets minder goed jaar, maar voor 2021 wil de VSV 220 workshops organiseren voor 3000 werknemers. Daar ligt het kostenplaatje iets hoger, namelijk 295.000 euro.
Het verkeersveiligheidsplan dat er staat aan te komen, focust op alle leeftijdscategorieën.
Een diepteonderzoek naar de oorzaken van de fietsongevallen staat op de onderzoeksagenda en zal binnenkort van start gaan. Net als u vind ik dit zeer belangrijk. We zien tal van ongevallen waarbij sommigen mensen helaas het leven laten en waar anderen zware letsels aan overhouden. Het is uiteraard ook belangrijk te weten wat de oorzaak is – de infrastructuur, het gedrag, een combinatie van beide? – en om bij te sturen.
Mevrouw Moors, u had nog een vraag over het contact opnemen met de federale collega. Het Vias Institute is sowieso een federale instantie. Ik ben alleszins blij dat zij in hun cijfers altijd zeer duidelijk de opdeling maken voor de verschillende gewesten. Uiteraard zit ik meer dan eens samen met mijn federale en met de gewestelijke collega’s. Elke twee maanden zitten wij samen met de andere ministers van Mobiliteit om te bekijken waar we intenser kunnen samenwerken en welke issues er zijn in alle andere gewesten en waar er al dan niet een taak is weggelegd voor het federale niveau. Dat overleg is dus zeer nauw. Ik ben er blij mee. We kunnen daar van gedachten wisselen. Het is bijvoorbeeld interessant voor wat wij nog niet kennen en de andere gewesten wel.
Mevrouw Moors heeft het woord.
Minister, dank u wel voor het uitgebreide antwoord. Ik heb er nota van genomen dat u bijzondere aandacht hebt voor de verkeersveiligheid. Dat verheugt mij. Ik kijk uit naar de opmaak van het verkeersveiligheidsplan, dat u aankondigt voor deze zomer.
Mevrouw Lambrecht heeft het woord.
Ik heb twee bijkomende vragen, minister, en het kan aan mij liggen dat ik het niet gehoord heb, want uw antwoord was zeker uitgebreid.
Ik heb begrepen dat de opmaak van het verkeersveiligheidsplan volop bezig is. Maar ik begreep niet of het deze of volgende zomer klaar zal zijn, dus volgend jaar.
U vindt het diepteonderzoek naar de oorzaken van fietsongevallen heel belangrijk. Wij vinden dat ook allemaal. Dat start binnenkort. Hoelang zal het lopen en wanneer worden daarvan de resultaten verwacht?
De heer Keulen heeft het woord.
Voorzitter, minister en goede collega’s, ik heb twee bedenkingen.
Minister, ik moet u er niet van overtuigen dat de fiets om vele redenen een belangrijke hefboom is in het mobiliteitsbeleid. We hadden het gisteren over het stikstofvraagstuk dat Vlaanderen belaagt. Een van de sectoren die iets zal moeten doen is zeker ook het transport. Als je weet dat meer dan de helft van de verplaatsingen plaatshebben over een afstand van minder dan 5 kilometer, dan is de fiets een alternatief. Minister, u hebt 335 miljoen euro om te investeren in fietspaden. Dat is fantastisch. Maar er is ook de fietsveiligheid. En daar is het, denk ik, vooral belangrijk om de oudere groepen onder meer via OKRA het besef van bijscholen, omscholen en vorming bij te brengen, omdat je nu eenmaal een bepaald soort behendigheid moet hebben om om te kunnen gaan met de elektrische fiets, in functie van de te verwerven snelheid. Dat speelt die mensen parten, want het gaat plotseling heel hard. Bij verkeerseducatie denken we allemaal spontaan aan het jonge publiek en aan kwesties zoals weekenddoden. Maar we moeten ook de ouderen meekrijgen. Oudere mensen moeten zich scholen om om te kunnen gaan met de nieuwe technologie op iets zo basic als een fiets, zo oud als de weg naar Rome bij wijze van spreken, de elektrische fiets. Je moet alle kanalen daartoe gebruiken, zoals OKRA, maar ook nog andere. En je moet ook met mediatieke campagnes die mensen daarvan doordringen. Dat besef is nog onvoldoende aanwezig. Verkeerseducatie is er met andere woorden, minister, voor alle generaties.
De heer Bex heeft het woord.
Ik dank de collega’s om dit thema op de dagorde te zetten. Wij vinden de inzet op verkeersveiligheid allemaal superbelangrijk. Samen met collega Lambrecht kijk ik heel hard uit naar de hoorzittingen die we hebben gepland over de veiligheid in de woonkernen. We willen daar ons voorstel bespreken om 30 kilometer per uur in te voeren in de bebouwde kom.
Minister, ik ben zeer blij met dat verkeersveiligheidsplan en met de aankondiging van dat diepteonderzoek naar de oorzaken van fietsongevallen. Ik wou graag een olifant in de kamer vermelden. Vier op de tien wagens die vandaag worden verkocht zijn sports utility vehicles (SUV’s). Wagens in het algemeen worden steeds zwaarder. Een VW Golf weegt vandaag bijvoorbeeld 500 kilogram meer dan veertig jaar geleden.
Dat betekent dat inspanningen om ons autopark te vergroenen voor een stuk teniet worden gedaan door die steeds zwaardere auto’s, maar dat heeft vooral een impact op de verkeersveiligheid. Als je wordt aangereden door zo’n SUV, dan zijn je overlevingskansen veel kleiner dan wanneer je door een kleinere wagen wordt aangereden. Mijn vraag is of u van plan bent om zowel in het verkeersveiligheidsplan als in het diepteonderzoek over de oorzaak van fietsongevallen specifiek op te nemen dat er ook moet worden gekeken naar de impact van de steeds zwaardere auto’s in het verkeer.
Minister Peeters heeft het woord.
Mevrouw Lambrecht, ik zou het verkeersveiligheidsplan inderdaad in de zomer willen afronden. Ik neem nu misschien een risico, want als ik dat niet afrond, dan krijg ik daar verwijten over, maar het is alleszins mijn betrachting dat ik dat in de zomer klaar heb. We hebben daar al heel wat voorbereidend werk voor gedaan, maar het is de bedoeling dat we dat in de zomer zullen hebben, niet vanwege het parlementaire reces of zo. Zodra het klaar is, wordt het uiteraard ter beschikking gesteld en mijn bedoeling is om dat zo snel mogelijk te doen, want ik denk dat het nodig is.
Wat betreft uw vraag over het diepteonderzoek weet ik dat het diepteonderzoek over de fietsongevallen op de onderzoekagenda staat en dat daarvoor alles klaar is. Daar kan men gebruik van maken. Ik weet wel niet de juiste datum of timing. Ik zal dat navragen, maar daarop moet ik u vandaag helaas het antwoord schuldig blijven.
Mijnheer Keulen, het is inderdaad heel belangrijk dat we blijven focussen op alle doelgroepen. Bij rij- of fietsopleidingen denken we heel vaak aan jonge kinderen. Daarom doet de Vlaamse Stichting Verkeerskunde heel wat nuttig werk richting scholen, onze jonge kinderen. Maar die andere doelgroepen zijn ook belangrijk. Ik vind het goed dat men daarvoor kijkt naar talrijke workshops, ook online. Die staan ook voor heel wat verenigingen ter beschikking. Maar er is ook de samenwerking met organisaties als de Kristelijke Werknemersbeweging (KWB) en OKRA en ze gebruiken dat ook vrij veel. Ik denk dat dat een goede zaak is om op die manier alle aandacht te blijven vestigen op dat veilig fietsen. Een elektrische fiets is misschien snel gekocht, maar de risico’s aanpakken is ook een belangrijk verhaal.
Mijnheer Bex, het klopt dat de nieuwere auto’s of de auto’s die nu op de markt komen, vaak zwaardere auto’s zijn. Anderzijds is er een positief element bij die nieuwere auto’s: de meeste nieuwe auto’s zijn uitgerust met een Advanced Driver Assist System (ADAS-systeem), waarmee ze veel sneller problemen detecteren. Het is natuurlijk een goede zaak dat de evolutie in het datamanagementsysteem en dergelijke volop mee geïntegreerd wordt in die nieuwe voertuigen. Maar los daarvan, moeten we zeker rekening houden met de impact van een zwaarder voertuig op een fietser of een kwetsbare weggebruiker. Dus opnieuw alle hens aan dek voor meer verkeersveiligheid. Ik weet dat jullie dat allemaal mee hoog in het vaandel hebben. We blijven daarop inzetten en ik apprecieer zeker ook de vragen die daarover worden gesteld.
Mevrouw Moors heeft het woord.
Dank u wel, minister, voor uw uitgebreide uitleg. Zoals al zei, kijk ik uit naar het veiligheidsplan dat eraan zit te komen.
Mevrouw Lambrecht heeft het woord.
Dank voor het antwoord. Ik wil gewoon weten of ik daarvoor een nieuwe schriftelijke vraag moet indienen om de timing van het diepteonderzoek te kennen, of wilt u het me laten toesturen?
Ik vraag het aan de administratie en dan laat ik de laatste stand van zaken weten.
Dan dien ik geen vraag in. Die fietseducatie waarover we het hadden, is inderdaad nuttig voor alle leeftijden, mijnheer Keulen, maar voor de zeventigplussers blijkbaar nog net iets nuttiger. Daarnaast zitten we terug bij – en de vragen gaan daar straks over – de nodige goede fietsinfrastructuur en de beheersing van de snelheidslimieten die essentieel zijn. Het is een en-enverhaal. Als de slogan van deze commissie ‘alle hens aan dek voor meer verkeersveiligheid’ wordt, dan kan ik me daar heel goed in vinden.
De vragen om uitleg zijn afgehandeld.