Verslag vergadering Commissie voor Cultuur, Jeugd, Sport en Media
Verslag
– Wegens de coronamaatregelen werd deze vraag om uitleg via videoconferentie behandeld.
De heer Janssens heeft het woord.
Minister, aan parlementaire vragen over motorcross ligt zelden goed nieuws ten grondslag. Integendeel, ze komen meestal aan bod als er weer eens een crossterrein dreigt te verdwijnen. Dat was de voorbije jaren steeds vaker het geval. In de jaren 90 waren er in Vlaanderen nog meer dan 100 motorcrossterreinen. Nu recent ook die omgevingsvergunning van het HondaPark in Balen-Olmen werd vernietigd na de klacht van één buurtbewoner en de lokale natuurvereniging, blijven er nog slechts 3 over in Vlaanderen: Genk, Lommel en Lille. In vergelijking met bijvoorbeeld de 65 crossterreinen van onze noorderburen is dat aantal echt bijzonder laag. In Balen is de verontwaardiging dan ook groot. Het terrein werd in de jaren 70 opgericht door de intussen betreurde motorcrosser Eric Geboers en is volgens het gemeentebestuur ook een deel van het DNA van de gemeente. In een duidelijk persbericht van het lokale bestuur pleitte men ervoor dat het motorcrossterrein in Olmen moest blijven, en dat om verschillende redenen: de uitbaters van het terrein bieden de mogelijkheid aan personen met een beperking om aan motorcross te doen, het is een trainingsplaats voor vele amateurcrossers en crossers van wereldniveau en het crossterrein zorgt ervoor dat er minder aan wildcrossen gedaan wordt in de omliggende natuur.
Nu er dus alweer een Vlaams motorcrossterrein dreigt te verdwijnen, zal het moeilijker en moeilijker worden om een geschikte crossplaats te vinden en is er inderdaad een toenemende kans op wildcrossen op plaatsen waar dat niet is toegelaten. De gemeente Balen heeft dan ook de Vlaamse overheid opgeroepen om haar volle medewerking met prioriteit te verlenen, zodat dit dossier zo snel mogelijk weer in orde gebracht kan worden en men in Balen kan blijven genieten van een sport die daar blijkbaar in het DNA zit, maar ook in het DNA van veel andere Vlamingen, en die voor ons land bovendien ook al vele kampioenen heeft voortgebracht en ook nog zal voortbrengen, tenminste als we daar de gelegenheid toe bieden.
Op 8 februari was er dat arrest van de Raad van State, dat mijns inziens de kwestie van het HondaPark wel overstijgt en een zwaard van Damocles dreigt te zijn voor de motorsport in Vlaanderen in het algemeen. Dat arrest is niet meer of niet minder dan een echte vuistslag in het gezicht van de honderdduizenden motorcrossliefhebbers in Vlaanderen, maar ook ver daarbuiten. Wat is het gevolg van dat arrest? De Vlaamse Regering heeft in ‘99 met het Vlaams reglement betreffende de milieuvergunning II (VLAREM II) bepaald dat de geluidsnormen die in dat VLAREM zijn opgenomen, niet gelden voor omlopen met motorvoertuigen. De Raad van State oordeelt nu dat dat besluit buiten werking moet worden gesteld omdat het strijdig is met het standstillprincipe inzake milieubeleid.
Goed, dit hoort wat meer in de korf van uw collega-minister Demir thuis, daarom had ik deze vraag bij beide ministers ingediend: zowel bij u als bij minister Demir. Hoe ziet u nu de situatie? Welke oplossingen ziet u na dat arrest van de Raad van State? Zal de Vlaamse Regering ingaan op de oproep van de gemeente Balen om dit dossier zo snel mogelijk in orde te brengen? Welke stappen onderneemt u om over heel Vlaanderen voldoende motorcrossterreinen te kunnen voorzien? Lopen er momenteel vergunningsaanvragen voor nieuwe motorcrossterreinen? Hoe worden die aanvragen geëvalueerd?
Minister Weyts heeft het woord.
Dat arrest heb ik ook bekeken, samen met collega Demir. Wat is het concrete gevolg? De beroepsprocedure voor die milieuvergunning moet weer worden opgestart, er moeten opnieuw adviezen worden gevraagd aan de betrokken adviesinstanties. En de gewestelijke milieuvergunningscommissie en finaal minister Demir moeten een nieuwe beslissing nemen over de vergunningsaanvraag.
Bij de herneming van de procedure moeten de vernietigingsmotieven van de Raad van State in overweging genomen worden. Die moeten natuurlijk beantwoord worden. De Raad van State is onder meer van oordeel dat het betrokken artikel van VLAREM II, dat stelt dat de geluidsnormen van het VLAREM niet gelden voor omlopen voor motorvoertuigen en motorvaartuigen, het standstillbeginsel zoals vermeld in het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid schendt. De Raad van State is van mening dat die bepaling niet langer toegepast kan worden in deze concrete zaak. Dat moet dus buiten beschouwing gelaten worden. De administratie onderzoekt of en hoe dit nog te remediëren valt binnen deze procedure.
Die VLAREM-bepaling dateert van 1999. Meer dan twintig jaar later wordt die door de Raad van State in vraag gesteld, wat toch nogal onverwacht is. Het creëert ook heel wat rechtsonzekerheid, en het zorgt begrijpelijkerwijze voor heel wat onrust binnen de sector. Voor de motorsportfederatie is HondaPark een belangrijk circuit, denk ik, waar ook internationale wedstrijden gehouden worden. Dat is absoluut niet niets. Het is een sector die we ook genegen zijn, die we maximaal willen ondersteunen bij het zoeken naar oplossingen. Ik werk daarvoor samen met collega Demir.
We kunnen de uitspraken van de Raad van State natuurlijk niet terugdraaien, maar dat wil niet zeggen dat we die zomaar ondergaan. Waar oplossingen mogelijk zijn, zullen we die kansen niet onbenut laten. Naar aanleiding van dit arrest hebben we samen de opdracht gegeven aan de administratie om te zoeken naar een rechtszekere oplossing voor deze problematiek. Dat is dan vooral de administratie van minister Demir, aangezien het echt gaat over ruimtelijke ordening, milieuregelgeving, vergunningen allerhande.
Deze uitspraak is zeker en vast een opdoffer voor de motorcrosssector, waar al wat klappen gevallen zijn. Dat maakt het moeilijk om nog MX-terreinen te hebben in Vlaanderen, laat staan om dat te gaan uitbreiden. In het verleden zijn er grondige oefeningen gebeurd om een zoektocht te organiseren naar extra terreinen en heeft men gekeken naar opportuniteiten bij militaire domeinen, bij havens en bij ontginningsgebieden, zonder al te veel resultaat. Na bijna twintig jaar inspanningen hebben we moeten vaststellen dat er tot op vandaag geen nieuwe trainingslocaties voor motorcross gevonden zijn, en dit om verschillende redenen: geluidsoverlast, strijdigheid met natuurregelgeving, geen lokaal draagvlak, een te beperkte oppervlakte, enzovoort.
Men heeft uiteindelijk vastgesteld dat men in eerste instantie moet bekijken hoe we de bestaande terreinen kunnen behouden. Maar nu komt ook dat weer onder druk te staan door die uitspraak van de Raad van State. We blijven de opportuniteiten bekijken die zich aandienen, maar de eerlijkheid gebiedt mij te zeggen dat die in de praktijk uitermate beperkt zijn.
Is dit zuiver een verhaal van kommer en kwel? Neen, ik zie ook positieve evoluties en opportuniteiten. Denk bijvoorbeeld aan innovatieve evoluties zoals elektrocross, dat wel wat perspectief biedt. Het is belangrijk dat de sector die evoluties ook met beide handen aangrijpt om actief naar oplossingen te zoeken, zodat we de toekomst van de motorcross in Vlaanderen kunnen vrijwaren. Ik zie dat er vanuit diverse hoeken heel wat kritische reacties komen. Maar er ontstaat ook een mentaliteit waarbij motorcrossers, met ook monumenten als Joël Smets, zeggen dat we dit moeten aangrijpen om niet het hoofd te laten zakken, en meer dan ooit de krachten te verenigen, om naar concrete oplossingen te zoeken voor de diverse parken en omlopen die vandaag bestaan.
Mijnheer Janssens, u hebt gevraagd of er aanvragen voor nieuwe terreinen zijn. Op dit moment zijn die aanvragen er niet, maar er lopen wel procedures met betrekking tot een aantal bestaande terreinen. Ik kan nog geen antwoord geven over de impact op die procedures, maar ik kan wel zeggen dat ik, samen met minister Demir, al het mogelijke doe. Het is goed dat we op dat vlak dicht bij elkaar staan. Het is onze ambitie de motorcross in Vlaanderen effectief te ondersteunen.
De heer Janssens heeft het woord.
Minister, ik dank u voor uw uitgebreide antwoord. Ik ben het ermee eens dat het arrest van de Raad van State momenteel behoorlijk wat rechtsonzekerheid creëert en de sector geen goed doet. Als ik het arrest als niet-jurist goed heb begrepen, stelt de Raad van State dat de Vlaamse Regering de uitzondering voor de omloopterreinen voor motorcross in VLAREM II onvoldoende heeft gemotiveerd. Ik wil de zaken niet eenvoudiger voorstellen dan ze zijn, maar in mijn ogen is het mogelijk dat de Vlaamse Regering een nieuw besluit goedkeurt waarin dit wel degelijk wordt gemotiveerd en waarin wordt aangetoond dat er wel degelijk dwingende redenen zijn om van de geluidsnormen af te wijken. Die dwingende redenen zijn dan het overleven van een sport die in Vlaanderen een grote traditie heeft en die heel wat kampioenen op het podium heeft kunnen hijsen. Ik denk dat de Vlaamse Regering een nieuwe en juridisch solide basis voor VLAREM II moet neerschrijven, zodat alle Vlaamse crossterreinen en dus ook het HondaPark behouden kunnen blijven.
Het is al bijna twintig jaar geleden dat de Vlaamse Regering heeft beslist dat in Vlaanderen door middel van allerlei ruimtelijke uitvoeringsplannen in een provinciale spreiding met minimaal twaalf omlopen voor motorcross moest worden voorzien. De voorbije ministers van Sport hebben pogingen gedaan, maar zijn telkens bij goede bedoelingen blijven hangen. Er is in geen enkele provincie een geschikte nieuwe locatie gevonden en ondertussen zijn er steeds minder crossterreinen. Met de nu nog resterende drie terreinen zitten we veraf van het vooropgesteld streefdoel van twaalf terreinen.
Minister, u hebt verwezen naar de conceptnota van de Vlaamse Regering van 2017. Die zoektocht heeft niet veel opgeleverd. Bent u van plan nog bijkomende inspanningen te leveren om die zoektocht voort te zetten en zo deze mooie sporttraditie in Vlaanderen in ere te houden en te kunnen faciliteren?
De heer Van Dijck heeft het woord.
Minister, ik dank u voor dit zeer uitgebreid en op alle vlakken correct antwoord. Ik wil nog een paar zaken naar voren brengen. Wat het belang van de motorsport betreft, ben ik het eens met de vraagsteller en met u. Dat is een stuk van ons erfgoed. We kunnen daar namen op plakken, maar wat me stoort, is dat in het belang van het leefmilieu datzelfde leefmilieu in de toekomst misschien onder druk wordt gezet. Ik kom uit de Noorderkempen en de regio van Balen. De motorsport is daar zeer gekend en geliefd. Wat zullen die motorcrossers doen als ze straks nergens meer mogen crossen? Zal ik de lokale politie in bossen en op heiden moeten posteren? Is het leefmilieu daar dan beter bij gebaat?
Mijnheer Janssens, ik heb hier in elk geval geleerd dat op haast alle politieke vlakken, zeker als ik naar de lokale besturen kijk, iedereen zegt dat er een oplossing moet komen. Het klopt dat ministers de voorbije jaren pogingen hebben gedaan om locaties te vinden, maar het antwoord is altijd dit: ‘We hebben niets tegen motorsport, maar niet hier.’ Dat is ‘not in my backyard’ of ‘not anything near anybody near anywhere’. Dat is een probleem.
Ik heb de vrije tribune van mijn dorpsgenoot Joël Smets gelezen. De motorcrosssector zijn geen cowboys meer. Misschien waren er vroeger wel cowboys bij, maar nu willen ze op een kwaliteitsvolle manier hun sport beoefenen en willen ze rekening houden met alles en nog wat. Ik denk dat we de uitgestoken hand van de motorcrosssector moeten aannemen. De regelgeving moet ten dienste staan van de gemeenschap en de omgeving. We moeten nagaan hoe we ervoor kunnen zorgen dat die doelstelling wordt bewaarheid. Met die uitgestoken hand hoop ik dat we deze uitdaging op politiek en maatschappelijk vlak allemaal kunnen aangaan. Vorige zaterdag heeft Marnicq Bervoets me verteld dat veel ermee te maken heeft dat mensen niets meer kunnen verdragen. Er zijn al klachten over klokkengelui ’s nachts of over een kraaiende haan. Dat houdt niet op. Ik denk dat dit een maatschappelijke uitdaging voor ons allemaal is.
Mevrouw Rombouts heeft het woord.
Collega’s, ik wil me graag aansluiten bij deze vraagstelling rond het motorcrossterrein. Ik betreur ook heel sterk de wijze waarop deze uitspraak gebeurd is en de argumentatie die wordt aangestipt. Ik denk dat iedereen hier al heel duidelijk de gedragenheid onderstreept heeft van dit crossterrein, dat al vijftig jaar ter plaatse ligt en op een heel goede manier wordt uitgebaat, met de nodige vergunningen in de ruimtelijke bestemming, zijnde recreatieterrein. Het is onvoorstelbaar om te moeten vaststellen dat net dit terrein onderuit wordt gehaald.
De collega’s hebben er ook al naar verwezen dat het draagvlak een belangrijk element is. Ook dat was in het verleden uit het onderzoeksproces een belangrijk issue om naar nieuwe terreinen te zoeken. Net hier kunnen we vaststellen dat er wel degelijk een ruim gedragen draagvlak is van de omgeving en van mensen in de gemeente. Ik meen ook begrepen te hebben, minister, dat u een schrijven hebt mogen ontvangen vanuit de voltallige gemeenteraad, over de partijgrenzen heen, met de uitdrukkelijke vraag om hier een oplossing voor te zoeken. Trouwens, het aantal klachten in dezen vanuit het verleden, van jaren van uitbating, getuigt ook van die gedragenheid, want die zijn minimaal.
Minister, ik denk dat net door deze uitspraak het omgekeerde effect bereikt wordt. We gaan net een gelegaliseerd terrein, een terrein dat eigenlijk in regel is en waar gecontroleerd kan worden gecrost, wegnemen, met natuurlijk het risico dat het wildcrossen opnieuw zijn opmars gaat vinden, en dat willen we toch net voorkomen.
Ik heb van u begrepen dat u in overleg bent met minister Demir. Het is in eerste instantie ook aan haar om te kijken hoe we dat juridisch robuuste kader kunnen hebben of om het te herstellen, en of het eventueel aangepast moet worden. Ik ga er ook van uit dat we daar het nodige draagvlak voor vinden om het eventueel aan te passen als dat nodig zou blijken. Ik heb minister Demir daar ook een vraag over gesteld en we zullen daar ook verder het debat mee voeren. Maar, minister, ik wil nog wel een bijkomende vraag aan u stellen. Het is heel vaak dat ‘not in my backyard’-verhaal – de collega’s hebben er al naar verwezen – en we zitten hier natuurlijk met een sport met een geluidsproductie. Er is ook wel een evolutie naar bijvoorbeeld elektrische motoren. Ik weet dat die evolutie niet evident is. Maar bij dezen vraag ik u toch, als minister van Sport, welke acties u onderneemt, samen met de motorcrosssector, om die evolutie naar elektromotoren te versterken en eventueel te versnellen, als dat mogelijk is. Welke acties onderneemt u op dat vlak?
Minister Weyts heeft het woord.
Er was de vraag met betrekking tot nieuwe terreinen. Daar willen we elke opportuniteit ter zake met beide handen aangrijpen. Alleen gebiedt de eerlijkheid en de nuchterheid ons terug te blikken op het traject van de afgelopen twintig jaar, waarbij men herhaaldelijk zoektochten heeft aangekondigd die uiteindelijk zonder resultaat zijn gebleven.
Ik heb ook gezegd dat niet alles kommer en kwel is. We zijn ook bezig om te proberen de verdere ontwikkeling van die E-Cross een duwtje in de rug te geven. Mogelijk – je moet altijd de zon zien schijnen in een plas water – biedt ook deze casus ter zake wel een goede aanleiding.
Wat deze specifieke casus betreft, is het toch belangrijk dat heel de gemeente daar achter staat, dat de neuzen ook in dezelfde richting staan bij collega Demir, met ook de bereidheid van mezelf als minister van Sport, maar ook bij Motorcross Vlaanderen, om een oplossing uit te werken. Zal die simpel zijn, mijnheer Janssens? Absoluut niet. Nog eens, juridisch in een notendop: de Raad van State heeft gezegd dat de afwijking die in VLAREM II is opgenomen in 1999 buiten beschouwing gelaten moet worden, want ze schendt het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid en de standstillclausule die daarin was opgenomen. Dus moet volgens de Raad van State die uitzondering buiten beschouwing gelaten worden en moeten op de vergunningsaanvraag van de betrokken vzw ook de geluidsnormen van VLAREM II toegepast worden, en die zijn natuurlijk veel restrictiever. Daar zit de moeilijkheid in.
Als minister van Sport hoed ik me ervoor in de winkel van een collega al te grote uitspraken te doen, maar er is wel een grote bereidheid en ambitie om dit op te lossen. We krijgen niet uitgelegd dat we een goed functionerend crossterrein waarover er geen feitelijke klachten van de gemeente zijn, moeten sluiten op grond van een afwijking die in 1999 is opgenomen. Dat zou echt heel miserabel zijn.
De heer Janssens heeft het woord.
Minister, ik dank u en alle anderen voor de steun voor dit dossier. Ik ben het ermee eens dat dit dossier de partijbelangen overstijgt en dat we daar samen onze schouders moeten onder zetten. De profsport wordt stilaan doodgeknepen door allerlei lokale of particuliere belangen. Ik denk dat we ons daar met zijn allen tegen moeten verzetten.
Ik zal hier bij minister Demir op terugkomen. De Raad van State vindt dat in het VLAREM-besluit onvoldoende dwingende redenen zijn opgenomen om van de geluidsnormen af te wijken. Ik denk dat het door middel van een aanpassing van het besluit mogelijk is minstens in dit particuliere geval en misschien ook in andere casussen aan de problemen tegemoet te komen.
Ik ben van mening dat er binnen onze ruimtelijke ordening en in evenwicht met ons leefmilieu absoluut ruimte moet zijn voor de rallycross. Ik stel vast dat dit hier redelijk breed wordt gedeeld. De rallycross is een prachtige Vlaamse en vaak familiale traditie, die al heel wat successen heeft opgeleverd.
Ik heb begrepen dat u hier werk van wilt maken en dat u hier de schouders wilt onder zetten. Ik roep u dan ook om er, samen met de andere leden van de Vlaamse Regering, werk van te maken dat recht op sport voor onze crossers te garanderen. U moet eventueel een bijkomende zoektocht naar geschikte terreinen voeren. Laat die inspanningen niet los. Span u in om ervoor te zorgen dat de motorcrossers hun sport nog kunnen beoefenen. Zorg voor faciliteiten, zodat deze mooie hobby en sport, zowel voor amateurs als voor de vele huidige en potentiële wereldtoppers in Vlaanderen, niet verloren gaat. Ik dank u voor uw bijkomende inspanningen.
De vraag om uitleg is afgehandeld.