Verslag vergadering Commissie voor Leefmilieu, Natuur, Ruimtelijke Ordening en Energie
Verslag
– Wegens de coronamaatregelen werd deze vraag om uitleg via videoconferentie behandeld.
Mevrouw Rombouts heeft het woord.
Ik zou een vraag willen stellen over het reactief afwegingskader, en de aanleiding daarvoor was onder meer het feit dat we op het einde van de maand moesten vaststellen dat we in januari opmerkelijk hogere regenval kenden dan in het verleden. Iedereen keek wel wat uit naar die regen om te zien op welke manier we onze voorraad water weer zouden kunnen verhogen. Met die ene maand gaan we dat misschien niet oplossen, maar het deed mij alleszins wel denken aan de periodes dat er schaarste was. Daar hebben we de afgelopen zomers alleszins mee te maken gehad.
Minister, ik hoop uiteraard dat we van die grote schaarste in de toekomst gespaard kunnen blijven, maar het verplicht ons wel om na te denken over de manier waarop we ons daarop moeten voorbereiden, als het zich toch voordoet. U gaf in het verleden reeds aan dat u werkt aan een afwegingskader voor prioritair watergebruik tijdens waterschaarste. Er wordt onderzocht wat de droogte-indicatoren zijn, wat vraag en aanbod zijn van water, acties en maatregelen kunnen zijn bij waterschaarste en welke socio-economische impact het afwegingskader kan hebben. Het doel is om tot een zo breed mogelijk gedragen afwegingskader te komen dat zal bepalen welk watergebruik voorrang krijgt bij waterschaarste. Het project startte in 2020 en had een doorlooptijd van een jaar; het zou dus begin 2021 klaar moeten zijn.
Minister, hoever staat u met de opmaak van het reactief afwegingskader voor prioritair watergebruik? Welke stakeholders zijn hierbij betrokken en op welke manier? Hoe is het afwegingskader opgebouwd?
In Limburg maakte men een dynamische waterbalans op. Daarin zijn het wateraanbod en de watervraag van Limburg aan elkaar getoetst. Op basis daarvan kan men tekorten en opportuniteiten matchen om de juiste beleidsmaatregelen te nemen bij een overschot of tekort. In tegenstelling tot de totale waterbalans over heel Vlaanderen wordt hier dus gewerkt met een lokale waterbalans. Welke voordelen heeft dit? In welke mate is de oefening voor Vlaanderen gemaakt om dat in beeld te brengen en koppelingen te maken tussen vraag en aanbod? Wat hebt u gedaan om die koppelingen te faciliteren? Want we merken vaak dat, op momenten dat er schaarste is of er noden zijn, het vaak heel moeilijk is om op een korte manier die koppelingen te maken. Het lijkt dus interessant om daar vooraf de nodige matregelen rond te nemen, en eventuele uitzonderingsmaatregelen te voorzien, om die koppelingen effectief te kunnen faciliteren.
Hoever staat u met de opmaak van het strategisch plan waterbevoorrading? Zijn de conceptnota’s uit de eerste fase reeds opgemaakt en beschikbaar? Zijn de gesprekken rond individuele waterbevoorrading reeds opgestart? Wie is daarbij betrokken, wat is er aan bod gekomen tijdens de gesprekken en wat zijn de verdere vervolgstappen na de conceptnota’s?
Ook de maatregelen uit de Blue Deal kunnen een belangrijke rol spelen aanvullend op het afwegingskader. Minister, het verwondert u waarschijnlijk niet dat ik nog eens vraag naar de langverwachte uitvoeringstabel van de Blue Deal. Kunt u ons die bezorgen? Hoe is de uitvoeringstabel afgestemd op het reactief afwegingskader om vervolgens prioritair in te zetten op bepaalde acties? Is er rekening gehouden met gebruikers die dreigen afgesloten te worden tijdens waterschaarste omdat ze niet onder een prioritaire categorie vallen? Wordt daar in die Blue Deal dan bijvoorbeeld wel prioritair aandacht aan gegeven, door op andere manieren een oplossing voor hen uit te werken?
Minister Demir heeft het woord.
Met het afwegingskader kunnen verschillende maatregelen objectief afgewogen worden ten opzichte van elkaar. Het ontwerp ervan is bijna afgewerkt, na ruim een jaar van heel breed overleg. Het kwam tot stand in overleg met stakeholders uit de industrie, land- en tuinbouw, natuur, scheepvaart, waterbeheerders, crisisdiensten en steden en gemeenten.
Het kader bestaat uit verschillende bouwstenen. Voor zowat alle waterbehoeftige sectoren zijn indicatoren opgesteld die aangeven wanneer die sector te kampen krijgt met waterschaarste. Daarnaast is per sector ook het wateraanbod en de watervraag in kaart gebracht en is een goed overzicht gemaakt van mogelijke reactieve maatregelen die we kunnen nemen. Voor die maatregelen is de socio-economische impact ingeschat en is onderzocht wat de baten ervan zijn op het watersysteem. Zodra het ontwerp afgewerkt en goedgekeurd is door de regering zal ik het ook aan het parlement overmaken.
De essentie van de waterbalans is dat vraag en aanbod in beeld gebracht worden, zodat we een beter inzicht krijgen in de aard en de grootteorde van de mogelijke watertekorten. In het kader van de oefening van het afwegingskader werd een waterbalans opgemaakt voor heel Vlaanderen. Zowel de opdrachtgever als de uitvoerders van de studie in Limburg waarnaar u verwijst, werden ook nauw betrokken bij de uitwerking van het Vlaamse afwegingskader. Zo kunnen we de verschillende initiatieven optimaal op elkaar afstemmen.
Het deel leidingwater is afgerond. Een eerste versie daarvan werd net voor de zomer al bezorgd aan de Vlaamse Regering. Een geactualiseerde versie daarvan wordt nu vrijdag 12 februari aan de Vlaamse Regering bezorgd. Daar ligt de focus op openbare watervoorziening. Dat is en blijft voor mij zeer prioritair. Dit deel is een nauwe samenwerking tussen de waterbedrijven en de Vlaamse Milieumaatschappij (VMM). De opmaak van de andere delen van het strategisch plan waterbevoorrading is opgestart en gebeurt via de projectwerking van CIW 2.0 (Coördinatiecommissie Integraal Waterbeleid).
Het vervolg van de conceptnota leidingwater voor de openbare watervoorziening is de uitrol van de strategische investeringsagenda door de waterbedrijven. Die investeringsagenda wordt uiteraard verder opgevolgd.
U vroeg ook naar de uitvoeringstabel. Die is nog niet volledig. Zodra die klaar is, wil ik ze ook aan u of de hele commissie overmaken. Iedereen mag dat zien, denk ik. Wat de Blue Deal betreft: dat is natuurlijk iets anders dan het reactief afwegingskader; dat zijn twee verschillende zaken. De Blue Deal is vooral proactief: hoe gaan we de kans op waterschaarste verkleinen? Het afwegingskader is dan weer reactief: wat levert een maatregel op in tijden van droogte? De beiden vullen elkaar dus aan. Dat afwegingskader hebben we natuurlijk opgesteld in het geval dat, maar ik hoop dat we het nooit nodig zullen hebben. We kunnen maar voorbereid zijn. Daarom zijn we daarmee bezig. Maar als minister hoop ik natuurlijk dat we het nooit moeten gebruiken.
Mevrouw Rombouts heeft het woord.
Dat laatste klopt, daar ben ik in mijn vraagstelling ook van uitgegaan, ‘fingers crossed’. Maar gewaarschuwd of voorbereid zijn kan ons alleen maar van meer ellende besparen, denk ik dan. Het is goed dat we met die oefening bezig zijn. Ik hoor u stellen dat u bijna klaar bent met dat reactieve afwegingskader. Ik weet niet of u er een zicht op hebt wanneer u daar effectief mee wilt landen.
U geeft aan dat er verschillende bouwstenen zijn. Eigenlijk zijn er voor alle waterbehoeftige sectoren indicatoren opgesteld. Het lijkt mij zeker boeiend om daar zicht op te krijgen. Ik zie daar wel wat verwevenheid tussen de verschillende instrumentaria en hun vragen. Als we vraag en aanbod goed in beeld hebben, en we hebben daarnaast de indicatoren goed in beeld, dan is de vraag hoe we kunnen schakelen om de een de ander te laten helpen op momenten van schaarste of specifieke noden.
Minister, u geeft aan dat die waterbalans voor heel Vlaanderen gemaakt is, en dat ook de mensen uit Limburg daarbij betrokken waren. Wat is hun ervaring op dat vlak? Gaat de waterbalans in Vlaanderen ons ver genoeg brengen, of is het interessant dat die waterbalans ook op provinciaal en/of lokaal niveau verder wordt uitgerold? Hoe kijkt u naar het vervolg en naar de meest efficiënte uitwerking? Wat is uw ervaring op dat vlak? Daar zou ik graag nog wat meer bij stilstaan.
Voor het strategisch plan waterbevoorrading begrijp ik dat u nog een actualisering brengt van de eerste conceptnota die momenteel opgemaakt is rond de drinkwatervoorziening, en dat die ook klaar is. Vervolgens moet dan nog de investeringsagenda uitgerold worden. Dat is belangrijk, daar kijken we natuurlijk naar uit. Dat zijn ook de effectieve acties op het terrein.
Minister, zijn daar bijzonderheden of knelpunten in naar boven gekomen? Dreigen we te komen tot watertekorten op korte termijn of moeten we vaststellen dat de sector en de waterbevoorrading klaarstaan, en dat daar geen grote dreigingen te verwachten zijn? Kunt u daar iets over zeggen? Hebt u zicht op enige timing rond de andere conceptnota’s?
U geeft terecht aan dat de Blue Deal iets anders is dan het reactieve afwegingskader. Maar het een vult het ander wel aan: als we preventief ervoor kunnen zorgen dat er geen waterschaarste komt of dat de indicatoren niet rood kleuren voor de verschillende sectoren, dan hebben we het afwegingskader niet nodig. Als we kijken naar het reactief afwegingskader en de noden die daar zijn, met bijvoorbeeld de sectoren die niet onder de prioritaire groepen komen en als eerste afgesloten dreigen te worden, is het dan niet interessant om daar met de Blue Deal net nog meer preventief op in te zetten? Zo vermijden we dat hun indicatoren rood oplichten. In welke mate gebeurt die afstemming bij de planning van de Blue Deal, om ervoor te zorgen dat we dat afwegingskader niet nodig zouden hebben? Ik denk dan aan preventieve maatregelen voor de sectoren die in het gedrang dreigen te komen.
Mevrouw Schauvliege heeft het woord.
Mevrouw Rombouts, bedankt voor de heel interessante vraag over dat reactieve afwegingskader. Maar we moeten natuurlijk ook vooral proactief werken, en zorgen dat we de kans op waterschaarste verkleinen. In die zin heb ik een vraag naar de Blue Deal en naar de hoorzittingen die we afgelopen zomer hebben gehad. In de Blue Deal zitten heel wat maatregelen om die droogte te voorkomen. Een van de elementen is bijvoorbeeld moerasherstel. De minister heeft daar al verschillende keren een aankondiging over gedaan, en daar budgetten tegenover gezet om moerassen te herstellen en te pleiten voor natte natuur. Dat is heel goed.
Maar gisteren las ik een opiniestuk in een van onze kranten, met als titel ‘Eén moeras maakt de lente niet’. Daarmee geven de opiniemakers aan dat je heel veel middelen kunt stoppen in het herstellen van moerassen. Dat is goed, dat moet gebeuren. Maar we moeten vooral voorkomen dat er moeras droog getrokken wordt. We moeten dus niet alleen middelen voorzien voor herstel, we moeten vooral ook structurele maatregelen proberen te nemen om die verdroging verder te realiseren.
In die zin verwijs ik naar een van de oorzaken die aan de grondslag van de droogte ligt, namelijk de klassieke drainage die in Vlaanderen wordt toegepast. Minister, zijn er al stappen gezet in de richting van structurele maatregelen die drainage in Vlaanderen beperken of in de hand houden om die verdroging te voorkomen? Wat is de stand van zaken op dat vlak? Want dat lijkt me een heel essentiële maatregel. Tijdens de hoorzitting is dit ook als een van de belangrijkste elementen naar voren geschoven om de droogte preventief aan te pakken.
Mevrouw Perdaens heeft het woord.
Voor we bij wijze van recreatie buiten een sneeuwman maken, wil ik nog snel deze vraag stellen. Ik heb over het thema ook al een aantal schriftelijke vragen ingediend. Uit de antwoorden haalde ik onder meer dat er lokaal niet alleen in Limburg, maar ook in de kuststreek al zo’n waterbalans voorhanden is. In uw laatste antwoord gaf u ook aan dat het waterbalansmodel dient om een grootteordebeeld te krijgen van de ruimtelijk en temporeel variabele waterbeschikbaarheid en eventuele tekorten. Het is ook duidelijk dat er de volgende jaren initiatieven nodig zijn om dat instrument verder te verfijnen. De waterbalans zou in het voorjaar beschikbaar zijn en een onderdeel vormen van het afwegingskader voor prioritair watergebruik tijdens de droogte. U gaf toen ook dat een vereenvoudigde globale waterbalans voor Vlaanderen als onderdeel van dit project in oktober zo goed als afgerond was.
Minister, ik stelde deze vraag al schriftelijk, maar omdat ze nu hier in deze commissie wordt besproken, vraag ik me toch ook af of er al nieuws is. Ik vroeg al eerder of de vereenvoudigde globale waterbalans al in het voorjaar van nut zou kunnen zijn in de beoordeling van de droogte. Hebt u al zicht op het mogelijke gebruik van deze vereenvoudigde globale waterbalans? Alvast bedankt.
De heer Pieters heeft het woord.
De vraag is zeer terecht. We zitten met een aantal zones waarin grote droogte een mogelijkheid zou kunnen worden. We hebben toen ook een vraag gesteld over een afschakelingsplan. Daar was toen geen sprake van, maar ik denk dat dit een beetje in dezelfde richting van prioritair watergebruik gaat. Het ene is iets erger dan het andere, natuurlijk, maar men moet klaarstaan voor als de nood zich zou voordoen.
Er wordt ook gesuggereerd om de waterbalans die opgemaakt is in Limburg in alle provincies toe te passen. Men zou dan per provincie een plan maken. Is het misschien niet beter om dat per stroomgebied te doen? Dan heeft men meer in de hand en kan men nauwkeuriger sturen.
De voornaamste vraag is natuurlijk wanneer we het volledige plan ter beschikking krijgen of wanneer dat wordt voorgelegd. Ik kijk er echt naar uit. Dank u.
U weet dat ik ook zeer begaan ben met deze materie. Naar aanleiding van het zoveelste jaar met droogte hebben we hier twee interessante hoorzittingen gehad. Dat was superinteressant, met de verschillende actoren. Daar zijn dan de knelpunten uit gekomen. U bent in actie geschoten en hebt de Blue Deal en ook andere plannen en kaders met betrekking tot de droogte en water gemaakt.
U stelde zelf al regelmatig dat u genoeg hebt van het maken van plannen en dat u echt wel wilt overgaan tot concrete acties. Ik denk dat we daar tevreden over zijn. Het is toch belangrijk dat er grote stappen vooruitgezet worden om die knelpunten zo goed en zo snel mogelijk weg te werken.
In die zin zijn we natuurlijk ook erg benieuwd naar de uitvoeringstabel van de Blue Deal. U hebt in de commissie van oktober 2020 zelf aangehaald dat u de prioriteiten zou oplijsten en dat u daarmee naar de commissie zou komen. Ik ben dus ook zeer blij met de vraagstelling van mevrouw Rombouts.
Minister, het zou zeer interessant zijn als we een beknopt overzicht zouden krijgen van de stand van zaken van alle acties die de VMM heeft aangekondigd. Wat mij betreft, mag dat gerust nagestuurd worden. Als dat niet kan, zal ik daarover zeker nog eens een schriftelijke vraag stellen.
We kijken uiteraard verder uit naar het reactieve afwegingskader waar mevrouw Rombouts ook al naar verwees. We hopen dat we daar snel nieuws over krijgen, maar uiteraard hopen we ook met z’n allen dat we dit nooit nodig zullen hebben.
Bedankt voor de vele vragen. Wat de timing van het afwegingskader betreft: dat wordt begin maart nog voorgelegd aan de high level taskforce droogte. Het is belangrijk dat we hen hierbij betrekken. Daarna zal dat naar de regering gaan. Het doel is dat we dat vanaf de zomer ter beschikking hebben. Nogmaals, dit is een noodoplossing en ik hoop dat ik ze nooit zal moeten gebruiken. De bedoeling is vooral om de Blue Deal verder uit te werken.
Belangrijk is dat waterbalans opgemaakt is voor heel Vlaanderen. Dit gebeurde op basis van elf waterbekkens in Vlaanderen. Je kunt dan nauwkeuriger meten en het gaat verder dan de provinciegrenzen. Elf bekkens zijn gelijk aan elf deelstroomgebieden, mijnheer Pieters.
Er werd ook een vraag gesteld over de conceptnota strategische waterbevoorrading. Die zou deze week op de agenda van de Vlaamse Regering staan.
Mevrouw Schauvliege, in de Blue Deal is opgenomen dat we de regelgeving rond drainage zullen evalueren en ook bijsturen. We zetten in de Blue Deal hoe dan ook in op prioritaire sectoren, waarbij we dan zowel inzetten op waterbesparing als op waterhergebruik, zodat de kans op problemen wordt verkleind.
Mevrouw Rombouts, er lopen nu al negentien projecten in landbouwbedrijven en negen projecten in industriële bedrijven rond het hergebruik van water. Er werden nog niet zo lang geleden financiële middelen vrijgemaakt voor innovatieve waterprojecten voor landbouwbedrijven in de buurt van Haspengouw en de Kempen. Wij zijn op dat vlak volop bezig.
Het afgelopen jaar werden ook 38 projecten natte natuur goedgekeurd. Mevrouw Schauvliege, u weet dat natte natuur de efficiëntste maatregel is om het droogteprobleem structureel aan te pakken. Daarom voorzie ik niet alleen in het herstel, maar ook in het aanmaken van natte natuur. Alle professoren zeggen mij dat dat het abc is van heel de droogteproblematiek. Je moet ervoor zorgen dat je aan water opnieuw ruimte geeft zodat het in de grond kan sijpelen. Dat maakt een belangrijk onderdeel uit van ons plan. Ook minister Crevits werkt aan heel wat strategische projecten. Er lopen nu ook projectoproepen voor lokale besturen, ondernemingen en particulieren. We hopen dat we alles kunnen bundelen en in een tabel kunnen stoppen.
De bedoeling is ook dat de droogtecommissie, waaraan ook de high level taskforce verbonden is, hiernaar kijkt. Als de tabel eenmaal rond is, zullen we die uiteraard overmaken aan de commissie. Dat zal voor de komende maanden zijn. Dan is het kwestie om de volgende jaren alles zo snel mogelijk uit te voeren.
Mevrouw Rombouts heeft het woord.
Het klopt dat we allemaal zitten te wachten op de wijze van uitrol en de actie op het terrein. Er is heel veel overleg, en ik ben overtuigd dat dat overleg zeker nodig is. Maar we volgen graag ook de actie op het terrein, en vooral de planning en organisatie. We blijven reikhalzend uitkijken naar de uitvoeringstabellen, onder andere voor de Blue Deal, en naar het afwegingskader, om te zien op welke manier dat precies opgemaakt is of in elkaar steekt.
Minister, ik heb niet meteen een antwoord gekregen op het verhaal van de conceptnota voor drinkwater, die naar de regering gaat. Zouden er op korte termijn knelpunten zijn rond die drinkwatervoorziening? Ik ga er dan ook van uit dat dat niet meteen zo is. Wat ik wel nog wil meegeven, en u hebt daar zelf ook naar verwezen, is dat de plannen misschien niet in elkaar lopen, maar alleszins wel op elkaar inspelen. Die afstemming is toch heel belangrijk.
Als we de socio-economische impact van het reactief afwegingskader willen verkleinen, is het belangrijk dat we in de Blue Deal ook aandacht hebben voor die sectoren die bijvoorbeeld economische gevolgen zouden hebben. Daar moeten we prioritair mee in investeren, zodat we de impact ten volle kunnen verlagen.
Minister, ik ben ook blij dat u aanstipt dat er al heel wat innovatieve projecten lopende zijn. Uit de hoorzitting was ook naar voren gekomen dat er heel wat innovatieve zaken mogelijk zijn, ook op het vlak van samenwerking. Ik kijk ook daar zeker uit naar de opvolging en de resultaten.
Ik wil enkel nog de suggestie doen om eens te kijken op welke manier we ook een regelgevend kader kunnen voorzien om innovaties die op heel korte tijd tot stand zouden moeten komen, bijvoorbeeld tijdens periodes van schaarste, mogelijk kunnen maken. Ook dat is een element dat werd aangestipt in de hoorzitting. Ik wil zeker niet alle maatregelen hier verder bespreken, maar ik denk dat dat een heel algemene vraag was om daar ook oog voor te hebben. Zo kunnen we snel schakelen en snel innovatieve vraag en aanbod op elkaar te kunnen afstemmen. In die zin heb ik begrepen dat we vaak vastlopen op het regelgevend kader. Dat is dus zeker iets om in de toekomst nog op terug te komen.
De vraag om uitleg is afgehandeld.