Verslag vergadering Commissie voor Brussel en de Vlaamse Rand en Dierenwelzijn
Verslag
– Wegens de coronamaatregelen werd deze vraag om uitleg via videoconferentie behandeld.
Mevrouw Almaci heeft het woord.
Collega’s, een aantal van jullie zullen gemerkt hebben dat in Brussel de ordonnantie met betrekking tot het verbod op het houden van walvisachtigen en zeeroofdieren begin februari unaniem werd goedgekeurd, nota bene met steun van de N-VA. In het Belgisch staatsblad van 1 april 2019 zijn ook veranderingen gepubliceerd betreffende de afmetingen van de verblijven van primaten en zeezoogdieren, voor zover die nog bestaan. Alleen de verblijven voor dolfijnen zijn niet genoemd in het staatsblad, ook al zijn dat zeezoogdieren en ook al was er een advies van de Raad voor Dierenwelzijn, specifiek over het opnemen van dolfijnen als zeezoogdieren.
In het Vlaamse regeerakkoord – we hebben het over Brussel en het Belgisch Staatsblad, waar dolfinaria ontbreken, ondanks een advies van de Raad voor Dierenwelzijn – staat nu dat er wordt nagedacht over een eventuele uitfasering van het houden van dolfijnen in gevangenschap. Dat idee steunen we ten volle – we hebben het in Brussel ook gestemd –maar deze uitfasering mag niet ten koste gaan van het welzijn van de dolfijnen die momenteel in gevangenschap zitten en dat ook in de toekomst nog zullen blijven, met of zonder verbod. Het gaat om één dolfinarium.
Er is een reden, vermoed ik, waarom de dolfijnen uit de herziening van de afmetingen van de verblijven van zeezoogdieren en primaten zijn gehouden. Ik zou die graag vernemen.
De Raad voor Dierenwelzijn is heel specifiek in zijn advies en vraagt om dat wel te doen. Bent u alsnog bereid om de aanbevelingen van de Raad voor Dierenwelzijn ter harte te nemen?
Welke stappen zijn er ondertussen al genomen om een uitfasering te realiseren in Vlaanderen? Welke timing voorziet u voor de uitfasering van de dolfinaria?
Minister Weyts heeft het woord.
Ik kan hier betrekkelijk kort over zijn. Ik wil alle opties betreffende de toekomst van het dolfinarium openhouden en daarom heb ik de normen voor dolfijnen niet mee opgenomen in de herziening van de afmetingen van de verblijven van primaten en zeezoogdieren in 2019. Anders zou ik het voornemen om een uitdoofbeleid uit te werken doorkruisen. Dat zou het signaal geven dat de discussie beslecht is en dat een loutere aanpassing van de normen zou volstaan. U weet dat ik hogere ambities heb.
Ik heb daarvoor het advies gevraagd aan de Vlaamse Raad voor Dierenwelzijn, die het in zijn planning heeft opgenomen voor 2022. Het opzet is momenteel dat er eerst een rapport wordt opgemaakt en dat er een werkgroep komt waarin wetenschappers en betrokken partijen kunnen deelnemen aan de discussie.
Ik ga dus voor dat spoor, een ambitieuzer spoor. U kunt zich afvragen of dat wel realistisch is, maar ik wil in elk geval een poging ondernemen en werk maken van een realisatie van die ambitie.
Mevrouw Almaci heeft het woord.
Minister, ik moet helaas bekennen dat mijn internetverbinding om een of andere reden even is uitgevallen en ik een gedeelte van uw antwoord helaas niet heb gehoord.
Mevrouw Almaci, ik zal het snel herhalen, want het is eigenlijk betrekkelijk beperkt. Ik wil mijn ambitie inzake een uitdoving van het dolfinarium en inzake de normen voor dolfijnen niet doorkruisen door nu het initiatief te nemen aan de oppervlaktenormen te sleutelen. Daardoor zou ik het signaal geven dat het allemaal in orde is indien de infrastructuur wordt aangepast. Ik heb de vraag aan de Vlaamse Raad voor Dierenwelzijn gesteld. De Vlaamse Raad voor Dierenwelzijn heeft dit in zijn planning voor volgend jaar opgenomen, zal een rapport hierover opstellen en zal een werkgroep met wetenschappers en betrokken partijen starten om de discussie gestalte te geven. Ik weet dat dit iets ambitieuzer is en dat sommigen het niet realistisch vinden, maar ik wil die poging alleszins ondernemen.
Minister, ik dank u voor uw antwoord. De oproep van de Vlaamse Raad voor Dierenwelzijn houdt in dat de dolfijnenbassins worden aangepast en dat het dolfinarium blijft voortbestaan tot het na de dood van de langstlevende dolfijn kan worden gesloten. Die timing voorziet in een sluiting na de dood van de langstlevende dolfijn, maar het dolfinarium moet wel worden aangepast. Dat is een en-enverhaal. Mijn vraag is om dat en-enverhaal te volgen.
Om die reden heb ik specifiek een vraag over de timing voor de uitfasering gesteld. U hebt geen vaste timing. In de planning van de Vlaamse Raad voor Dierenwelzijn staat dat volgend jaar een werkgroep met wetenschappers en betrokkenen wordt opgericht om hierover van gedachten te wisselen, maar we weten al wat het advies van de Vlaamse Raad voor Dierenwelzijn is. Die timing houdt geen sluiting volgend jaar of binnen twee jaar in. Als u het dolfinarium wilt sluiten, moet u een oplossing voor de dolfijnen hebben. Ondertussen is het voor het dierenwelzijn, de bevoegdheid van de commissie waarin we hier zitten, belangrijk de verblijfsomstandigheden van de dolfijnen aan hun noden aan te passen. Voor mij sluit het ene het andere niet uit. Ik hoop dat u dit inziet, want het gaat niet om iets dat op zeer korte termijn zal gebeuren. Als u me kunt zeggen dat u van een timing op korte termijn uitgaat, wordt het een ander verhaal. Als u niet duidelijk kunt maken, dat het om een sluiting op korte termijn gaat, iets wat ik in uw antwoord niet heb vernomen, is het zeer moeilijk de oproep van de Vlaamse Raad voor Dierenwelzijn om de dolfijnenbassins aan de nieuwe adviezen aan te passen, zodat de dolfijnen een betere levenskwaliteit krijgen, naast u neer te leggen.
Voor mij is het een en-enverhaal. Mijn vraag is dan ook of u zelf een specifieke timing in het achterhoofd hebt. Zal dat op korte termijn, middellange termijn of lange termijn gebeuren? Hoe kijkt u daarnaar? Uw antwoord hangt daar immers mee samen. Indien u dat niet wilt doen omdat we anders geneigd zouden zijn het dolfinarium langer open te houden en indien u van een sluiting op korte termijn uitgaat, kan ik dat begrijpen. In het andere geval lijkt me dit een inspanning die omwille van het dierenwelzijn moet worden geleverd.
Minister Weyts heeft het woord.
Mevrouw Almaci, de Vlaamse Raad voor Dierenwelzijn heeft zich, voor alle duidelijkheid, niet over een uitdovingsbeleid uitgesproken. Dat is niet zo. Aangezien ik die ambitie wel heb, heb ik de thematiek opnieuw bij hen gelegd.
Ik heb al gezegd dat ik dat op tafel wil leggen, dat doe ik dan ook. Als we gaan zorgen voor een aanpassing, opnieuw, na de wijziging in 2014, van de normen inzake oppervlakte en andere, geven we het tegenovergestelde signaal. Als de infrastructuur moet worden aangepast, zijn dat voor zeezoogdieren niet bepaald beperkte kosten. Dat kan niet op een drafje worden afgehandeld. Daar zijn heel grote kosten aan verbonden.
Je kunt moeilijk de twee doen. Je kunt dat wel zeggen, maar in realiteit kun je dat niet maken. Enerzijds zeggen: doe maar grote investeringen en pas de infrastructuur aan, en anderzijds, een tijdje later: we gaan naar een uitdoofbeleid. We willen een betrouwbaar, rechtszeker, geloofwaardig dierenwelzijnsbeleid voeren. Daarom zeg ik het heel duidelijk en geef ik de Raad voor Dierenwelzijn de opdracht en laat ik het opnemen in de planning, in de hoop dat die ambitie zich realiseert. We zullen zien, ik wil zeker een poging ondernemen.
Mevrouw Almaci heeft het woord.
Minister, ik dank u voor uw antwoord.
Ik kan dat begrijpen als u uitgaat van de korte termijn, maar als het gaat over nog tien of vijftien jaar, zitten we in een ander debat. Mijn belangrijkste boodschap is dat de uitfasering noodzakelijk is. Enerzijds moet die garantie bieden dat er geen nieuwe dolfijnen worden toegestaan in Vlaanderen, noch door import noch door kweek, maar anderzijds moeten de dieren die nu verblijven in het dolfinarium de garantie krijgen op goede verzorging en een comfortabele oude dag. Ik kijk uit naar het resultaat van de werkgroep, maar ik stel vast dat het advies van de Vlaamse Raad voor Dierenwelzijn waar ik naar verwees, zegt dat het goed is om ook de dolfijnenbassins aan te passen. Vandaar mijn verbazing dat net die eruit waren gehouden in Het Belgisch Staatsblad.
U verwijst naar een financiële overweging. Die heeft te maken met de timing. Ik begrijp dat u vandaag niet op die timing wilt antwoorden, u bent er niet op ingegaan. De overweging snijdt alleen maar hout als u ervan uitgaat dat het dolfinarium op korte termijn echt wel sluit. In alle andere gevallen moet men continu investeringen doen in het onderhoud van de bestaande installaties. Dan is er eigenlijk geen verantwoording – terwijl de normen en de wetgeving veranderen – om net de voorwaarden voor die zeezoogdieren en hun levenskwaliteit eruit te houden.
Dat aspect van de timing is echt wel de crux. Ik had gehoopt dat u daar uw visie op zou geven. Ik geef in ieder geval die van ons. De uitfasering is noodzakelijk. De garantie dat er geen nieuwe dolfijnen meer bijkomen, ze niet worden toegestaan, door import noch door kweek, is noodzakelijk. Tegelijk moeten de levensomstandigheden van de dieren die er nu zijn, worden verbeterd. Ik ga ervan uit, dat voel ik ook een beetje in uw antwoord, dat de sluiting niet voor morgen is. Juist daarom is het belangrijk voor ons om voor die levensomstandigheden de nodige investeringen te doen.
De vraag om uitleg is afgehandeld.