Verslag vergadering Commissie voor Brussel en de Vlaamse Rand en Dierenwelzijn
Verslag
– Wegens de coronamaatregelen werd deze vraag om uitleg via videoconferentie behandeld.
Mevrouw De Vroe heeft het woord.
In Duitsland stemde de regering in met een voorstel om de slachting van mannelijke kuikens te beëindigen. Hiermee is Duitsland het eerste land ter wereld dat deze maatregel effectief zal invoeren. Vanaf 2022 moeten professionele kippenhouders gebruikmaken van een technologie die het geslacht van het dier identificeert voordat het ei is uitgekomen. In een latere fase, ten vroegste in 2024, zal het proces nog worden uitgebreid, zodat embryo's geen pijn voelen.
De praktijk om eendagskuikens te doden krijgt regelmatig kritiek. Ook in dit Vlaams Parlement maakte het al deel uit van veel parlementaire vragen en resoluties. Ofschoon de kadavers van deze kuikens voor meer dan 95 procent worden aangewend als voedsel voor dieren, bijvoorbeeld in de zoo, blijft het inderdaad een oplossing die niet meteen een schoonheidsprijs verdient. Daar hebben we het al meermaals over gehad. In sommige landen komen deze kuikens op een bruuske manier aan hun eind, meer bepaald door middel van een kuikenversnipperaar. Het woord op zich is al gruwelijk. In Vlaanderen wordt gelukkig geopteerd voor een meer diervriendelijke methode: vergassing met CO2.
Het doden van mannelijke eendagskuikens heeft een eenvoudige economische logica. Vermits zij niet geschikt zijn om eieren te leggen en minder geschikt zijn voor vleesproductie worden ze na één dag gedood. De uitdaging is echter om deze praktijk te voorkomen. Dat is de doelstelling. Dat kan wanneer men erin slaagt om het geslacht van een kuiken te identificeren terwijl het nog niet werd uitgebroed. Dat veronderstelt dat er een techniek op punt staat om dat te realiseren. Uiteraard moet die techniek ook heel breed inzetbaar zijn tegen een verantwoorde kostprijs.
Een vijftal jaar geleden werd aan de Katholieke Universiteit Leuven (KU Leuven) al een techniek ontwikkeld die toelaat om met 98 procent zekerheid het geslacht van het kuiken in het ei te bepalen vanaf de elfde dag. Maar dat gold toen blijkbaar enkel voor bruine eieren. De techniek was niet toepasbaar op witte eieren, wat meteen een belangrijke belemmering vormde voor de commercialisering. Destijds werd ingeschat dat het vinden van een techniek die ook voor witte eieren bruikbaar zou zijn, nog twee tot drie jaar zou duren, tenminste op voorwaarde dat daarvoor in de nodige onderzoekskredieten op het budget van Dierenwelzijn zou worden voorzien. Ook in Nederland en Duitsland werd naarstig gezocht naar technieken, die evenwel verschilden van die van de KU Leuven. De Duitse techniek werd toen bestempeld als veelbelovend maar enorm duur.
Minister, we zijn nu een aantal jaren verder, vandaar mijn vragen. Werden in Vlaanderen de afgelopen jaren vanuit Dierenwelzijn effectief kredieten ter beschikking gesteld voor de zoektocht naar een techniek die het geslacht van een ongeboren kuiken kan bepalen? Wat is de stand van zaken van het onderzoek naar het bepalen van het geslacht van ongeboren kuikens in Vlaanderen? Is er zicht op het voorhanden zijn van een betaalbare en gebruiksvriendelijke techniek? Hebt u kennis genomen van de technieken waaraan men in Nederland en Duitsland werkte? Waar zitten de verschillen inzake techniciteit, effectiviteit en betaalbaarheid ten aanzien van de technieken waaraan in Vlaanderen gewerkt wordt?
Minister Weyts heeft het woord.
Het is een goede vraag want de thematiek houdt mij al een aantal jaren bezig. U weet dat de haankuikens inderdaad als overbodig worden beschouwd omdat ze geen eieren leggen en hun vleesproductie inefficiënt is in vergelijking met de vleeslijnen. De getallen spreken boekdelen: binnen de Europese Unie worden naar schatting 400 miljoen haantjes per jaar gedood. Geslachtsbepaling in het ei kan hier een duurzaam alternatief bieden. Daarom heb ik altijd onderzoeken in die richting aangemoedigd.
Er is in 2015 een onderzoek gestart aan de KU Leuven waarvoor ik een subsidie van ongeveer 160.000 euro heb toegekend en waarbij onderzoek werd uitgevoerd naar de ontwikkeling van geslachtsbepalingstechnieken in het ei. De doelstelling van dit project was enerzijds de techniek die al door de onderzoeksgroep was ontwikkeld, verder te verfijnen en te valideren. Anderzijds was het doel een aantal nieuwe pistes van niet-invasieve technieken van geslachtsbepaling te onderzoeken. De conclusie van het eindrapport luidde als volgt. Pro: de betrokken techniek had als grootste troeven dat ze snel en niet-invasief is, dit wil zeggen dat niet vereist wordt dat de eischaal doorboord wordt. Het ging om een techniek waarbij door spectroscopische methoden er onder andere zichtbaar licht gebruikt werd om kleurverschillen te kunnen waarnemen tussen haantjes en hennetjes in bruine eieren. Contra: de geslachtsbepaling kan met 99 procent zekerheid gebeuren op embryonale dag 14 en met 87 procent zekerheid op dag 12. De incubatietijd of broedtijd duurt echter in totaal 21 dagen. Op dag 14 wordt er al pijn ervaren. Voor dag 7 is er dus zeker geen pijn, na dag 14 is er zeker wel pijn. Het tweede argument contra is dat deze techniek niet voor alle kippenrassen toepasbaar is en dat deze methode niet aan de wens voldeed om ook witte eieren te seksen waar er geen gendergebonden kleurverschil is. Dat maakte dat de techniek toch nog niet volledig op punt stond.
Tot op heden bestaat er internationaal nog geen geslachtsbepalingstechniek in het ei die alle factoren omvat om succesvol te zijn, zoals een hoge doorvoersnelheid, een hoge accuraatheid en een goede kostenefficiëntie. Daarnaast wordt het geslacht ook best zo vroeg mogelijk bepaald, net in functie van de pijnvaststelling, zonder evenwel een invloed te hebben op de verdere ontwikkeling van het embryo. De technologie zou toepasbaar moeten zijn op alle kippenrassen.
Het Duits-Nederlandse bedrijf Seleggt heeft als eerste zijn marktintrede gemaakt in november 2018 met een hormoontest op broeddag 9, die een halfuur analysetijd vereist om de concentratie aan het vrouwelijke hormoon te meten. Met betrekking tot de succesfactoren die ik eerder al genoemd heb, scoort deze technologie 4 op 6. Men slaagt erin om met ongeveer 98 procent zekerheid het geslacht te bepalen in de eerste helft van de incubatie waarbij de Seleggttechniek zowel geschikt is voor bruine als voor witte eieren. De broedkwaliteit wordt gegarandeerd en het businessmodel is kostenefficiënt. Een belangrijke factor is echter de snelheid waarmee de test wordt uitgevoerd. De dertig minuten analysetijd staat een hoge doorvoertoepassing voorlopig in de weg. Verder gebeurt de geslachtsbepaling vroeg, namelijk op dag 9, maar ook niet vroeg genoeg. Als je pijn wilt uitsluiten, dan moet dat voor dag 7 gebeuren.
Op dit moment ondersteun ik door middel van een subsidie een onderzoek aan de KU Leuven dat een antwoord hoopt te bieden en hoopt te voldoen aan alle genoemde voorwaarden met een score van 6 op 6.
Over de methode die wordt ontwikkeld, kan ik niet te veel details geven omdat daar enige confidentialiteit over bestaat. Men zegt me wel dat het de goede richting uitgaat en ik ondersteun dat met een bedrag van bijna 250.000 euro. We verwachten de resultaten daarvan volgend jaar. Het gaat om een tweejarig onderzoek. Ik ben vorig jaar gestart met de ondersteuning daarvan. Normaal worden volgend jaar de resultaten opgeleverd. Men deelt me tussentijds mee dat het de goede richting uitgaat.
Mevrouw De Vroe heeft het woord.
Minister, ik dank u voor uw antwoord. U zult gemerkt hebben dat ik met mijn vraag vooral gefocust heb op de vooruitgang van het onderzoek in Vlaanderen. Het is belangrijk dat daar echt op ingezet wordt. Het is in het kader van het dierenwelzijn een grote stap vooruit als we daar een oplossing kunnen vinden met een goed flankerend beleid. Het is belangrijk dat dit steeds gebeurt in overleg met de sector, dat een goede economische analyse wordt gemaakt en dat steeds rekening wordt gehouden met de betrokken sectoren.
U zei op het einde van uw antwoord dat er extra wordt ingezet op onderzoek. Aan het begin van uw antwoord vreesde ik dat er geen extra budget meer voorzien was na de 160.000 euro die was uitgetrokken in 2015. Het is belangrijk dat wordt gezocht naar een goed en betaalbaar alternatief en dat er stappen vooruit worden gezet op het vlak van dierenwelzijn.
Minister, er is effectief nood aan dat bijkomend onderzoek om een oplossing te bieden. U hebt op het einde gesteld dat u volgend jaar extra resultaten verwacht. U kunt ervan op aan dat wij dit extra zullen opvolgen en u zullen vragen welke stappen hier zullen worden gezet. Het zou een grote stap vooruit zijn wanneer het hier tot een doorbraak zou komen.
Mevrouw Rombouts heeft het woord.
Minister, dit is een belangrijk issue dat moet opgevolgd worden. Ik bedank u dus dat er verder wordt ingezet op dat onderzoek. Het kunnen seksen van eieren zou inderdaad een groot verschil kunnen maken. Maar u stelt terecht dat heel wat parameters belangrijk zijn om het effectief te kunnen uitvoeren op het terrein. U hoopt dat we effectief naar die 6 op 6 kunnen gaan, zodat we kunnen overgaan tot een uitrol. De betrouwbaarheid van het seksen is inderdaad belangrijk. Dat percentage moet voldoende hoog liggen. De snelheid van uitvoeren en het praktisch kunnen uitvoeren, wat ook te maken heeft met de betaalbaarheid, en vervolgens het vroegtijdig kunnen uitvoeren van de testen: dat is allemaal belangrijk.
Minister, u spreekt van een pijngrens vanaf dag 7. Kunt u daar iets meer duiding over geven? Waaruit blijkt dat? Ik stel vast dat in Duitsland wordt aangenomen dat het vanaf dag 15 is. Er is dus blijkbaar enig verschil in begrip of in onderzoek. Ik vind het belangrijk dat dit internationaal wordt uitgeklaard. Hoe vroeger zo’n sectie kan gebeuren, hoe beter, sowieso. Ik denk niet alleen aan eventuele pijnrisico’s, maar ook aan handelbaarheid en snelheid. In economisch opzicht geldt: hoe vroeger hoe beter. Ik wilde dus graag iets meer informatie over de pijnbepaling en uit welk onderzoek dat zou blijken.
Ik ben blij dat tussentijds wordt meegegeven dat er positieve signalen zijn vanuit het onderzoek. Het is ook positief dat er ook de nodige budgetten tegenover blijven staan, om het verder uit te klaren. Wij zijn verwachtingsvol ten aanzien van de resultaten binnen een jaar. Wij zullen dat mee verder opvolgen.
Mevrouw Joosen heeft het woord.
Deze problematiek kwam in de commissie Dierenwelzijn al heel vaak aan bod. Ook in de commissie Landbouw komt dit thema regelmatig terug. De sector is hier echt wel vragende partij om mee die evoluties van dichtbij op te volgen. Er gebeurt heel wat onderzoek. Er worden ook heel wat financiële middelen geïnvesteerd. Het is een kwestie van tijd vooraleer we die betaalbare en gebruiksvriendelijke methode effectief zullen vinden. Daar ben ik absoluut van overtuigd.
Minister Weyts heeft het woord.
Het is goed dat we het onderzoek blijven aanmoedigen om zes op zes te scoren.
Wat betreft de vragen over de pijngrens: het gaat natuurlijk over onderzoek op embryo’s. Wetenschappelijke eenduidigheid is niet zo eenvoudig. Maar er is wel wetenschappelijke consensus over het feit dat er voor dag 7 zeker geen pijn is, en na dag 14 zeker wel pijn is. Daarom hanteer ik die twee normen, van zeven en veertien dagen. Tussen zeven en veertien speelt de wetenschappelijke twijfel.
In de nieuwe techniek die door dat bedrijf is uitgewerkt, wordt een piepklein gaatje gemaakt in het ei. Daar komt een druppeltje vloeistof uit. Op grond van analyse van dat druppeltje vloeistof kan men bepalen welk geslacht zich in het ei bevindt. Dat is wel revolutionair. Ik denk dat men aan de KU Leuven vooral bezig is met de verfijning van die techniek, om uiteindelijk aan die zogenaamde 6 op 6 te kunnen raken.
Mevrouw De Vroe heeft het woord.
Wij kijken daar natuurlijk naar uit, naar wanneer die techniek op punt staat. Hopelijk hebben we daarover snel meer nieuws.
De vraag om uitleg is afgehandeld.