Verslag vergadering Commissie voor Binnenlands Bestuur, Gelijke Kansen en Inburgering
Verslag
– Wegens de coronamaatregelen werd deze vraag om uitleg via videoconferentie behandeld.
De heer Van Miert heeft het woord.
Mijn vraag sluit eigenlijk goed aan bij wat de collega’s Warnez en Vande Reyde daarnet naar voren hebben gebracht. Iedereen weet dat wij sinds vorige legislatuur verschillende audits laten uitvoeren door Audit Vlaanderen: organisatie-audits, thema-audits, tot en met de iets minder leuke forensische audits. De resultaten daarvan zijn openbaar. Zij worden bijvoorbeeld aan de raadsleden bezorgd via de voorzitter van de gemeenteraad, maar ze zijn ook onder de openbaarheid van bestuur te raadplegen door iedereen die daar interesse in heeft.
Wij zien in de praktijk dat een aantal lokale besturen die rapporten publiceren en dat anderen dat niet doen. Audit Vlaanderen beseft dat men nu van de eerder passieve openbaarheid overgaat op actieve openbaarheid van bestuur. Als N-VA zijn we daar zeker geen tegenstander van, maar we willen wel dat er een goede afweging bestaat tussen enerzijds transparantie en anderzijds een vorm van vertrouwelijkheid ter bescherming van een aantal meer kwetsbare gegevens.
Om dit te bewerkstelligen heeft Audit Vlaanderen een afsprakenkader actieve openbaarheid opgesteld. De algemene principes en de rollen en verantwoordelijkheden van een aantal actoren zijn daarin vastgelegd. Bij de opmaak van dit kader werd input bezorgd vanuit de Vereniging van Vlaamse Steden en Gemeenten (VVSG) en een aantal directeurs uit lokale besturen.
Minister, kunt u ons een stand van zaken geven in verband met de activering van die openbaarheid? Wanneer zal die in werking treden? Kunt u toelichting geven bij het afsprakenkader en de belangrijkste randvoorwaarden voor actieve openbaarheid van de auditrapporten?
Minister Somers heeft het woord.
Onze overheden streven naar een transparante werking. Als minister ondersteun ik de verdere evolutie in de richting van meer openbaarheid. Actieve openbaarheid is een van de middelen om dat te realiseren. Die is als norm voor overheidsinstanties ook ingeschreven in het Bestuursdecreet. De trekker in dit dossier is Audit Vlaanderen en het auditcomité van de lokale besturen.
Er zijn reeds diverse stappen gezet, waarbij gestreefd werd naar een maximale gedragenheid. Na de opname in mijn beleidsnota en het ondernemingsplan van Audit Vlaanderen zijn diverse belanghebbenden geconsulteerd. De VVSG, de Vereniging van de Vlaamse Provincies (VVP) en Exello.net hebben een advies geformuleerd. Dit advies was principieel positief over de actieve openbaarheid van lokale niet-forensische auditrapporten. Wel was er vanuit de drie federaties de vraag naar hoe een en ander zou worden geoperationaliseerd.
Op het auditcomité van oktober 2020 zijn deze adviezen besproken. Het auditcomité vroeg om de operationalisering verder uit te werken in samenspraak met de belanghebbenden. Eind 2020 heeft een beperkte projectgroep met vertegenwoordigers van verschillende federaties van de lokale besturen zich hierover gebogen. Dit resulteerde in een ontwerp van afsprakenkader. In de vergadering van december 2020 besliste het auditcomité aan de VVSG en de VVP een formeel advies te vragen over het afsprakenkader en de operationalisering. Het advies van de VVP hierover is positief. Het advies van de VVSG wordt verwacht tegen het einde van deze maand.
De inzet op maximale gedragenheid is voor een deel ook de reden waarom er nog geen finale beslissing is genomen in dit dossier. Bijvoorbeeld voor uw vraag wanneer de inwerkingtreding is, willen we eerst die maximale gedragenheid.
Op basis van al deze elementen zal het auditcomité een finale beslissing nemen. Daarin zal ook worden bepaald wat de startdatum is.
Als minister blijf ik dit dossier opvolgen, met name via mijn waarnemer in het auditcomité.
Zoals in een eerdere vraag om uitleg aan bod kwam, zal ik als minister de nodige initiatieven nemen om de regelgeving aan te passen, mocht dat nodig blijken uit het advies dat ik zal krijgen.
Uit het bovenstaande blijkt dat het afsprakenkader momenteel in de ontwerpfase zit. Ik kan hier dus moeilijk veel toelichting over brengen. Uit de besprekingen in het auditcomité van de lokale besturen komen wel verschillende contouren naar voren. Ik geef er een aantal, uiteraard onder voorbehoud van verdere bespreking binnen het auditcomité.
Zoals uit de vraagstelling blijkt, gaat het om lokale niet-forensische auditrapporten van Audit Vlaanderen. Dat betekent dus ook dat de actieve openbaarheid geen betrekking heeft op auditrapporten van lokale interne auditdiensten bijvoorbeeld in Antwerpen en Gent. Zij beslissen uiteraard vrij over de rapporteringslijnen.
De rapporten zouden volledig openbaar worden gemaakt wanneer er geen detailaspecten met betrekking tot informatiebeveiliging, beveiliging of de persoonlijke levenssfeer in voor komen, die volgens de geldende regelgeving niet openbaar kunnen worden gemaakt. Indien dit wel het geval is, maakt Audit Vlaanderen deze passages onleesbaar. Samengevat is het principe: passief openbaar is actief openbaar.
Bepaalde passages zullen dus, bijvoorbeeld vanwege de persoonlijke levenssfeer, onleesbaar gemaakt worden. De raadsleden ontvangen wel steeds het volledige rapport. Ook bij forensische audits krijgen raadsleden nu het integrale rapport.
Er zal een beperking komen op hoe lang de rapporten worden gepubliceerd. Er is een leeswijzer in opmaak die het kader van het auditrapport schetst. Die zal er mee voor zorgen dat de lezer het auditrapport correct interpreteert.
Deze contouren zullen, na het advies van de VVSG en de VVP, verder worden besproken in het auditcomité. Op basis van de uitgebreide consultaties op initiatief van Audit Vlaanderen zal er normaal gezien voldoende gedragenheid zijn om verdere stappen in dit dossier te zetten.
Ik vraag dus om nog even geduld te hebben. Er wordt op een ernstige, gedegen en genuanceerde manier gewerkt aan een draagvlak. Er worden stappen gezet. We naderen stilaan de eindfase. Dan kunnen we verder in detail toelichten wat we van plan zijn, maar ik denk dat de richting heel helder is.
De heer Van Miert heeft het woord.
Minister, dank voor uw uitgebreid antwoord. Ik heb er alle begrip voor dat een aantal zaken nog onder voorbehoud zijn gezien de lopende besprekingen tussen de verschillende actoren die hier rond werkzaam zijn. Maar mijn persoonlijke bezorgdheid over wat er allemaal te gebeuren staat, neemt u voor een groot deel toch al weg. Ik heb de indruk dat er heel ernstig wordt omgegaan met een en ander. Maar zoals u zegt, moeten we nog even geduld hebben. Ik heb begrepen dat eind deze maand de VVSG nog met een advies komt. Dan zal een en ander ongetwijfeld verder worden besproken en in een definitief kader worden gegoten. Wij zullen dan nog even geduld hebben.
De heer Ongena het woord.
Mijnheer Van Miert, dank u voor de opvolgingsvraag van mijn net dezelfde vraag van 7 juli 2020. Ik had toen geïnformeerd en vooral een pleidooi gehouden om meer richting actieve openbaarheid van de auditrapporten te gaan. Ik ben blij te horen dat er intussen stappen zijn gezet en dat er verdere evolutie is. Ik kijk uit naar het definitieve afsprakenkader.
Ik heb nog een bekommernis. Als we naar die actieve openbaarheid gaan – die principiële knop is blijkbaar omgedraaid en de beslissing genomen – moeten we zorgen dat er een voldoende brede bekendmaking is van die rapporten en dat dat zich niet beperkt tot een of andere website ergens waar je serieus naar moet gaan zoeken. Dan moet men die auditrapporten bijvoorbeeld op de gemeentelijke website bekendmaken. Op die manier kunnen inwoners controleren of de conclusies uit die rapporten ook worden uitgevoerd en nageleefd door een gemeentebestuur. Maar ook voor andere lokale besturen kan het prettig zijn dat ze die kunnen consulteren.
Op mijn vraag van juli vorig jaar hebt u geantwoord dat daarvoor decretale aanpassingen nodig zullen zijn. Bent u nog altijd de mening toegedaan dat we het decreet zullen moeten aanpassen? Wanneer ongeveer denkt u met een voorstel te komen? Dat zal waarschijnlijk gekoppeld zijn aan dat definitieve afsprakenkader. Ik wil u en passant de hand reiken. Mocht het nuttiger zijn dat we vanuit het parlement die aanpassingen zouden doen, dan zijn we daar uiteraard altijd toe bereid.
De heer De Loor heeft het woord.
Minister, ik dank u voor uw antwoord. Het is belangrijk om een goed en degelijk afsprakenkader te hebben voor de actieve openbaarheid van de auditrapporten. We moeten een goed evenwicht zoeken. De oefening moet ernstig en grondig gebeuren.
Audit Vlaanderen en de rapporten moeten we zien als een partner van de lokale besturen. Het uitgangspunt is dat die besturen er sterker van worden. Het is dan ook goed dat de nodige tijd wordt genomen, dat het degelijk gebeurt, goed doordacht en onderbouwd. Ik kijk samen met de collega’s uit naar de oefening en het afsprakenkader.
Minister Somers heeft het woord.
Ik dank de collega’s voor de constructieve inbreng.
Het is juist, mijnheer Ongena, dat u dit in juli al op de agenda hebt gezet. Ik ben blij dat de heer Van Miert dat mee opvolgt. Op die manier krijgen we dit niet-onbelangrijke onderdeel van transparantie en openbaarheid in beeld. Uw opmerking dat we – eenmaal we door de beslissing heen zijn en de keuze hebben gemaakt – erover moeten waken dat de bekendmaking van de actieve openbaarheid voldoende zichtbaar is, klopt. Het is belangrijk dat we daar handgrepen meegeven aan de lokale besturen en het niet gewoon op een of andere website zetten die onleesbaar of onzichtbaar is. We moeten het prominent in beeld brengen. Anders is die openbaarheid maar relatief.
Wat de heer De Loor zegt, is ook juist. Audit Vlaanderen is een partner en geen tegenstander van de lokale besturen. Het is mijn ervaring dat de audits van Audit Vlaanderen de lokale besturen verder helpen. Ze geven handgrepen die ook vaak goed omkaderd zijn en een goed beeld schetsen. Het is evident dat zulke audits ook vaak onderwerp worden van politiek debat. Ook lokaal wordt dat debat soms heftig gevoerd. Het is de rol van de oppositie om de verbeterpunten te zoeken. Over het algemeen zijn ze heel uitgebalanceerd, evenwichtig en relevant. Ik vind dit belangrijk. De samenleving moet daar gebruik van kunnen maken.
Het zijn opmerkingen die ik volledig kan steunen. Mijnheer Van Miert, nog eens bedankt voor de vraag. Er wordt verder constructief aan gewerkt. Over een paar weken of maanden krijgen we het volledige plaatje.
De heer Van Miert heeft het woord.
Ik heb daar niets aan toe te voegen, voorzitter.
De vraag om uitleg is afgehandeld.