Verslag vergadering Commissie voor Cultuur, Jeugd, Sport en Media
Verslag
– Wegens de coronamaatregelen werd deze vraag om uitleg via videoconferentie behandeld.
De heer Brusselmans heeft het woord.
Goeiemorgen, minister-president, collega’s, beste vrienden van cultuur, ga nog niet naar de bib, want er staan nog wat vragen op de agenda vandaag. Nu is het er eentje van mij, inderdaad over BRUSK.
Uitgerekend op het ogenblik dat duidelijk werd dat de Vlaamse Regering noch de politieke wil, noch de centen heeft om een semifysiek museum van de Vlaamse geschiedenis en cultuur in de steigers te zetten, werd bekendgemaakt dat diezelfde Vlaamse Regering het niet onaardige bedrag van 27 miljoen euro klaar heeft voor de bouw van BRUSK, een nieuwe , flexibele inzetbare museale site naast het Gruuthuusemuseum. Het zal u wellicht niet verwonderen dat dit dossier bij mij dan ook een paar vragen oproept.
Minister-president, in hoeverre en op welke wijze waren u, uw kabinet of administratie betrokken bij de voorbereidingen en toewijzing van dit project ?
U hebt sinds uw aantreden, bij herhaling zelfs, aangegeven dat er bespaard moet worden in het beleidsdomein Cultuur in de breedste zin van het woord. Bijgevolg had ik dus, gelet op de krapte van het voor Cultuur voorziene budget, graag vernomen waar de toegezegde 27 miljoen euro dan nu plots, als manna uit de hemel, vandaan komt.
In hoeverre is er überhaupt nood aan een nieuwe museale ruimte in Brugge? Ik ga ervan uit dat, bij een investering van zegge en schrijve 47 miljoen euro in totaal, uiteraard wel een behoefteonderzoek is gedaan. Dat is toch een criterium van degelijk bestuur. Is dat zo? En welke bevindingen zijn daar dan uit gekomen?
In de pers kwam men na de voorstelling van dit project superlatieven te kort. ‘Verfrissend en verrijkend’, stond in een voormalige kwaliteitskrant. Vooral dat ‘verrijkende’ aspect vind ik eigenlijk zeer interessant en intrigerend, want uitgerekend Brugge heeft in het korte tijdsbestek van nog geen jaar een ware museale kaalslag uitgevoerd, waarbij onder meer het Gezellemuseum, het Gentpoortmuseum en het Archeologiemuseum de deuren moesten sluiten. Ik heb daar een vraag over gesteld in deze commissie. Is er dus binnen het nieuwe museale concept eigenlijk ruimte voor die collecties of worden die definitief opgeborgen?
Naast de feitelijk te bouwen museumhal investeert Brugge, tenminste toch als ik de pers mag geloven, ook nog in een indrukwekkend masterplan voor de binnenstad. Ik had gedacht dat u dat toen ook al aangehaald hebt als antwoord op mijn vraag om uitleg. En dus wordt de museumsite niet alleen geïntegreerd in een museumkwartier, maar krijgt de hele site ook nog een opknapbeurt, waarbij ook het Groeningemuseum zal worden gerenoveerd. Dit zal natuurlijk gegarandeerd ook een centje kosten en daarom had ik graag van u vernomen of de Vlaamse Regering zich ook daar heeft geëngageerd en, als dat het geval is, voor welk bedrag.
Minister-president Jambon heeft het woord.
Mijnheer Brusselmans, soms vraag ik me eigenlijk af wat ik hier zit te doen, hoor. Als u zelfs niet luistert naar de antwoorden die wij geven op vragen, en aan uw vooringenomenheid op voorhand vasthoudt, los van de antwoorden die ik geef, dan vraag ik me eigenlijk af wat we hier zitten te doen. Vorige keer, toen u het had over het museum van de Vlaamse geschiedenis en cultuur, heb ik u gezegd dat we geen volledig nieuw gebouw zouden zetten, maar dat semifysieke oplossingen, zoals u het nu noemt, zeker mogelijk zijn en dat er een virtuele applicatie tegenover gezet wordt. Ik vraag u dus om nooit meer te zeggen – behalve als we ooit het tegendeel zouden brengen – dat een semifysiek museum van de Vlaamse geschiedenis en cultuur uitgesloten is. Dat is niet uitgesloten. Mijnheer Brusselmans, mag ik het nog eens zeggen: het is niét uitgesloten! Het zit er nog altijd in.
Het enige wat ik gezegd heb, is dat we een gebouw gaan neerzetten, een groot museum van de Vlaamse geschiedenis en cultuur om de redenen die ik vorige keer uitgebreid uiteengezet heb en we nemen die optie niet. Ik hoop dat u dat nu meeneemt en probeert om uw vooringenomenheid daarover een beetje opzij te zetten.
Ik kom nu tot de antwoorden op uw vragen, alhoewel ik moet zeggen dat het me toch erg verwondert dat u voor een partij die zich ook Vlaams-nationaal noemt, een verbreding van het museale gegeven in Brugge op die manier kritisch benadert, maar bon, dat is uw recht. Ik ga er ook op antwoorden.
Of we betrokken waren bij de voorbereidingen? Het projectvoorstel van Musea Brugge werd al in 2018 ingediend als aanvraag voor een investeringssubsidie 'grote culturele infrastructuur' bij het toenmalige Fonds voor Culturele Infrastructuur. In het kader van die procedure werd een gunstig advies verleend door de administratie van het departement Cultuur, Jeugd en Media (CJM), waarbij rekening werd gehouden met zowel de culturele invulling van uitzonderlijke omvang, als de bouwtechnische eisen over duurzaamheid en toegankelijkheid van het project. Gelet op de hoge budgettaire impact van dat project aan het einde van de vorige regeerperiode werd het voorstel doorverwezen naar de volgende legislatuur, dus deze legislatuur.
In het regeerakkoord bij aanvang van de huidige legislatuur heeft de Vlaamse Regering het engagement opgenomen om in totaal 95 miljoen euro extra te investeren in culturele topinfrastructuur, waaronder de Bourlaschouwburg in Antwerpen, de Opera in Gent en het nieuwbouw- en renovatietraject van de Brugse Museumsite, waarvan het BRUSK een onderdeel is.
Op de minsterraad van 13 november keurde de Vlaamse Regering het financierings- en governancetraject voor de museumsite goed. Op basis van de ingediende raming investeert de Vlaamse overheid maximaal 27,25 miljoen euro in het project, met een maximaal subsidiepercentage van 60 procent. Daarnaast maakt het Departement CJM deel uit van de stuurgroep van het project, waardoor de Vlaamse Regering de vinger aan de pols houdt en het medebeslissingsrecht heeft bij alle beslissingen over de hoge kwaliteitsstandaarden van de gerealiseerde infrastructuur in alle volgende fasen van het bouw- en renovatieproject.
Hoe staat dat in contrast met de besparingen op cultuur? De financiering van het project was al voorzien in het regeerakkoord. Initieel was de vastlegging van het budget voorzien voor de periode 2023-2024. In het kader van de aangekondigde relanceplannen, het plan Vlaamse Veerkracht, besliste de Vlaamse Regering om het project versneld uit te voeren, gebruikmakend van de beschikbare relancemiddelen voor cultuurinfrastructuur. Ook de stad Brugge was vragende partij om het project te versnellen in het licht van de huidige coronacrisis. Dus, mijnheer Brusselmans, we hebben 95 miljoen euro initieel in het regeerakkoord uitgetrokken en we hebben nog eens in 100 miljoen euro voorzien in het volledige plan Vlaamse Veerkracht voor culturele topinfrastructuur. Dat zal dus daaruit komen. U kent toch het verschil tussen investeringsbudgetten en recurrente budgetten, de exploitatiebudgetten. De besparingen die we doen, is natuurlijk om recurrent onze rekeningen in orde te krijgen. Hier gaat het over investeringsbudgetten.
Dan vraagt u of er nog nood is aan een nieuwe museale ruimte in Brugge. In de afgelopen decennia kon Musea Brugge slechts toptentoonstellingen openen waar de vaste collecties in de Brugse musea voor enkele maanden werden opgeborgen. De continuïteit van die vaste collecties is nochtans van groot belang voor de vaste en internationale bezoekers. In de huidige locaties van Musea Brugge is er een permanent gebrek aan tentoonstellingsruimte en bovendien waren die historische gebouwen initieel niet bedoeld als tentoonstellingsruimte, wat bouwfysische problemen en risico’s met zich meebrengt. Bovendien hebben de vele verhuizingen en manipulaties een negatief effect op de topcollecties met een grote impact op de risicobeheersing van rampen- en evacuatieplannen.
Het is daarom duidelijk dat de nood aan op zich staande infrastructuur voor tijdelijke tentoonstellingen in combinatie met de bijkomende facilitaire functies op die site prangend is voor Musea Brugge. Die noodzaak werd al geformuleerd in het algemeen beleidsprogramma 2014-2018 van de Stad Brugge en werd bevestigd in het programma van het huidige stadsbestuur naar aanleiding van de tekortkomingen van de huidige expositieruimtes die telkens bij grote internationale exposities in het Groeningemuseum, Sint-Janshospitaal en Gruuthusemuseum werden vastgesteld. De investeringen in de Brugse kunst- en museumsite vormen een essentiële hefboom voor de verdere ontwikkeling en reputatie van Musea Brugge als kunst- en erfgoedinstelling en voor de uitstraling van de stad Brugge en van Vlaanderen als culturele topbestemming.
Het volledige renovatie- en nieuwbouwtraject is daarom van groot belang om het internationale niveau van Brugse Musea te verzekeren en tegemoet te komen aan de beperkingen van de huidige locatie, die deze ambities noodgedwongen begrenst. Als onderdeel van de 'design & build'-procedure werd een gedetailleerde behoefteanalyse opgemaakt naar alle noden waaraan het ontwerp moet beantwoorden. Het nieuwbouwproject maakt mogelijk om een programmatie met sterke variatie en frequentie te ontwikkelen, met twee grote en flexibel in te delen tentoonstellingshallen die geschikt zijn voor projecten met internationale impact en een totale oppervlakte van 2300 vierkante meter bedragen. Het overkoepelende masterplan zal leiden tot een gecentraliseerde en efficiënte museumwerking op de site met onthaalruimtes, multifunctionele zalen, een wetenschappelijke bibliotheek, depots voor schilderkunst en voor prent- en tekenkunst, werk- en restauratieateliers, stockageruimtes, een laad- en loskade en aanverwante logistieke voorzieningen die ook de omliggende museale infrastructuur zullen bedienen.
Voor de collecties die er komen, verwijs ik naar de discussie die we eerder gevoerd hebben over de vraag om uitleg over de sluiting van het Brugse archeologiemuseum.
Alle musea die hier besproken worden, maken deel uit van de koepel Musea Brugge. De stad Brugge is hiervan de inrichtende macht. Het is dus aan de stad om de musea Brugge aan te sturen vanuit een langetermijnvisie. Vanuit een dergelijke visie kunnen beslissingen genomen worden om bepaalde locaties te sluiten, andere locaties extra te valoriseren en keuzes te maken rond welke onderdelen van de collectie er getoond worden.
Hier kan ik dus herhalen dat ik het een goede zaak vind dat er hierover een publiek debat wordt gevoerd. Dit is echter een debat dat gevoerd moet worden in de gemeenteraad van de stad Brugge.
Het engagement van 27 miljoen euro dat door de Vlaamse Regering werd opgenomen voor de ondersteuning van dit project, geldt voor het volledige nieuwbouw- en renovatietraject van de site, inclusief de renovatie van het Groeningemuseum en de ontwikkeling van de onthaalfuncties en facilitaire functies op de site, die ik zonet heb toegelicht. Dat is dus een besloten enveloppe.
De heer Brusselmans heeft het woord.
Dank u wel. Iedereen staat precies goed gepeperd vandaag, maar zo heb ik het graag, dan steek ik zelf ook een tandje bij.
Minister-president, u vraagt zich soms af wat u hier zit te doen. Ik kan u alleen maar adviseren om u eens te bezinnen – misschien in een prikkelvrije ruimte in Gent die u toch subsidieert.
Wat het overige betreft, als lid van de enige Vlaams-nationalistische partij, juich ik zulke projecten toe, maar dat betekent niet dat we geen kritische vragen meer mogen stellen. Als u mij toestaat, zal ik nog een kritische vraag stellen. Wat is de timing van het project?
Op het perceel waar BRUSK zou komen, staat momenteel nog een school, het Sint-Andreasinstituut, dat op zijn beurt moet verhuizen, en wel naar een perceel dat half zo groot is en waar men los van de budgettaire beperkingen, in het gedrang komt met de capaciteit. De school is aan het groeien, men zal dat niet meer kunnen faciliteren. Dat bezorgt vele ouders, leerkrachten en leerlingen natuurlijk kopzorgen. Misschien nog frappanter is dat de school moet verhuizen voor de nieuwbouw klaar is. Het is een beetje een pingpongspel van het stadsbestuur naar de Vlaamse Regering wie nu eigenlijk verantwoordelijk is voor die timing, maar de Vlaamse overheid betaalt en wie betaalt die bepaalt natuurlijk. De timing van het project ligt ook in uw handen. Dus vraag ik u: is het niet mogelijk om het project uit te stellen tot na de oplevering van de nieuwbouw van het Sint-Andreasinstituut, om de school en alle belanghebbenden daarrond toch een beetje te ontlasten.
De heer Pelckmans heeft het woord.
Voorzitter, mijnheer Brusselmans, dank u voor de vraag. U schrikt misschien van mijn dank daarvoor, maar Groen is altijd een heel kritische minnaar geweest van te veel bakstenencultuur. Ik heb dat in het begin van de legislatuur al gezegd. We blijven daarop hameren, zeker in tijden van covid wanneer investeringen in mensen zeer noodzakelijk zijn. Ik ben akkoord, minister-president, dat dat twee verschillende begrotingsposten zijn.
Maar in de perceptie van de sector en van veel mensen die ons niet zo volgen is dat allemaal één financiering.
Ik wil hier toch wel zeggen dat we ten aanzien van goede projecten positief en constructief willen zijn. Ik denk nu net dat BRUSK een voorbeeld is van hoe het wel moet. Het heeft een lange voorgeschiedenis. De stad heeft een rijke, goed uitgewerkte en goed onderbouwde museumtraditie. Dit is dus een project dat we inderdaad moeten aanmoedigen. We kunnen er inderdaad ook kritische vragen bij stellen.
Ik heb nog een algemene vraag, in het licht van mijn eerste opmerking. Toen deze regering aantrad, kregen we een enorme waslijst van bakstenen en gebouwen die we gingen bouwen. Die lijst werd dan geactualiseerd met het relanceplan, met het Veerkrachtplan, ook met cijfers daarbij. Ik kijk toch met enige bezorgdheid naar de realisatiemogelijkheid van al die projecten. Mijn vraag is om dat goed te kunnen monitoren. Zouden we voor de zomer nog een allerlaatste stand van zaken kunnen krijgen over welke investeringen er zullen gebeuren in infrastructuur? Ik zal daar ook de nodige vragen over stellen. Groen zal elk investeringsproject in stenen kritisch bekijken. Maar als het goed is, zoals in dit geval, zullen we dat erkennen. Als het fout is, zullen wij daar bijzonder kritisch mee omgaan.
Nog peper? Jawel, West-Vlaamse peper!
Mevrouw Coudyser heeft het woord.
Ik kan daar heel kort over zijn. Ik juich dat project toe. Niet alleen omdat ik West-Vlaming ben, maar vooral omdat ik Vlaming ben. Brugge heeft topmusea en toperfgoedcollecties, die zowel Vlamingen als veel internationale bezoekers aantrekken en laten kennismaken met onze cultuur. Dat kunnen we alleen maar verder uitbouwen. Dat ze nu de link leggen met hedendaagse kunst, kunnen we alleen maar toejuichen. En ja, zij hebben ruimte te kort, niet alleen om tijdelijke tentoonstellingen in te vullen met erfgoedcollecties maar ook om net die link te leggen. Dat komt niet alleen ons als Vlamingen ten goede, dat zal er ook voor zorgen dat Vlaanderen verder uitgebouwd wordt als culturele topregio in Europa. En zo zullen ook die internationale gasten en buitenlandse toeristen kennis kunnen maken met ons erfgoed, met onze kunst en met onze cultuur. Onze Vlaamse cultuur die nog meer uitgebouwd wordt en nog meer zichtbaar wordt in het buitenland: daar moeten wij alle steun aan geven. Het is fantastisch dat dat project samen met de stad Brugge gerealiseerd wordt, en dat op zo’n korte termijn. Ik vind dat een voorbeeldproject.
Collega Brusselmans, ik deel uw bezorgdheid over de leerlingen die daar nu nog op die site zitten. Inderdaad, werken moeten gebeuren. We willen naar een versnelling gaan. Maar ik zie dat toch vooral als een verantwoordelijkheid van het schoolbestuur, dat naar oplossingen moet zoeken. Ik hoor dat daarover een overleg met de stad Brugge is gepland. Ik neem aan dat daar ook wel een oplossing uit de bus kan en zal komen, met een beetje goede wil van iedereen.
Minister-president Jambon heeft het woord.
Mijnheer Brusselmans, de budgetten worden vastgelegd in 2021 en 2022. Dat zijn vastleggingskredieten. Maar voor de realisatie van de museumsite komt de eerste oplevering er maar in 2024. De bouw van de nieuwe school loopt inderdaad wat vertraging op in vergelijking met het initiële schema. Het is evident dat BRUSK moet wachten tot de school klaar is. Maar u weet dat er voordat ge een schup in de grond steekt al heel wat werk moet gebeuren: een definitief ontwerp, een bouwaanvraag, goedkeuring van die bouwaanvraag en die toestanden. We leggen in 2021 en 2022 de kredieten vast in het kader van het plan Vlaamse Veerkracht. De realisatie en de eerste opleveringen zullen later volgen.
De heer Brusselmans heeft het woord.
Ik heb niets meer toe te voegen, voorzitter.
De vraag om uitleg is afgehandeld.