Verslag vergadering Commissie voor Landbouw, Visserij en Plattelandsbeleid
Verslag
– Wegens de coronamaatregelen werd deze vraag om uitleg via videoconferentie behandeld.
De heer Steenwegen heeft het woord.
Minister, in de commissie is er algemeen een grote appreciatie voor het werk van Boeren op een Kruispunt. Uzelf gaf ook aan dat u een uitzondering maakte voor deze organisatie door haar destijds geen besparing op te leggen.
Onlangs kondigde u aan om de steun aan Boeren op een Kruispunt met 100.000 euro te verhogen. Er was vorig jaar volgens de organisatie een stijging van het aantal vragen met 34 procent. Met die middelen zal de vzw een bijkomende adviseur kunnen werven en bijkomende sessies bij psychologen kunnen bekostigen. Ook het Landelijk infopunt voor vrouwen (Liv) krijgt 95.00 euro extra.
De opzet is volgens u dat aldus verder werk kan worden gemaakt van een actieplan over het welbevinden van de landbouwer.
Laat me eerst vooropstellen dat ik en mijn fractie volledig achter de verhoogde steun staan die u hebt toegekend. Met de bijkomende middelen besteedt de Vlaamse overheid nu meer dan een half miljoen euro aan Boeren op een Kruispunt. Met die middelen zorgen zij voor een heel belangrijke directe ondersteuning voor onze boeren en boerinnen. Het lijkt me echter uiterst interessant om de informatie die Boeren op een Kruispunt via haar werking te horen krijgt, om te kunnen zetten in beleid. Het zou immers erg spijtig zijn dat die schat aan informatie, die echt raakt aan een aantal pijnpunten, denk ik, niet zou leiden tot concrete beleidsaanbevelingen. Zonder die bijkomende stap lijkt het erop dat we vooral met de kraan open aan het dweilen zijn. Willen we het welbevinden van onze boeren en boerinnen structureel verhogen, dan zullen we toch die onderliggende oorzaken moeten aanpakken. We hebben het daar al een paar keer over gehad in de commissie.
Minister, voorkomen is dus zeker en vast veel beter dan genezen. Vandaar de volgende vragen. Op welke manier rapporteert Boeren op een Kruispunt aan de Vlaamse overheid over haar werking? Worden de individuele casussen omgezet in meer globale, veralgemeende vaststellingen, die als aanbeveling kunnen gelden voor de overheid? In dat geval, welke beleidsaanbevelingen hebt u van Boeren op een Kruispunt al gekregen, en is daar ook al iets mee gebeurd?
Minister Crevits heeft het woord.
Collega Steenwegen, bedankt voor de vraag en zeker ook bedankt voor de appreciatie voor de werking van Boeren op een Kruispunt en alle organisaties die het welbevinden van de boer en de boerin centraal stellen. Zeker tijdens deze coronacrisis mogen we de mentale conditie van mensen niet uit het oog verliezen. Boeren op een Kruispunt rapporteert in eerste instantie aan de Vlaamse overheid over haar werking volgens de bepalingen die daarover in het jaarlijkse reguliere subsidiebesluit zijn opgenomen. Dat gaat met name over de financiële verantwoording van de kosten voor de activiteiten waarvoor de subsidie is toegekend en de eventuele opbrengsten die in het kader van die activiteiten zijn verworven. Daarnaast wordt in het jaarverslag van de vzw een meer gedetailleerde rapportering over de activiteiten weergegeven, en daarin worden ook in het oog springende trends meegenomen. Er zijn ook heel wat ad-hoccontacten rechtstreeks en via de leden van de raad van bestuur. De vzw maakt trouwens ook deel uit van de stuurgroep die ik heb geïnstalleerd naar aanleiding van de opmaak van het actieplan voor welbevinden in de land- en tuinbouw, samen met landbouworganisaties, het Landelijk infopunt voor vrouwen en vertegenwoordigers van het beleidsdomein Landbouw en Visserij. De stuurgroep heeft, naast het aansturen en de opmaak van het actieplan, als doel expertise en ervaringen samen te brengen vanuit een aantal invalshoeken en op zoek te gaan naar oplossingen. Collega’s, voor de goede orde, ik heb ook de steun aan het Landelijk infopunt voor vrouwen substantieel opgetrokken, met bijna 100.000 euro. Ik vind die werking bijzonder waardevol. We hebben ook al overleg gehad met dat infopunt. Ik zou ook willen dat die werking in de toekomst ook wat beter wordt geïntegreerd, maar daar werkt men samen aan.
De hoofdopdracht van Boeren op een Kruispunt is boeren ondersteuning te bieden bij heel concrete problemen waarmee ze te kampen hebben, en communicatie te voeren ter ondersteuning van de werking. In het verleden nam de directeur van de vzw ook geregeld contact op met onze medewerkers als in specifieke sectoren zich bepaalde problemen frequent voordeden, bijvoorbeeld bij de crisis in de fruitsector en de uitbraak van de Afrikaanse varkenspest enkele jaren geleden. Collega Joke Schauvliege zal zich dat herinneren. Er wordt dus heel snel teruggekoppeld daarover. De vaststellingen van de vzw en de aanbevelingen inzake steunmaatregelen zijn meegenomen bij de uitwerking van steunmaatregelen, samen met de input van andere betrokken actoren uit de sector.
De bijkomende subsidie voor 2021 is toegekend naar aanleiding van de vaststelling dat er in een aantal provincies een beduidende stijging was van het aantal casussen. Dat betekent dus dat we kort op de bal spelen, maar ik begrijp ook dat u dat toejuicht, collega Steenwegen.
Daarnaast is in de nieuwe projectsubsidie expliciet opgenomen dat die moet worden aangewend voor de expertiseopbouw en de ontsluiting ervan ter versterking van het programma ‘Focus op talent’. Met de opgedane ervaring zal de vzw vanuit haar reguliere werking voorstellen doen aan het beleid ter versterking van het welzijn van onze boeren.
Wat de ad-hocproblemen betreft, is het zo dat de vzw zelf ook beschikt over een ruim netwerk aan contacten. Als er bijvoorbeeld issues zijn rond controles en administratieve lasten, wordt dit via die contacten doorgegeven aan de betrokken overheidsdiensten, zoals het Federaal Agentschap voor de veiligheid van de voedselketen (FAVV).
Ik vind die werking dus goed. Ze rapporteren ook heel goed. Maar er zijn natuurlijk, collega Steenwegen, een aantal problemen waar de boeren mee te kampen hebben en ook een aantal grote dossiers met grote zorgen die niet op een dag opgelost kunnen worden. Ik denk dat een goede begeleiding al zeer bevorderlijk kan zijn, ook voor het mentale welbevinden.
De heer Steenwegen heeft het woord.
Dank u wel, minister. U zult wel begrijpen dat mijn vraag niets te maken heeft met controle op de organisatie Boeren op een Kruispunt, maar vooral gericht is op het zoeken naar manieren om meer te kunnen doen met de informatie die door de werking wordt verzameld. Ik begrijp dat er wel bepaalde vormen van terugkoppeling zijn, vaak rechtstreeks. Maar het zou toch goed zijn als die resultaten ergens op een meer structurele manier worden gepubliceerd, zodat men daar kennis van kan nemen.
U spreekt over een jaarverslag. Het ligt misschien aan mij, maar ik heb dat niet onmiddellijk teruggevonden op de site van Boeren op een Kruispunt. Mijn vraag aan de secretaris is dus of wij kunnen beschikken over de jaarverslagen van de organisatie. Ik denk dat dat geen probleem kan zijn, ik veronderstel dat die gepubliceerd werden.
Ik denk dat het goed is dat er rechtstreeks gerapporteerd wordt. Ik heb ook gezien dat er leidend ambtenaren in de raad van bestuur zetelen. Er zijn veel rechtstreekse kanalen. Mijn pleidooi is vooral om de impact van de werking van Boeren op een Kruispunt nog groter te maken en om die niet te beperken tot het individueel helpen van mensen – wat natuurlijk superbelangrijk is en voor die mensen uiterst noodzakelijk, ook op korte termijn. Maar ik denk dat we moeten proberen om daar trends in terug te vinden, om bepaalde grotere vaststellingen te doen die dan kunnen leiden tot een debat in deze commissie over de moeilijkheden die boeren ervaren. Dat kan dan eventueel leiden tot aanpassingen, bijvoorbeeld aan de regelgeving, die als zeer moeilijk wordt ervaren.
Ik heb niet echt een bijkomende vraag. Ik ben wel tevreden met uw antwoord. Maar ik pleit ervoor om zoveel mogelijk te kunnen nagaan wat er uit die werking komt, om de impact van die werking te kunnen vergroten. Mijn concrete vraag is eerder gericht aan de commissiesecretaris: kunnen we de jaarverslagen krijgen om die eventueel later mee te nemen in de bredere discussie over het welzijn van boeren? Want ik begrijp dat ze ook, logischerwijze, opgenomen zijn in het ruimere traject.
Collega Steenwegen, dit wordt opgenomen door de secretaris. De jaarverslagen staan vanzelfsprekend ter beschikking en zullen worden overgemaakt aan de commissie of op de website geplaatst worden. We kunnen eventueel de mensen van Boeren op een Kruispunt uitnodigen, want ik denk dat het al een hele tijd geleden is dat ze nog eens te gast waren in deze commissie.
Traditiegetrouw zijn er veel aanvullende vragen over dit thema. De collega’s staan allemaal positief tegenover de werking en zijn bekommerd om het welbevinden van de land- en tuinbouwers. Dat blijkt ook nu weer, want ik zie dat verschillende commissieleden een aanvullende vraag willen stellen.
Mevrouw Schauvliege heeft het woord.
Dank u wel voor uw antwoord, minister. Nog niet zo lang geleden heb ik u ook een vraag gesteld over Boeren op een Kruispunt, meer bepaald over hoe zij een rol kunnen spelen in uw actieplan rond welbevinden en mentaal welzijn. U zei toen dat zij voor u een heel belangrijke partner zijn. Ik ben dan ook heel blij dat u nu toont dat dat menens is en dat u daar de nodige middelen voor ter beschikking stelt. Ik wil u bedanken omdat u zo consequent bent in het uitvoeren van die beloftes.
Ik heb nog een aantal aanvullende zaken bij de bezorgdheden van collega Steenwegen. Het is natuurlijk zo dat Boeren op een Kruispunt heel erg preventief werkt. Ze kunnen vaak vroeg detecteren waar het fout loopt op het vlak van welzijn, waar er grote kopzorgen zijn, bijvoorbeeld rond de aanpak van papieren of controles. Landbouwers kunnen daarmee terecht bij Boeren op een Kruispunt, wat ervoor kan zorgen dat ze niet diep in de put geraken, maar licht zien aan het einde van de tunnel. Ik vind het dus goed dat Boeren op een Kruispunt erg preventief werkt en niet alleen pas op het einde van die schakel komt.
Het is ook goed dat er een algemeen actieplan komt waar iedereen bij betrokken is. We weten immers allemaal dat iedereen bezig zal moeten zijn met het mentale welzijn van onze landbouwers. Dat zal ook zo moeten zijn bij de landbouworganisaties en bij iedereen die daarbij betrokken is. Men kan die taak niet enkel leggen bij Boeren op een Kruispunt. Daarom is dat actieplan volgens mij ook cruciaal.
Boeren op een Kruispunt verwijst soms mensen door naar de reguliere zorg, maar mensen voelen zich daar vaak niet goed begrepen omdat men niet zo goed weet hoe men met die specifieke problemen moet omgaan. Het lijkt me dan ook belangrijk om in het actieplan voldoende aandacht te hebben voor welzijn. Misschien kunnen bij uw collega bevoegd voor Welzijn een aantal accenten worden gelegd om die specifieke problematiek op te vangen.
Mevrouw van der Vloet heeft het woord.
Minister, ook de N-VA-fractie wil u danken voor de extra inspanning die zal worden gedaan voor Boeren op een Kruispunt. Ook wij vinden het heel belangrijk dat onze landbouwers vanaf het begin voldoende kunnen worden begeleid, en dat deze mensen ook in de stuurgroep zitten voor uw actieplan. Het is immers van belang om deze bezorgdheden van meet af aan mee te geven. Zoals de collega zei, is het uiteraard belangrijk om na te gaan of er algemene problemen zijn die vaak terugkeren. Ik veronderstel dat er heel wat persoonlijke, specifieke problemen zijn waar Boeren op een Kruispunt mee te maken krijgt, maar daarnaast zijn er wellicht veel terugkerende problemen, zoals de administratieve last. Het zou goed zijn om die problemen te verzamelen en daar iets mee te doen.
Mevrouw Talpe heeft het woord.
Ook wij zijn uiteraard heel tevreden met de extra middelen voor Boeren op een Kruispunt maar ook voor het Landelijk infopunt voor vrouwen.
Het jaarverslag van de vzw wordt hier af en toe in de commissie besproken. Ik ben blij dat we dat hier kunnen voortzetten en dat we daarover van gedachten kunnen wisselen. Collega Steenwegen, dat heeft ook effectief geleid tot beleidsinitiatieven waaronder het project Zot van (‘t) Boeren dat recent wordt afgesloten. Maar ze mogen inderdaad ook wat proactiever zijn. Ik denk dat de andere groepen wel wat meer aanbevelingen en werkpunten meegeven. We kunnen hen zeker de suggestie doen om daarmee aan de slag te gaan.
Minister, ik wil nog even terugkomen op de gedachtewisseling die op 2 december is gehouden naar aanleiding van de vraag om uitleg van collega Schauvliege en collega Nachtergaele. Ik heb er toen op gewezen dat de vzw heel wat problemen ondervindt met de zoektocht naar vrijwilligers en ik heb u toen gevraagd om bij de lokale besturen en bij de minister van Binnenlands Bestuur na te gaan of er kan worden gewerkt aan een versterking. Wat is daarmee gebeurd? Wordt dit opgevolgd? Immers, wanneer de vzw extra middelen krijgt, zullen er wellicht ook extra handen nodig zijn om dat beleid verder uit te rollen.
De heer Sintobin heeft het woord.
Voorzitter, als anciens hebben wij de opstart van Boeren op een Kruispunt meegemaakt. Over alle partijgrenzen heen hebben wij die vzw altijd gesteund. Al jarenlang wordt bij elke begrotingsbespreking aan de bevoegde minister gevraagd om de subsidie voor Boeren op een Kruispunt te verhogen. Dat is meestal gebeurd, ook dit jaar, waarvoor ook onze dank, minister.
Ook de verhoging van de subsidies voor het Landelijk infopunt voor Vrouwen is natuurlijk een goede zaak. Dat betekent echter natuurlijk ook wel dat die mensen steeds meer middelen nodig hebben omdat de problemen steeds groter worden. Dat moet men toch ook erkennen. Ik denk dat er niet alleen het tekort aan middelen is, maar vooral ook aan personeel, aan psychologen. Minister, misschien herinnert u zich dat ik de vraag tot verhoging van de subsidies heb gesteld bij de begrotingsbesprekingen eind december. U hebt dat toen al toegezegd, wat een goede zaak is. U hebt toen ook gezegd dat de problemen zich vooral situeren in West- en Oost-Vlaanderen, dat de dossiers zich vooral daar situeren. Ongetwijfeld kunt u dat vandaag bevestigen. Ik heb u toen echter ook een detailvraag gesteld. Net als alle andere fracties, denk ik, hebben ook wij overleg gehad met de nieuwe directeur van Boeren op een Kruispunt, en de vraag was niet alleen naar meer middelen en meer personeel, maar er was ook een opmerking over de huisvesting. Blijkbaar zijn die omstandigheden niet optimaal. Dat is in Aalter, dacht ik. Bent u daarvan op de hoogte? Ik denk van wel. Bestaat er een mogelijkheid om ook daarvoor een oplossing te zoeken?
Voorzitter, ook ik ben er een voorstander van om de mensen van Boeren op een Kruispunt jaarlijks uit te nodigen in de commissie, zodat ze hier eventueel hun jaarverslag kunnen toelichten.
Minister Crevits heeft het woord.
Collega’s, dank u wel voor de heel grote interesse in Boeren op een Kruispunt, en de talrijke vragen. Collega Schauvliege, uiteraard is preventie ontzettend belangrijk. Net daarom is aan het Landelijk infopunt voor vrouwen en Boeren op een Kruispunt gevraagd om daar nog meer op in te zetten. We willen dat eventuele alarmsignalen worden opgevangen en dat ook het hulpaanbod sneller bij de boeren kan komen, zodat ze daar ook sneller naar kunnen kijken. Over uw zorgen over Welzijn hebben we het in het verleden ook al eventjes gehad. Ik herken zeer goed de opmerking dat iemand wordt doorgestuurd naar Welzijn en dat men daar de taal niet begrijpt. Je moet natuurlijk wel weten wat de zorgen van boeren zijn vooraleer je ze kunt helpen. Er is nu dus ook structureel overleg met het Departement Welzijn, Volksgezondheid en Gezin (WVG) om in het generieke welzijnsaanbod dat vandaag bestaat, ook voldoende aandacht te hebben voor de specifieke situatie van de boeren. Anders zijn ze daar niks mee, worden ze eigenlijk naar een kanaal gestuurd dat hen niet kan helpen. Ik kan zelfs een voorbeeldje geven wat dat betreft. Een alleenstaande boer die nood heeft aan psychologische ondersteuning, kan niet zomaar weg van zijn bedrijf als zijn koeien moeten worden gemolken. Dat zijn zo van die heel praktische zaken waarmee men in de welzijnssector ook rekening moet houden, die er soms voor zorgen dat het hulpaanbod gewoon stopt. Ik zie de heer Dochy bevestigend knikken.
Collega Schauvliege, die structurele betrokkenheid is nu verzekerd en verankerd. U had dat ook al gevraagd. Ik wil dat er een sterk actieplan komt, waarbij de kanalen die het best toegang hebben tot onze boeren, en daar behoort Boeren op een Kruispunt zeker toe, in grote mate mee hun stempel kunnen drukken.
Collega Talpe, daarbij aansluitend, eind vorig jaar is onze gespreksgids opgestart. Dat is een eerste stap om lokale afdelingen van bijvoorbeeld onze landbouworganisaties ook daadwerkelijk in het project mee te trekken en de problematiek bespreekbaar te maken. Het meer betrekken van lokale besturen, zoals u zei, is een element dat zeker wordt meegenomen bij de opmaak van het actieplan welbevinden. Ik denk dat elke burgemeester, of toch heel veel burgemeesters, zijn boeren ook persoonlijk kent.
Collega van der Vloet, de individuele ondersteuning focust op zowel bedrijfs- als gezinsoplossingen. De landbouwsector is zeer divers, van dierlijk tot plantaardig, van bio tot gangbaar. Dat is dus een heel diverse groep, en dat vraagt maatwerk per subsector en bedrijf. Je kunt daar dus onmogelijk een ‘one size fits all’ op toepassen. Op de website kan men ook de problemen vinden die per subsector voorkomen. Een aantal algemene zaken zijn daar zeker ook te vinden.
Collega Sintobin, u hebt inderdaad – ere wie ere toekomt – op tijd gevraagd naar de verhoging van de middelen. U hebt ook melding gemaakt van het probleem van de huisvesting. We zijn op dit ogenblik op zoek naar een nieuwe locatie. We hebben nog geen signalen gekregen dat die verhuis aanleiding zou geven tot extra kosten. We moeten eerst bekijken waar ze naartoe kunnen verhuizen. Maar het klopt wel dat de locatie nu niet ideaal is.
Collega Steenwegen, uiteraard ben ik u niet vergeten. De jaarverslagen tot 2019 staan op de website. We zullen de link bezorgen aan het secretariaat. Het jaarverslag van 2020 staat er nog niet op. Zodra dat afgewerkt is, zal dat op de site gezet worden.
Ik denk dat het zeker nuttig kan zijn om een gedachtewisseling te organiseren met Boeren op een Kruispunt of met het Landelijk infopunt voor vrouwen en dat die aanleiding zal geven tot zeer geëngageerde verhalen. Ik wil trouwens ook meegeven dat de financiering van het Landelijk infopunt voor vrouwen aanvankelijk de bevoegdheid was van collega Demir. Zij heeft de financiering daarvan stopgezet. Ik heb die financiering weer opgevist in mijn middelen en ze zelfs verhoogd. Ik hoop dat daar appreciatie voor bestaat. Vanuit de organisatie is dat in elk geval zo.
De heer Steenwegen heeft het woord.
Dank u wel, collega’s, voor de bijkomende vragen. Dank u wel, minister, voor het antwoord. Ik heb blijkbaar slecht gezocht op de site. Maar geen nood, het is goed dat die verslagen er zijn.
Ik sta positief tegenover de suggestie om nog eens een hoorzitting te organiseren om hun werking te bekijken. Collega’s, we staan allemaal wel achter de verhoging van de subsidie, maar ik denk dat we vooral blij zouden zijn als die subsidieverhoging niet nodig zou zijn. De bedoeling zou eigenlijk moeten zijn dat we proberen ervoor te zorgen dat zo weinig mogelijk van onze landbouwers zo diep in de problemen geraken dat ze naar een persoonlijke ondersteuning moeten zoeken. Dat zal nooit voor 100 procent lukken, daar ben ik me van bewust. Maar we moeten vooral kijken naar de onderliggende problemen en daarop antwoorden proberen te vinden – dat was ook de reden voor mijn vraag – zodat we een populatie van landbouwers hebben die beter in hun vel zitten, waarvan het welzijn hoger is dan vandaag. Ik denk dat we daar allemaal naar streven.
Een en ander zal straks bekeken worden in de regeling van de werkzaamheden, collega Steenwegen.
De vraag om uitleg is afgehandeld.