Verslag vergadering Commissie voor Onderwijs
Verslag
– Wegens de coronamaatregelen werd deze vraag om uitleg via videoconferentie behandeld.
Mevrouw Goeman heeft het woord.
Bij de inkanteling van de graduaatsopleidingen van het secundair onderwijs in het hoger onderwijs vielen enkele hogescholen uit de boot om graduaatsopleidingen te mogen inrichten. Daarom besliste toenmalig minister van Onderwijs Hilde Crevits in 2019 een uitzondering toe te staan aan twee specifieke hogescholen zodat deze alsnog in extra graduaatsopleidingen konden voorzien: HoWest en de Karel de Grote Hogeschool. De minister ging toen tegen alle adviezen in, maar uiteindelijk mocht de Karel de Grote Hogeschool van de Vlaamse Regering vier nieuwe graduaatsopleidingen inrichten.
In november 2020 werden na een klacht drie graduaatsopleidingen van de Karel de Grote Hogeschool in Antwerpen nietig verklaard door het Grondwettelijk Hof. Het ging om de graduaatsopleidingen Maatschappelijk Werk, Voertuigtechniek en Internet of Things.
Het bijzonder pijnlijke gevolg daarvan was dat tweehonderd studenten midden in het academiejaar getroffen werden en niet wisten of ze alsnog hun opleiding zouden kunnen verderzetten.
Het Grondwettelijk Hof stelde in zijn arrest dat de verderzetting van de opleiding enkel mogelijk was tot en met het huidig academiejaar 2020-2021.
Op 20 januari las ik in de krant dat de getroffen studenten hun opleiding toch volledig mogen afmaken. Ook studenten die deeltijds studeren of studievertraging oplopen, zouden nog tot het academiejaar 2022-2023 de tijd krijgen om hun studies volledig af te maken. De hogeschool heeft intussen de drie graduaatsopleidingen ook opnieuw aangevraagd bij de Vlaamse overheid.
Minister, ik kan alleen maar blij zijn met dat nieuws. Vanaf het begin was de insteek dat de studenten niet het slachtoffer mogen worden van juridisch broddelwerk. Ik ben blij dat er een oplossing uit de bus blijkt te komen maar die wijkt natuurlijk wel af van wat ik dacht gelezen te hebben in het arrest van het Grondwettelijk Hof. Ik weet dat er nog een aantal bijkomende vragen waren gesteld aan het Grondwettelijk Hof over een eventuele verlenging, en ik heb dan ook vooral een aantal verduidelijkende vragen voor u.
Welke regeling is er uiteindelijk uitgewerkt met het Grondwettelijk Hof zodat de getroffen studenten hun opleiding kunnen afmaken?
Welke stappen hebt u zelf ondernomen om deze studenten te helpen?
Hebben ook de studenten die pas dit academiejaar met de opleiding zijn gestart de garantie hun opleiding volledig te kunnen afmaken?
Minister Weyts heeft het woord.
Ik hoef de antecedenten niet te schetsen. We zijn met zijn allen, ook de verzoekende partijen, geschrokken van de gevolgen van de procedure die aanhangig was gemaakt waarbij het Grondwettelijk Hof nogal radicaal besliste dat studenten hun jaar nog kunnen afronden en daarna: 'le déluge'. Voor wie de studie intussen gestart was, was dat een nefaste boodschap. Het ging over ongeveer tweehonderd studenten in die drie opleidingen.
Ik heb het veld afgetast. Het staken van de strijd was de belangrijkste voorwaarde. Er is pas een rechtszaak wanneer er een onderliggend probleem is, een onderliggende tegenstelling en dus een aanleiding tot een procedure.
We zijn er in de schoot van de Vlaamse Hogescholenraad (VLHORA) in geslaagd om een vergelijk te vinden waar iedereen zich achter schaart. Voor mij was duidelijk dat wanneer zich nog problemen zouden voordoen ten aanzien van deze zaak, dat nefast zou zijn voor alle volgende werkzaamheden in de schoot van de VLHORA. Maar ik denk dat de neuzen in dezelfde richting staan. We hebben met de Karel de Grote Hogeschool, met de studenten en met de andere instellingen hoger onderwijs afgesproken dat iedereen die is gestart met deze opleidingen die ook zou kunnen afwerken. Verdere discussie daarover zult u zelf kunnen voeren, zelf zal ik met een decretaal voorstel naar het parlement komen.
Ik denk dat wij daar eigenlijk mee rond zijn, met een decretaal voorstel. In de nabije toekomst zullen wij daar nog kunnen over spreken. Ik ga er alleszins van uit dat de tijden veranderd zijn, dat binnen de VLHORA een consensus bestaat en dat wij daarop moeten voortbouwen.
Mevrouw Goeman heeft het woord.
Ik ben natuurlijk blij dat de plooien zijn gladgestreken, als ik het goed begrijp, ook tussen de verschillende betrokken partijen binnen de VLHORA. Ik kan dat alleen maar toejuichen. Maar waar ik nog vragen bij heb, is een arrest van het Grondwettelijk Hof. Dat kunt u niet zomaar naast u neerleggen. Het hof heeft geoordeeld dat de rechtsgrond waarop die drie graduaatsopleidingen gebaseerd zijn, nietig is verklaard. Er is daar geen rechtsgrond meer voor. Hoe wordt dat nu concreet opgelost? Komt er een nieuwe juridische basis? Komt u met een nieuw decreet naar het parlement?
En ik heb nog een tweede vraag. Zoals ik het heb gelezen, zullen de studenten inderdaad de tijd krijgen om tot 2022-2023 hun studies te voltooien. Maar wat gebeurt er met de studenten die zich dit academiejaar hebben ingeschreven en die meer jaren nodig hebben om hun studies te voltooien? Moeten zij dan toch nog overstappen naar een andere hogeschool?
De heer Danen heeft het woord.
Ik heb in het verleden hierover al wat vragen gesteld. Ik vind het bijzonder jammer als instellingen van het hoger onderwijs en onderwijsinstellingen tout court, elkaar voor de rechtbank gaan bekampen. Gelukkig blijven dat nog grote uitzonderingen. Ik hoop dat dit zo blijft. Met goede regelgeving kunt u dat risico verminderen. Ik ben blij u te horen zeggen dat u zult proberen een vergelijk te vinden.
Ik heb nog een bijkomende vraag. U verklaart een decretaal initiatief te zullen nemen en daarmee naar het parlement te komen. Kunt u daar iets meer over vertellen? Gaat dat dan specifiek over deze casuïstiek of gaat het over de rechtsgrond op basis waarvan graduaatsopleidingen worden toegekend?
De heer Warnez heeft het woord.
Ik wil gewoon laten blijken, minister, dat ik tevreden ben dat u in overleg een oplossing hebt gevonden. Dat is ten voordele van de studenten en ook de personeelsleden van de betrokken hogescholen. U kunt uiteraard in het parlement op onze steun hiervoor rekenen.
De heer Daniëls heeft het woord.
Ik sluit me aan bij de twee voorgaande sprekers. Het is geen goede zaak dat de instellingen van het hoger onderwijs naar het Grondwettelijk Hof trekken om elkaar te bekampen. Helaas zijn er een aantal zaken die daartoe aanleiding kunnen geven. Maar de betrokken studenten en docenten hebben niets aan wat er gebeurd is. Vandaar zijn wij als N-VA-fractie heel tevreden dat er voor de zittende studenten een oplossing kan gezocht worden. De wijze waarop je een opleiding moet aanvragen, is duidelijk. Wie een nieuwe opleiding wil aanvragen, moet de procedure volgen. Het is een goede zaak dat er een procedure is, maar ze moet er voor iedereen zijn.
Minister Weyts heeft het woord.
De vraag wordt gesteld wat er nu gebeurt zonder dat er een rechtsbasis is. Daarom precies komt er een decreet. Daarmee creëren wij een rechtsbasis, om een oplossing te bieden, met een uitdoofscenario. Dat bestaat erin dat de opleiding mag aangeboden blijven aan iedereen die ingeschreven was, maximum tot het einde van het academiejaar 2022-2023. Tegen dan zou de procedure voor nieuwe opleidingen doorlopen moeten zijn. Wij zorgen voor een bruggetje, maar enkel voor de mensen die nu ingeschreven zijn. Wij gaan het er nog over hebben in het kader van de decretale regeling die op uw bord zal komen te liggen.
Mevrouw Goeman heeft het woord.
Heel kort nog. Bedankt voor de verduidelijking, minister. Ik ben natuurlijk vooral blij dat er nu inderdaad een concrete oplossing uit de bus gekomen is voor de studenten die zich al ingeschreven hadden. Dat is ook wat wij vanaf het begin vroegen. In de toekomst komt er dus zowel het bruggetjesdecreet als de nieuwe toekenning van die graduaatsopleidingen. We zullen het daar dan nog wel eens over hebben in dit parlement.
De vraag om uitleg is afgehandeld.