Verslag vergadering Commissie voor Welzijn, Volksgezondheid, Gezin en Armoedebestrijding
Verslag
– Wegens de coronamaatregelen werd deze vraag om uitleg via videoconferentie behandeld.
Mevrouw Saeys heeft het woord.
Uit mijn schriftelijke vraag nummer 255 van 29 januari 2020, en ook uit de vorige vragen die ik al over deze problematiek heb gesteld, bleken de pilootprojecten voor de zelfafnametest voor baarmoederhalskanker erg positieve resultaten op te leveren. Toch vielen er ook een aantal regionale en socio-economische verschillen op te tekenen in de responsgraad van de vrouwen in het onderzoek.
Uit de resultaten blijkt er, net zoals in het klassieke Vlaamse Bevolkingsonderzoek Baarmoederhalskanker, een duidelijke sociale gradiënt te zijn in de deelname. Het valt wel op dat de uitnodiging met de zelfafnametest meer vrouwen bereikt die je doorgaans niet bereikt bij het gewone bevolkingsonderzoek. Toch valt ook op te merken dat vrouwen met het laagste socio-economische profiel zelfs met deze uitnodigingsstrategie 1 en 2 nog altijd minder bereikt werden. Het gaat dan vooral over vrouwen die recht hebben op een verhoogde tegemoetkoming of in een huishouden wonen met geen of een zeer lage arbeid. Zij zijn dus minder geneigd om zich preventief te laten onderzoeken. Parameters die de kans op deelname door de zelfafnametest dan weer doen toenemen, zijn wonen in een werkrijk huishouden en hoogopgeleid zijn.
Ook regionaal blijken vrouwen met vergelijkbare kenmerken in Antwerpen minder te participeren dan vrouwen in Genk, die dan weer minder deelnemen dan vrouwen in de andere gemeenten waar het project liep. Vrouwen die in een kleinere gemeente wonen, nemen meer deel aan het onderzoek.
Al deze concrete informatie leert ons dat de zelfafnametest een goed instrument is om meer vrouwen te bereiken die anders onder de radar blijven bij een klassiek bevolkingsonderzoek. Dit laat ons toe om conclusies te trekken over de eventuele praktische uitrol van de zelfafnametest in de toekomst.
Hoe staat u tegenover de uitrol van de zelfafnametesten in Vlaanderen? Indien u hier positief tegenover staat, welke timing hebt u voor ogen?
Minister Beke heeft het woord.
Zoals reeds geantwoord op uw vragen 175 en 1068 heeft de zelfafnametest het potentieel om niet-gescreende vrouwen in Vlaanderen te bereiken, maar zijn er nog belangrijke randvoorwaarden nodig voor deze test kan geïmplementeerd worden. Ik denk daarbij onder meer aan de algemene overstap van de cytologie naar het humaan papillomavirus (HPV) in België, het onderzoek naar HPV-negatieve kankers, de richtlijnen over het opvolgen van HPV-afwijkingen, de communicatie naar vrouwen die een HPV-afwijkend staal hebben zonder afwijkende cytologie, het uitklaren van het meest optimale device, enzovoort.
Dat zijn een aantal belangrijke stappen die eerst moeten worden genomen om deze HPV-zelfafnametest te kunnen implementeren. Wij willen ervoor zorgen dat binnen elke stap van de organisatieketen binnen het bevolkingsonderzoek kwaliteit kan worden gegarandeerd. Tot op heden zijn die randvoorwaarden nog niet vervuld. Sciensano heeft de taak om het 'roadbook' met een antwoord op die randvoorwaarden verder uit te werken, maar daar zijn momenteel nog geen vorderingen gemaakt. Een belangrijke reden daarvoor is dat de prioriteit momenteel bij COVID-19 ligt.
In het najaar wordt er echter een nieuw pilootproject gepland, onder leiding van professor Sara Willems, samen met de academische centra voor huisartsgeneeskunde van onder andere de KU Leuven, de UGent, de VUB, de UA, het Centrum voor Kankeropsporing, de Stichting Kankerregister en Sciensano, en gefinancierd door Kom op tegen Kanker. De bedoeling is om bij vrouwen die gedurende zes jaar niet gescreend zijn, na te gaan of een HPV-zelfafnametest, rechtstreeks gegeven door de huisarts of toegestuurd per post met een ondertekende brief door de huisarts, de participatie kan verhogen. Die strategieën zullen kunnen worden vergeleken met een uitnodigingsbrief vanuit het reguliere bevolkingsonderzoek. Het project zal lopen tot 2025.
Mevrouw Saeys heeft het woord.
Minister, een jaar geleden hebt u mij inderdaad gezegd dat er nog aan bepaalde randvoorwaarden moest worden voldaan en dat de werkgroep Bevolkingsonderzoek daar advies over zou verlenen. Ik heb er natuurlijk alle begrip voor dat er tijdens een coronacrisis misschien andere prioriteiten zijn, maar we zien ook dat dat toch wel zeer positief blijkt te zijn. In Nederland wordt het klassieke uitstrijkje al sinds 2017 vervangen door een HPV-test. In België heeft het Federaal Kenniscentrum voor de Gezondheidszorg (KCE) er al in 2015 voor gepleit om het klassieke uitstrijkje te vervangen door een HPV-test. We zijn ondertussen al bijna zes jaar na het KCE-rapport en tot hiertoe hebben we daar nog niets van gezien. Ik hoor nu dat er eind dit jaar een proefproject zal zijn. Mag ik daaruit dan concluderen dat er tot 2025 geen algemene uitrol van de zelfafnametest zal zijn?
Zo’n HPV-test beschermt vrouwen ouder dan 30 jaar ook beter tegen baarmoederhalskanker dan het klassieke uitstrijkje, en dat tegen een lagere kostprijs. Bovendien moet zo’n HPV-test maar om de vijf jaar worden afgenomen, terwijl een uitstrijkje driejaarlijks gebeurt. Het betekent dus ook een kostenbesparing. Men zegt dat gedurende de gehele levensduur van honderdduizend vrouwen er bijna 15 miljoen euro zou kunnen worden bespaard, omdat men gewoon ook vaak minder moet screenen en er minder kankers moeten worden behandeld.
Bent u van plan om pas na 2025 eventueel een dergelijke screening met de HPV-test volledig uit te rollen? Of wenst u dat toch vroeger te doen?
Mevrouw Sleurs heeft het woord.
De screening naar baarmoederhalskanker is een belangrijke problematiek, maar kwaliteit is natuurlijk ook belangrijk. De HPV-testen worden, samen met het uitstrijkje, al vaak afgenomen door de gynaecoloog. Maar het gaat natuurlijk over de zelftesten. Gezien het feit dat er verschillende soorten zijn, is kwaliteit hier van zeer groot belang. Ik hoop dat, na de vertraging door corona, ook van het rapport van Sciensano, we de komende maanden en jaren toch wel vooruitgang kunnen boeken. Ik kijk ook uit naar het proefproject. Hopelijk kan dat versneld gebeuren.
Minister Beke heeft het woord.
Collega's, HPV en terugbetaling, dat is federale materie. Daar is afstemming met de gynaecologen en de huisartsenkringen voor nodig.
Mevrouw Saeys heeft het woord.
Screening zit natuurlijk volledig in Vlaanderen. Wij moeten ook een strategie ontwikkelen. Als we zien dat in Nederland de HPV-test voor een eventuele cytologie plaatsvindt en men daar een besparing op kan hebben, en ook dat het veel minder vaak moet gebeuren, is dat toch zeker het overwegen waard.
Als we de schaamte en schroom bij vrouwen kunnen overbruggen door zo’n HPV-zelftest op te sturen, dan moeten we daar niet nog jaren mee wachten. Dat KCE-rapport is al meer dan vijf jaar oud. Ik zou toch willen vragen om daar wat meer spoed achter te zetten.
De vraag om uitleg is afgehandeld.