Verslag vergadering Commissie voor Onderwijs
Verslag
– Wegens de coronamaatregelen werd deze vraag om uitleg via videoconferentie behandeld.
Mevrouw Goeman heeft het woord.
Caritas Vlaanderen publiceerde onlangs het rapport ‘Dubbel taboe: Menstruatie-armoede in Vlaanderen’. Uit het rapport blijkt dat 5 procent van de jonge meisjes en vrouwen al spijbelde, omdat ze geen geld hadden om menstruatieproducten te kopen. Dat is natuurlijk intriest, en dan zwijg ik nog over al die meisjes die misschien wel naar school komen, maar zich moeten behelpen met zakdoekjes. Ik hoop dat ik niemand hoef uit te leggen wat zoiets doet met het zelfbeeld van een vrouw of het zelfvertrouwen van een vrouw, hoe meisjes zich daarbij voelen. Als je dat breder bekijkt, naar hun prestaties op school, denk ik dat dit iets is wat we echt niet kunnen toelaten.
In die zin sluiten wij ons volmondig aan bij een van de belangrijkste aanbevelingen uit dat rapport van Caritas, namelijk dat het een zeer goed idee zou zijn om in de toiletten van middelbare scholen gratis menstruatieproducten aan te bieden. Het gratis beschikbaar maken van menstruatieproducten op school is een gedeelde bevoegdheid van de minister van Onderwijs en de minister van Welzijn. Op de vraag van collega-parlementslid Maxim Veys op 20 oktober 2020 in de commissie Welzijn antwoordde minister van Welzijn Wouter Beke dat hij de vraag zou doorgeven aan u, minister Weyts, om te kijken of het toch niet mogelijk is om via automaten menstruatieproducten aan te bieden voor meisjes die dat niet kunnen betalen.
En dus kom ik bij u, minister, met de volgende vragen.
Erkent u dat menstruatiearmoede invloed heeft op de aanwezigheid van jonge meisjes op school?
Hebt u reeds overleg gehad met de minister van Welzijn om het probleem van jonge vrouwen die spijbelen omdat ze geen menstruatieproducten hebben, aan te pakken door gratis menstruatieproducten aan te bieden op school?
En – iets waar wij heel hard op hopen – bent u ertoe bereid proefprojecten te starten om menstruatieproducten gratis aan te bieden in middelbare scholen? Zult u hiervoor in financiële middelen voorzien?
Minister Weyts heeft het woord.
Ondertussen heb ik het rapport met de verschillende beleidsaanbevelingen gekregen. Vanzelfsprekend vind ik het onaanvaardbaar dat een groep meisjes zich bij gebrek aan geld schaamt en/of zich soms genoodzaakt ziet thuis te blijven en/of met angst voor ongelukjes op de schoolbanken zit. De kwestie raakt aan verschillende Vlaamse en zelfs federale bevoegdheden. Menstruatiearmoede is geen fenomeen dat zich enkel binnen de schoolmuren afspeelt. Daarnaast maakt menstruatiearmoede deel uit van de brede armoedeproblematiek.
Ik geef grif toe dat mijn eerste reactie, toen de bal opnieuw richting de scholen werd gespeeld, er een was van terughoudendheid: is dit opnieuw een probleem dat het onderwijs moet aanpakken? Ik weet ook wel dat de leerlingen in kwestie de onderwijslocaties dikwijls frequenteren en dat we ze zo kunnen bereiken, maar is het wel onze kerntaak? Onze kerntaken zijn ervoor zorgen dat we een trampoline kunnen zijn, dat we zorgen voor opwaartse sociale mobiliteit, dat we talenten van kinderen detecteren en dat we hen doen excelleren. Dus quid de rol van Welzijn, quid de rol van het Openbaar Centrum voor Maatschappelijk Welzijn (OCMW)?
Ik ben wel te overtuigen. Ik heb dat geagendeerd op een overleg met Welzijn en de Vlaamse Scholierenkoepel (VSK), maar ik vraag me gewoon af of de oplossing die gesuggereerd wordt, wel de beste oplossing is.
We hebben in het onderwijs wel wat ervaring met automaten, maar vaak zijn de zaken die voor iedereen vrij toegankelijk zijn, daarna overal te vinden in de school.
Mijn voornaamste bezorgdheid is dat dit natuurlijk geen gecibleerd beleid is. Wanneer je automaten hebt die toegankelijk zijn voor iedereen, dan is dat geen doelgericht beleid. Is dat dan wel verstandig?
Opnieuw, ik spreek niet in a priori’s; ik wil dat absoluut wel bekijken. Maar ik heb toch enige twijfels bij het gegeven dat dit de beste oplossing zou zijn. Maar ik ben te overtuigen. Mogelijk zou het kunnen dat je dat in bepaalde stedelijke scholen zou kunnen doen. Maar goed, dat wil ik toch eens opnemen met mensen vanuit de praktijk, zoals bijvoorbeeld de Vlaamse Scholierenkoepel.
Mevrouw Goeman heeft het woord.
Minister, u maakt me heel erg blij, met tenminste de openheid om erover te willen nadenken. Het is echt een reëel probleem, u hebt het zelf al gezegd. Het voordeel van een school is natuurlijk dat iedereen daar komt, dat alle meisjes sowieso naar school gaan, en in die zin zijn scholen echt wel de perfecte partner om het probleem van menstruatiearmoede aan te pakken. Al ben ik het met u eens dat het sowieso een gedeelde verantwoordelijkheid moet zijn. We kunnen inderdaad niet altijd álles oplossen. Idealiter denk ik hier dus aan een proefproject dat gedragen wordt, zowel uit Onderwijs, maar ook uit Welzijn. Het gaat uiteindelijk ook breder, ook over het welzijn van die meisjes.
Ik onthou dus voor vandaag dat u wel te overtuigen bent. Ik ben echt heel blij dat u bereid bent om met de Scholierenkoepel en misschien een aantal andere organisaties rond de tafel te gaan zitten om te kijken hoe dat praktisch in zijn werk zou kunnen gaan. Ik ben ook niet doof voor de punten die u maakt over het feit of een automaat al dan niet de beste oplossing is. Misschien kan er ook nagedacht worden over het gratis ter beschikking stellen van maandverbandproducten via een discreet contact op school, omdat de bezorgdheid inderdaad is dat niet alle meisjes daar noodzakelijk gebruik van moeten maken.
Dus, minister, u stemt mij hoopvol. Maar misschien kunt u nog wel wat uitleg geven over hoe u dat concreet ziet. Welke stappen gaat u ondernemen, om toch tenminste een concreet project op poten te zetten.
Mevrouw Groothedde heeft het woord.
Voorzitter, minister, collega’s, ik ben op bezoek in uw commissie. Dank u wel dat u mij te gast hebt. Ik ben blij dat het in uw commissie hierover gaat, en eigenlijk ook over het feit dat ik u – ook al is het naar aanleiding van een vraag van iemand anders – hierover kan spreken. U hebt de laatste tijd heel vaak over kansarme leerlingen gecommuniceerd, over het feit dat onderwijs heel belangrijk is in het beletten van armoede en kansarmoede, en dat onderwijs er ook voor zorgt dat kansarme leerlingen gelijkere kansen hebben. Ik ben er zelf zo eentje geweest, en menstruatiearmoede is daar echt wel een factor in. Ik ben het ook wel met u eens dat dit in eerste instantie een rol kan zijn van Welzijn, Zorg en natuurlijk ook Armoedebestrijding, waar u allemaal bevoegd voor bent.
Daarom heb ik ook een voorstel van resolutie ingediend in de commissie Welzijn naar aanleiding van het rapport van Caritas. Sp.a heeft dat mee ondertekend, dank daarvoor.
Ik geef u ook gelijk dat automaten niet speciaal noodzakelijk zijn. Sterker, die zijn vaak duurder dan het product zelf. Het is dus de vraag of dat echt nodig is. Wij verdelen bijvoorbeeld ook geen toiletpapier of zeep in automaten, en daar gebeuren ook geen heel erge dingen mee.
Ik denk wel dat het belangrijk is om dit algemener ter beschikking te stellen, vooral in scholen, waar wij ook andere dingen algemeen ter beschikking stellen, juist om de lat gelijker te leggen. Dat is iets waar u zelf vaak de nadruk op legt. Ik ben zelf bijvoorbeeld een kind dat nooit bereikt is door jeugdhulp, door OCMW, enzovoort. Desondanks leefden wij bij momenten in armoede, grote armoede zelfs. En ik had zelf ook geen nood aan die hulpverleningen. Sterker, soms kan hulpverlening heel dicht op de huid zitten, en de dingen nog prangender maken. Maar waar ik wel iets aan had, was de school als een plek waar je veilig, warm, droog zit; een plek waar er kennis was en waar er ook heel vaak zorg en emotionele warmte was. Maar dat kan het wel moeilijk maken als men daar een paar dagen in de maand altijd zit met schrik, of niet durft te komen.
Nu, hoe die producten precies moeten worden aangeboden, dat is heel erg voor discussie vatbaar. Maar ik vind het ook heel fijn dat u hier open tegenover staat, dat u in dialoog wilt gaan, en ik zou oprecht graag met u hierover in dialoog willen gaan. Ik zou ook graag dit voorstel van resolutie in uw commissie voorstellen, en daarover tenminste verder praten.
Ten andere, in dat voorstel van resolutie werd voorgesteld dat dit samen met de koepels, de netten en armoedeorganisaties zou worden besproken, zodat – ik vind dat een heel terechte zorg van u … (Het geluid van Celia Groothedde valt weg.)
Ik denk dat we mevrouw Groothedde kwijt zijn.
Mevrouw Tavernier heeft het woord.
Voorzitter, minister, collega's, menstruatiearmoede is een reële problematiek die benoemd en aangepakt moet worden. Menstruatieproducten zouden een toegankelijk basisproduct moeten zijn voor alle meisjes en vrouwen, ongeacht hun financiële situatie. Ik weet echter niet of de oplossingen die hier naar voren worden geschoven, zoden aan de dijk zullen brengen. Onze fractie twijfelt hier toch sterk aan.
De titel van het Caritasrapport is ‘Dubbel taboe’. Dat zegt eigenlijk voldoende. Er is het taboe rond armoede en er is het taboe rond menstruatie op zich. Voldoende aandacht voor discretie is dus essentieel in dezen. Automaten op school vormen wellicht een te grote drempel en schieten misschien hun doel voorbij, zoals de minister ook al zei. Bovendien zijn er vandaag al heel wat scholen die de nodige producten discreet ter beschikking stellen via het secretariaat of een vertrouwenspersoon.
Onze fractie vindt het belangrijk dat er in dezen wordt gekeken naar de lokale besturen, die haarfijn weten welke problemen er precies zijn. Zij zijn goed geplaatst om op een laagdrempelige en discrete manier initiatieven te nemen rond menstruatiearmoede. Dat kan natuurlijk in samenwerking met bijvoorbeeld scholen en armoede- en jongerenorganisaties. In dat kader is het misschien een goede zaak dat de werking van OCMW's beter bekend wordt gemaakt bij schoolgaande meisjes zodat zij weten dat ze daar terechtkunnen in geval van financiële problemen.
Minister, zult u gesprekken tussen het onderwijsveld en de OCMW's op dit gebied faciliteren, zodat leerkrachten maar ook het schoolpersoneel meisjes bij dergelijke problemen kunnen wijzen op het feit dat zij altijd kunnen aankloppen bij het OCMW?
Mevrouw Beckers heeft het woord.
Mevrouw Groothedde, ik heb op scholen lesgegeven waar met wc-papier wel allerlei rare dingen gebeurden. Ook al is dat vrij ter beschikking, dat wil niet zeggen dat ik u gelijk geef.
Minister en mevrouw Tavernier, ik denk dat het via automaten of vrij ter beschikking stellen zeker niet de beste manier is. Ik denk dat via het secretariaat werken het beste is. Dan heb je ook die signaalfunctie. Meisjes die geen maandverband hebben en op het secretariaat aankloppen, kunnen dan ook doorverwezen worden naar de geschikte hulpverlening, zoals mevrouw Tavernier ook zei. Scholen moeten immers opletten dat ze niet alle maatschappelijke problemen moeten oplossen. Scholen zijn er in de eerste plaats voor kennisoverdracht. Ze moeten uiteraard een warme omgeving zijn en scholieren moeten om hulp kunnen vragen. Het is belangrijk dat scholen doorverwijzen, maar het mag niet hun primaire taak zijn om die zorg te verschaffen.
Ik wilde nog wijzen op het feit dat er ook ecologische en goedkopere alternatieven bestaan voor maandverband. Denk maar aan de menstruatiecup of wasbaar maandverband. Dat zijn dingen die kunnen worden hergebruikt en daardoor goedkoper en meer duurzaam zijn.
Minister Weyts heeft het woord.
Ik zal dit opnemen. Ik veronderstel dat ik dat zal opnemen met de Vlaamse Scholierenkoepel en met het kabinet van minister Beke. Het lijkt me ook zinvol om dat onmiddellijk bij de Vereniging van Vlaamse Steden en Gemeenten (VVSG) ter sprake te brengen om via die weg te zorgen voor een onmiddellijke connectie richting de OCMW's. Dan zal ik zien wat daaruit komt. Er zijn verschillende manieren om daarnaar te kijken. Ik geef mijn aanvankelijk terughoudende reactie mee, maar ook een openheid om die problematiek te kunnen bespreken.
Mevrouw Goeman heeft het woord.
Minister, dank u wel. Het is heel simpel. We worden vandaag geconfronteerd met het feit dat sommige meisjes op het moment dat ze menstrueren, gewoon niet naar school gaan en/of een aantal dagen vol angst en schaamte op de schoolbanken zitten. Dat zou echt niet mogen.
En dus is het nu vooral een kwestie van een manier te vinden om daar zo slim mogelijk mee om te gaan, bijvoorbeeld via automaten of het secretariaat, of misschien kunnen die producten op een andere plaats discreet worden aangeboden. Ik ben er in ieder geval van overtuigd dat meisjes naar het OCMW sturen om maandverband te halen, niet de juiste oplossing is. Maar een proefproject is natuurlijk net bedoeld om uit te vissen wat dan wél werkt in de praktijk, minister. Ik kijk reikhalzend uit naar het initiatief dat u hierin verder zult nemen.
U zult verder met de partners rond de tafel gaan zitten. Ik zou zeggen: de Vlaamse Scholierenkoepel, inderdaad, maar neem zeker ook de armoedeorganisaties mee, en vergeet ook Caritas zeker niet, want zij zijn daar al een hele tijd mee bezig. Er kan met de lokale besturen uiteraard ook worden bekeken welke rol zij daarin kunnen spelen. En, zoals ik al zei, moet ook minister Beke hierin zijn verantwoordelijkheid nemen. Neem dat zeker op in het parlement. Alle meisjes die al eens van school zijn weggebleven omdat ze geen producten hadden tijdens hun menstruatie, zullen u bijzonder dankbaar zijn. Ik dank u.
De vraag om uitleg is afgehandeld.