Verslag vergadering Commissie voor Algemeen Beleid, Financiën, Begroting en Justitie
Verslag
– Wegens de coronamaatregelen werd deze vraag om uitleg via videoconferentie behandeld.
De heer Vandenhove heeft het woord.
Voorzitter, collega’s, ik heb eventjes getwijfeld of ik deze vraag moest stellen aan minister van Economie Crevits of aan de minister van Justitie en Handhaving, maar ik denk dat het beter is om dat te doen aan die laatste. Minister, het gaat uiteindelijk immers over handhaving, controle en inspectie. Er is blijkbaar een samenwerkingsakkoord gesloten door uw collega van Economie in verband met de controle op thuiswerk. Via flitscontroles, die ook worden gebruikt voor zwartwerk, zal de overheid vanaf deze maand controleren of werknemers niet onnodig op hun werk aanwezig zijn, in het licht van de hele coronatoestand nu. Alle sociale inspectiediensten zullen samenwerken om te bekijken of er al dan niet overtredingen zijn. Ik denk dat dat een heel goede zaak is. Daartoe is er een overeenkomst gesloten met betrokken federale inspectiedienst. Zo zijn samenwerking en informatiedoorstroming mogelijk tussen de federale en de Vlaamse inspectiediensten. Die samenwerking is trouwens iets waarop de vorige vraagsteller ook heeft gealludeerd bij zijn vraag.
Volgens mij is die samenwerking een heel goede zaak. Op dit moment zijn er echt nog een aantal Vlaamse en federale inspectiediensten die parallel of semiparallel aan elkaar opereren. Samenwerking kan alleen maar voordelig zijn, in het kader van het echt handhaven van wetgeving, maar natuurlijk ook voor het efficiënter inzetten van middelen. Ik pleit er dus voor te bekijken of een dergelijke samenwerking niet mogelijk of inzetbaar is op andere domeinen.
Minister, welke concrete maatregelen en afspraken houdt het huidige protocol in? Loopt deze samenwerking tussen diensten waarover het nu gaat, ook verder na de coronaperiode?
Is het niet wenselijk om zulke overeenkomsten in de toekomst af te sluiten voor andere inspectiediensten binnen de Vlaamse bevoegdheden? Mijn laatste vraag sluit daarbij aan: zou het geen goed idee zijn om een screening te doen om te bekijken welke diensten van de diverse beleidsdomeinen in Vlaanderen hiervoor in aanmerking komen? U bent natuurlijk de ideale minister om dat te doen, aangezien u probeert Handhaving en Justitie horizontaal en beleidsdomeinoverschrijdend te realiseren.
Minister Demir heeft het woord.
Collega Vandenhove, u verwijst naar het samenwerkingsprotocol van 21 december 2020 dat collega Crevits heeft afgesloten. Het protocol werkt op vier assen. De eerste as is de uitwisseling van informatie tussen de FOD Werkgelegenheid en onze diensten. Dat is natuurlijk van groot belang. De tweede as is het verlenen van wederzijdse ondersteuning bij inspecties. De derde as is de organisatie van informatiemomenten. De vierde as is de organisatie van een vast aanspreekpunt: per betrokken inspectiedienst wordt een ‘single point of contact’ aangeduid. Ik denk dat dat goed is. Voor de inhoudelijke zaken denk ik dat u bij collega Crevits moet zijn, die daar verder toelichting bij kan geven.
De overeenkomst is van onbepaalde duur, en loopt dus ook verder na de coronaperiode. Ik denk dat dat van belang is.
Het is natuurlijk goed dat inspectiediensten maximaal op elkaar afgestemd proberen te geraken, door middel van dit protocol. In de periode december 2019 - januari 2020 werden de bestaande inspectiediensten binnen de Vlaamse overheid in kaart gebracht via een vragenlijst over hun organisatie, taken, personeelsinvulling en ook samenwerkingsactiviteiten. Die bevraging heeft geleid tot een inventaris van de Vlaamse inspectiediensten. Voor alle duidelijkheid: het was de eerste keer dat dit volledig en grondig in kaart werd gebracht. Bij de bevraging werd ook gepeild naar de samenwerking en uitwisseling van informatie. De inspectiediensten gaven aan of er wordt samengewerkt met andere diensten, met specificering van de betrokken diensten alsook waaruit de samenwerking bestaat, met aanduiding van een aantal mogelijkheden, zoals het samen uitvoeren van acties ter plekke, het maken van technische vaststellingen, het verhoren, het uitwisselen van informatie uit het dossier, het uitwisselen van processen-verbaal of andere vormen van samenwerking. Hieruit bleek dat er heel wat samenwerking is, tussen de Vlaamse inspectiediensten onderling, maar ook tussen de Vlaamse en de federale inspectiediensten. Vaak gaat het om informele vormen van samenwerking, maar soms gebeuren ze ook meer geformaliseerd. Geformaliseerde samenwerkingsvormen vindt men bijvoorbeeld ook terug in de bijzondere wet tot hervorming der instellingen wat de sociale inspectie betreft. Ter zake vindt men heel wat bepalingen. Daarnaast nemen de Vlaamse inspectiediensten ook deel aan flexacties. Dat is een gecoördineerde controle die plaatsvindt met flexibel samengestelde teams van verschillende eenheden, dus van zowel gemeentelijke en federale als Vlaamse diensten. Al naargelang het doel van de controle nemen ook andere diensten of controleurs deel aan de actie. Het initiatief is steeds in handen van de gemeente en kadert in de bestuurlijke aanpak van georganiseerde criminaliteit, eventueel met ondersteuning door het Arrondissementeel Informatie- en Expertisecentrum (ARIEC).
Ik denk dus dat het goed is dat we die screening hebben gedaan op Vlaams niveau, om te bekijken wat we nog extra moeten doen om maximaal tot die samenwerking te komen, en ook tot uitwisseling van informatie. Vele dingen gaan dus al goed, veelal informeel, maar soms ook geformaliseerd. Ik denk dat we daar op die manier verder werk van moeten maken, om dat ook in de toekomst te vrijwaren.
De heer Vandenhove heeft het woord.
Minister, dank u wel voor uw antwoord. Als we de richting willen uitgaan van meer en directe bestuurlijke handhaving, zoals die ook bij de vorige vraag aan bod kwam en waarvan u ook van plan bent om die decretaal te verankeren in Vlaanderen, dan moeten we inderdaad deze richting uitgaan. Ik heb aansluitend nog een vraag. Het gaat heel concreet over het dierenwelzijn. Ik heb die vraag ook al eens gesteld aan mevrouw Crevits, maar ook aan uw collega, minister Weyts. Ik stel vast dat Vlaamse decreten soms door de ene administratie worden gecontroleerd, terwijl de andere dat gewoon laat passeren. Ik heb het concreet over opvangplaatsen voor dieren tijdens vakantie. Dat zijn mensen die dat op commerciële, professionele basis doen. We stellen vaak vast dat er promotie wordt gemaakt voor die opvanginitiatieven, dat de dienst Dierenwelzijn daarvan op de hoogte is en daar ook op zijn website promotie voor maakt. Dat is een goede zaak, maar dan blijkt aan de andere kant dat ze niet voldoen aan een aantal economische voorschriften, onder andere wat RSZ en btw betreft. Dat is dan weer federale bevoegdheid. Als we spreken over handhaving op Vlaams niveau, dan zou bijvoorbeeld, vooraleer een departement subsidies geeft aan een bepaald initiatief, toch moeten worden gecheckt of ondertussen bij een ander departement alles in orde is. Ik geef nu dit concrete voorbeeld, maar ik ben er echt van overtuigd dat, indien men dat zou screenen, er zeker nog een aantal van die voorbeelden zijn. Oké, we moeten zoveel mogelijk samenwerken met de federale overheid, maar we moeten er natuurlijk ook eerst wel voor zorgen dat we goed voor eigen deur vegen, dat we geen subsidies geven aan een initiatief terwijl bepaalde dingen bij een ander departement of vanuit een andere bevoegdheid eigenlijk niet worden opgevolgd. Daarop zou ik ook graag nog even uw reactie willen horen.
Mevrouw De Vreese heeft het woord.
Minister, collega’s, het protocol werd inderdaad ook al kort aangehaald in de commissie met minister Crevits. Dat is er gekomen naar aanleiding van een nieuwe taak voor die inspectiediensten, namelijk de controle op de naleving van de coronamaatregelen. We hebben erop gewezen dat het inderdaad belangrijk is erop toe te zien dat er geen flagrante overtredingen zijn ter zake, maar ook dat men moet opletten. Dit mag geen heksenjacht worden voor onze ondernemers, die het momenteel ook al zeer moeilijk hebben door de coronamaatregelen. Zo zijn er bijvoorbeeld verhalen van inspecties die plaatsvonden op een topdag, op 30 december, waardoor de klanten de zaak verlieten. Dit is een periode waarin onze ondernemers het heel, heel moeilijk hebben om rond te komen. Dat is een frustratie. Ik ben het er echter helemaal mee eens dat er moet worden gecontroleerd op flagrante overtredingen. Dat protocol kan de samenwerking daartoe meer op punt stellen. Daarmee ben ik het zeker ook eens.
Ik wil er ook graag op wijzen dat er voordien ook heel wat samenwerking was tussen Vlaamse inspectiediensten, federale inspectiediensten en diensten van de lokale overheid, en dat dit op een zeer flexibele manier gebeurt. Ze contacteren elkaar informeel, maar ook via formele weg. Ik denk dat het ook belangrijk is om die flexibiliteit voor een stuk te behouden.
Minister Demir heeft het woord.
Het is natuurlijk niet altijd gemakkelijk om de Vlaamse en de federale inspectiediensten maximaal, zo veel mogelijk te laten samenwerken, maar in Vlaanderen zijn we alvast met de oefening gestart om dat inzake bepaalde thema’s maximaal te doen. Daarnaast werd ook een nieuw artikel in het kaderdecreet Bestuurlijke Handhaving opgenomen om een inspectieraad op te richten, zodat de inspectiediensten eindelijk ook met elkaar kunnen praten, dossiers kunnen doorspreken, gezamenlijke acties kunnen ondernemen en zaken kunnen afstemmen.
De inspectieraad waar al die verschillende diensten samenkomen – collega Vandenhove verwijst bijvoorbeeld naar de dienst Dierenwelzijn –, is een belangrijk gegeven. Het is ook een nieuwigheid in het decreet. De aanpassingen aan dit decreet worden op dit moment met de verschillende administraties besproken. Het wordt vervolgd.
Enerzijds is er dus de inspectieraad waar we de verschillende inspectiediensten samen zetten zodat er geen schotten meer tussen de diensten zijn en men dossiers meer met elkaar kan bespreken. Anderzijds is er ook nog een oefening gestart om zoveel mogelijk inspectiediensten rond bepaalde thema's te laten samenwerken.
De heer Vandenhove heeft het woord.
Minister, ik dank u voor uw antwoord. Het is goed dat de verschillende inspectiediensten, zeker de Vlaamse, goed op elkaar worden afgestemd. Zo weten ze van elkaar wie wat doet. We moeten ook nagaan hoe we met de federale diensten kunnen samenwerken.
De vraag om uitleg is afgehandeld.