Verslag vergadering Commissie voor Economie, Werk, Sociale Economie, Wetenschap en Innovatie
Vraag om uitleg over de mogelijkheden en perspectieven voor de wellnesssector in het licht van de coronacrisis
Verslag
– Wegens de coronamaatregelen werden deze vragen om uitleg via videoconferentie behandeld.
Mevrouw Malfroot heeft het woord.
De federale en Vlaamse overheid communiceerden op 8 januari dat er gewerkt wordt aan een zogenaamd Plan C, dat in werking treedt wanneer de besmettingscijfers exponentieel toenemen. Dit allesomvattend plan zou een grote impact hebben op het economisch en maatschappelijk bestel in ons land. In Plan C wordt rekening gehouden met het scenario waarbij gemuteerde virusvarianten tot een dramatische toename in opnamecijfers leiden. De bedoeling is om in zo’n geval snel en krachtdadig op te treden.
Over de inhoud van Plan C geven virologen en overheden nog geen duidelijkheid. Er zou wel sprake zijn van een nieuwe volledige lockdown, met zodoende zware economische gevolgen.
Een goed doordachte voorbereiding op een complete lockdown, om bedrijven perspectief te bieden, jobs veilig te stellen en effectieve maatregelen te nemen om gezonde bedrijven door de crisis te helpen, is reeds cruciaal gebleken.
Bent u op de hoogte gesteld van het zogenoemde Plan C?
Welke steunmaatregelen bereidt u voor vanuit uw bevoegdheden, mocht Vlaanderen opnieuw in een volledige lockdown terechtkomen? Ligt er hiervoor reeds een plan op tafel?
Wat zijn volgens u de economische gevolgen van een nieuwe complete lockdown?
Wordt er gewerkt aan bijkomende steunmaatregelen indien de verplicht gesloten sectoren vandaag nog lange tijd gesloten blijven?
Minister Crevits heeft het woord.
‘Plan C’ is een term uit de adviezen van de Groep van Experts voor de Managementstrategie van COVID-19 (GEMS). Het verwijst naar de situatie waarbij de ziektecijfers dermate slecht evolueren dat er terug moet worden overgegaan naar een volledige lockdown om het ineenstorten van het gezondheidssysteem te vermijden. In het meest recente advies, van 19 januari 2021, geeft de GEMS aan dat de epidemiologische criteria om over te gaan naar Plan C, alsook de concrete maatregelen die van toepassing zijn onder plan C, nog in voorbereiding zijn. Ik kan daar dus nog niet zo heel veel meer over vertellen, collega Malfroot.
Wat uw tweede, derde en vierde vraag betreft: ik heb vorige week hier in de commissie al toegelicht dat het Vlaams beschermingsmechanisme net voor Kerstmis werd verlengd voor de eerste twee maanden van 2021. Morgen leg ik aan de Vlaamse Regering ook de aangepaste krijtlijnen voor het globalisatiemechanisme voor, dat momenteel in regelgeving wordt omgezet. We willen een aantal bijsturingen doorvoeren om alle groepen die we willen meenemen, ook te kunnen meenemen.
Sowieso ziet het ernaar uit dat er na februari nog verplicht gesloten sectoren zullen zijn, en dan vind ik dat het Vlaams beschermingsmechanisme absoluut doorgetrokken moet worden, collega. Dat stelt de Vlaamse Regering ook niet in vraag. De economische gevolgen zijn absoluut zeer zwaar. We moeten vermijden dat gezonde bedrijven overkop gaan na de coronacrisis.
Collega, ik ben nu aan het twijfelen. U hebt enkel vraag om uitleg 1479 gesteld, maar daar was nog een vraag aan gekoppeld, over de wellnesssector.
Dat is mijn volgende vraag om uitleg.
Ah, die is apart?
Dat is een aparte vraag om uitleg, ja.
De bedoeling was dat die vragen om uitleg gekoppeld werden, mevrouw Malfroot, dus u mag die vraag om uitleg ook stellen.
Ik had ze gekoppeld in mijn antwoorden zitten, en daarom was ik even in de war. Ik heb het antwoord op het eerste deel ondertussen al gegeven.
Dan was ik dus in de war.
Sorry dat ik onderbreek, voorzitter, maar was die vraag om uitleg over de horeca daar ook niet aan gekoppeld?
De vraag om uitleg over de horeca is weggevallen. (Opmerkingen van Caroline Gennez)
Mevrouw Malfroot heeft het woord.
Vanwege de coronacrisis wordt elke ondernemer geacht zichzelf heruit te vinden en creatief en innovatief om te springen met zijn aanbod. Vooral sectoren die al lange tijd gesloten zijn, worden uitgedaagd. Voor bepaalde sectoren is de reden van sluiting duidelijk. Een aantal andere sectoren bevinden zich echter in de grijze zone, waarbij de reden niet volledig duidelijk is.
Over logies stelt het ministerieel besluit (MB) het volgende.
‘Alle logiesvormen (inclusief hotels, aparthotels, gîtes, B&B’s) mogen openen, met uitsluiting van hun restaurant, drankgelegenheden en andere gemeenschappelijke faciliteiten (bv. gedeelde badkamer, sportzaal, etc.).
Desalniettemin zijn vakantieparken, bungalowparken en campings gesloten voor het publiek vanaf 3 november 2020, met uitzondering van de vakantieverblijven, bungalows, chalets en kampeerinrichtingen die dienen voor het gebruik door de eigenaar en/of diens huishouden, of door een huishouden dat er zijn gewoonlijke verblijfplaats heeft en enkel voor dit gebruik.’
Een sector die dan weer gesloten is, is die van de wellnesscentra, met inbegrip van onder meer sauna’s, zonnebanken, jacuzzi’s, stoomcabines en hamams. Uitbaters stellen zich vragen bij de interpretatie van de momenteel geldende regels en verwijzen naar de ‘love hotels’, waar eveneens een jacuzzi en/of stoombad aanwezig is en die momenteel wel open zijn. Bepaalde wellnesscentra beschikken over de mogelijkheid om de infrastructuur te verhuren met inbegrip van een overnachtingsmogelijkheid, maar deze blijven gesloten.
Aangezien de vraag om uitleg van collega Vanryckeghem is weggevallen, ga ik mijn stukje over de campermeals er nog tussen nemen, want anders krijg ik de kans niet meer om dat ter bespreking te brengen, zoals dat was afgesproken per mail.
Ook initiatieven zoals de campermeals, restaurants die eigenlijk een camperplaats aanbieden, en waar men ook een maaltijd kan nuttigen, zitten momenteel in zwaar vaarwater, omdat er vorige week een regel werd toegevoegd aan het MB die hun verbiedt om op de parking nog een campermeal te nuttigen. Dit zou blijkbaar enkel mogelijk zijn op openbaar domein, niet op de parking van het restaurant.
Minister, wat is de reden daarvoor? Wat is de achtergrond daarvan? Waarom kan deze vorm van creatief ondernemen niet verdergezet worden? Welke gevolgen heeft dit ook voor andere restaurants die takeawaymaaltijden aanbieden, bijvoorbeeld broodjeszaken of frituren, waar het soms ook mogelijk is een maaltijd te nuttigen op de parking van de zaak – soms zelfs op een bankje – en niet op de openbare weg?
Wat dan de wellnesssector betreft, heb ik nog de volgende vragen.
Dat hotel mag de deuren opnieuw openen, mits de maaltijd op de kamer genuttigd wordt. Dat wellnesscentrum is tot op heden gesloten. De viering van valentijn biedt voor een aantal wellnesscentra wel opportuniteiten. Mag een wellnesscentrum zijn deuren openen voor privéverhuur van de wellness en de faciliteiten voor privéverhuur, met inbegrip van een overnachting? Indien niet, kunt u dan aandringen op het nemen van uitzonderingen, mits alle hygiënemaatregelen worden getroffen? Kunt u aandringen op enige flexibiliteit of versoepeling voor dergelijke initiatieven?
Welke perspectieven kunnen inmiddels geboden worden aan de sector in verband met een heropening?
Indien de sector nog lang gesloten blijft, zal ook hier het aantal faillissementen toenemen. Vandaag stond nog in de krant dat een aantal horecazaken en schoonheidssalons de deuren sluiten, omdat ze hun kosten niet meer kunnen dragen, vooral nu de Federale Regering in februari het overleg met de bankensector zal stoppen omtrent het verlenen van uitstel van kredieten. In welke extra maatregelen kan de Vlaamse Regering nog voorzien indien het uitstel van hypotheekaflossing vervalt? Dat kwam gisteren ook nog ter sprake tijdens de plenaire vergadering. Misschien kunt ook even informeren, minister, hoever het staat met het uitstel vanwege de banken. Hebt u daar nog meer nieuws over?
Tot zover deel 2 van de vraag om uitleg van collega Malfroot.
Minister Crevits, u hebt het woord voor deel 2 van uw antwoord.
Niet alleen deel 2, maar ook een onaangekondigd deel 3.
Deel 3 en ondertussen ook al deel 4, want er zat zelfs een stukje van de vraag om uitleg bij die collega Malfroot had ingediend voor volgende week.
Ik had beter gezwegen. (Gelach)
Welke sectoren of onderdelen van sectoren gesloten zijn, is vastgelegd bij federaal MB, zoals u weet. Hotels zijn open, met uitsluiting van hun restaurant, drankgelegenheden en andere gemeenschappelijke faciliteiten. Men kan dus enkel genieten van de faciliteiten op de kamer. Het federale MB bepaalt ook dat de wellnesscentra, met inbegrip van onder meer sauna’s, zonnebanken, jacuzzi’s, stoomcabines en hamams, gesloten zijn. Daarbij wordt geen onderscheid gemaakt tussen publieke of private inrichtingen.
Wat de uitzonderingen betreft, heeft het Overlegcomité beslist dat de niet-medische contactberoepen de eerste sectoren zullen zijn die zullen worden heropend wanneer de epidemiologische toestand dat toelaat. Er is een concrete datum vooropgesteld, maar een formele beslissing wordt genomen door het eerstvolgende Overlegcomité van 5 februari. Het Overlegcomité van 5 februari 2021 zal zich op basis van de toestand op dat ogenblik uitspreken. Eergisteren heb ik nog met de sector samengezeten om te bekijken hoe ze veiliger kunnen werken dan tijdens de eerste golf. Dat is een heel intens werk.
Wat de duurtijd van de maatregelen betreft, heb ik het daarnet al gehad over de verlening van het Vlaams beschermingsmechanisme en het globalisatiemechanisme. Het aflopen van het automatische moratorium op de kapitaalsaflossingen is een verplichting van de Europese toezichthouder op de banken. Gisteren heb ik tijdens de plenaire vergadering al uitgelegd waarom dat moratorium op negen maanden ligt.
Dit heeft evenwel niet tot gevolg dat er geen verlengingen meer mogelijk zullen zijn. Op 18 januari heb ik daarover een gesprek gehad met de banken, en zij hebben me gezegd dat ze dan overgaan op een case-by-casebenadering. Ik heb me daarover gisteren een beetje druk gemaakt naar aanleiding van de actuele vraag van mevrouw Gennez, in die zin dat die case-by-casebenadering voor mij niet mag uitmonden in het afromen van het privéspaargeld van de kindjes. Maar die negen maanden, die zijn Europees bepaald.
Met betrekking tot het faciliteren van dergelijk uitstel of voor overbruggingsfinanciering zijn er ook de Vlaamse waarborgen en de achtergestelde lening. Het Agentschap Innoveren en Ondernemen (VLAIO) staat ook klaar om aan kredietbemiddeling te doen voor ondernemers die onterecht geen beroep kunnen doen op een verlenging. Als je bijvoorbeeld ondernemers kent die wandelen gestuurd zijn door de bank, weet dan dat VLAIO kan bemiddelen en kan nagaan of dat nu al dan niet terecht is. Ze kunnen niet beslissen in plaats van de bank, maar ze kunnen wel een bepaalde dienst verlenen. Ik heb al gemerkt, bijvoorbeeld bij de handelshuur, dat die bemiddeling soms een grote meerwaarde kan betekenen.
Wat campermeals betreft: ik kan me herinneren dat ik daar vorige week iets over gezegd heb, naar aanleiding van uw vraag, denk ik. Er is een duidelijke Q&A gepubliceerd op de infosite voor corona, maar zoals u gezegd hebt, staat daarop dat het nuttigen van maaltijden op parkings en eetgelegenheden niet toegestaan is. Het crisiscentrum gaat voort op het federale MB, waarin staat dat takeaway toegestaan is om mee te nemen, niet om ter plaatse te nuttigen. Dat geldt eigenlijk voor alle restaurants, ook voor fastfoodketens. De diensten van Binnenlandse Zaken moeten toezien op die maatregel.
Ik kan daar mijn mening over hebben en ik begrijp ook wel waarom men doet, maar de voorwaarden zijn op het federale niveau afgeklopt. U weet wat dat is. Afhalen is afhalen, niet enkele meters verder op een parking de maaltijd gaan opeten. Meer kan ik daar voorlopig niet over zeggen, maar ik ben wel bereid om dat … (onverstaanbaar) … aan te kaarten. Maar men wil vooral de gelijkheid tussen iedereen respecteren. Het zijn allemaal moeilijke maatregelen. We hebben gezegd dat takeaway mogelijk blijft, maar men wil de situatie vermijden waarin de verspreiding van het virus toch weer in de hand gewerkt wordt. Dat is de reden waarom men ook op dat punt wat strenger is.
Mevrouw Malfroot heeft het woord.
Minister, ik dank u voor uw antwoord. U hebt hier een aantal zaken aangehaald, omdat mijn vraag natuurlijk ook nogal uitgebreid was.
De heer Van Ranst zei gisteren ook in het nieuws dat de kappers vermoedelijk niet open zullen gaan op 13 februari. Ik zie het een beetje zwart in voor de sector, maar ik begrijp uit uw antwoord dat ik niet alleen ben, en dat u de problemen waar de sector mee kampt, onderschrijft, waarvoor dank. Ik hoop dat we de sector toch nog een beetje zullen kunnen redden met de verlenging van de maatregelen die momenteel gelden en die, naar ik begrijp, ook niet zullen worden stopgezet.
Wat die takeaway betreft, gaat het ook over een heel moeilijke discussie. Je neemt het uiteraard mee, maar je nuttigt het in de wagen, ongeacht of dat dan een mobiele wagen is, een bestelwagen of een mobilhome. Het is iets dat men afhaalt en meeneemt om het ter plaatse, op de parking, op te eten. Ik begreep uit het ministerieel besluit dat de discussie vooral gaat over van wie die parking is. Als die parking openbaar is, dan mag het wel. Als ze privé-eigendom is, dan mag het niet.
De bedoeling van die campermeals was vooral om het binnenlands toerisme aan te wakkeren, om handelszaken toch nog een beetje afzet te bezorgen, en om het mensen met een camper of mobilhome aangenaam te maken en hun de mogelijkheid te bieden een maaltijd te nuttigen, al dan niet op de parking. Bovendien kunnen zij dan ook overnachten, wat mooi meegenomen is, want met een camper overnachten op de openbare weg mag dan weer niet. Ik vind het dus vooral jammer voor het binnenlands toerisme dat dit zo is gelopen en ik hoop echt, minister, dat u het nut inziet van die campermeals en van de lokale handel en de lokale economie die daar wel bij varen. Ik vraag u dan ook daar rekening mee te houden.
Ik heb ook van de mobilhomereizigers begrepen dat minister Demir positief staat tegenover dat project. Neem dat dus alstublieft mee, en laat ons hopen dat die campermeals kunnen blijven bestaan.
Uw suggestie om bepaalde dossiers aan te kaarten bij VLAIO, zal ik zeker volgen. Zo kunnen handelaars die in nood zitten en voor wie de drempel groot is om bij de bank hulp te vragen, eventueel wel een beroep doen op VLAIO.
De heer Vanryckeghem heeft het woord.
Ik zal ook starten met een korte bijdrage in het kader van Gedichtendag.
De wereld lijkt soms niet te redden,
maar geef je niet te snel gewonnen.
Zelfs de allergrootste boom,
is als een zaadje hoop begonnen.
Minister, ik dank u voor uw antwoord. Gezondheid en veiligheid blijven uiteraard twee van de allerbelangrijkste factoren bij de heropening van bepaalde sectoren. Anderhalve maand geleden stelde ik u een gelijkaardige vraag als deze van mevrouw Malfroot. U zei toen dat, als we de opening zouden laten afhangen van wetenschappelijk onderzoek, we dan ook beter de risico’s kunnen inschatten en we gezondheid en veiligheid dus voorop willen stellen. Wat viel er uit dat wetenschappelijk advies af te leiden?
Uiteraard willen we allemaal dat alle sectoren zo snel mogelijk kunnen openen. Ook ik ben daar een groot voorstander van en ook ik wil graag met de vrienden een pint gaan drinken op café, maar ik wil de collega’s toch vragen om enige voorzichtigheid aan de dag te leggen wanneer ze verkondigen dat bepaalde sectoren onmiddellijk open zouden moeten. Als dat dan niet mogelijk blijkt, geven we onze Vlaamse ondernemers valse hoop, en dat kunnen ze missen als kiespijn.
Minister, ik heb er het volste vertrouwen in dat u alles op de voet zult volgen en de juiste beslissingen zult nemen wanneer de tijd daar rijp voor is.
Mevrouw Gennez heeft het woord.
Collega's, minister, ik dank jullie voor de vragen en voor het antwoord. Het is zeker niet de bedoeling om de discussie van gisteren over te doen. Ik zal de mensen die gedupeerd zijn en geen betalingsuitstel krijgen van de banken – en dat ondertussen ook massaal signaleren –, zeggen dat ze een beroep kunnen doen op die VLAIO-bemiddelaars. Dat is één zaak. Zolang het om een individuele gunst gaat voor ondernemers die verplicht sluiten, denk ik dat ze altijd te veel de speelbal zullen blijven van de banken. En dat geven ze ook aan. Daarom herhaal ik het pleidooi om ervoor te pleiten, ook bij de federale minister van Financiën, dat betalingsuitstel een collectief recht blijft voor alle ondernemers die verplicht moeten sluiten door corona. Want anders denk ik dat die willekeur zal blijven heersen, en dat moeten we absoluut voorkomen zolang die dramatische lockdown voor bepaalde sectoren ingang blijft vinden. Dat hebben we niet in de hand: wij niet, de Federale Regering niet. Of toch niet helemaal: als we snel vaccineren, toch al een beetje meer. In elk geval denken we dat de ondernemers die door corona verplicht gesloten moeten blijven, dat recht op betalingsuitstel moeten kunnen krijgen.
Ik kom tot een tweede element, dat voluit een Vlaamse bevoegdheid is: de solvabiliteit van de ondernemingen. De minister geeft aan – en ik denk dat het een goede zaak is – om het beschermingsmechanisme en de globalisatiepremie te willen verlengen. Maar misschien is het goed om dat toch te doen voor een afzienbare periode. Want het is altijd een beetje ‘stop and go’: voor twee maanden, nog eens voor twee maanden. We moeten nu echt inzetten op de zomer, en die moeten we proberen door te komen. Laten we dan hopen dat we in september opnieuw ‘het rijk van de vrijheid’, zoals sommigen het verwoorden, in zicht hebben en dat onze economie weer volop kan draaien, ook de zwaar getroffen sectoren, zoals de horeca, de contactberoepen en de events. Dit is dus een pleidooi om de beschermingsmechanismen, de premies die de solvabiliteit moeten garanderen duurzaam te verlengen, zolang de lockdown en de crisis door corona duren.
Mevrouw De Vreese heeft het woord.
Minister, collega's, ook van mij krijgt u een vleugje poëzie, dat zich in muziek bevindt. Ik heb mijn inspiratie gehaald van mijn zeer gewaardeerde collega Geert Bourgeois, die dat gedicht op zijn sociale media heeft geplaatst. Het is een stukje van Brihang en zijn collega’s. Ik vond het zeker en vast toepasselijk voor de situatie waarin we ons vandaag bevinden.
Alles wat da’k wil ligt op anderhalve meter
Maar ik zie de toekomst veel breder
Alles is gezegend
Misschien komt alles goed
En alles heeft een reden
Al weet ik vaak niet hoe
Ik sluit aan bij de vragen van mevrouw Malfroot. Collega's, we zitten nog altijd in een zeer ongeziene situatie, waarbij het de ambitie is – daarover zijn we het eens – om niet in Noord-Italiaanse toestanden terecht te komen. Dat willen we onze ziekenhuizen, maar ook onze economie en de hele samenleving besparen.
Maar momenteel wordt de vaccinatiestrategie uitgerold. We zetten onze hoop op de vaccins. Daaraan gekoppeld is er nu ook sprake van een heropeningsstrategie. Ik denk dat die heel belangrijk is om perspectief te geven aan de verschillende sectoren – niet één sector, maar alle sectoren die op dit moment gesloten zijn.
Want ik maak me echt grote zorgen, minister, collega’s, over onze ondernemers. Zoals gisteren gezegd in de plenaire vergadering, bevinden zij zich vandaag in een situatie waarbij ze eigenlijk in de problemen komen en naar een bank moeten stappen, eventueel voor verdere leningen. Als een bank dan de opmerking geeft: ‘gebruik eerst het spaargeld’, lijkt het mij zeer terecht dat de minister daarover gisteren het duidelijke signaal heeft gegeven dat die opmerking echt hallucinant is.
Minister, ondertussen kregen we van u en van de Vlaamse Regering het engagement dat u onze ondernemers blijft steunen.
Het is belangrijk dat de maatregelen die er zijn, wetenschappelijk onderbouwd worden en dat we ook duidelijk weergeven waarom bepaalde maatregelen genomen worden en dat die motivatie ook zeer duidelijk komt. We hebben het al vaak gehad over het draagvlak. Het is wel degelijk belangrijk om een draagvlak te creëren.
Wat ik ook heel belangrijk vind, is dat er een gelijk speelveld is en dat, als om een of andere reden zou lijken dat dat er niet is, ook gemotiveerd wordt waarom het er niet is. We moeten naar een gelijk speelveld, bijvoorbeeld voor onze vakantieparken. En we moeten kijken hoe wetenschappelijk onze maatregelen zijn en wat de impact ervan is op onze gezondheid.
Minister, u zit inderdaad heel vaak samen met de sectoren. Mijn vraag aan u is, in verband met de heropeningsstrategie, met welke sectoren u nog in overleg bent. Ik vind het heel goed van u dat u met die sectoren zo veel overleg pleegt. Ik denk dat dat noodzakelijk is. We zagen dit weekend in het nieuws bijvoorbeeld dat Marc Van Ranst biertjes heeft uitgedeeld op de markt in Izegem en daar sprak over een heropeningsstrategie die uitgebouwd wordt met de brouwerij en de federale overheid. In hoeverre zijn wij daarbij betrokken? Ik denk dat het interessant is voor u om zeker en vast ook goed te weten wat zich op dat vlak afspeelt.
Minister Crevits heeft het woord.
Bedankt, collega’s, voor alle aanvullende vragen en de grote betrokkenheid bij dit thema.
Collega Malfroot, wat de campers betreft, zit de grote zorg erin dat het heel moeilijk is om aan mensen te zeggen dat ze wel in een camper mogen eten, en niet als ze gewoon op de parking staan. Dat brengt dan weer nieuwe discussies met zich. Dat is dus een beetje de filosofie die erachter zit. Maar ik snap de zorg. Ik zal het aankaarten en we zullen zien of we daardoor raken.
Collega Vanryckeghem, u weet dat er een advies rond de contactberoepen is dat niet zo positief was en dat ook wijst op de gevaren die er zijn rond de verspreiding van het virus. Men wijst bijvoorbeeld op de specifieke situatie van aerosolen in een wellness en de situatie waarbij men gemakkelijker kort bij elkaar zit. Dat is de reden waarom ik nu ook samen heb gezeten met de sector van de contactberoepen, om eens te kijken wat extra zaken zijn die kunnen. We hebben op het Overlegcomité zo een aantal zaken opgelijst, maar een paar dingen waren voor mij niet duidelijk in de operationaliteit. De protocollen worden federaal afgesloten, maar het is echt van belang dat ik zelf met mijn medewerkers ook nog eens door al die voorwaarden ga. Want de goesting om te openen, is zo groot, dat er een neiging aan het ontstaan is van: doe maar, we gaan het wel oplossen. Maar je moet er wel zorgvuldig in zijn en kijken wat kan en wat niet kan. Dat is de reden waarom ik ook samen zit.
Ik heb ook met de horeca samen gezeten. Men beseft daar dat het nog niet voor direct is. De situatie bij een kapper en in een café is natuurlijk anders. Je kunt mensen moeilijk in een café zetten met een pintje en een mondmasker op. Dat gaat niet. Dat betekent toch contact hebben met elkaar. En dat is dus moeilijker. Er wordt gewerkt aan een exitstrategie en het bekijken van de protocollen, maar daarnaast ook aan vragen rond de verlenging van steunmaatregelen.
Er is ook gevraagd waarom we dat zo in stukjes en beetjes doen. We doen dat om de ondernemers te helpen. Ik zal een voorbeeld gegeven. Neem nu de effecten van de beslissing rond de jongeren die één hobby moeten kiezen. Ik heb al een paar dansscholen gehoord die zeggen dat zij nu de facto moeten sluiten. Als we de maatregel zouden nemen voor drie maanden, hoe kunnen die dan in godsnaam bewijzen dat ze 60 procent verlies lijden? Door het feit dat we dat maand per maand doen, is voor de dansscholen die bijvoorbeeld veel minder omzet hebben door de beslissing dat minderjarigen één hobby moeten kiezen, de kans dat ze in februari aan 60 procent raken, veel groter. Daarom vind ik het van belang dat we dat altijd in korte periodes doen. Vroeger was dat zes weken, nu zijn die periodes vier weken geworden. Dat betekent dat het beschermingsmechanisme voor januari vanaf 15 februari open zal staan. Voor februari zal dat vanaf 15 maart zijn. En ik hoor van alle ondernemers dat er heel snel uitbetaald wordt. Dus wat dat betreft, is het een goede zaak.
Mevrouw Gennez, collectieve maatregelen zijn niet toegestaan door de European Banking Authority (EBA). Ik heb het nu over de afbetalingstermijn en de negen maanden en wat er daarna komt. Ik vind dat daarin absolute transparantie noodzakelijk is. We hebben daar ook vragen over gesteld. U hebt gisteren daarover ook een suggestie gedaan in de plenaire vergadering. Ik heb die meegenomen en mijn mensen zijn die aan het bekijken.
De bescherming die wij geven, is een tegemoetkoming voor de vaste kosten en we bieden ook een liquiditeitsondersteuning. Ik erken absoluut dat veel sectoren in grote problemen zitten. Ik maak me trouwens ook grote zorgen in het algemeen als ik zie dat 40 procent van de bedrijven dit voorjaar extra kapitaal of krediet nodig zal hebben. Dat zijn bijna 200.000 bedrijven. Dat is enorm. 36.000 vrezen een faillissement. Daarom is het echt noodzakelijk om die beschermingsmaatregelen door te trekken en de solvabiliteit van intrinsiek gezonde bedrijven te ondersteunen door bijvoorbeeld achtergestelde leningen.
We zijn nog heel specifieke acties aan het onderzoeken, bijvoorbeeld voor de retail-, horeca- en vrijetijdssector. Dat vraagt natuurlijk maatwerk en maatwerk vraagt dan weer een beetje tijd. We zijn daarover in overleg.
Mevrouw Malfroot heeft het woord.
Dank u wel, minister. Ik denk dat het duidelijk is dat de situatie waar iedereen nu in zit – de horeca, de contactberoepen, maar ook wij als inwoners van dit land – zwaar op de lever ligt. Vooral omdat dat een situatie is waarin de ondernemers en ook wij ongewild in terechtgekomen zijn.
Het moeilijkste van deze hele zaak vind ik dat de maatregelen die genomen worden, te weinig worden uitgelegd en daardoor begrijpen we ze niet meer, of ik begrijp ze althans niet meer en ik denk veel mensen samen met mij. Het gaat dan over maatregelen voor de horeca. Mag men bijvoorbeeld een bestelling in de auto opeten of niet? Dat valt niet meer te begrijpen. Ik heb zelf een horecazaak. Stel dat er iemand binnenkomt die vraagt of ik de frietjes op een plateau kan leggen. Dan moet ik zeggen dat ik dat niet doe omdat dat niet mag. Het is nog niet gebeurd, maar ik bedoel dat sommige maatregelen eigenlijk onzinnig zijn. Ik weet dat dat bij veel mensen zwaar op de lever ligt.
Neem daar dan ook nog de CEO van Belfius bij die luidop de vraag stelde of er niet te veel horecazaken zijn. Ik vraag me af wie hij eigenlijk is om daarover te oordelen. Wat ik gisteren in de krant las, bewijst eigenlijk dat de bankensector zijn stelling volledig ondersteunt, omdat ze op dit moment nog weinig hulp willen geven aan de getroffen ondernemers. Zo wordt alles opnieuw in de schoot van de overheid geduwd, want die moet het nu weer oplossen en u moet opnieuw extra steunmaatregelen nemen. Het wordt toch wel hoog tijd dat u er ook bij de banken op aandringt dat zij zelf hun verantwoordelijkheid nemen en dat zij alles in het werk stellen om uitstel van betaling te garanderen.
Voor de rest kunnen we daar blijven over discussiëren. Het is een gevoelige materie, maar ik ben blij met de antwoorden die ik heb gekregen. Bedankt.
De vragen om uitleg zijn afgehandeld.