Verslag vergadering Commissie voor Cultuur, Jeugd, Sport en Media
Verslag
– Wegens de coronamaatregelen werd deze vraag om uitleg via videoconferentie behandeld.
De heer Coenegrachts heeft het woord.
Minister, door de coronamaatregelen worden de jeugdverblijfcentra, evenals heel veel andere ondernemingen, geconfronteerd met exploitatiebeperkingen. Jeugdverblijfcentra die daardoor in financiële problemen komen, kunnen een beroep doen op het noodfonds Toerisme.
Jeugdverblijven die door Toerisme Vlaanderen in het kader van 'Toerisme voor Allen' als sociaal-toeristisch verblijf zijn erkend en waaraan het label jeugdtoerisme is toegekend, komen in aanmerking voor die steun. In het noodfonds Toerisme wordt daarvoor een bedrag van 12,1 miljoen euro voorzien, en voor de hostelsector nog eens 2,1 miljoen euro extra.
De maatregelen werden een tijd geleden aangekondigd – dat herinneren we ons nog wel – en zullen dus voornamelijk helpen om de inkomstenverliezen van 2020 te dekken. Ook in de eerste maanden van 2021 zijn de hostels echter nog gesloten. De financiële situatie ziet er dus niet rooskleuriger uit. Een echt duidelijk perspectief is er ook nog niet.
Ik heb hierover een paar vragen.
Voor de relance van de bredere toeristische sector heeft de Vlaamse Regering bijkomend 150 miljoen euro voorzien in het kader van het Vlaamse relanceplan Vlaamse Veerkracht. Het Agentschap Innoveren en Ondernemen (VLAIO) heeft in dat kader, net voor het kerstreces, nog een sectorspecifieke levenslijn opgericht, goed voor 30 miljoen euro. Zal een deel hiervan gespendeerd worden aan het jeugdtoerisme?
Voor welke tijdspanne is dat bedrag van 12,1 miljoen euro voor jeugdverblijfcentra bedoeld? Is er zicht op eventuele bijkomende steun? Is er al een stappenplan voor het moment waarop het jeugdtoerisme, evenals de rest van de samenleving, hopelijk snel, uit de lockdown raakt?
Minister Dalle heeft het woord.
Collega Coenegrachts, voor de details over de sectorspecifieke levenslijn van VLAIO moet ik u doorverwijzen naar mijn collega Crevits, die hiervoor bevoegd is. Ik kan wel kort meegeven dat de erkende jeugdverblijfcentra en jeugdhostels ook in aanmerking komen voor deze steunmaatregel.
Wat de andere middelen betreft, weet u dat het jeugdtoerisme een bevoegdheid is die ik deel met mijn collega-minister Zuhal Demir. Zo zijn jeugdverblijfcentra en hostels een gedeelde bevoegdheid op het vlak van erkenning en subsidiëring. In die zin werkt mijn collega momenteel aan een verdelingsplan voor de bijkomende 150 miljoen euro die voor de hele toeristische sector is voorzien, met inbegrip van jeugdverblijfcentra en hostels.
Ik wil ook de aandacht vestigen op het feit dat ik binnen het beleidsdomein dat volledig onder mijn bevoegdheid valt, namelijk Jeugd, in 30 miljoen euro aan relancemiddelen heb voorzien. De concretisering hiervan is momenteel nog aan de gang. Daarbij wordt gewerkt aan het volgende. Ten eerste werken we rond de eigen infrastructuur, zoals de masterplannen voor de Hoge Rielen en Destelheide. We zullen ook investeren in duurzame en structurele ingrepen in jeugdlokalen en andere jeugdinfrastructuur. Daarbij houden we rekening met specifieke noden veroorzaakt door de coronacrisis. Dat bedrag van 30 miljoen euro wordt dus meegenomen in deze discussie.
U peilde naar de tijdspanne. De voorziene tijdspanne voor de initiële noodsteun werd bepaald in twee besluiten van de Vlaamse Regering van 10 juli 2020 voor de jeugdverblijfcentra en de hostels. In de besluiten werd opgenomen dat de compensaties werden berekend en toegekend voor twee periodes: enerzijds van 14 maart tot en met 7 juni – de periode van de verplichte sluiting – en anderzijds van 8 juni tot en met 31 augustus.
Door de verstrengde maatregelen ten gevolge van de tweede golf van de coronapandemie, kwamen de betrokken organisaties ook in het najaar in moeilijkheden, zoals we weten. Daarom voorzag de Vlaamse Regering in een derde oproep voor de schade in de periode van september tot november. Opnieuw werden de jeugdverblijfcentra en hostels hierin meegenomen.
Het gaat om financiële steun aan jeugdverblijven en hostels met exploitatiebeperkingen die voortvloeien uit de coronamaatregelen, en om steun aan de sociaal-toeristische sector en het 'Iedereen Verdient Vakantie'-fonds om de negatieve impact in te dijken. De regie van de derde oproep lag in handen van Toerisme Vlaanderen.
Momenteel zijn er zowel binnen de beleidsvelden Toerisme als Jeugd geen bijkomende middelen voorzien voor bijkomende financiële steun in 2021.
Een concreet plan is er momenteel eigenlijk in de vorm van het constant de vinger aan de pols houden. We weten natuurlijk niet hoe de regels de komende weken zullen evolueren. Wij zijn natuurlijk met het jeugdwerk zeer intens in overleg om, zodra er een neergaande fase is en er versoepelingen kunnen komen, met de juiste protocollen van start te kunnen gaan, wat uiteraard een grote impact heeft op die jeugdverblijfcentra. Er wordt ook op regelmatige basis samengezeten met mijn kabinet en administratie en de ondersteuningsstructuren die daar zijn: het Centrum voor Jeugdtoerisme (CJT) en de Vlaamse Jeugdherbergen (VJH). Op die manier worden wij ook gebrieft over de meest actuele situatie.
Mijn administratie staat ook in nauw contact met Toerisme Vlaanderen om, waar nodig, te kunnen inspelen op bepaalde noden, bijvoorbeeld op het vlak van flexibiliteit wat betreft de behandeling van werkingsverslagen of voor het versneld uitbetalen van voorschotten op subsidies. Dat zijn ook zaken die opgevolgd worden door onze respectieve administraties.
De heer Coenegrachts heeft het woord.
Dank u wel, minister. Ik heb niet echt bijkomende vragen. Het is mij duidelijk en het is goed dat we de vinger aan de pols houden, niet alleen voor de versoepelingen die komen, maar vooral ook in deze periode waar financieel toch heel wat overbrugd moet worden voor deze mensen. De Vlaamse overheid heeft al heel veel inspanningen gedaan. Natuurlijk, hoe langer het ook duurt, hoe langer ook de noden blijven aanslepen. Dus ook daar de oproep om op financieel vlak ook de vinger aan de pols van de sector te houden en eventueel, als het echt noodzakelijk is, nog in te grijpen voor de periode die dit jaar tot spanning leidt.
Mevrouw Perdaens heeft het woord.
Minister, op de website van het Centrum voor Jeugdtoerisme kon ik terugvinden dat het Vlaams beschermingsmechanisme ook een regeling voorzien heeft voor januari en februari 2021. Dat is al goed nieuws. Er wordt daar ook melding gemaakt van een overbruggingsrecht voor zelfstandigen, van 1 januari tot minstens 31 maart 2021, waarvoor een aanvraag kan gebeuren.
Ik had nog een vraag. Als er een regeling uitgewerkt wordt vanuit het Departement Jeugd, kan dat misschien ook doorgegeven worden aan het CJT, zodat zij dit ook op hun website en via andere kanalen kunnen vermelden. Want als dat niet het geval is, is het misschien goed dat daar wetenschap van is. Ik vroeg mij af of u communicatie plande naar de sector toe, en, zo ja, wanneer die juist wordt voorzien.
Minister Dalle heeft het woord.
Zoals ik zei, zijn we met het CJT op zeer regelmatige basis in overleg. Ik ga ervan uit dat zij op de hoogte zijn van alle maatregelen die we nemen, maar ik zal ze misschien nog eens extra onder de aandacht brengen.
De vraag om uitleg is afgehandeld.