Verslag vergadering Commissie voor Mobiliteit en Openbare Werken
Verslag
– Wegens de coronamaatregelen werd deze vraag om uitleg via videoconferentie behandeld.
De heer Annouri heeft het woord.
Minister, ik heb een vraag over de Vervoerregioraad Antwerpen omdat daar opmerkelijke dingen gebeuren. Om de modal shift te realiseren die in het Toekomstverbond vervat zit, is de opgave voor het openbaar vervoer in en rond de stad Antwerpen erg groot. En dus zijn de verwachtingen voor de toekomstplannen voor de Vervoerregio Antwerpen hooggespannen. Die plannen hebben al heel wat stof doen opwaaien.
Zo is er onder meer de aangekondigde verdwijning van tram 7 die Mortsel met het Eilandje verbindt. Dat is een gegeven in de stad. Dit is een van de meest populaire en gekende lijnen waar veel mensen uit Mortsel en Berchem gebruik van maken. Mortsel en Berchem verliezen daardoor een rechtstreekse verbinding met het Eilandje. Mensen zullen moeten overstappen aan de Harmonie. Dat is een knooppunt van tramlijnen, maar dat is niet voor iedereen zo evident, bijvoorbeeld voor mensen die minder goed ter been zijn. Beeld je maar eens in dat je aan halte Harmonie van de ene op de andere tram moet overstappen met een buggy of rollator. Bovendien lopen niet alle aansluitingen – daarmee vertel ik niets nieuws – in de stad zo vlot. Wellicht wordt het op sommige momenten weer extra lang wachten. Dat is niet meteen zo’n positieve zaak als je het openbaar vervoer wilt versterken.
In Mortsel kwam tegen het schrappen van tram 7 protest van alle fracties en er wordt een brief gestuurd naar de Vlaamse Regering. Op korte tijd werden er ook meer dan tienduizend handtekeningen verzameld tegen de schrapping en dat wil wat zeggen.
Op 15 december vergaderde de vervoerregioraad over de plannen van het kernnet in Antwerpen. Het dagelijks bestuur van de Vervoerregioraad Antwerpen besliste om geen advies over deze plannen ter stemming voor te leggen. Dat betekent dat er vanuit de Vervoerregioraad Antwerpen geen advies is vertrokken richting Vlaamse Regering, hoewel er twaalf keer vergaderd is met de voltallige vervoerregioraad. Ik vind dat een beetje vreemd, dat is een probleem van transparantie. Er zijn regels die elke vervoerregioraad zelf kan maken inzake manier van vergaderen, of er unanimiteit moet zijn of niet. Die regels worden niet transparant bekendgemaakt. Je kunt die niet gewoon ergens online vinden. Je kunt evenmin online vinden wat er is besproken op die vergaderingen, en wat de conclusie was. Er is in 2020 twaalf keer vergaderd, de laatste keer op 15 december. Het laatste verslag dat is ontsloten, is er een van 2019. Ik vind dat redelijk absurd en zeer, zeer ontransparant.
Ondanks de twaalf vergaderingen was er geen beslissing, en als reden werd aangehaald dat er toch geen unanimiteit zou zijn, alsof dat een reden zou zijn. Er zijn heel veel vraagtekens en er is ontevredenheid over de voorliggende plannen voor het kernnet van de Vervoerregioraad Antwerpen.
Is het conform de voorgeschreven procedure dat er geen advies wordt gegeven vanuit een Vervoerregioraad? Welke signalen hebt u doorgekregen vanuit de Vervoerregioraad? Op welke manier is dat gebeurd? Ik vraag dat omdat die transparantie op een andere manier moeilijk te verkrijgen is. Welke aanpassingen zijn er gebeurd op basis van de bedenkingen die vanuit de Vervoerregioraad Antwerpen zijn doorgegeven? Wat is nu het verder verloop van de procedure? Krijgen gemeenten in de Vervoerregioraad Antwerpen nog de kans om formeel advies te geven op de plannen voor het kernnet en het aanvullend net? Gaan die op een bepaalde manier toch nog een rol kunnen opnemen? Hebt u oor naar het massale protest tegen de verdwijning van tram 7 – dat door alle partijen in Mortsel is ondertekend – en wordt er overwogen om toch een alternatief te vinden waar die lijn behouden blijft?
Minister Peeters heeft het woord.
Mijnheer Annouri, dank u wel voor uw bekommernissen rond de Vervoerregioraad en de plannen van het Antwerpse kernnet.
Is het conform de voorgeschreven procedure dat er geen advies werd gegeven? Artikel 8, 3° van het decreet Basisbereikbaarheid beschrijft duidelijk hoe de procedure is en schrijft voor dat de Vervoerregioraad verantwoordelijk is voor het bepalen van het aanvullend net en het vervoer op maat en advies zal geven over het treinnet en het kernnet. Dat is dus de regel. De finale beslissingsbevoegdheid over het kernnet behoort toe aan de Vlaamse Regering.
De Antwerpse Vervoerregioraad keurde een voorstel tot advies goed op de vervoerregioraad van oktober 2020 waarin een reeks bezorgdheden rond het nieuwe kernnet en de uitrol daarvan geuit werden. Dit betekent dat de Vervoerregioraad een gunstig advies gaf voor de operationele run voor het voorgestelde kernnet met het oog op het verkrijgen van meer details over de gevolgen van het nieuwe kernnet voor de gebruikers. De opzet is dan de resultaten van deze run opnieuw voor te leggen aan de Vervoerregioraad. In afwachting van de finale resultaten van de operationele run, voorzien in het voorjaar 2021, werd vanuit het dagelijks bestuur van de Vervoerregioraad het voorstel gedaan om nog niet over te gaan tot een definitief advies. Dat voorstel werd door de volledige Vervoerregioraad gevolgd.
U vraagt welke signalen wij gekregen hebben vanuit de Vervoerregioraad. Het huidige vervoersplan geniet, ook in de Vervoerregioraad Antwerpen, een positief draagvlak bij een brede meerderheid van de 31 betrokken lokale besturen. Het vervoersplan ondervangt de noden van heel wat gebruikers in de vervoerregio, daar waar het vervoerspotentieel het grootst is. Iedereen tevreden stellen of iedereen volledig meehebben zal klaarblijkelijk niet lukken. Ik heb ook vernomen dat het gemeentebestuur van Mortsel ontevreden is over de implicaties van het nieuwe kernnet, specifiek voor hun regio. Ik heb ook een schrijven ontvangen van de gemeente Mortsel en zij zijn hier op het kabinet ook al ontvangen, waarbij zij hun grieven geuit hebben.
Uw derde vraag ging over de aanpassingen. Het proces dat gelopen is in deze vervoerregio is, net zoals in de andere vervoerregio’s, een adaptief proces op basis van besprekingen, input, bedenkingen, bijsturingen en dergelijke meer. Dit leidde in mei 2020 tot een voorstel dat toen voor de eerste keer werd voorgelegd aan de Vervoerregioraad, aan alle lokale besturen die daarbij betrokken zijn. Er werden bijsturingen aangebracht. Dat gebeurde ook in alle andere Vervoerregioraden zo. In september 2020 zorgde de financiële doorrekening van De Lijn tot het doorhakken van enkele knopen rond de resterende buslijnen in het kernnet. Er waren ook twee themawerkbanken Vervoersplan met alle mogelijke stakeholders. Voor de problematiek in Mortsel werden alternatieve pistes onderzocht, maar helaas hebben die daar klaarblijkelijk geen oplossing gegenereerd.
Ik noteer in elk geval dat u zegt dat u daar geen transparantie over hebt, dat u daar heel weinig van terugvindt. Dat is in deze commissie nog al aan bod gekomen. Ik weet alleszins voor mijn regio – zonder daarom te zeggen dat Limburg alleenzaligmakend is – dat Vervoerregioraad Limburg transparantie heel hoog in het vaandel draagt en dat daar heel veel van terug te vinden is op de website. Ik zal andermaal opdragen aan het Departement MOW (Mobiliteit en Openbare Werken), dat uiteraard overal een ambtelijk voorzitter in de vervoerregioraden heeft zitten, om toch zeker alle mogelijke transparantie aan de dag te leggen. Ik vind dat iedereen alles mag weten wat wordt beslist op de vervoerregioraden. Daarbij moet ik wel zeggen, zoals mijnheer Annouri zelf al heeft gezegd, dat de vervoerregioraden hun eigen codes van werking en afspraken hebben.
Wat is nu het verdere verloop van de procedure, en krijgt men alsnog een kans om advies te geven? Op de Vervoerregioraad van mei 2020 werd unaniem beslist om de inhoudelijke goedkeuringen rondom het Vervoersplan 2021 te nemen op het niveau van de Vervoerregioraad als dusdanig en dus niet op het niveau van de individuele gemeenteraden.
Met betrekking tot het aanvullend net en het vervoer op maat heeft het dagelijks bestuur beslist tot een definitieve stemming door de Vervoerregioraad zelf, maar uiteraard na inspraak van de lokale besturen. Het huishoudelijk reglement van de Vervoerregioraad Antwerpen vereist unanimiteit bij een eerste agendering. Indien deze niet gevonden wordt, volstaat een goedkeuring bij gewone meerderheid bij een tweede agendering. Als dan nog geen meerderheid wordt gevonden, wordt dat overgeheveld naar de Vlaamse Regering.
Heb ik oor naar het massale protest? De bekommernissen, die een breed draagvlak kennen, worden uiteraard grondig onderzocht en op hun waarde getoetst door de administratie als dusdanig. Ik zei daarnet al dat de administratie van MOW ook een ambtelijk voorzitter heeft. Zij bekijken de geuite bekommernissen na dat protest.
Uit een grondige analyse bleek dat het behouden van een tweede tramlijn vanuit Mortsel een enorme cascade zou hebben op het ontwerpplan als dusdanig. Dit leidt snel terug naar het bestaande tramnet en dus zonder een duidelijke inschatting van de reizigerswinsten als dusdanig, en dat is nog altijd het doel dat voor ogen staat. Het zou ook geen budgetneutrale operatie zijn. Het zou ook betekenen dat er meeruitgaven gecompenseerd zouden moeten worden, en dat impliceert dat er op andere lijnen of op frequentie zou gesnoeid moeten worden. Daarvan geeft men aan dat dit op dit ogenblik niet aanvaardbaar zou zijn, of dat het niet verantwoordbaar is om een aparte tramlijn vanuit Mortsel naar Antwerpen te behouden.
Mijnheer Annouri, u zegt dat men oor moet hebben naar dat hele verhaal. Wel, we zullen alleszins vragen om de nodige actie te ondernemen om het nieuwe overstapmodel naar die basisbereikbaarheid zeker verder te faciliteren. Het aanpakken van de mobiliteitsknooppunten, vooral de toegankelijkheid, is en blijft een absolute beleidsprioriteit. Het knooppunt Harmonie – dat cruciaal is voor het overstappen van en naar Mortsel – zal alleszins een heel belangrijk gegeven zijn in dit verhaal. De knooppunten van de regionale categorie in Vervoerregio Antwerpen zullen sowieso de eerste zijn die in aanmerking moeten komen om zodoende toch te bekijken of men kan tegemoetkomen aan die protesten of de bezwaren van Mortsel.
Dus kortom, het laatste zal hier vandaag nog niet over gezegd zijn. We hebben oren naar het protest en we zullen bekijken hoe de vervoerregioraad daar in samenspraak met het Departement MOW verder mee wil omgaan. Men mag natuurlijk niet blind zijn voor het cascade-effect dat één welbepaalde beslissing met zich mee kan brengen, zeker als er niet de beoogde reizigerswinsten tegenover staan. Dan moet daar de nodige aandacht aan gegeven worden. Ik zal zien wat het vervolg is binnen de vervoerregioraad. Ik neem aan dat we er verder nog op terugkomen.
De heer Annouri heeft het woord.
Dank u voor uw antwoord, minister. Ik heb drie punten.
De vervoerregioraad is een soort black box in Antwerpen, dat is echt een probleem. We kennen de regels niet, er is geen transparantie, er zijn geen verslagen. In 2020 zijn ze twaalf keer samengekomen, het laatste ontsloten verslag dateert van oktober 2019. Ik zeg niet dat u iets hebt gezegd wat niet klopt, ik ga er voor 100 procent van uit dat u hebt afgelezen wat u hebt doorgekregen. De informatie die ik krijg, bijvoorbeeld over het draagvlak, strookt daar echter niet mee.
In die zin zou objectieve verslaggeving die onmiddellijk na de vergadering wordt vrijgegeven, ervoor zorgen dat we deze discussie niet moeten voeren. Dan lezen we dat en debatteren erover, dan kunnen we van mening verschillen. Ik zou willen dat er een oproep werd gedaan voor meer transparantie zodat we op een betere manier kunnen debatteren. Het gevoel is niet alleen dat we onvoldoende debat hebben en dat de burger dat niet kan bekijken, maar ook dat heel wat lokale besturen, en dat is al gebeurd, deels worden buitengesloten en dan in de pers reageren als er dingen gebeuren waar ze het niet mee eens zijn. Dat kan toch niet de bedoeling zijn? Dat is inefficiënt en niet transparant. Ik vind dat een democratisch deficit. Ik zou willen dat dit wordt opgelost.
Ik heb een informatieve vraag. Klopt het dat er knopen zijn doorgehakt zonder advies van de vervoerregioraad? Zijn er beslissingen genomen zonder advies? Nu zijn ze het eens geraakt en daardoor is men gewoon verdergegaan?
Drie, ik denk dat u en ik het fundamenteel oneens zijn over tram 7. Vooral omdat ik geloof dat het geen ‘zero-sum game’ is: als men iets behaalt, moet men niet ergens anders iets wegnemen. Als men het openbaar vervoer in Antwerpen en in Vlaanderen wil verbeteren, moeten we de taart groter maken. Er moeten meer middelen zijn en er moet beter worden geïnvesteerd. De logica van ‘ik doe daar iets, dus neem ik ginder iets weg’, daar ben ik het fundamenteel mee oneens.
U zegt dat het debat over tram 7 verder wordt opgenomen in de vervoerregioraad. Daar heb ik dus weinig vertrouwen in, om wat ik net heb gezegd. Dan nog, als ik uw logica zou volgen – en ik ben het daar niet mee eens –, dan gaat het over de overstapsystemen, over de grote hermelijntrams die beschikbaar zijn en het beschikbare rollend materieel. Als we dit systeem van rollend materieel en overstappen willen hanteren, moeten we een beschikbaarheid hebben – internationaal gezien – van 90 procent van het rollend materieel. In Vlaanderen is dat nu 72 procent, dat is 18 procent te weinig, dat gaat dus niet lukken.
Verder is 28 procent van de hermelijntrams – die daar een belangrijke rol in zullen spelen – buiten dienst. Ze werken niet, ze worden niet gebruikt, die kunnen we niet inzetten. Als u dan toch wilt doorzetten met dit plan – wat volgens mij niet het beste is –, welke garanties, welke investeringen en welke stappen worden dan vooruitgezet, zodat u tegen 2030 het plan kunt uitrollen? Ik ben het niet eens met het plan, maar als u het zou willen doen, hebt u momenteel gewoon te weinig materiaal om het te laten lukken. Er is ook te weinig vertrouwen in dat materiaal. Hoe ziet u dat dan juist? Hoe zou u het aanpakken?
De heer D’Haese heeft het woord.
Minister, bedankt voor de uitleg over Antwerpen. We hebben het al vaak gehad over de transparantie bij de uitrol van de basisbereikbaarheid. Het ging allemaal bottom-up zijn, maar inspraak begint met transparantie, en die vormt echt een heel groot probleem.
De heer Annouri heeft het al gezegd: het laatste verslag van de vervoerregioraad dateert van oktober 2019. Dat is een groot probleem. Er is echt geen enkele manier om inzage te krijgen in wat daar gebeurt. U zegt dat het in Limburg wel transparant is. Dat is waar, Limburg is de enige vervoerregioraad die een heel brede transparantie heeft. U bent natuurlijk geen minister van Limburg maar van heel Vlaanderen. Dat is een belangrijk detail. Zonder daar persoonlijk over te worden, de covoorzitter van de vervoerregioraad Antwerpen is Filip Boelaert van MOW. Dat is niet zomaar een of andere ambtenaar maar de secretaris-generaal van Mobiliteit en Openbare Werken. Hij is samen met Koen Kennis voorzitter van de vervoerregioraad. En net die vervoerregioraad die een voorbeeld zou moeten zijn, loopt achter, zeker op het vlak van transparantie.
Wij proberen al lang te weten te komen hoe de evolutie in haltes zal zijn. In Limburg is dat inderdaad duidelijk, maar verder is er geen enkele vervoerregioraad die ons kan zeggen welke haltes er zullen blijven en welke er zullen worden geschrapt. Geen enkele. Al die plannen zijn dus doorgerekend, maar blijkbaar is dat zonder haltes. Ik weet niet hoe je dat kunt doen? Je rekent een vervoersplan door zonder te weten waar een bus zal stoppen en waar niet. Niemand kan of wil ons die informatie geven. Ik vind dat een heel groot probleem.
Minister, laten we verdergaan. U hebt in de begrotingsbesprekingen op 17 december 2020 gezegd dat van de vijftien vervoerregioraden er veertien hun openbaarvervoersplan hadden goedgekeurd. Op dat moment wisten we al dat die van de Vlaamse Rand het zijne niet had goedgekeurd. Dan heb je er normaal gezien veertien van de vijftien, maar Antwerpen had het zijne twee dagen daarvoor, op 15 december, ook niet goedgekeurd. Ofwel wist u dat niet, ofwel hebt u dat verkeerd gezegd, maar als we het over transparantie hebben, dan begint dat in deze commissie toch met een minister die de waarheid zegt. U hebt op 17 december gezegd dat er veertien waren goedgekeurd, maar er waren er maar dertien goedgekeurd. Dat is wel straf. Als wij dan in Antwerpen tussenkomen en de schepen zegt dat dat niet is goedgekeurd, dan weten wij niet wie we moeten geloven. Moeten we de minister van Mobiliteit geloven of moeten we de schepen van Mobiliteit geloven? De schepen van Mobiliteit geeft alleszins geen inzage. Als je dan vraagt naar het plan, zeggen ze dat ze het zullen opsturen als het af is, en daarna heb je natuurlijk radiostilte.
Ten slotte wil ik nog toevoegen dat de heer Annouri natuurlijk overschot van gelijk heeft. Minister, u hebt gezegd dat we tram 7 niet kunnen behouden als we binnen het budget moeten blijven, maar dat is natuurlijk het foute uitgangspunt. Je kunt het openbaarvervoersnet niet fundamenteel verbeteren binnen een budgetneutraal kader. Dat gaat niet, dan krijg je wat je op dit moment in Antwerpen aan het organiseren bent, namelijk vooruitgang voor de ene ten koste van de andere. Dat geldt niet alleen voor tram 7 – en dat is een heel groot probleem –, maar ook voor tram 4 en 2, voor buslijn 30 en 22, enzoverder. Het is voor mij heel duidelijk dat die middelen volstrekt ontoereikend zijn voor een goed openbaar vervoer in Antwerpen. Wij verschillen daarover fundamenteel van mening. Ik denk niet dat een aantal Mobipunten dat zullen oplossen, maar ik hoop toch dat we daar verbetering in zullen krijgen.
De heer Verheyden heeft het woord.
Minister, mijn beide collega’s hebben het reeds aangehaald. Er is inderdaad nog veel werk met betrekking tot de transparantie van de vervoerregioraden. Ook ik heb het in de commissie en in de plenaire vergadering al verschillende keren aangehaald. Het is duidelijk dat er nog heel veel aan mankeert. De gemeenteraden weten heel vaak niet wat er in die vervoerregioraden gebeurt. Ik heb dat op onze gemeenteraad ook al aangehaald. Een schepen uit onze gemeente is voorzitter van de vervoerregio en die lost niks. Blijkbaar is daar een geheimhoudingsplicht of zo; ik zou het niet weten, maar het zou bijzonder jammer zijn als dat inderdaad zo is. Ik denk dat we als gemeente en gemeenteraadsleden het recht hebben om te weten waar we naartoe gaan met onze mobiliteit. Ik vrees – en ik heb dat ook al een aantal keren aangehaald – dat wat er in de vervoerregioraden beslist wordt, niet tot minder maar tot meer vervoersarmoede leidt.
De voorbeelden zijn legio en er zullen er ongetwijfeld nog een aantal op de agenda komen. Ik heb vandaag ook nog over dingen gehoord waarbij je je afvraagt hoe het mogelijk is dat dergelijke zaken beslist worden. Terwijl u hoog van de toren blaast dat we een modal shift moeten realiseren, wordt die modal shift eigenlijk tegengewerkt doordat men bijvoorbeeld drukke tramlijnen en goed draaiende buslijnen volledig zal hervormen. Het gevolg is dat heel veel mensen in de kou blijven staan en dat groepen die zich toch al veel minder mobiel kunnen verplaatsen, nog meer in de kou blijven staan. In vele gevallen wordt de vervoersarmoede alleen maar aangewakkerd.
Wat die transparantie betreft, minister, wil ik u een vraag stellen. Wilt u een kader creëren waarin duidelijk gezegd wordt hoe die vervoerregioraden moeten communiceren naar de gemeenten toe? Ik denk dat daar dringend nood aan is.
Minister Peeters heeft het woord.
Dank u wel, collega’s, voor de bijkomende vragen en bedenkingen.
Het ligt niet aan mij dat klaarblijkelijk alleen de Vervoerregioraad Limburg heel transparant werkt en de andere niet. Als ik hier hoor dat de gemeenteraadsleden zeggen dat ze totaal niet weten wat er binnen de vervoerregioraad allemaal gebeurt, dan denk ik dat de gemeenteraadsleden zelf nog altijd het recht hebben om aan hun gemeenteraad te vragen om daar in alle transparantie over te communiceren. Dat is punt een. Bij ons gebeurt dat alleszins zo, dus ik neem aan dat dat overal kan.
Als klaarblijkelijk alleen Limburg transparant is en de andere niet, zal ik daarover zeker contact opnemen met de administratie, want ik vind dat dat niet kan. Ik hoor hier dat de Vervoerregioraad Antwerpen als het ware een ‘black box’ is en dat men geen verslagen deelt, en dat baart mij zorgen. Dat kan absoluut niet. Ik kan natuurlijk niet een eigen huishoudelijk reglement vervangen.
Mijnheer Verheyden, u vraagt om daar een kader voor te schetsen. U weet dat die vervoerregioraden destijds – ik denk in de zomer van 2019 – via de omzendbrief ingedeeld werden en dat er toen een aantal richtlijnen voor de werking vooropgesteld werden met de huishoudelijke reglementen. Dat heeft elke raad zelf opgemaakt. Maar transparantie is voor mij heel belangrijk. Ik heb niet gezegd dat de Vervoerregioraad Limburg heel transparant moet zijn en dat het mij bij de veertien andere niet boeit. Absoluut niet. Ik vind dat er altijd en overal transparantie moet zijn. Het minimale is sowieso wel dat verslagen van vergaderingen ter inzage moeten liggen. Ik zal dus zeker aan de administratie vragen om daarop te letten, want in alle vervoerregioraden zit ook wel een ambtelijke voorzitter. Ik weet dat die van Limburg, voorafgaandelijk aan de goedkeuring van de openbaarvervoerplannen, met alle gemeentebesturen in overleg is gegaan en de plannen is gaan uitleggen, eventueel ook in gemeenteraadscommissies. Dat vind ik dus een goed voorbeeld. Misschien moeten we Limburg wat vaker als voorbeeld geven – ik zie mevrouw Robeyns al lachen, want zij is ook lid van de Vervoerregioraad Limburg. Maar het kan dus niet dat er geen transparantie is. Ik zal daar zeker opnieuw op hameren en daarover aankloppen bij onze administratie.
Mijnheer Annouri, u vraagt hoe het exact zit met dat advies. Ik heb me natuurlijk gebaseerd op de informatie die men mij gegeven heeft. Naar men mij gezegd heeft, heeft de vervoerregioraad beslist om geen definitief advies te geven.
Mijnheer D’Haese, als het gaat over wat ik gezegd zou hebben: ik heb het verslag niet nagekeken van wat ik exact gezegd zou hebben, ik heb er wel de fiche opnieuw bij genomen, die rond de stand van zaken van de openbaarvervoerplannen van de verschillende vervoerregioraden. Het overzicht op 15 december – ik denk dat we de bespreking hadden op 16 december – was dat er zich veertien hadden uitgesproken en een goedgekeurd openbaarvervoerplan hadden. Ik denk dat ik toen ook nog gezegd heb dat het voor Antwerpen op 15 december stond en dat de Vlaamse Rand het niet goedgekeurd had. Antwerpen heeft zich alleszins op 15 december – ik zie u ‘neen’ schudden – uitgesproken over het openbaarvervoerplan en heeft het goedgekeurd onder voorwaarden. Dat is de informatie waar ik over beschik. Dat is dus op 15 december gebeurd. Ik heb daar zeker niets willen achterhouden, misschien heb ik mij ergens vergist. Toen waren er alleszins: dertien goedgekeurde, Antwerpen goedgekeurd onder voorwaarden op 15 december en de Vlaamse Rand niet goedgekeurd op 1 december. Desgevallend wil ik de datums van de goedgekeurde openbaarvervoerplannen in de respectievelijke vervoerregioraden nog aan de commissiesecretaris bezorgen, zodat het voor iedereen duidelijk is wanneer welk plan al dan niet werd goedgekeurd.
Dan de kwestie van Mortsel en van de overstapsystemen. Ik ga het zeker opnieuw voorleggen. U zegt mij dat de heer Boelaert zelf de ambtelijke voorzitter is. Wij zullen navragen hoe het daar nu verder moet. Ik zal hameren op die transparantie. Dat moet gebeuren, daar hebt u in mij zeker een bondgenoot. Ik wil straks zeker niet iets te horen krijgen als: u zegt wel transparantie, maar u doet er niets aan. Ik zal zeker aan de administratie vragen om te zorgen dat al de verslagen van de vergaderingen gepubliceerd worden op de website, ongeacht wat het huishoudelijk reglement is. Het kan niet dat straks iedereen via de procedure van openbaarheid van bestuur aan documenten moet geraken, daar ben ikzelf geen voorstander van. Ik zal dus vragen dat men daar transparantie aan de dag legt en zorgt dat dat op de respectievelijke websites gepubliceerd wordt. Wat Mortsel betreft: als men nu zelf aan het hele cascade-effect gaat tornen, ja … We moeten bekijken hoe men daar binnen de vervoerregioraad zelf verder mee omgaat en of men al dan niet een en ander kan bijschuiven. Is het via het vervoer op maat of is het via het aanvullend net, daar kan ik vandaag geen pasklaar antwoord op geven. We moeten dat zeker verder bekijken.
Mijnheer D’Haese, wat de haltes betreft: het antwoord dat we op uw schriftelijke vraag hadden gegeven, was op dat moment dat we inderdaad alleen voor Limburg al het overzicht konden geven van die haltes. Dat antwoord is natuurlijk voorbereid door de administratie. Ik heb dat zien passeren. Ik denk dat dat antwoord maar vorige week of zo bij u is aangekomen, of misschien al eerder, maar ik vond het zelf toen ook wel vreemd dat men klaarblijkelijk alleen voor Limburg het volledige overzicht had. Ik heb me daar toen ook vragen bij gesteld. Ik neem aan dat we dat snel van alles krijgen, want De Lijn is op dit ogenblik volop bezig met de implementatie van al die openbaarvervoerplannen, voor heel Vlaanderen, niet alleen voor Limburg. Ik neem dus aan dat we ook daar snel een zicht op moeten krijgen. De workload van al die hervormde plannen is echter helemaal niet te onderschatten. Ik wil dus nog niemand met de vinger wijzen wat dat betreft, maar ik neem aan dat we dat in de toekomst wel zullen krijgen.
De heer Annouri heeft het woord.
Minister, dank u wel voor uw antwoorden.
Wat het eerste betreft: als er een jaar lang geen verslagen zijn, dan denk ik dat je kunt spreken van een ‘black box’. Als er heel weinig transparantie is, dan is dat heel problematisch. Ik herhaal het, u hebt volgens mij geantwoord op basis van de informatie die u hebt, maar volgens de informatie die mij heeft bereikt, is er zelfs niks goedgekeurd binnen de vervoerregioraad. Ik heb zelfs weet van leden van de vervoerregioraad zelf die het huishoudelijk reglement opvroegen en dat zelfs nog altijd niet hebben gekregen, laat staan dat wij dan als buitenstaanders informatie zouden kunnen hebben hierover, als er op die manier wordt gewerkt. Dat vind ik echt twee, drie, vier bruggen te ver. Dat is geen manier van werken.
Als u dan zegt dat u dat absoluut niet vindt kunnen en dat u de nodige stappen zult zetten om ervoor te zorgen dat dat zo snel mogelijk wordt opgehelderd, dan dank ik u voor uw antwoord, want ik denk inderdaad dat dat moet gebeuren en dat dat vooral in Antwerpen zo snel mogelijk moet worden opgehelderd. Dat is dus heel goed. Ik zal u daaraan houden. Bedankt voor dat antwoord.
Als het gaat over tram 7: dat is niet alleen de oudste lijn van Antwerpen, het is ook een van de meest nuttige lijnen in Antwerpen, een van de lijnen die het meest worden gebruikt. Zorg er dus voor dat die in mijn ogen kapitale fout van het ervoor zorgen dat die tramlijn verdwijnt, niet wordt gemaakt, want dan gaat men het openbaar vervoer in Antwerpen een slag toedienen die het op dit moment niet kan gebruiken, omdat het Antwerpse openbaar vervoer op dit moment al geen goede naam heeft bij wie daarvan gebruikmaakt. Ik doe dat dagelijks en ik weet dat collega D’Haese dat ook regelmatig doet. Die stad zet op dit moment het openbaar vervoer echt niet op zo’n manier in dat de stedeling vindt dat dat het beste en makkelijkste alternatief is en ervan wil gebruikmaken. Au contraire, dat wordt voor een stuk ontmoedigd, en dit zou een zoveelste slag in het gezicht zijn. Zorg er dus voor dat u luistert naar die tienduizend mensen die hebben ondertekend, en zorg ervoor dat die tramlijn 7 behouden blijft.
De vraag om uitleg is afgehandeld.