Verslag vergadering Commissie voor Mobiliteit en Openbare Werken
Vraag om uitleg over de ondersteuning van rijscholen na een lange sluitingsperiode
Verslag
– Wegens de coronamaatregelen werden deze vragen om uitleg via videoconferentie behandeld.
De heer Van Miert heeft het woord.
Voorzitter, minister, beste collega’s, goedemiddag. Ik ga niet heel mijn duiding brengen, want ondertussen is er al een en ander ingehaald wat de rijopleidingen en de rijexamens betreft. Bovendien maande de voorzitter ons terecht aan tot wat spoed. Wat ik niet vertel, zal collega Ceyssens nog vertellen. Ik kom dus meteen tot mijn vragen.
Minister, die wachtlijsten, dat weten we ondertussen, maar er zijn ook nog heel wat uren in te halen. Kunt u deze commissie een blik geven op hoe het staat met die toekomstperspectieven voor de rijlessen en rijexamens? Wat is de stand van zaken? Welke maatregelen denkt u nog te kunnen nemen om die rijopleiding te ondersteunen, zodat alle gegadigden, alle mensen die er behoefte aan hebben, zo snel mogelijk aan de bak kunnen komen?
De heer Ceyssens heeft het woord.
Minister, het gaat dus over ruim 1 miljoen lesuren die moeten worden ingehaald: 600.000 sinds de sluiting van eind oktober, en in de eerste lockdown waren dat er 500.000. Er zouden 170 nieuwe lesgevers bij komen, maar als die al die extra uren moeten opvangen, dan zullen ze nog 2 jaar bezig zijn. Dat zijn gigantische wachtlijsten. U hebt de wettelijke termijnen al verlengd tot 30 september 2021. Dat is dus al een goede zaak, maar ik heb nog de volgende concrete vragen.
Hoe zult u de rijscholen zo goed mogelijk ondersteunen bij hun tweede heropstart? Welke maatregelen kunt u nemen om de wachtlijsten zo beperkt mogelijk te houden? Hoe zal er vanuit Vlaanderen actief worden gezocht naar extra rijlesgevers? Hoeveel rijlesgevers zullen er het komende jaar nog bij komen? Op welke termijn ziet u de achterstand van meer dan 1 miljoen lesuren weggewerkt? Lopen er al gesprekken voor een bijkomende verlenging van de voorlopige rijbewijzen en de termijnen voor het afleggen van het rijexamen?
Minister Peeters heeft het woord.
Collega’s, dank u wel voor uw vragen. We zijn uiteraard allemaal, denk ik, zeer tevreden dat het Overlegcomité op 8 januari heeft beslist dat de rijscholen en de rijexamencentra opnieuw kunnen opstarten, en zo kan worden voorkomen dat het aantal wachtenden nog enorm zou oplopen. Op 12 januari is er het ministerieel besluit gekomen van de minister van Binnenlandse Zaken, waarna de heropstart formeel kon plaatsvinden. Op 12 januari is er dan ook onmiddellijk ons eigen ministerieel besluit gekomen, waarmee we onmiddellijk opdracht konden geven om dit ook voor de rijbewijzen van de resterende categorieën B, B+E en G, alsook voor het terugkommoment, opnieuw te kunnen laten plaatsvinden.
Er zijn me specifieke vragen over de achterstand en de zoektocht naar instructeurs gesteld. De wachttijden zijn er. We weten dat gedurende lange tijd geen rijlessen of rijexamens konden plaatsvinden. Toen de tweede lockdown kwam, waren de wachttijden na de eerste lockdown nog niet weggewerkt. Nu is er een heropstart, maar dat heeft natuurlijk tijd nodig. Dit moet gestaag starten, en niet alle rijscholen en centra voor rijexamens zijn open. Ze moeten rekening houden met de boekingen en dergelijke. Er wordt aan die wachttijden gewerkt. Ik heb de administratie gevraagd wat op dit ogenblik de stand van zaken is, maar er is me verteld dat het nu nog iets te vroeg is om een volledige inschatting van de wachttijden tussen 12 januari 2021 en nu te geven. Het is allemaal kort dag. De meesten zijn volop bezig met het opstellen van de planning en met herschikkingen.
Als we specifiek naar de rijscholen kijken, blijkt dat het maken van een afspraak voor een rijbewijs van categorie B overdag relatief vlot kan verlopen. Het verschilt natuurlijk van rijschool tot rijschool, maar de gemiddelde wachttijd is ongeveer anderhalve maand. Het gaat dan natuurlijk om het overdag volgen van rijlessen. Als het om rijlessen ’s avonds gaat, bedraagt die periode al minstens het dubbel en spreken we over een wachttijd van minstens drie maanden. De meeste mensen willen ’s avonds, na het werk of na de schooluren, rijles volgen. Dat zijn ruwe inschattingen. Ik vermoed dat we hier later, wanneer we meer gegevens hebben, in deze commissie op zullen terugkomen.
Mijnheer Ceyssens, we gaan, in overleg met de sector, na welke maatregelen we nog kunnen nemen om de instroom in het beroep te vergroten. De hervorming van de examens om het brevet te halen, maakt hier deel van uit. De sector is nog met de administratie in overleg. Tegelijkertijd willen we al het mogelijke doen om het beroep aantrekkelijker te maken en op die manier de instroom aan nieuwe instructeurs te laten groeien.
We hebben er nog geen duidelijk zicht op hoeveel instructeurs er in de toekomst zullen zijn. Ik kan wel meedelen dat zich 180 kandidaten voor de eerste zittijd van het schriftelijk examen in januari 2021 hebben ingeschreven. Dat is een iets hoger aantal dan in de voorbije jaren. Na het slagen van het schriftelijk examen volgen nog een mondeling examen, een stage en een model- of proefles. In 2019, het laatste representatieve jaar, zijn 101 brevetten voor lesgevers voor het rijbewijs van categorie B gegeven. We zullen zien wat het na deze werving wordt, maar dat is iets om later op terug te komen.
Beide vraagstellers hebben me vragen gesteld over de ondersteuning van de sector. Na de heropstart moeten de lange wachttijden sowieso worden weggewerkt. Op dit ogenblik is niet in bijkomende steun hiervoor voorzien. We moeten de kandidaat-rijlesvolgers alleszins vragen nog enig geduld aan de dag te leggen.
Mijnheer Ceyssens, de termijnverlenging waar u om hebt gevraagd is op dit ogenblik nog niet aan de orde. We hebben destijds een algemene verlenging tot aan het einde van het jaar toegestaan. We monitoren en evalueren alles. We zullen zien of die termijn tot 30 september 2021 nog moet worden opgeschort. We moeten daarvoor natuurlijk ook naar de federale overheid en naar de andere gewesten kijken. Voorlopig houden we 30 september 2021 aan. Als we in de zomer zien dat de termijn te kort is, zullen we dan met die termijn moeten schuiven.
De heer Van Miert heeft het woord.
Voorzitter, ik heb geen bijkomende vragen, want ik heb begrepen dat we beter een later tijdstip uitkiezen om nog eens te evalueren waar we staan en wat er eventueel nog kan gebeuren. Ik wil de minister wel danken voor haar uitgebreid antwoord. Minister, zoals u zelf zegt, is het misschien een beetje vroeg dag om al conclusies te trekken en dringende actie te ondernemen.
De heer Ceyssens heeft het woord.
Ik sluit me volledig aan bij de conclusie van collega Van Miert.
De heer Bex heeft het woord.
Ik heb een aansluitende vraag waarop de minister misschien niet meteen kan antwoorden, maar wat wel een belangrijke bezorgdheid is. We hebben nood aan bijkomende instructeurs en dus aan opleidingen voor die instructeurs. Mij bereikte een bericht van iemand die rijles geeft, dat zij ook nieuwe instructeurs moet opleiden. Dat betekent dat die persoon op dat moment met vier mensen in de auto zou zitten omdat tegelijkertijd verschillende mensen moeten worden opgeleid. Dat kan in coronatijden toch niet de bedoeling zijn. Minister, wordt er in de protocollen die bij de opstart zijn voorzien, daar ook aandacht aan besteed? Wilt u eventueel het signaal aan de opleidingscentra geven om niet met vier in een auto te gaan zitten maar om rekening te houden met de coronamaatregelen?
Minister Peeters heeft het woord.
U zult begrijpen dat ik de protocollen niet allemaal van buiten ken. We hebben alleszins een protocol. Ik zal zeker die bekommernis meenemen. Mij is het alleszins niet ter ore gekomen dat ze verplicht met vier in een auto zouden moeten zitten, maar we zullen dat zeker meenemen. Mocht dat inderdaad zo zijn, dan is het een terechte bekommernis. We nemen het mee en geven het door aan de sector om te kijken wat daar van aan is.
De vragen om uitleg zijn afgehandeld.