Verslag vergadering Commissie voor Economie, Werk, Sociale Economie, Wetenschap en Innovatie
Vraag om uitleg over de onduidelijkheid over de steunmaatregelen voor ondernemingen
Verslag
– Wegens de coronamaatregelen werden deze vragen om uitleg via videoconferentie behandeld.
Mevrouw Malfroot heeft het woord.
Tijdens de jongste bijeenkomst van het Overlegcomité, op 8 januari, werd beslist om de rijscholen te heropenen. Wanneer die rijscholen precies aan de slag zouden kunnen, was nog niet helemaal duidelijk, omdat de aangepaste regel eerst in een ministerieel besluit (MB) moet verschijnen. Een perspectief voor heropening voor contactberoepen, zoals kappers en schoonheidssalons, die forse investeringen deden om veilig de werkzaamheden uit te voeren, blijft tot dusver uit. Waarom is het ene nu veiliger dan het andere? Het ontbreekt alle verplicht gesloten sectoren eigenlijk aan een tijdpad voor een snelle en efficiënte heropening met verstrengde protocollen en bijkomende sanitaire maatregelen. De sector heeft veel begrip, maar vraagt vooral ook perspectief. Zij willen opnieuw aan het werk en willen ook weten wanneer ze opnieuw aan het werk kunnen gaan.
Minister, op basis van welke criteria werd beslist om tot een heropening van de rijscholen over te gaan? Wanneer mogen die rijscholen precies de werkzaamheden hervatten? Op basis van welke criteria werd besloten om de contactberoepen nog geen uitzicht op heropening te bieden? Welk standpunt neemt de Vlaamse Regering in omtrent de opening van de rijscholen en de verlenging van de verplichte sluiting voor contactberoepen? Wordt er verder gewerkt aan een tijdpad voor de heropening van de verplicht gesloten sectoren? Zo ja, wanneer kunnen we dat dan verwachten? Welke verstrengde protocollen en bijkomende sanitaire maatregelen liggen op tafel?
Mevrouw De Vreese heeft het woord.
Collega’s, beste minister, de maatregelen om het coronavirus in te dijken, treffen onze maatschappij en onze economie natuurlijk zeer zwaar. Onze ondernemingen zijn echt door woelig water gegaan. Vele ondernemingen hebben ook te maken met financiële problemen. Collega Ronse en ikzelf proberen digitaal met ondernemers te spreken, en we zien dat mensen op dit moment werkelijk uit hun spaargeld moeten putten om de kosten te betalen. Er is natuurlijk een heel brede waaier aan steunmaatregelen, zowel Vlaams als federaal, die ook zeer nodig zijn gebleken. Bij de vorige vraag zijn we al wat dieper ingegaan op het risico van faillissementen, en het feit dat we goed moeten afwegen welke bedrijven financieel gezond en welke financieel ongezond zijn. We zijn daarbij ook altijd uitgegaan van een complementariteit tussen de Vlaamse en de federale steunmaatregelen. Ondernemers maken ook geen onderscheid tussen de Vlaamse en de federale maatregelen.
Wat we ondertussen wel hebben gemerkt, is dat het moeilijk is om door het bos de bomen nog te zien. Zeker vorige week, toen er verwarring was over het federale overbruggingsrecht, kregen wij heel wat vragen van ondernemers die zich zorgen maakten: zouden ze het digitale nog kunnen combineren, zouden ze nog coronaproof online hun zaken kunnen verkopen? Kappers zouden geen haarproducten meer verkopen, restaurants zouden stoppen met takeaway. Dat is natuurlijk iets dat me zorgen baart, want ik denk dat we zo veel mogelijk bedrijven moeten stimuleren om toch coronaproof aan de slag te gaan. Dit staat volgens mij ook in schril contrast met de Vlaamse visie, waarbij we inderdaad onze ondernemingen willen stimuleren die creatief naar oplossingen zoeken, ook door te experimenteren met nieuwe concepten.
Minister, op welke manier kan de overheid de ondernemingen beter ondersteunen om door het bos de bomen te zien? Ik wou u ook vragen of er overleg was geweest met de Federale Regering in functie van toekomstige ondersteuningsmaatregelen, maar die vraag sloeg voor mij voornamelijk op de onduidelijkheid over het federale overbruggingsrecht. Wat was het resultaat van dat overleg? Hoe kan Vlaanderen de ondernemingen aansporen om blijvend creatief te zoeken naar oplossingen om coronaproof te ondernemen?
Het is inderdaad zo dat we momenteel een vaccinatiestrategie hebben, maar er moet zeker en vast een strategie komen voor een heropening. Hoe staat u daar tegenover?
Minister Crevits heeft het woord.
In het federale ministerieel besluit van 12 januari 2021 wordt gezegd dat de dienstverlening voor de rijopleidingen en de rijexamens, alsook voor de opleidingen voor het besturen van luchtvaartuigen, wordt toegelaten met als doel een professionele kwalificatie, met naleving van de modaliteiten voorzien in het toepasselijke protocol. Ook de motivering voor de heropening van de rijscholen is terug te vinden in het MB: “Overwegende dat de wachttijden inzake de rijopleidingen en rijexamens, alsook inzake de opleidingen voor het besturen van luchtvaartuigen oplopen; dat dit nefaste gevolgen heeft voor personen die dringend een rijbewijs of kwalificatie moeten behalen omwille van professionele redenen; dat deze opleidingen en examens om die reden opnieuw worden toegestaan.”
Wat de contactberoepen betreft, zal ik misschien naar de toekomst kijken, collega’s, want er is inderdaad slechts een beperkte opening. Tijdens het vorige Overlegcomité is afgesproken dat de protocollen voor niet-medische contactberoepen moesten worden herbekeken om te zien of daar extra voorwaarden aan gekoppeld moesten worden. Ik verneem dat daar zeer intens overleg over is, en dat is een heel goede zaak. Het is ook goed dat men nu bekijkt of er moet worden verstrengd of aangepast in functie van een opening. Ik vind echt, collega’s, dat er perspectief moet komen. We hebben op het vorige Overlegcomité afgesproken dat de niet-medische contactberoepen vooraan staan wanneer het gaat over een heropening.
We hebben destijds een onderscheid gemaakt tussen essentiële en niet-essentiële sectoren maar wanneer een niet-essentiële sector heel lang gesloten blijft, wordt hij misschien ook wel essentieel. De ene haartooi is de andere niet en steeds meer mensen zitten trouwens verscholen en zie ik nu ook niet in deze vergadering. Maar ook voor de mentale weerbaarheid van mensen moet perspectief worden gegeven, niet alleen voor de niet-medische contactberoepen zelf maar ook voor wie die niet-medische contactberoepen nodig heeft, en ik gebruik hier bewust ‘nodig heeft’. Ik vind dan ook dat we vrijdag echt dat perspectief moeten creëren.
Collega Malfroot en collega De Vreese, het positieve voor mij is dat er overleg is geweest met het coronacommissariaat om de protocollen te bekijken. Men is dus eigenlijk aan het voorbereiden. Ik zal vrijdag zeker een positieve bijdrage leveren om dat perspectief te geven. Vergeef me dat ik vandaag niet meer aankondig maar ik wil mensen geen fake news voorschotelen. We zullen dat vrijdag bekijken maar ik vind absoluut dat er perspectief moet worden geboden.
Mevrouw De Vreese, het is een goede zaak dat de federale overheid vorige week heeft beslist en gecommuniceerd dat het dubbel overbruggingsrecht voor gesloten ondernemingen zal blijven gelden in de maanden januari en februari 2021. Takeaway vormt daarbij geen belemmering. Daarmee is het federale overbruggingsrecht goed afgestemd op ons beschermingsmechanisme. Wij hebben immers gezegd dat we de mensen niet zouden belemmeren om takeaway te organiseren. Daar bestond op federaal vlak wat ongerustheid over. Ik ben dan ook blij dat vorige week die beslissing is genomen en dat dit opnieuw op elkaar is afgestemd.
De Vlaamse maar ook de Federale Regering speelt altijd heel snel in op de moeilijke situatie die voor ondernemingen ontstaan is door deze crisis, waardoor steunmaatregelen ook continu worden aangepast. Het Agentschap Innoveren en Ondernemen (VLAIO) geeft alle economische ondersteuningsmaatregelen weer op zijn website. Die worden ook via nieuwbrieven verspreid. Ook de federale maatregelen worden daar vermeld. Het is belangrijk dat mensen in één blik alle steunmaatregelen kunnen zien en ik vind dat VLAIO dat bijzonder goed doet.
Momenteel staan er nog geen concrete toekomstige ondersteuningsmaatregelen op de Vlaamse agenda, behalve de globalisatiepremie die we nu aan het uitwerken zijn. Net voor Kerstmis werd het beschermingsmechanisme verlengd tot eind februari. Voor de globalisatiepremie moeten we de regelgeving nog maken. Ik heb al intens overleg gehad met de sectoren die daaronder zouden kunnen vallen om te zien wat voor hen de hinderpalen kunnen zijn. Wanneer we een dergelijke maatregel nemen, moeten we de juiste sectoren kunnen bereiken. Ik ben dat nu nog op muziek aan het zetten. Ik geloof sterk dat voor heel wat Vlaamse kmo’s de coronacrisis het uitgelezen moment kan zijn om een idee vast te pakken voor een nieuw product.
We hebben in november het initiatief Eerste Hulp bij Online Verkoop (EHBO) opgestart, een samenwerking tussen VLAIO, de Unie van Zelfstandige Ondernemers (UNIZO) en het Neutraal Syndicaat voor Zelfstandigen (NSZ). Er werd daarbij heel veel persoonlijke begeleiding aangeboden. Ook Horeca Vlaanderen heeft een initiatief genomen met de Horeca Academie. Ik vind dat heel goede initiatieven die sectorspecifiek worden genomen.
We hebben het al over ons relanceplan Vlaamse Veerkracht gehad. Ook dat moet onze ondernemingen de volgende periode een boost geven.
Mevrouw Malfroot heeft het woord.
Het is zo dat het Overlegcomité uit praktische en economische overwegingen beslist heeft om de autorijscholen te heropenen. Ik zal zeker niet oordelen of dit een goede of slechte beslissing is, maar ik kan toch wel zeggen dat heel wat mensen de wenkbrauwen fronsten toen ze dat hoorden. Ik denk dan ook aan de beoefenaars van de contactberoepen, die zich terecht op dat moment afvroegen waarom het gedurende twee uur mogelijk is om met twee personen in een leswagen te zitten, terwijl de contactberoepers als ze de bijzondere maatregelen volgen en in steriele omstandigheden werken toch hun activiteit niet kunnen uitoefenen.
Wat de heropening van de rijscholen betreft, begrijp ik wel de economische redenering. De wachttijden groeiden, er moesten rijbewijzen behaald of verlengd worden, en daar heb ik zeker en vast begrip voor. Niettemin voelen de beoefenaars van de contactberoepen zich terecht achtergesteld als ze de vergelijking maken en wijzen op de veiligheid en de omstandigheden waarop het virus kan verspreid worden. Hun standpunt begrijp ik evenzeer.
De sector van de contactberoepen en de horeca heeft begrip voor de omstandigheden, maar vraagt nu toch wel perspectief. Er stond gisteren in de krant nog een artikel van Matthias De Caluwe van Horeca Vlaanderen, die vraagt om op 1 maart 2021 te kunnen heropenen, weliswaar in beperkte mate. De sector is er klaar voor en is bereid om met drastische maatregelen te leven, maar hij wil graag opengaan. Ik ben toch blij dat u dat vrijdag naar het Overlegcomité zult meenemen, want die sector heeft het moeilijk. U hebt net zelf al gezegd dat ze nu ook nog moeten leven met de wetenschap dat er zelfs personeel wegloopt dat intussen elders tewerkgesteld is. Ook dat is natuurlijk een extra klap in het gezicht van de ondernemer. Het is ook niet goed voor zijn mentaal welzijn, want hij weet nu al dat hij later opnieuw nieuw personeel moet zoeken en het opnieuw moet opleiden. Hij komt hoe dan ook in de problemen.
Mevrouw De Vreese had daarstraks al aangehaald dat er toch wel heel veel ondernemingen zijn die gestimuleerd worden om nu innovatief om te gaan met de maatregelen. Een van die innovaties kwam onlangs nog in het nieuws: campermeals. Wat las ik nu in de krant? Campermeals zouden verboden zijn omdat de maaltijd in de mobilhome op de parking van een restaurant dat aan takeaway doet genuttigd zou worden. Ik begrijp die maatregel niet goed. Ik vond het vooral een innovatief idee, dat we zeker en vast moeten stimuleren. Het is ook dat beetje dat de sector heeft rechtgehouden, enige hoop voor de toekomst heeft gegeven en de zin om hun takeaway te blijven onderhouden. Nu wordt dat blijkbaar weggenomen. Mag ik vragen wat uw mening daarover is, minister, en waarom die campermeals verboden zijn? Wat heeft de sluiting daarvan nog te maken met corona?
Mevrouw De Vreese heeft het woord.
Minister, ik ben heel blij dat u op onze vraag antwoordt en dat u vanuit de Vlaamse Regering naar het Overlegcomité gaat om toekomstperspectief te vragen voor de verschillende sectoren die nu gesloten zijn. Ik denk dat dat echt nodig is, zeker en vast ook op het vlak van communicatie. Die moet duidelijk zijn. Er moet uit blijken dat jullie bezig zijn met het herbekijken van de protocollen voor de contactberoepen en dat jullie kijken waar er eventueel bijgeschaafd moet worden om hun net dat toekomstperspectief te kunnen geven.
Vorige week vrijdag spraken Axel Ronse en ik nog met twee onderneemsters, iemand met een wellnesscentrum en een schoonheidsspecialiste. Er is veel onbegrip voor de maatregelen. Ze worden geconfronteerd met feiten die ze niet begrijpen. Ik geef een voorbeeld. De zwembaden zijn open, maar met je eigen bubbel naar een wellnesscentrum gaan, mag dan weer niet. Aan de andere kant van de grens mag dat wel. Dat is heel moeilijk voor ondernemers, zeker nu de situatie toch wel zeer lang duurt, waardoor het water hen aan de lippen staat. Ondertussen horen ze niets over een plan of over een toekomstperspectief.
Minister, het stemt me zeer blij dat u zegt dat u in het Overlegcomité werk maakt van het herbekijken van die protocollen. Ik denk dat dat zeer belangrijk is.
De heer Ongena heeft het woord.
Ik sluit me natuurlijk heel graag aan bij de vragen van de collega’s. We voelen het allemaal aan: heel veel ondernemers vragen naar een perspectief. Matthias De Caluwe zegt wel dat hij dat woord niet meer kan horen. Ik denk echter dat we het allemaal eens zijn met die vraag naar een perspectief. Zowel de contactberoepen als de horeca willen opnieuw open gaan, en hoe rapper hoe liever. Maar we hebben er alle vertrouwen in, minister, dat u samen met de Vlaamse Regering en de andere regeringen, op dezelfde lijn zit op dat vlak. Ik denk niet dat er iemand is in de Wetstraat die de winkels, horeca en contactberoepen een dag langer dan nodig verplicht wil sluiten.
Ik begrijp natuurlijk dat er heel veel onzekerheid is, en uiteraard ook wat wrevel. Ik wil een oproep doen aan de collega’s. De minister heeft er al naar verwezen en ik wil haar er ook expliciet een pluim voor geven. Als er vragen zijn: de website van VLAIO is heel duidelijk. Daar zijn alle steunmaatregelen terug te vinden, ook de federale. De vraag of takeaway toegelaten is, staat er letterlijk op. Natuurlijk is dat toegelaten. Click & collect, mag dat nog? Ja, natuurlijk mag dat. Dat staat er allemaal heel mooi op. Misschien moeten we vanuit deze commissie een oproep doen naar de collega’s: als je vragen krijgt, verwijs dan door naar die website want daar staan heel veel antwoorden op. Ik denk dat ondernemers daar meer aan hebben dan aan het verder uitdiepen van de onduidelijkheid. Ik denk dat het zeer goed is, minister, dat VLAIO al die informatie bundelt. Ondernemers hebben echt geen boodschap aan de ene overheid die dit zegt en de andere dat, ze vragen gewoon zekerheid en juiste informatie.
De heer Vanryckeghem heeft het woord.
Ik denk dat alle fracties het verlangen naar het einde van deze pandemie delen. Ik begrijp dan ook dat een tijdspad duidelijkheid zou kunnen bieden aan de mensen en de sectoren, zodat er een doel is om naar uit te kijken, zodat men opnieuw plannen kan beginnen te maken.
Of zo’n tijdspad ook echt perspectief biedt, hangt natuurlijk samen met hoe realistisch het is om zo’n tijdspad aan te houden. De voorbije weken hebben duidelijk gemaakt – voor zover dat nog niet duidelijk was – dat het heel moeilijk is om plannen aan te houden. Faseringen aan de hand van bepaalde criteria lijken mij wel zinvol. Als we een realistische inschatting van die criteria kunnen maken voor een langere periode, weerhoudt niets ons ervan om een duidelijk tijdspad op te maken. De ervaring van het voorbije jaar leert ons dat het soms moeilijker blijkt dan gedacht om tot een realistische inschatting te komen. Daarom zou ik geen al te strakke tijdspaden opmaken, waarvan dan om de haverklap afgeweken moet worden.
Ik heb er alleszins vertrouwen in, minister, dat u en de Vlaamse Regering het absolute maximum zullen doen om onze Vlaamse ondernemers te ondersteunen en bij te staan, en dat dat vrijdag op het Overlegcomité niet anders zal zijn. Ik sluit me aan bij de vragen van de collega’s en de oproep van de topman van Horeca Vlaanderen om tegen 1 maart een tijdspad voor te stellen. Hoe staat u tegenover die smeekbede?
Ik sluit me graag aan bij de terechte vragen van de collega’s. Die exitstrategie is echt noodzakelijk, niet alleen om een perspectief te bieden aan ondernemers en handelaars, maar volgens mij voor iedereen, om een stuk positivisme te creëren, om een stuk motivatie te creëren om zich aan de huidige maatregelen te houden.
Een exitstrategie moet meer zijn dan alleen zeggen: vanaf achthonderd besmettingen, vanaf een positiviteitsratio van meer dan 3 procent en vanaf zoveel ziekenhuisopnames zullen we beginnen na te denken over versoepelen. Dat lijkt me echt niet houdbaar. We moeten een strategie baseren op ziekenhuisopnames. Dat is de eerste en enige echt objectieve parameter, omdat de andere afhankelijk zijn van het aantal testen dat men uitvoert. Op basis daarvan kunnen we een aantal gerichte keuzes maken, zonder afgunst tussen beroepen en sectoren, maar op basis van ratio en het aantal contacten die de opening van een bepaalde sector met zich meebrengt. We moeten zo'n kalender hebben. Ik ben blij, minister, dat die opdracht werd gegeven aan de Groep van Experts voor de Managementstrategie van COVID-19 (GEMS). Ik hoop dan ook dat ze vrijdag opleveren aan het Overlegcomité en dat er een strategie op tafel wordt gelegd. Het is noodzakelijk, niet alleen voor de economie, maar ook voor de motivatie van elke Vlaamse en Belgische burger, om zich te houden aan de strenge regels die er op dit moment zijn om het coronavirus onder controle te krijgen.
Collega’s, ik deel de bezorgdheden van velen.
Eerst wil ik even ingaan op wat collega Vanryckeghem zei. Wat ik niet wens, zijn foute verwachtingen. Nog veel erger dan geen perspectief hebben, is perspectief geven en dan vlak voor de opening zeggen: ‘Ja, maar we gaan het toch niet doen. Het is niet mogelijk.’ Daar gruw ik van. Want kijk naar wat er nu is gebeurd rond de vaccinaties: men ging het ziekenhuispersoneel vaccineren, maar dat is dan niet gelukt. Ik vind dat dat niet kan. Je moet correct zijn met de mensen. En als je perspectief geeft, moet je er ook voor zorgen dat je dat kunt nakomen. Dat is één.
Twee, wat collega De Vreese zei vind ik ook terecht. En ook collega Bothuyne verwees ernaar. Het is niet omdat we nu nog geen datum hebben geprikt, dat we niet moeten aantonen dat we intens bezig zijn met de sector om ervoor te zorgen dat, op het moment dat het licht op groen kan worden gezet, we er klaar voor zijn, en dat kappers, niet-medische contactberoepen en de horeca weten waaraan ze zich zullen moeten houden. We moeten de onderscheiden situaties goed bekijken. Ik geef een voorbeeld. Er staat vandaag een artikel over in de krant. Ik had vorige week overleg met een aantal feestzaaluitbaters. Hun situatie is anders dan die van een café of restaurant. Want feesten worden op voorhand geboekt, moeten op voorhand worden voorbereid. Als een café opengaat, kunnen er onmiddellijk mensen binnen. Bij een feestzaal is dat anders, omdat het meer gepland is. Die overleggen gebeuren allemaal. Het is belangrijk dat we dat aantonen, dat we die contacten behouden en dat we afspreken: als het moment er is, zal het op deze wijze gebeuren. Deze overlegmomenten lopen nu zeer intensief.
Er is op het vorige Overlegcomité – het is misschien wat ondergesneeuwd geraakt – de opdracht gegeven aan het coronacommissariaat om de gesprekken met de niet-medische contactberoepen intens te gaan voeren en te bekijken op welke wijze de protocollen moeten worden aangepast. Die gesprekken lopen goed, er is intens overleg met de sector. Dat is een goede zaak. Daarom vind ik dat we vrijdag dat perspectief moet kunnen bieden. Ik zal me daarvoor inspannen, tenzij het om een of andere reden niet mogelijk is. Het zou voor mij gemakkelijk zijn om te zeggen: ‘Ik wil dat alles opengaat.’ En als dat dan niet lukt, dan sta je daar, en maak je zoveel mensen ongelukkig.
Ik neem jullie boodschap ernstig en neem ze mee. Voor het Overlegcomité van morgen zal de Vlaamse Regering in alle ernst bekijken wat onze houding over de verschillende punten zal zijn. Daar mag u allemaal op rekenen.
Collega Malfroot, u stelt een vraag over de camper. Bij de frequently asked questions (FAQ’s) op www.info-coronavirus.be staat te lezen: “Initiatieven waarbij locaties worden ingericht om klanten te ontvangen en/of te bedienen zoals in bijvoorbeeld chalets, caravans, mobilhomes op een parking, het terras of een aparte locatie, zodat deze klanten daar hun maaltijd kunnen consumeren, zijn verboden .”
Waarom heeft men dat gedaan? Men wil zo de lat gelijkleggen voor restaurants die de plaats hebben en de restaurants die die niet hebben. Bovendien kijkt men naar de basisregel van het federale ministerieel besluit. Daarin gaat het enkel over takeaway. En enkel takeaway betekent dat men niet ter plaatse consumeert. Het komt eigenlijk toe aan Binnenlands Bestuur om meer specifieke situaties in de FAQ’s uit te leggen in het licht van dat federale MB. Ik heb gezien dat het er zo in staat. Takeaway is enkel takeaway en dat betekent dus meenemen.
Ik heb alle begrip voor de noodkreet van de horeca. De basis blijft dat economische en sociale activiteiten moeten kunnen zodra dat verantwoord is. We zijn ook in overleg met Matthias De Caluwe. Dat is een man die ontzettend voor zijn sector gaat, maar die, als we slecht nieuws moeten geven, ook niet te beroerd is om mee keuzes te verdedigen. In die zin is hij dus ook een zeer goed ambassadeur. Ik ben het er echter mee eens dat er ook op dat vlak moet worden gewerkt aan het perspectief – ik kan het woord eigenlijk ook niet meer horen – dat zo nodig is.
Mevrouw Malfroot heeft het woord.
Minister, dank u wel voor uw antwoord. Met betrekking tot die campermeals, ik heb daar een vraag over ingediend voor volgende week, dus ik hoop dat we daar dan ten gronde op kunnen ingaan. Ik hoop dat u morgen in het Overlegcomité niet alleen staat, als enige die wil dat de sector opnieuw opengaat. Ik ben er eigenlijk ook van overtuigd dat u niet alleen staat daarin, want de mensen in de straat hebben allemaal terecht dezelfde vragen: waarom mag men de bus nemen, waarom mag men naar school gaan, waarom mag men gaan werken, maar waarom mag men niet in de eigen bubbel op restaurant gaan? Ik hoop dat u echt wel werk maakt van dat tijdpad. Specifiek voor de horeca is dat toch wel van belang, aangezien ze ook afhangen van een proces met leveranciers. Het menu moet worden opgesteld, de koelkasten moeten worden gevuld, ze moeten bekijken welke seizoensproducten er op dat moment zijn. Die vraag rond de heropening is daar dus echt wel terecht, omdat er meer bij komt kijken dan enkel de deur opendoen en zeggen dat men morgen opnieuw open is.
Hetzelfde geldt trouwens voor de contactberoepen, die ook hun afspraken van klanten moeten plannen. De agenda moet in orde zijn, de kleuringen moeten worden gepland, noem maar op.
Minister, ik hoop dus dat u morgen echt wel een datum voor heropening zult vragen. Ik ben er ook van overtuigd dat u dat zult doen.
Mevrouw De Vreese heeft het woord.
Minister, collega Bothuyne, het is inderdaad zo dat naast de ziekenhuisopnames ook de mate van vaccinatie een enorme rol zal spelen, en ook de varianten die bij ons de ronde zullen doen. Momenteel hebben we de Britse variant, maar komen er nog andere varianten? Ik wil hiermee enkel en alleen aantonen dat de oefening inderdaad zeer complex en moeilijk is. Minister, ik ben echter heel blij van u te horen dat u morgen naar het Overlegcomité gaat om te pleiten voor een heropeningsstrategie, zeer doelbewust, zeer weloverwogen en met de nodige voorzichtigheid en realisme, zodat we geen andere complicaties meer krijgen op onze weg richting heropening. Ik denk dat dat realisme inderdaad zeer belangrijk is. We mogen de mensen ook geen valse hoop geven. Heel wat mensen, heel wat ondernemers hebben het momenteel moeilijk. De sluiting heeft niet alleen een impact op de ondernemers zelf, maar natuurlijk ook op al die gezinnen, en ook op ons als burgers. Ik ben het er dus zeker en vast mee eens dat er realisme moet zijn, zoals ook collega Vanryckeghem daarnet zei. Ik ben dus zeer benieuwd naar wat het Overlegcomité morgen zal brengen. We volgen dat op de voet, en als dat nodig is, dan komen wij met nieuwe vragen naar u.
De vragen om uitleg zijn afgehandeld.