Verslag vergadering Commissie voor Wonen en Onroerend Erfgoed
Verslag
– Wegens de coronamaatregelen werd deze vraag om uitleg via videoconferentie behandeld.
De heer D'haeseleer heeft het woord.
Minister, in uw beleidsnota Wonen stelde u dat u wou nagaan of er dynamische lijsten van malafide huurders, verhuurders en vastgoedmakelaars ingevoerd kunnen worden. De lijst van malafide huurders zou kunnen voorkomen dat verhuurders met een huurachterstand of een beschadigde huurwoning achterblijven. Een lijst van malafide verhuurders zou dan weer toekomstige huurders kunnen waarschuwen voor verhuurders die hun verhuurdersverplichtingen niet nakomen.
Hierbij zou het niet de bedoeling zijn om mensen die betalingsmoeilijkheden hebben of gehad hebben, op een lijst te zetten waardoor ze gedurende jaren niet meer kunnen huren. Het zou vooral de bedoeling zijn huurders te beschermen tegen huisjesmelkerij en eventuele andere praktijken die hen nog meer in de problemen zouden brengen. Anderzijds zouden ook de verhuurders op die manier bescherming genieten, aangezien zij een risico nemen en hun pand ter beschikking stellen. Het zou gaan om de rechten en plichten van alle partijen, zowel de huurders aan de ene kant als de verhuurders aan de andere kant. Het principe zou zijn dat iedereen zich correct moet gedragen. Wij staan uiteraard volmondig achter dit principe. Als deze lijsten voor beide zijden in het huurverhaal even streng maar rechtvaardig zullen zijn, kunnen we dit enkel maar toejuichen.
Minister, u zou deze lijsten tegen 2023 klaar willen hebben. Bij de uitwerking zou de privacyregelgeving in acht genomen worden en nagegaan worden welke objectieve criteria bepaald kunnen worden voor opname en schrapping van deze lijsten. De aanleiding van deze vraag is dat er op 9 december 2020 een videoconferentie zou hebben plaatsgevonden van het overlegcomité voor de dynamische lijsten. Aan dit overleg zouden Wonen-Vlaanderen en heel wat organisaties van de huur- en verhuursector deelgenomen hebben.
Minister, welke organisaties hebben deelgenomen aan dit overleg? Was dit het eerste overlegmoment? Welk ritme wordt in dit overlegcomité aangenomen?
Kunt u een uiteenzetting geven van het verloop van dit overlegmoment? Welke topics zijn daar besproken? Ging het over dynamische lijsten voor alle categorieën zoals oorspronkelijk de bedoeling was, namelijk huurders, verhuurders en makelaars?
De belangrijkste vraag: wat was de uitkomst van het overlegmoment? Wat zijn de struikelblokken voor de dynamische lijsten? Was er bereidheid van alle betrokkenen om hier werk van te maken? Zullen de lijsten er uiteindelijk komen zoals door u aangegeven in uw beleidsnota? Ik vang op dat er heel wat juridische bezwaren worden geopperd, waardoor het wel eens zou kunnen dat de opmaak van die lijsten op de lange baan zou worden geschoven of afgeschaft. Graag enige duidelijkheid daarover.
Minister Diependaele heeft het woord.
Mijnheer D'haeseleer, dank u wel om de analyse correct te stellen. Het is inderdaad iets dat we gaan onderzoeken. Hoever we daarmee geraken? Het is iets waarvan ik denk dat de meeste mensen er wel de voordelen van inzien en dat we wel willen, ik zeker, maar we gingen eerst bekijken of de concrete uitwerking wel mogelijk was, met de verschillende problemen die we zullen tegenkomen, zoals u het schetst. We gaan dus eerst kijken naar de juridische haalbaarheid om te zien of dat wel lukt. Pas dan zullen we kunnen beslissen over de verdere uitwerking van die lijst.
Begin vorig jaar hebben we het Steunpunt Wonen de opdracht te geven om een onderzoek te voeren naar zo een dynamische lijst. Ik heb daarbij gevraagd dat zij alle pro’s en contra’s in kaart brengen en, als dat mogelijk is, al een eerste voorstel van uitwerking maken.
Zoals bij elk onderzoek van het Steunpunt Wonen, wordt het onderzoek opgevolgd door een begeleidingsgroep, waarin naast vertegenwoordigers van de Vlaamse overheid ook vertegenwoordigers van het werkveld zitten. De bedoeling is dat zij het onderzoek stap per stap mee opvolgen, nuttige informatie aanreiken en de resultaten van het onderzoek bespreken. In de begeleidingsgroep zitten vertegenwoordigers van HUURpunt, het Vlaams Huurdersplatform, de Verenigde Eigenaars, de Eigenaarsbond, de Confederatie van Immobiliënberoepen (CIB) Vlaanderen, het Beroepsinstituut van Vastgoedmakelaars (BIV), Unia en Netwerk tegen Armoede. De begeleidingsgroep is tot nu toe twee keer samengekomen: een eerste keer begin juli 2020, bij aanvang van het onderzoek, en een tweede keer op 9 december 2020 om het voorlopige ontwerprapport en de verdere aanpak van het onderzoek te bespreken.
De juridische analyse zit in een eindfase, maar de onderzoeker plant ook nog interviews met vertegenwoordigers van de verschillende belangenorganisaties om het te kunnen finaliseren. De interviews en het volledige rapport zouden normaal gezien eind deze maand afgerond moeten zijn. Het volledige rapport zal dan op een laatste begeleidingsgroep worden besproken.
Aangezien het onderzoek nog niet is afgerond en ook de standpunten van de actoren uit het werkveld nog moeten worden bevraagd, kan ik geen voorafnames doen op de conclusies. Wij wachten dan ook de resultaten van het onderzoek af.
Laat het duidelijk zijn: ik heb hierbij altijd een slag om de arm gehouden. Dit is iets waarvan ik denk dat het een grote hulp zou kunnen zijn, maar waarvan we ook wisten dat er heel wat juridische en andere bezwaren zouden worden opgeworpen. U begrijpt dat ik geen voorafnames kan doen op de conclusies van het onderzoek, anders zou het weinig nut hebben om zo'n onderzoek te vragen. Daar wachten we nu nog even op.
De heer D'haeseleer heeft het woord.
Minister, ik ben in ieder geval blij want ik heb toch wel wat signalen opgevangen dat er heel wat juridische bezwaren zouden zijn geopperd, onder meer ... (onverstaanbaar) … en dergelijke meer. Zoals u zegt, kunt u nog geen voorafname doen. Wij wachten in ieder geval het eindrapport over de juridische haalbaarheid af. U voorziet dat eind deze maand, als ik u goed heb kunnen volgen. We zullen daar begin februari dan op terugkomen. Wij van het Vlaams Belang hopen in ieder geval dat u doorgaat met dit idee en dat er geen te ernstige juridische bezwaren zijn om ermee door te gaan, omdat we vinden dat dat een heel grote meerwaarde kan betekenen voor de huur- en verhuursector. Ik denk dat beide partijen hier veel baat bij kunnen hebben. Nu is het nog te vroeg om daar inhoudelijk verder op in te gaan. We zullen daar begin februari op terugkomen.
Mevrouw Claes heeft het woord.
Collega, dank u wel voor de vraag, en dank u wel, minister, voor het antwoord.
Ik had eerlijk gezegd verwacht dat er nog geen eindresultaat of een beslissing zou zijn, omdat het duidelijk was in de beleidsnota en het regeerakkoord dat er werd onderzocht of er een mogelijkheid was om een dergelijke lijst op te stellen. In regelgevingsagenda wordt duidelijk aangegeven dat de resultaten van het onderzoek pas in de tweede helft van deze legislatuur verwacht worden. Ik denk dat we nog even geduld moeten hebben voor we definitief weten wat er juist gaat gebeuren.
Ik heb vernomen dat volgens de Eigenaarsbond extreme gevallen van malafide praktijken gelukkig maar twee tot drie keer per jaar voorkomen. Verder zouden, nog steeds volgens de Eigenaarsbond, het voornamelijk kleine eigenaars zijn die door dergelijke praktijken worden getroffen. Het gaat dan voornamelijk over zelfstandigen die een huisje verhuren om hun pensioen aan te dikken en mensen die een huisje hebben geërfd en het dan verder verhuren. Volgens de Eigenaarsbond, die het voor alle duidelijkheid had over een zwarte lijst voor huurders, verhuurders en makelaars, zou een dergelijke lijst moeten voorkomen dat malafide recidive personen even onder de radar verdwijnen om dan even later weer elders op te duiken.
Minister, vorig jaar in ongeveer deze periode heb ik een actuele vraag gesteld over die lijst. Het was toen duidelijk dat u stelde dat men vooral tegemoet moest komen aan de bezorgdheden die geuit zijn. Privacy is daar een van. Het moet vooral ook een instrument zijn voor alle partijen op de huurmarkt om beter te kunnen inschatten wie de verhuurder zal zijn, wie de huurder zal zijn en of die voldoet aan al zijn verplichtingen.
Onze fractie beseft heel goed dat dat geen gemakkelijke oefening is. Het is een evenwichtsoefening waarbij er heel wat meespeelt. Het is positief dat er al stappen zijn genomen. Ik weet ook dat alles nog in de voorbereidende fase zit om verder te kunnen stappen. Een belangrijk element is dat de lijst dynamisch is. Mensen moeten niet levenslang op die lijst staan, maar de kans hebben om eraf te geraken. Is er al meer geweten over hoe dynamisch die lijst kan zijn en hoe die er eventueel zou kunnen uitzien?
Mevrouw Van Volcem heeft het woord.
Minister, in 90 percent van de gevallen zijn er geen problemen. Er zijn twee categorieën, aan de ene kant de verhuurders die zich soms gedragen als huisjesmelkers en aan de andere kant de niet goede huurder die systematisch niet betaalt, wacht tot hij wordt uitgedreven om dan iemand anders met dezelfde problemen te belasten. Er is natuurlijk een groot verschil tussen tijdelijk in een situatie zitten waarbij je niet kunt betalen en het systematisch niet betalen en verhuurders met problemen opzadelen.
Ik wil gewoon het volgende meegeven. Het kan wel voor de grote banken. De grote banken hebben een zwarte lijst. Zodra je een afbetaling van een lening niet betaalt of je rekening staat in min, krijg je aangetekende brieven dat je op een zwarte lijst zult belanden. Als dat kan voor de grote mastodonten die heel veel verdienen, dan vraag ik me af waarom het niet kan voor mensen die soms ook met een lening iets verhuren en zelf in de problemen komen omdat huurders systematisch niet willen betalen of de woning volledig uitwonen. Ik denk dat daar toch een oplossing voor moet zijn en dat dat ook in het regeerakkoord staat. Minister, ik vraag dat u zou kijken hoe men dat doet voor de banken en hoe de privacy zou kunnen worden opgelost. De banken hebben ook allemaal een zicht op deze zwarte lijst, waarom zou het dan ook niet kunnen dat professionele verhuurders, bijvoorbeeld makelaars, toegang zouden hebben tot deze lijst om in het kader van hun professionele verplichting te zien of iemand malafide is of niet? Dat zou de verhuurmarkt versterken. Verhuurders zouden zich correcter gedragen en huurders zouden leren dat het eerste wat men voor zijn familie doet, de huur betalen is. Dat is ook zo voor mensen die een eigendom kopen. Zij betalen ook eerst een hypothecaire lening af, anders krijgen ze heel veel problemen. Met huur is dat hetzelfde. Als je problemen hebt om je huur te betalen, zijn er ook mogelijkheden inzake verzekering of kan je naar het OCMW gaan om een tijdelijke oplossing te krijgen. Het systematisch niet betalen kan niet door de beugel. Minister, wanneer zult u rond zijn met deze studie? Zult u ook bekijken hoe banken daarmee aan de slag gaan?
Minister Diependaele heeft het woord.
Dank u wel voor de bijkomende vragen. Uit de tussenkomsten begrijp ik in elk geval dat we allemaal voorstander zijn van zo een systeem. Ik zie dat zelf ook als een positief systeem. Mevrouw Claes, ik herinner mij de actuele vraag die u daar ongeveer een jaar geleden over hebt gesteld. Ik heb toen ook benadrukt dat het ‘zwarte lijst’ heet, maar dat dat eigenlijk een slechte uitdrukking is. Het moet een manier zijn om verhuurders en huurders te beschermen. Iedereen die zich gedraagt als een correcte contractspartij moet zich kunnen voorbereiden en correcte informatie kunnen inwinnen over de tegenpartij waarmee hij een overeenkomst aangaat. Dat is de bedoeling. Het is dus een positief instrument om alle betrokkenen op de huurmarkt te beschermen.
Daarom hebben we van in het begin ook altijd gezegd dat het een dynamisch systeem is. Mevrouw Claes verwijst daar ook naar. De uitwerking moet nog blijken uit het onderzoek, ook dat maakt deel uit van het onderzoek. Ik kan nog niet vooruitlopen op de resultaten daarvan.
Wat betreft de vergelijking met de banken: daar is een kredietcentrale aanwezig, daar ligt de zaak nog wat anders. Voor zover ik weet, wordt men daar ook niet geconfronteerd met een basisrecht, een grondwettelijk recht, namelijk het recht op wonen. Dat moet ook worden meegenomen.
We zijn hier allemaal voorstander van, we wachten nu de conclusies af van het Steunpunt Wonen. Ik wil daar niet op vooruitlopen, maar jullie kunnen als commissie, zodra de onderzoeksresultaten er zijn, gerust de onderzoekers zelf uitnodigen naar de commissie. Dan stel ik voor dat we samen met hen daarover in debat gaan. Het steunpunt gaat oplijsten wat de problemen zijn die moeten worden aangepakt. Op basis daarvan kunnen we zien of het daadwerkelijk haalbaar is om lijsten van malafide huurders, verhuurders en makelaars aan te leggen. Dan kunnen we daarover verder in debat aangaan
We zijn hier allemaal een beetje onze stelling aan het verkopen. Ze liggen op dezelfde lijn. De tussenkomsten die ik heb gehoord, pleiten allemaal voor de invoering van dat systeem, maar we doen het allemaal in het ijle, want we weten nog niet wat de resultaten van dat onderzoek zullen zijn. Ik ben zeker bereid om dat debat verder te voeren zodra de resultaten er zijn. Laat het duidelijk zijn: ik wil dit even hard als jullie, maar ik wacht af wat de resultaten zullen zijn en heb geen duidelijkheid over de vraag of het werkelijk mogelijk zal zijn, zowel juridisch als praktisch, om dat uit te werken.
De heer D’haeseleer heeft het woord.
Ik wil gerust ingaan op de suggestie van de minister. In plaats van begin februari vragen om uitleg in te dienen, kunnen we misschien beter afwachten tot de resultaten bekend zijn en dat juridisch onderzoek dan bespreken in de commissie. We kunnen dan alle betrokken partijen uitnodigen. De organisaties betrokken bij het overleg – ik vind het positief dat ze bij elke stap worden betrokken; niets anders dus dan positieve woorden, minister – bekijken het probleem natuurlijk vanuit hun eigen invalshoek en mislopen misschien al eens de kans om het algemeen belang voorop te stellen. We kunnen het dus beter bespreken in de commissie via hoorzittingen, zodat we de verschillende invalshoeken en de redenen waarom ze al dan niet wensen mee te stappen in dit systeem, kunnen bespreken.
We zullen dit bespreken tijdens de regeling van de werkzaamheden.
De vraag om uitleg is afgehandeld.