Verslag vergadering Commissie voor Welzijn, Volksgezondheid, Gezin en Armoedebestrijding
Verslag
– Een aantal sprekers nemen mogelijk deel via videoconferentie.
Mevrouw Schryvers heeft het woord.
Op 3 april 2019 werd het voorstel van decreet houdende de oprichting van een afstammingscentrum en een DNA-databank goedgekeurd in het Vlaams Parlement. Op 14 februari 2020 gaf de Vlaamse Regering definitief groen licht. Er werd een oproep gepubliceerd en de vergunning voor het afstammingscentrum werd toegewezen aan de vzw Kenniscentrum Pleegzorg. De bedoeling van het afstammingscentrum is om informatie en psychosociale omkadering te bieden aan mensen die zich vragen stellen over hun genetische afstamming. Het afstammingscentrum zal samenwerken met het centrum menselijke erfelijkheid van het UZ Leuven dat de vergunning kreeg voor de DNA-databank.
Op 15 september 2020 informeerde ik met een vraag om uitleg naar de stand van zaken. Toen antwoordde u, minister, dat vanaf 1 december 2020 zou worden begonnen met de opdracht ‘informeren en sensibiliseren’ en dat de vzw Kenniscentrum Pleegzorg begin 2021 volledig operationeel zou zijn. De doelgroepen, namelijk geadopteerden, donorkinderen enzovoort, zouden nauw betrokken worden bij de uitwerking van het centrum en dit ook mee bewaken.
Kunt u meer toelichting geven over de opdracht ‘informeren en sensibiliseren’? Op welke manier en door wie werd deze opdracht opgenomen? Wat is de stand van zaken met betrekking tot de oprichting van het afstammingscentrum en de DNA-databank? Vanaf wanneer zullen deze van start kunnen gaan? Is al beslist over de fysieke locatie van het afstammingscentrum? Op welke manier worden de doelgroepen concreet betrokken bij de oprichting en de werking van het afstammingscentrum?
Hoe wordt de laagdrempelige toegang tot en bereikbaarheid van het afstammingscentrum gegarandeerd? Hoe zal de bekendmaking van het afstammingscentrum worden aangepakt? Via welke kanalen zullen mensen met afstammingsvragen naar het centrum worden toegeleid?
Minister Beke heeft het woord.
De opstart van het afstammingscentrum is voorzien in het voorjaar van dit jaar en zal gefaseerd verlopen. Het centrum zal zijn verschillende opdrachten geleidelijk aan opnemen. De eerste stap was de aanwerving van een coördinator van 80 procent van een voltijdse opdracht vanaf januari. Met de komst van de coördinator kan er meer gericht gewerkt worden aan procedures, samenwerkingsafspraken en het uitwerken van protocollen.
Vooraleer het afstammingscentrum volledig operationeel is, zijn er nog een aantal uitdagingen die op korte termijn opgepakt worden, onder meer de vervollediging van het multidisciplinair team, de samenwerking met het centrum menselijke erfelijkheid, de conformiteit van de werking aan de Europese privacywetgeving, het kader voor de psychosociale begeleiding en een aantal andere operationele zaken.
Gelet op de gevoelige gegevens waarmee wordt gewerkt en het delicate karakter van de vragen die behandeld worden, is een voorzichtige aanpak te verkiezen, ook wat betreft de eigenlijke opstart en communicatie naar alle belanghebbenden. Zolang het afstammingscentrum niet volledig klaar is om de vragen op een correcte en professionele manier te beantwoorden, starten we niet met een brede bekendmaking.
Een fysieke locatie is er momenteel nog niet. In eerste instantie zal de dienstverlening, ook gelet op de coronamaatregelen, virtueel moeten gebeuren. Tegelijkertijd wordt onderzocht of het interessant is om een vaste uitvalsbasis te zoeken. Dit moet een plek zijn die toegankelijk, laagdrempelig en goed bereikbaar is voor de gebruiker. Het gebruik van flexibele locaties, bijvoorbeeld verbonden aan de pleegzorgdiensten, is ook een piste die onderzocht wordt.
De betrokkenheid van de doelgroepen bij de werking van het afstammingscentrum gebeurt via een stuurgroep die mee waakt over de uitbouw en de goede werking van de dienst. Deze stuurgroep bestaat uit leden van verschillende doelgroepen, die ook meeschreven aan de vergunningsaanvraag en deze samen met de vzw Kenniscentrum Pleegzorg indienden. De stuurgroep bestaat uit zes personen die de verschillende doelgroepen vertegenwoordigen: binnenlands en interlandelijk geadopteerden, een vertegenwoordiger van de metissen en een vertegenwoordiger van de donorkinderen. De leden van de stuurgroep nemen geen rol op in de concrete dienstverlening. De meesten onder hen hebben een andere vaste job. Het is aan de coördinator en andere personeelsleden om de uitbouw van de werking te concretiseren.
Een belangrijke opdracht voor het afstammingscentrum is het uitbouwen van samenwerkingsverbanden met personen, diensten, instanties, herkomstlanden enzovoort, die een rol kunnen spelen in zoekvragen. Ook hierin heeft de stuurgroep een belangrijke meerwaarde: de verschillende leden beschikken over eigen netwerken in het kader van rootszoektochten. Die kennis kan samengevoegd worden met de kennis die aanwezig is in de adoptiesector. Deze complementariteit zorgt ervoor dat men sterker staat ten aanzien van iedereen met vragen over zijn of haar afstamming.
Het is niet de bedoeling van het afstammingscentrum om de huidige kennis en praktijk over te nemen van de adoptiediensten. Het Vlaams Centrum voor Adoptie volgt de opstart van nabij op en faciliteert waar nodig overleg tussen het afstammingscentrum en andere betrokken diensten. Een eerste overleg met de adoptiesector vond al plaats als aanzet tot nauwere afspraken en samenwerking met betrekking tot rootsvragen en zoektochten naar biologische familie. Dit zal de komende maanden verder worden uitgewerkt met het oog op communicatie, afspraken, samenwerking, doorverwijzing, en zo verder.
Het afstammingscentrum zat ook reeds samen met het Rijksarchief over de dienstverlening aan koloniale metissen. Ook hier werden duidelijke afspraken gemaakt over samenwerking en taakverdeling tussen afstammingscentrum, het Rijksarchief en het Vlaams Centrum voor Adoptie.
Mevrouw Schryvers heeft het woord.
Minister, ik dank u voor uw antwoord. Het afstammingscentrum en de DNA-databank zijn voortgekomen uit hoorzittingen die we een aantal jaren geleden in de commissie hebben gehouden na getuigenissen over gedwongen adopties. We hebben toen echt de nood aan een dergelijk afstammingscentrum ervaren, waar mensen terechtkunnen met vragen en waar hun de nodige begeleiding wordt geboden.
En dat is natuurlijk het verschil tussen een gewone commerciële DNA-databank en dit afstammingscentrum, gekoppeld aan de DNA-databank.
Ik ben tevreden dat we daar nadien wetgevend werk rond hebben kunnen doen en dat de Vlaamse Regering daar ook middelen voor heeft vrijgemaakt. Ik begrijp dat de uitbouw niet zo'n eenvoudige opdracht is en dat er omzichtig te werk moet worden gegaan, minister, maar het is wel belangrijk werk.
Zijn deze DNA-databank en het afstammingscentrum een oplossing voor alle vragen die er leven en voor de zoektocht van iedereen? Vanzelfsprekend niet, want die DNA-databank is vrijwillig en is beperkt tot de eerste graad. Maar hoe dan ook denk ik dat we vanuit Vlaanderen zo toch een signaal kunnen geven dat we er zijn voor mensen die vragen hebben over hun afstamming of mensen die op zoek zijn. En dat dat nodig is, is recent nog in de pers naar voren gekomen, onder meer door getuigenissen van donorkinderen.
Deze namiddag heb ik een mail gekregen van de coördinator. Ik denk dat meer mensen die mail gekregen hebben, maar ik weet niet precies wie alle bestemmelingen waren. Daarin wordt ook een beetje de stand van zaken geschetst. Er wordt vooral gezegd dat onder meer corona ook roet in het eten heeft gegooid bij de verdere uitwerking. Er wordt ook verwezen naar een aantal vragen die er de voorbije periode zijn gesteld. Dat bewijst nogmaals dat het leeft. Ik zou dus willen vragen, minister, om er mee achter te staan dat er stapsgewijs echt verder werk wordt gemaakt van het afstammingscentrum en de DNA-databank en om, als er meer concrete info bekend is, die ook via de geëigende kanalen aan de doelgroepen bekend te maken.
Minister Beke heeft het woord.
We zullen dat meenemen. De coördinator is Ankie Vandekerckhove, gewezen kinderrechtencommissaris, met wie we in overleg zijn om dat mee op poten te krijgen.
De vraag om uitleg is afgehandeld.