Verslag vergadering Commissie voor Welzijn, Volksgezondheid, Gezin en Armoedebestrijding
Verslag
– Een aantal sprekers nemen mogelijk deel via videoconferentie.
Mevrouw Verheyen heeft het woord.
We blijven vaker in ons kot en leven geïsoleerd met onze gezinsleden. Gezinnen hebben minder sociale contacten en voelen meer onzekerheid, er kunnen financiële problemen ontstaan, spanningen, enzovoort. Reeds in de eerste lockdown in maart zagen we de cijfers van intrafamiliaal geweld enorm stijgen. Momenteel zit Vlaanderen voor de tweede maal op rij in een vorm van lockdown en ondanks de vaccinatietrein die nog op gang moet komen, waarschuwt menig expert voor een mogelijke derde lockdown.
Signalen op het terrein wijzen erop dat er ook nu weer niet alleen een tekort is aan opvangplaatsen voor slachtoffers maar ook voor uithuisgeplaatste daders. Voor deze uithuisgeplaatsen is het vanwege het tijdelijk huisverbod niet evident om opvang bij familie en vrienden te vinden alsook om bij de verzadigde noodopvang terecht te kunnen.
Minister, tegen deze achtergrond had ik dan ook graag volgende vragen gesteld.
Voor hoeveel slachtoffers van intrafamiliaal geweld en uithuisgeplaatste daders kon in 2020 geen plaats geboden worden? Hoeveel slachtoffers zijn er terug naar huis moeten keren en in welke provincies is deze problematiek het grootst?
Welke concrete acties hebt u ondernomen om de opvangcapaciteit te verhogen? Hebt u daarmee voor ieder slachtoffer maar ook voor iedere uithuisgeplaatste dader een opvangplaats kunnen garanderen?
Hoe organiseerden de Centra Algemeen Welzijnswerk (CAW’s) deze opvang concreet? Werd hiervoor samengewerkt met de toeristische sector en bevoegd minister Demir?
Gaat u zich proactief voorbereiden op een eventuele derde golf? Of is de bestaande capaciteit volgens u voldoende?
Minister Beke heeft het woord.
Er wordt in elk dossier door de betrokken actoren, waaronder ook de CAW’s, op basis van een risicoanalyse een oplossing geboden. Deze kan liggen in de residentiële opvangvoorzieningen maar ook binnen het eigen netwerk of via huisvestingsactoren. We hebben geen gegevens over slachtoffers of over uithuisgeplaatste daders die niet opgevangen konden worden. De CAW-opvangcentra voor daklozen en slachtoffers van huiselijk geweld bleven open en operationeel tijdens de eerste lockdownperiode.
Om het aantal beschikbare plaatsen te vergroten, de socialdistancingmaatregelen te kunnen garanderen en mensen indien nodig in quarantaine te kunnen plaatsen, werden in een aantal regio’s tijdelijk in een aantal extra opvangplaatsen voorzien. Dit gebeurde onder andere in samenspraak met de lokale besturen en er werden in sommige regio’s ook afspraken gemaakt met sociale verhuurkantoren. In samenwerking met mijn collega-minister Demir is een hotel tijdelijk geopend als een opvangvoorziening om slachtoffers van familiaal geweld op te vangen. Hier werden tussen 15 april en 24 juni slachtoffers van familiaal geweld en hun kinderen opgevangen. Ik heb de regionale CAW’s toen extra gefinancierd voor het bieden van kwaliteitsvolle psychosociale begeleiding en nazorg aan de slachtoffers die hier werden opgevangen.
Naar aanleiding van de signalen vanuit het werkveld rond de nood aan extra opvangcapaciteit voor daklozen en slachtoffers van familiaal geweld in het najaar van 2020 gedurende de tweede golf, kende ik in december 2020 een bijkomende subsidie aan de CAW’s toe. Deze subsidie moet de CAW’s in staat stellen bijkomende opvang te realiseren door het inhuren van kamers en bedden in hotels, vakantieverblijven, enzovoort. Deze capaciteit kan ook ingezet worden voor uithuisgeplaatste daders. Voor de instroom van cliënten in de residentiële opvang volgen de CAW’s een aantal criteria. Het gaat dan in eerste instantie om het maximaal voorzien in opvang binnen de eigen regio.
Indien dit niet mogelijk is, wordt opvang gezocht binnen de opvangcapaciteit van de CAW’s buiten de eigen regio of binnen het lokale crisisnetwerk. Indien binnen deze pistes geen oplossing wordt gevonden, kan het CAW op zoek gaan naar een alternatief: een hotel, sociale woning, enzovoort.
Ook wanneer een alternatieve residentiële opvang wordt gevonden, zal het CAW instaan voor de begeleiding van deze cliënten. De subsidieperiode voor het realiseren van deze bijkomende opvang loopt nog tot eind maart 2021. Het aantal extra bedden dat wordt ingezet, zal op regelmatige tijdstippen worden gemonitord en geëvalueerd zodat een verruiming of verlenging van de subsidie mogelijk is indien dit nodig zou blijken.
De keuze voor een decentrale oplossing in de tweede golf werd ingegeven op vraag van de opvangvoorzieningen en begeleiding van de slachtoffers zelf, waarbij opvang in de eigen regio waar mogelijk de voorkeur krijgt.
Wat de opvang van uithuisgeplaatste daders betreft, zijn de CAW’s principieel bereid om aan hulpopvang te doen. Het is niet uitgesloten dat dit in de praktijk niet in alle gevallen mogelijk is, bijvoorbeeld omdat niet altijd alle gespecialiseerde daderhulpverlening aanwezig is.
De CAW’s blijven inspanningen doen om maximaal residentiële opvang te voorzien voor daklozen en slachtoffers van familiaal geweld, en dit rekening houdende met de opgelegde richtlijnen rond social distancing en mogelijkheden voor quarantaine van mogelijk besmette bewoners.
Op basis van de monitoring van de inzet van de bijkomende opvangcapaciteit en de signalen van de CAW-sector zal worden geëvalueerd of de middelen die werden vrijgemaakt voor het realiseren van bijkomende capaciteit voldoende zijn en of er andere of bijkomende investeringen nodig zijn. Ook de huidige einddatum van eind maart, zal net als bij andere maatregelen vanuit de Vlaamse Regering bekeken worden op basis van de evoluties van de pandemie en de bijhorende maatregelen.
Mevrouw Verheyen heeft het woord.
Bedankt voor uw antwoord. Ik had deze vraag om uitleg gesteld omdat mij vanuit verschillende sectoren ter ore was gekomen dat er inderdaad tekorten waren aan plaatsen voor zowel daders als slachtoffers van intrafamiliaal geweld.
Ook zou uw collega Demir u begin november hebben gecontacteerd om deze problematiek aan te kaarten. Bij de voorbereiding van deze vraag ben ik ook eens gaan terugkijken naar het antwoord op de vraag om uitleg van collega Groothedde, die zij eind november aan u had gesteld. Daarbij gaf u ook aan dat u geen signalen had ontvangen van tekorten van plaatsen voor zowel slachtoffers als daders van intrafamiliaal geweld. Ik vond het eigenlijk een beetje vreemd. Hoe kwam dat nu, wordt die situatie anders bekeken of wordt het anders geïnterpreteerd? Ik had daar graag uw verklaring over gehoord.
U had toen ook gezegd dat u aan de CAW's had gevraagd om op korte termijn een model uit te werken voor bijkomende opvang voor slachtoffers van intrafamiliaal geweld. U hebt een subsidie gegeven die de CAW's al konden gebruiken om eventueel kamers in hotels te huren als er een tekort aan opvang zou zijn. Ik veronderstel dat u daarop doelt. Dat was mijn bijkomende vraag.
Minister Beke heeft het woord.
Ja, dat klopt.
Mevrouw Verheyen heeft het woord.
En de verklaring voor de tegenstrijdige signalen, minister? Ik hoor dat er tekorten zijn en u gaf aan dat er geen tekorten waren. Kunt u daar meer over vertellen?
Minister Beke heeft het woord.
Die hotels, dat zijn de last resorts. We hebben een model voor bijkomende opvang uitgewerkt. Als u andere signalen krijgt dan die welke wij daarover krijgen uit het veld, dan mag u die altijd aan ons doorgeven.
Mevrouw Verheyen heeft het woord.
Wij zetten in op uithuisplaatsing, in de eerste plaats voor daders, maar dat lukt niet altijd door de context of de situatie. Dan is het inderdaad aan de slachtoffers. Ik zou het heel erg jammer vinden dat slachtoffers door plaatstekort naar die onveilige situatie moeten terugkeren. Ik wil echt oproepen voor dat plan B.
Minister, ik hoor u zeggen dat u subsidies hebt gegeven aan het CAW, en als er tekorten zijn, dat we naar alternatieven kunnen kijken zoals hotels. Ik ben blij dat u net hebt gezegd dat er ook een plan B is.
De vraag om uitleg is afgehandeld.