Verslag vergadering Commissie voor Binnenlands Bestuur, Gelijke Kansen en Inburgering
Vraag om uitleg over de samensmelting van het Minderhedenforum en Join.Vlaanderen
Vraag om uitleg over het akkoord tussen het Minderhedenforum en Join.Vlaanderen
Vraag om uitleg over het akkoord tussen Join.Vlaanderen en het Minderhedenforum, en de gevolgen voor de erkenning van een participatieorganisatie
Vraag om uitleg over de verdere procedure voor de erkenning van de nieuwe participatieorganisatie
Vraag om uitleg over de samensmelting van het Minderhedenforum en Join.Vlaanderen
Verslag
– Wegens de coronamaatregelen werden deze vragen om uitleg via videoconferentie behandeld.
Mevrouw Moerenhout heeft het woord.
Het Minderhedenforum en Join.Vlaanderen hebben een akkoord om tegen januari 2022 samen te smelten tot een nieuwe organisatie.
De procedure tot de erkenning van een nieuw participatieorgaan werd gestart in 2020. Drie organisaties dienden zich uiteindelijk aan. De minister koos in oktober/november voor het project van Join.Vlaanderen. Maar vanuit verschillende hoeken ontstond heel wat commotie. Heel wat partners van Join.Vlaanderen bleken niet helemaal op de hoogte te zijn van het partnerschap met het Minderhedenforum, ze namen publiekelijk afstand.
Minister Somers besloot daarop de procedure te bevriezen. Het Minderhedenforum trok naar de Raad van State en vond er gehoor. De Raad van State vond dat de minister zijn beslissing onvoldoende gemotiveerd had. Eind november drukte minister Somers daarop zijn hoop uit dat de twee organisaties tot een gezamenlijke aanvraag zouden kunnen komen om zo samen het nieuwe participatieorgaan te vertegenwoordigen. Die gesprekken zijn gestart in december. In het kerstreces heb ik mijn vraag ingediend. Daarna is er nog wat gebeurd, maar dat laat ik aan de collega’s. Met de bekendmaking van het ‘kerstakkoord’ tussen het Minderhedenforum en Join.Vlaanderen lijkt de wens van minister Somers waarheid te worden.
Ik heb vijf vragen over de concrete uitwerking aan u, minister.
Het Minderhedenforum en Join.Vlaanderen zullen volgens berichtgeving samensmelten tot één organisatie tegen januari 2022. Dat is vrij kort dag. Wat is de timing van de verschillende tussenstappen in 2021? Op welke momenten zult u een stand van zaken opvragen aan de betrokken organisaties en aan het parlement bezorgen?
Hebt u al zicht op de structuur van de nieuwe organisatie? Dat is bij fusies vaak een teer punt. Wie heeft de onderhandelingen de voorbije weken geleid? Wie zal de toekomstige onderhandelingen over de samensmelting leiden? Dat is niet onbelangrijk als we de onderhandelingen tot een goed eind willen brengen. Wie zal daarna aan het hoofd staan van de nieuwe participatieorganisatie? Dat is een vraag die velen bezighoudt.
Is het uw de intentie om de personeelsleden van het Minderhedenforum, en dus de bestaande waardevolle expertise, waar veel over gepraat is de voorbije maanden, aan boord te houden? Kunt u dat bevestigen?
Hoe komt het nu uitgestippelde traject tegemoet aan de bezwaren die geuit werden door de Raad van State?
U liet in de kerstvakantie optekenen dat er extra budget voor de fusie zal worden voorzien, omdat een fusie steeds met de nodige kosten gepaard gaat. Hoeveel extra budget wilt u voorzien?
De heer Van Rooy heeft het woord.
Voorzitter, minister, collega’s, zoals reeds geschetst werd in november beslist om de samenwerking tussen de Vlaamse Regering en het Minderhedenforum stop te zetten. Wij waren natuurlijk onmiddellijk in een hoerastemming. Het Minderhedenforum zou worden vervangen door het nog maar net opgerichte Join.Vlaanderen, waar tot dan nog niemand van had gehoord. Op de dag van de bekendmaking beschikte het nog niet eens over een volwaardige website. Niemand wist eigenlijk wat het was.
Er kwam felle kritiek op vanuit elke oppositiepartij, maar minister Somers verdedigde zijn keuze en zei onder andere dat met Join.Vlaanderen “effectief meer mensen van buitenlandse afkomst zich vertegenwoordigd zullen voelen”.
Enkele partners van Join.Vlaanderen, of toch organisaties die voorgesteld werden als partners ervan, dropen vroegtijdig af. Minister Somers wou met Join.Vlaanderen rond de tafel gaan zitten om te onderhandelen over de inhoud van een meerjarenplan en een samenwerkingsakkoord, om dan de definitieve erkenning aan de Vlaamse Regering voor te leggen. De kritiek bleef echter komen en de minister besliste om de procedure te pauzeren.
De Raad van State was duidelijk. De selectieaanvraag van het Minderhedenforum werd volgens hen strenger beoordeeld dan de aanvraag van Join.Vlaanderen. De beslissing van de minister bevatte zo volgens de Raad van State geen afdoende formele motivering. De enige oplossing die er nog was, om het project van Join.Vlaanderen niet helemaal te doen mislukken, was een samensmelting met het Minderhedenforum. Die zou er nu dus ook komen vanaf januari 2022, zo vernamen wij in de kerstvakantie. Last but not least vernamen we ook van de minister dat er voor het zogenaamde kerstakkoord extra geld klaar ligt, namelijk 850.000 euro, wat niet min is.
Minister, kunt u de geschetste gang van zaken en de tijdlijn om te komen tot het zogenaamde kerstakkoord, nader toelichten, evenals uw beslissing om de twee samen te smelten? Dit getuigt toch van enig bochtenwerk: oorspronkelijk wilde u het Minderhedenforum vervangen door Join.Vlaanderen, nu blijkt het om een samensmelting te gaan. We kregen toch graag een zeer gedetailleerde tijdlijn van hoe u daartoe bent gekomen.
Kunt u meer informatie geven over de toekomst, de eventuele nieuwe naam van die eventuele nieuwe organisatie die uit de samensmelting zou ontstaan, de werking – aantal personeelsleden, opdracht, takenpakket –, het doel en het jaarlijkse budget van deze nieuwe organisatie?
Mevrouw Goeman heeft het woord.
Voorzitter, minister, collega's, de voorgeschiedenis is al uitgebreid geschetst. Ik ga dus proberen om niet te veel in herhaling te vallen.
Het feit blijft dat er heel veel consternatie ontstond toen nogal plots bekend werd dat het Minderhedenforum zou worden ingewisseld als participatieorganisatie van de Vlaamse Regering door het nagelnieuwe Join.Vlaanderen. Uit de statuten bleek dat het nog maar net uit de grond was gestampt. Bovendien bleek dat men optimistisch was geweest – om het diplomatisch uit te drukken – over de partnerschappen die men had aangegaan met een aantal organisaties uit het middenveld. We hebben er toen in het parlement een terecht debat over gevoerd. Minister, u hebt toen aangekondigd dat u het allemaal nog eens zou bekijken en in zekere zin dus terugkrabbelde. U zou proberen om eerder tot een samenwerking tussen beide organisaties te komen, ook met het oog op het niet verloren laten gaan van de expertise van het Minderhedenforum. Ik heb toen ook al gezegd dat ik dit een goede piste vond.
Ik kan me voorstellen dat die gesprekken niet evident zijn verlopen. Er zijn zeker harde woorden gevallen. Ten eerste was het nogal pijnlijk dat het Minderhedenforum op het allerlaatste moment pas te horen kreeg dat zij het niet zouden worden. Er was ook het interview van de heer Van Bellingen, een van de drijvende krachten achter Join.Vlaanderen, die heel duidelijk zei dat hij misschien wel wou samenwerken, maar dat de regie toch heel zeker bij Join.Vlaanderen moest blijven.
Ik ben in ieder geval blij dat het zogenaamde kerstakkoord is gesloten, waarbij er nu dus een samenwerking komt tussen beide organisaties, met de bedoeling om in 2022 samen te smelten.
Minister, hoe zal de fusie precies verlopen en wanneer zal de nieuwe participatieorganisatie van start gaan?
Zal er een volledig nieuwe structuur worden opgericht of zal de ene organisatie opgaan in de andere, en hoe zal dit precies verlopen? Wie zal hierbij de regie nemen?
Wat zijn de gevolgen voor het personeel van het Minderhedenforum? Die mensen vragen zich dat af.
Wie zal de leiding nemen over de nieuwe eengemaakte participatieorganisatie?
Wat zijn de financiële gevolgen van de fusie tussen het Minderhedenforum en Join.Vlaanderen? Zal dit gepaard gaan met een verhoging van het werkingsbudget? Ik heb hierover al iets in de krant gelezen, maar ik krijg graag meer toelichting.
Wat zijn de gevolgen van dit akkoord voor de lopende procedure bij de Raad van State? Er was een selectieprocedure opgestart om een nieuwe participatieorganisatie aan te duiden. Kan de Vlaamse Regering nu zomaar beslissen dat er een nieuwe fusieorganisatie komt zonder het proces opnieuw te moeten doorlopen?
Mevrouw Sminate heeft het woord.
Minister, u hebt een aantal bevoegdheden die af en toe heftige reacties teweegbrengen. Een goede maand geleden was het weer zover: het hele parlement stond weer in rep en roer. De linkse oppositie schreeuwde moord en brand omdat u Join.Vlaanderen verkoos boven hun geliefde Minderhedenforum om partner te worden van uw integratie- en inburgeringsbeleid.
Ook het Rekenhof heeft zijn bemerkingen aan u overgemaakt over de selectieprocedure. Wat volgde was, in mijn ogen, een ‘compromis à la belge’. De twee organisaties die eerst niet door één deur konden, gaan nu samensmelten. Allemaal goed en wel, maar van een inhoudelijke toelichting over die nieuwe organisatie is geen sprake, of ik heb die alleszins niet gezien. Dat is, in mijn ogen, veel belangrijker dan wat eventueel de nieuwe naam zal zijn van zo'n organisatie.
We hebben de spelregels veranderd. We zijn afgestapt van het in hokjes zetten van mensen op basis van hun etnische of culturele achtergrond. Ik heb de indruk dat het dat is wat het Minderhedenforum weigert te doen. Ik denk dus dat het logisch is dat wij ons grote zorgen maken over die nieuwe organisatie.
Minister, ik wil van u weten of zij al verder zijn geraakt dan gewoon besluiten om samen te gaan om toch maar kans te maken participatieorganisatie te worden.
De heer D’Haese heeft het woord.
Voorzitter, het is mevrouw Sminate misschien ontgaan, maar het was niet gewoon de linkse oppositie die moord en brand schreeuwde, maar de Raad van State die brandhout heeft gemaakt van die beslissing. Het is u misschien ontgaan, maar het lijkt me toch wel redelijk relevant.
Collega, ik heb dat wel duidelijk gezegd.
Mevrouw Sminate, ik denk niet dat u het woord hebt.
Mijn vragen gaan dan ook over de manier waarop die beslissing tot stand is gekomen, en niet zozeer over welke naam het zal zijn. Ze zijn ingediend voor de beslissing vorige week tot stand is genomen. Ik zal proberen ze aan te passen, zodat ze toch nog lijken op die die ik heb ingediend, maar zodat ze toch relevanter zijn.
Minister, de selectieprocedure voor de nieuwe participatieorganisatie is opgeschort door het arrest van de Raad van State. Zult u een nieuwe oproep uitschrijven, vroeg ik vorige week. Zo ja, wanneer zal dat gebeuren? Waarom is er geen nieuwe oproep gekomen, vraag ik nu. Het lijkt me toch logisch om, op het moment dat de Raad van State de uitspraak doet dat de selectie niet op een correcte manier gebeurt, een nieuwe selectie te doen.
Zult u de verschillende kandidaten de mogelijkheid geven om op basis van hun dossier een eerlijke kans te krijgen in de erkenningsprocedure? Tot nu toe hebben ze die duidelijk niet gekregen. Waarom hebt u dat niet gedaan? De uitspraak van de Raad van State is duidelijk in het voordeel van het Minderhedenforum. Waarom hebt u die organisaties toch aangemaand om samen iets in te dienen in plaats van hun allebei een eerlijke kans op erkenning te geven?
Wordt de continuïteit van de werking van het Minderhedenforum gegarandeerd zolang de procedure loopt? Er wordt gesproken over een jaar, maar we zullen afwachten welke bokkensprongen deze procedure nog maakt.
Mevrouw Partyka heeft het woord.
Voorzitter, minister, collega's, we hebben allen gelijkaardige vragen gesteld.
Op het einde van vorig jaar hebben we gehoord dat er nu toch een samenwerking komt door een nieuwe organisatie.
Minister, hoe zal het overgangsjaar 2021 verlopen? Welk budget is er voorzien voor de nieuwe eengemaakte participatieorganisatie en hoe zal de procedure concreet verder verlopen? Welke stappen worden gezet om in januari 2022 tot een nieuwe volwaardige participatieorganisatie te komen?
Minister Somers heeft het woord.
Voorzitter, collega's, ik heb bij de vragen gemerkt dat sommige collega's wat slordig worden in het gebruik van de microfoon. U moet daarmee opletten. Er zijn ook mensen die de camera wat slordiger beginnen te gebruiken. Het wordt zo gewoon om te Zoomen dat men alert moet blijven om in de juiste condities, met de juiste kleren aan en in de juiste context met elkaar te blijven samenwerken, anders wordt het misschien te vertrouwelijk.
Ik heb de vragen gegroepeerd. De geest van de vragen is zeer gelijklopend vanuit verschillende invalshoeken.
Zoals ik in het Vlaams Parlement op 12 november 2020 en in deze commissie op 1 december 2020 heb aangegeven, heb ik Join.Vlaanderen en het Minderhedenforum aangespoord om tot een gezamenlijk project te komen. Het project moet passen binnen de beleidsvisie en de nieuwe aanpak die ik voorsta en die volgens mij ook noodzakelijk is. Die aanpak vertrekt van gelijke kansen, van gedeeld burgerschap en weg van een samenleving van gescheiden gemeenschappen. De aanpak stoelt ook op het Vlaams regeerakkoord.
De beide organisaties zijn ingegaan op mijn oproep tot samenwerking. Ze hebben de voorbije maanden in alle sereniteit hard gewerkt en zijn gekomen tot onderlinge afspraken. Ze hebben die zelf gecommuniceerd – ik was er niet bij betrokken – in hun zogenaamde kerstakkoord. Dit heeft op 6 januari 2021 geleid tot een heel duidelijke engagementsverklaring tussen de beide organisaties, met een afsprakenkader voor een nieuwe organisatie met een gezamenlijke visie en doelstellingen in lijn met het plan Samenleven van de Vlaamse Regering.
Ik ben beide organisaties erkentelijk, waar mensen zitten met verschillende inzichten maar ook een gedeeld engagement om de handen in elkaar te slaan en zich te scharen achter die visie. We hebben nood aan een sterk draagvlak dat een nieuwe en meer effectieve aanpak van de samenlevingsuitdagingen rond diversiteit, op het terrein realiseert. We moeten platgetreden paden durven te verlaten. We moeten echt durven te kiezen voor een nieuwe aanpak; dat is voor mij cruciaal. Dat is exact wat mevrouw Sminate zei: de vorm en de naam zijn ondergeschikt aan de vraag welk beleid we samen met die organisatie over Vlaanderen gaan uitrollen. Wat is de inhoud?
Op dezelfde dag, dus op 6 januari 2021, bezorgden ACLI-Vlaanderen, de derde kandidaat, waarvan het dossier door de administratie onvolledig bevonden werd, Join.Vlaanderen en het Minderhedenforum aan het Agentschap Binnenlands Bestuur (ABB) de intrekking van hun initiële erkenningsaanvraag. Door de intrekking van de erkenningsaanvragen van de drie organisaties kan er dan ook geen kandidaat-participatieorganisatie geselecteerd worden, want er zijn geen kandidaten meer. Hierdoor zijn mijn beslissingen van 9 november 2020 over de selectie van een kandidaat-participatieorganisatie juridisch zonder voorwerp geworden.
Het Minderhedenforum heeft vervolgens ook zijn procedure bij de Raad van State definitief stopgezet, om de samenwerking en uitbouw van een nieuwe organisatie alle kansen te geven. De engagementsverklaring, een helder document, is een startpunt. Er waren vragen van verschillende collega's over hoe de nieuwe organisatie vorm zal krijgen, welke organisatiestructuur, het organigram, het personeel, de leiding. Dat is voorwerp van de verdere concretisering van de samenwerking. Het is evident een werk dat zij moeten doen. Zij moeten daarrond een voorstel formuleren. Het Minderhedenforum en Join.Vlaanderen stellen nu een gezamenlijk transitiecomité samen dat zijn werkzaamheden zal aanvatten op basis van gelijkwaardigheid en wederzijds vertrouwen. Het is een team van acht mensen, door beide organisaties gedragen. Over de vorming van de nieuwe organisatie zal regelmatig naar mijn kabinet en de administratie teruggekoppeld worden.
We zitten met een zeker vacuüm, we willen een tijdelijke overbrugging. We hebben de decretale opdracht en plicht om een participatieorganisatie te hebben. Om overeenkomstig artikel 54 van het Inburgerings- en integratiedecreet de continuïteit van de opdrachten inzake beleidsparticipatie en vertegenwoordiging – diverse commissies, adviesorganen, stuurgroepen en overlegfora – en lopende samenwerkingsverbanden te garanderen, wordt een tijdelijke projectsubsidie toegekend aan de huidige participatieorganisatie. Op die manier kunnen we op een stabiele en juridisch juiste manier de opdrachten van de participatieorganisatie blijven continueren. Deze tijdelijke subsidie wordt toegekend tot er een concreet plan van aanpak voor de transitie is opgemaakt. Het streefdoel is 1 januari 2022.
Voor de nieuwe participatieorganisatie wordt vanaf 2022 hetzelfde budget toegekend als de voorgaande jaren. Dat is 714.753 euro. Er wordt niet voorzien in een verhoging van het bedrag ten opzichte van de vorige jaren. Wel zijn er meer middelen, bij mij als minister van samenleven, om samenlevingsprojecten uit te rollen. Dat is een beslissing van de Vlaamse Regering: budget voor concrete samenlevingsprojecten die op het terrein het verschil kunnen maken. Dat budget staat eigenlijk los van de nieuwe participatieorganisatie.
Ik ben geen minister van samenleven geworden om alles bij het oude te laten. We kunnen onmogelijk zeggen, rechts noch links, dat er heel veel werk is op het vlak van integratie en samenleven en dan voortdoen op een klassieke manier. Tot op heden was het beleid niet succesvol genoeg. Ik wil zeker geen afbreuk doen aan het werk dat het Minderhedenforum of welke andere organisatie ook leverde. Ik ben geen historicus, ik maak geen proces van het verleden, maar ik wil niet in de status quo berusten. Ik heb dat heel duidelijk gezegd in de commissie en in de plenaire vergadering. Ik wil andere en betere wegen bewandelen. Ik wil stoppen met de versnippering over een eindeloze reeks projecten. We steken te veel middelen in de tussenstructuren, er moet meer geld terechtkomen bij de mensen, met robuuste projecten met een echte impact, die we kunnen monitoren. We moeten wezenlijk iets veranderen in Vlaanderen ten goede, waar iedereen bij wint.
Een dergelijke nieuwe aanpak van het omgaan met diversiteit is nodig omdat Vlaanderen fundamenteel verandert. Dat wordt door iedereen op het terrein erkend. Vlaanderen is superdivers geworden. De diversiteit is daardoor veranderd. Iedereen moet zich in Vlaanderen kunnen ontplooien op basis van gedeelde waarden en basisprincipes. Dat is exact wat in deze engagementsverklaring staat en wat beide organisaties onderschrijven. Ze willen beide in die geest werken.
Het zal een participatieorganisatie zijn die niet alleen actief is in de probleemstelling. Het moet ook een netwerkorganisatie zijn die bijdraagt aan de oplossingen, een netwerk dat in functie staat van de beleidsdoelstellingen en de ambities van de Vlaamse Regering. De focus moet liggen op duurzame veranderingen op het terrein, niet door te schieten op alles wat beweegt, maar door te focussen op concrete dingen die men kan veranderen in het leven van mensen.
Dat is de essentie van wat nu gebeurd is. Ik ben daar heel blij om, want daardoor hebben we de krachten op het terrein die de voorbije jaren gewerkt hebben, soms in verspreide slagorde, nu achter een gedeelde visie. Gelijke kansen, robuuste projecten, in lijn met het plan Samenleven van de Vlaamse Regering, maken het sterke partnership dat we nodig hebben. Als de middenveldorganisaties, de overheid, de burgers, de lokale besturen de neuzen in dezelfde richting zetten rond een aantal kernambities zoals arbeidsparticipatie, een diploma halen, segregatie tegengaan – u kent het plan Samenleven – en daarop gaan werken, veranderen we iets in de samenleving. Dat was de bedoeling van de actie die we voorbije weken en maanden hebben ondernomen. We hebben daarin beweging gekregen. Dat heeft tot woelig debat geleid tussen en binnen organisaties. Soms is het goed dat zo’n debat ten gronde gevoerd wordt, het leidt tot verrijking en vernieuwing van visies en ambities. We zijn daarin geslaagd, samen met de organisaties.
Mevrouw Moerenhout heeft het woord.
Voorzitter, minister, die laatste zin lijkt me de meest positieve visie op al wat gebeurd is. Dank u voor uw antwoord.
Nog twee vragen. U sprak over een gezamenlijk transitiecomité, een team van acht mensen. Kunt u daar meer informatie over geven? Zijn dat medewerkers? Zijn het leden van de raad van bestuur? Gaat het transitiecomité zelfstandig werken of wordt het begeleid door een externe begeleider, wat mogelijk niet oninteressant is?
U hebt niet al mijn vragen beantwoord, ik zal ze niet allemaal herhalen, ik begrijp dat misschien nog niet alles duidelijk is.
Ik vind het wel ongelooflijk belangrijk, en niet alleen ik, dat u mijn derde vraag beantwoordt. Is het uw intentie – het is wel degelijk uw politieke beslissing en niet de idee van de organisaties – om de expertise die er vandaag is, aan boord te houden? Dat is zo belangrijk omdat het een van de redenen was voor de commotie in het najaar. Als u al die commotie een verrijking vindt voor wat komt in het komende jaar, dan zou ik u vandaag heel graag horen zeggen dat het absoluut uw bedoeling is om de expertise, die zo waardevol is en gedeeld wordt door verschillende middenveldorganisaties, academici en anderen die op de barricade zijn geklommen – er is een heel groot netwerk binnen het Minderhedenforum – te behouden. Dat zou ik echt graag horen vandaag echt graag horen.
De heer Van Rooy heeft het woord.
Voorzitter, voorlopig is het toch vaagheid troef. Ik wil even zeggen dat als de N-VA het heeft over een compromis à la belge dat geen compliment is, minister. Dat is eigenlijk een sneer naar u. inderdaad, het is een compromis à la belge. De linkse oppositie heeft moord en brand geschreeuwd over haar geliefde Minderhedenforum. Wij waren blij dat het eindelijk werd opgeheven, nadat er jarenlang, sinds 2002, miljoenen euro’s subsidies naartoe zijn gegaan. Het was ongeveer 15 miljoen euro alles bij elkaar geteld aan projectsubsidies in achttien jaar tijd. Wij zeggen: hef dat geheel op. Wij zijn uiteraard tegen de oprichting of samensmelting van een organisatie waarvan de naam nog niet bekend is. Laat het maar gaan.
U zegt dat de inhoud telt. Laat ons die inhoud eens bekijken van het Minderhedenforum. Zwarte Piet moest verdwijnen. De islamitische hoofddoek mocht niet worden bekritiseerd en niet worden verboden. Wie kritiek had op de islam, was een islamofoob. Het Minderhedenforum steunde praktijktesten. Het Minderhedenforum pleitte voor het discrimineren van autochtone Vlamingen door bedrijven en door de overheid. Het Minderhedenforum zei dat er in dit land sprake is van structureel en institutioneel racisme. Het Minderhedenforum voert campagnes zoals Stop Etnisch Profileren. Het Minderhedenforum raaskalde over interseksionaliteit, afrofobie, Romafobie, allerhande uitgevonden fobieën.
Minister Somers, dat nieuwe orgaan waarin het Minderhedenforum zal worden opgenomen, zal dat diezelfde weg opgaan? Zal het opnieuw al die dingen doen die ik net heb opgesomd? Of zegt u dat dat misschien toch niet zo’n goede zaak was? Misschien wilt u toch iets totaal anders?
Tot slot, het budget: ik begrijp nog altijd niet goed het verband tussen die 850.000 euro extra geld waar u over sprak en die 714.000 euro per jaar. Wat is het verband? Is die 850.000 euro extra? Komt die boven op die 714.000 euro per jaar of zit die 714.000 euro daarin?
Mevrouw Goeman heeft het woord.
Minister, ik dank u voor uw antwoorden. Niets is eeuwig, zeker ook niet in de politiek. Ik vind het gezond dat de bestaande aanpak tegen het licht wordt gehouden. In die zin – dat heb ik van bij het begin gezegd – hebben wij er helemaal niets tegen dat er gezocht wordt naar nieuwe manieren om de nieuwe diversiteit in onze samenleving aan te spreken en te evolueren naar een netwerkorganisatie, op voorwaarde dat niet alle expertise zomaar overboord wordt gegooid. Ik kan alleen maar hopen dat de nieuwe participatieorganisatie het beste van twee werelden bij elkaar zal brengen.
U zegt dat de twee organisaties zelf onderling tot een afspraak zijn gekomen in hun kerstakkoord. Betekent dat dat er op geen enkel moment betrokkenheid was van uw kabinet om de twee organisaties rond de tafel te brengen? Of werd daar toch al uw duidelijke visie gegeven over hoe die participatieorganisatie moet evolueren en functioneren?
Doordat al die kandidaturen werden ingetrokken, verviel juridisch gezien uw beslissing om Join.Vlaanderen als participatieorganisatie aan te stellen. Wat betekent dat nu voor de aanstelling van de nieuwe organisatie? Moet er een nieuwe oproep worden gelanceerd voor een nieuwe kandidaatstelling? Hoe gaat dat in zijn werk? Ik neem aan dat het decretale kader moet worden gevolgd.
We hebben nog een heleboel andere vragen. Hoe zal de nieuwe structuur eruitzien? Hoe zal de fusie lopen? Wie krijgt de leiding? Wie neemt de regie? Ik snap ergens dat u daar vandaag nog geen heel duidelijk antwoord op hebt. Het transitiecomité zal daar dit jaar nog over nadenken. We gaan dat vanuit het parlement uiteraard goed opvolgen.
Nog een laatste vraag is de vraag naar het personeel van het Minderhedenforum. Die mensen zijn door een bijzonder woelige periode gegaan. Zij vormen het hart van het Minderhedenforum. Daar zit de expertise. Wat zijn de plannen daar? Ik vraag het engagement dat zij minstens volgend jaar kunnen rekenen op jobbehoud. Dat is het minste wat we kunnen doen. We moeten hun die duidelijkheid geven.
Mevrouw Sminate heeft het woord.
Minister, ik heb het nog altijd moeilijk met heel die constructie. Het feit alleen al dat er een zwaar debat aan voorafgegaan is, dat er harde woorden zijn gevallen, voorspelt niet veel goeds. Wat verwacht je ook anders? Eerst konden ze niet door dezelfde deur en nu moeten ze plots samen voor een belangrijk maatschappelijk project gaan. Ik stel me vragen bij de beweegredenen daarvoor. Ik maak me echt grote zorgen. De vele vragen van de collega’s hier maken duidelijk dat ik daarin niet alleen ben. Uw antwoord heeft me niet helemaal gerustgesteld. Ik heb u voornamelijk horen spreken over de uitbouw van die organisatie – allemaal goed en wel, want dat moet zeker gebeuren – maar over hun visie, over hun inhoudelijk project heb ik bijzonder weinig gehoord. Dat is voor mij nog altijd het belangrijkste.
Het is aan de Vlaamse Regering om een beslissing te nemen. Volgens mij moet ze die nemen op basis van de ambities van de participatieorganisatie, en niet op basis – sorry, collega Goeman – van het aantal collega's, van de afkomst van die collega’s of van een naam. Het kan mij niet schelen; ik wil van u vooral horen wat de visie van die organisatie is, wat het project van die organisatie is. Ik blijf op mijn honger zitten.
De heer D’Haese heeft het woord.
Minister Somers, u zegt altijd dat u niet, zoals ik weet niet wie, alles bij het oude wilt laten. Misschien moet u eens zeggen wie dat wel zegt. U hebt herhaaldelijk zelf in de plenaire vergadering en in commissievergaderingen aangegeven dat het Minderhedenforum dat ook niet van plan was. Ik vraag me dus af tegen welke windmolen u vecht. Misschien kunt u dat verduidelijken?
U zegt dat u Join.Vlaanderen en het Minderhedenforum hebt aangespoord om tot een nieuw project te komen en dat ze daarop aan tafel zijn gaan zitten. U mist natuurlijk een essentieel onderdeel van de tijdlijn, namelijk dat er intussen een procedure bij de Raad van State was. Het Minderhedenforum is helemaal niet onmiddellijk aan tafel gaan zitten met Join.Vlaanderen. Het Minderhedenforum is naar de Raad van State gestapt. Dat is toch niet onbelangrijk. Bovendien hebben ze in een voorlopige uitspraak gelijk gekregen en is de procedure opgeschort. Minister, welke rol hebt u daarin gespeeld? Hoe hebt u een organisatie die van de Raad van State gelijk krijgt, uiteindelijk toch kunnen laten doen wat u in het begin hebt gevraagd? Ik zou daar graag wat meer over willen weten. Wat is de rol van u en uw kabinet geweest in de totstandkoming van deze samenwerking?
Net als mevrouw Sminate wil ik graag weten welke visie zal worden uitgevoerd. Waarover gaat het project? Ik heb vooral vragen bij de onafhankelijkheid van die nieuwe organisatie. U zegt verschillende keren dat zij uw visie en uw beleid zal moeten uitvoeren. Dat is een heel belangrijke verandering in het kijken naar zo'n participatieorganisatie. Het was vroeger niet zo dat ze het beleid van de regering moesten uitvoeren; het waren onafhankelijke organisaties.
Minister, u hebt het over het tot stand brengen van veranderingen in de samenleving. Als liberaal weet u zeker dat een kritisch middenveld essentieel is om veranderingen in een samenleving tot stand te brengen. U schakelt hier het middenveld in in uw eigen beleid in plaats van het zijn eigen rol te laten spelen. Wat zal de relatie zijn, of het verschil, tussen het Agentschap Integratie en Inburgering en die participatieorganisatie, als die laatste ook uw beleid moet uitvoeren?
Hoe zal de samensmelting tussen die twee organisaties eruitzien? Er is de samensmelting van een organisatie die twintig jaar ervaring heeft opgebouwd en een organisatie die enkel en alleen op papier bestaat. U hebt het over netwerken, maar Join.Vlaanderen heeft netwerken op papier, met engagementsverklaringen. Diezelfde mensen die die engagementsverklaringen ondertekenen voor Join.Vlaanderen, werken in de praktijk samen met het Minderhedenforum. Hoe zult u een organisatie die bestaat, laten fuseren met een organisatie die niet bestaat?
Mevrouw Partyka heeft het woord.
Het is legitiem voor een beleid om te vragen dat er een andere koers wordt gevaren. Of de manier waarop het is verlopen, de beste manier was, is voor discussie vatbaar, maar dat is vandaag niet de vraag. Ik wil het optimisme van de minister graag delen dat het zal lukken om het beste van de twee werelden te combineren en op die manier een daadwerkelijke verandering in de maatschappij teweeg te brengen. Dit laatste engagement siert de minister in elk geval.
Ik deel de vraag van collega Moerenhout over de samenstelling van het transitiecomité. Ik vraag me ook af waar we juridisch-formeel staan. Dit sluit een beetje aan op de vraag van collega Sminate. De formele dossiers die er lagen, gaven wel een inzicht in de manier van werken, in doelstellingen, in hoe men het project zag. In de nieuwe constellatie is er niet zo'n ‘formeel’ dossier met een inhoud om te zeggen waarvoor men staat, welke aanpak men zal hanteren, hoe men zijn taak ziet. Dat is toch wel een heel belangrijke vraag. Hoe gaat het formeel verder? Zijn de ingediende dossiers nietig? Komt er een nieuwe ronde? Wordt er een nieuw dossier ingediend? Wordt er op een andere manier verder gewerkt om die twee organisaties samen te laten starten, zonder een nieuw dossier?
De heer Tommelein heeft het woord.
Er zijn de afgelopen jaren heel wat stappen gezet op het vlak van integratie. Het Minderhedenforum heeft zich inderdaad bewezen, maar stilstaan is achteruitgaan. Het is toch belangrijk om met een open vizier naar de toekomst te kijken. Zoals gezegd, is het legitiem dat een bestuur andere accenten legt. Met uw achtergrond als burgemeester van een toch niet onbelangrijke centrumstad kijkt u uiteraard met een andere bril naar deze problematiek. U bent er trouwens in geslaagd om in uw eigen stad serieuze stappen vooruit te zetten op het vlak van integratie. We moeten dat Vlaanderenbreed kunnen, en een pak van uw initiatieven nemen wij zelfs over in Oostende.
Het zou dus een goede zaak zijn dat beide organisaties de handen in elkaar slaan, want dat leidt alleen maar tot meer expertise. We zullen er niet komen met versnipperde projecten. Er moet meer daadkracht zijn, de impact is te klein. Niet onbelangrijk is dat we de impact moeten meten, want meten is weten. Men kan verschillende zaken invoeren, maar als men de gevolgen op het terrein niet monitort, staat men nergens.
Wij kijken alvast naar de toekomst. We kijken uit naar wat deze nieuwe organisatie zal realiseren op het terrein. We kijken er positief naar, in tegenstelling tot een aantal andere collega's. Join.Vlaanderen kiest voor een vernieuwde aanpak. In combinatie met de ervaring van het Minderhedenforum, zal het ongetwijfeld voor een betere toekomst van integratie zorgen, en dat is toch waar we allemaal op zitten te wachten.
Minister Somers heeft het woord.
Er zijn verschillende vragen gesteld, waarop ik graag wil antwoorden.
Laat me eerst en vooral beginnen met duidelijk te maken dat voor mij – ik wil dat nog eens herhalen – het beleid dat we op het terrein zullen voeren, essentieel is. Ik ben niet bereid compromissen te sluiten over de basisprincipes en de uitgangspunten daarvan. Dat botst af en toe met organisaties en verenigingen die een bepaalde visie hebben die ze jarenlang hebben opgebouwd, er hun successen en nederlagen in hebben gekend en een meerwaarde hebben betekend. Maar als er een nieuwe minister komt die zegt dat we worden geconfronteerd met een van de grootste maatschappelijke uitdagingen van onze samenleving en dat we nieuwe en heldere sporen moeten ontwikkelen, moet men aanvaarden dat die minister vasthoudt aan die visie.
Wat ik de voorbije maanden geprobeerd heb te doen, is een nieuwe visie goed uit te leggen en hen te overtuigen om mee te stappen op de nieuwe pad. Zolang we in loopgraven blijven zitten en op het terrein weinig veranderen en op dezelfde manier als vroeger blijven werken, zullen we onvoldoende vooruitgang boeken. Door intense gesprekken, die soms niet gemakkelijk zijn, zijn die inzichten naar elkaar toe gegroeid. Ik heb dat twintig jaar lang in een stad gedaan. Ik ben niet met die ervaring naar Vlaanderen gekomen om gewoon akte te nemen van een bestaande situatie en gewoon verder te doen. Ik wil een steen verleggen. Ik wil dingen anders aanpakken. Het is trouwens ook de ambitie van de Vlaamse Regering.
Als ik op zo'n moment mensen kan overtuigen en bij elkaar kan brengen, als ik het beste van twee werelden bij elkaar kan brengen en men noemt dat een compromis à la belge, dan is dit een compromis à la belge. Ik heb daar geen probleem mee. Als het beste van twee werelden samenbrengen een compromis à la belge’ is dan noemt men het maar zo. Voor mij is dat het belangrijkste: niet kiezen voor de ene of de andere, maar kiezen voor en de ene en de andere en alle mensen van goede wil die willen meewerken aan een vernieuwde visie – niet voor diegenen die willen verder doen met wat men in het verleden deed, maar voor diegenen die willen meewerken aan een vernieuwde visie. Ik wens dat met die mensen in de respect te doen, maar wel in de juiste richting en op het juiste spoor.
De twee organisaties hebben samen afgesproken dat ze een transitiecomité maken waarin elke organisatie vier mensen afvaardigt. Het is dus een comité van acht mensen waar beide organisaties vertrouwen in hebben. Het is niet aan mij om dat te bepalen. Beide organisaties hebben afgesproken om dat op die manier te doen.
Dan was er de vraag naar de rol van mijn kabinet in die onderhandelingen. Ik heb die twee groepen samengebracht. We hebben in het begin de gesprekken gefaciliteerd. Op het moment dat er voldoende draagvlak was, dat er voldoende gemeenschappelijkheid was, dat er voldoende inzicht was in waar we naartoe wilden, hebben die twee verenigingen onder elkaar de onderhandelingen verder gevoerd. Ze zijn gekomen tot een engagementsverklaring. De rol van mijn kabinet en van mezelf was om de organisaties bij elkaar te brengen, te zorgen voor een samenspraak in plaats van een tegenspraak, te zorgen voor een dialoog zodat men stappen vooruit kon zetten.
Blijft de expertise aan boord? Ik hoop dat alle goede expertise aan boord blijft. De bestaande participatieorganisatie wordt verder gefinancierd. Men heeft dus de middelen om de expertise die men wil aan boord houden, aan boord te houden. Mevrouw Goeman zegt dat het ook een impact heeft op het personeelsbeleid. Voor alle duidelijkheid: voor mij is het personeelsbeleid van zo'n participatieorganisatie totaal ondergeschikt aan de maatschappelijke doelstelling. Het is geen tewerkstellingsproject.
Zorgen om van integratie en samenleven in diversiteit een succes te maken – het zal u misschien verbazen dat ik dit zeg als liberaal –, vergt ook een grote overheidsopdracht. We moeten dit niet allemaal uitbesteden, maar we moeten zelf ook actief zijn. We hebben waardevolle partners in het middenveld die kunnen meehelpen om dit te realiseren. Ze worden niet gesubsidieerd voor hun werking ‘an sich’, want daar bestaat ook een misverstand over. Ze worden gefinancierd om hun rol als participatieorgaan te vervullen. Binnen die participatieorganisaties vandaag zitten heel veel verenigingen die via veel andere kanalen subsidies en werkingsmiddelen krijgen. Die 750.000 euro zijn middelen die ter beschikking worden gesteld om de specifieke rol van participatieorgaan in te vullen. Die middelen blijven overeind. Als die middelen efficiënter kunnen worden ingezet dan in het verleden – wat ik hoop – en als daarvoor keuzes moeten worden gemaakt die ook een impact hebben op het personeel, dan is dat de verantwoordelijkheid en de taak van de participatieorganisatie.
Ik vind niet dat het slagen of mislukken afhangt van een personeelsbeleid. Evident is er alle mogelijkheid om de expertise aan boord te houden. Zo'n organisatie zou wel dom zijn om expertise weg te gooien. Expertise is geen status quo in een personeelsbeleid. Het is een zeer rigide en conservatieve kijk op wat er eigenlijk zou moeten gebeuren. De middelen zijn er dus om in continuïteit verder te werken tot de nieuwe organisatie in stelling is gebracht.
Mijnheer Van Rooy, u sprak over 850.000 euro. Ik heb dat bedrag in de kerstvakantie ook in de krant gelezen. Dat bedrag komt niet van ons, ik weet niet vanwaar het komt. Ik heb u daarnet het juiste bedrag genoemd: 740.753 euro. Dat bedrag is voorzien voor het participatieorgaan. Ik weet niet waar die 850.000 euro vandaan komt.
Mevrouw Sminate, u zegt dat het een zwaar debat was in het parlement en dat u op uw honger blijft zitten. Dat kan goed zijn, maar wat ik doe, is het uitvoeren van het Vlaams regeerakkoord. In het Vlaams regeerakkoord staat heel duidelijk dat we eigenlijk zouden moeten afstappen van een organisatiemodel waarbij er koepels of federaties van gemeenschappen of verenigingen van etnisch-culturele groepen het participatieorgaan vormgeven. We moeten daarvan weg en gaan naar een nieuwe aanpak.
Wel, ik citeer uit de engagementsverklaring. “We stappen af van de idee van vertegenwoordiging door koepels en federaties om de bredere groep van individuen die niet bij verenigingen zijn aangesloten beter te kunnen bereiken en betrekken. We kiezen resoluut voor een organisatie die netwerken uitbouwt en waarvan de partners zowel organisaties als individuen kunnen zijn.”
Dat is een van de fundamentele veranderingen. Men kan proberen om dat in confrontatie of polarisatie te doen, of men kan dat met argumenten en overtuigingskracht doen, want dat is niet meer het Vlaanderen van vandaag. We moeten een stap verder zetten. We duwen mensen niet in hokjes, we spreken hen aan als individu, met hun gelaagde identiteit, die hybride is, die volop verandert, maar gestoeld op gedeeld burgerschap, op gedeelde waarden. Dat is exact wat in de engagementsverklaring van deze twee organisaties staat.
Ik vind dat een belangrijke stap. Ik heb u gezegd dat het Minderhedenforum in die richting aan het evolueren was via interne bespiegelingen, afwegingen en reflecties. Dat is voor mij heel belangrijk, het is een fundamentele, principiële stap. Als we dat samen met het middenveld vorm kunnen geven, gaan we heel veel dingen kunnen realiseren en mogelijk maken, omdat we elkaar dan teruggevonden hebben in een vernieuwde bedding. Dat juich ik absoluut toe. Dat is in het verleden niet gelukt. Dat is niet gelukt! Tot nu toe stond men daar in stellingen, niets veranderde. Vandaag kunnen we die stap vooruit zetten. Dat is voor mij een belangrijk iets.
De heer D’Haese vraagt of er nog een kritische stem kan zijn, of het een tweede agentschap wordt. Natuurlijk wordt dat geen tweede agentschap. Ik citeer uit de missie. “De netwerkorganisatie komt samen met het netwerk” – het is een netwerkorganisatie, mevrouw Sminate, een tweede belangrijk element uit ons Vlaams regeerakkoord, beide elementen zijn aanwezig – “tot gedragen, constructief kritische beleidsaanbevelingen en voorstellen tot systeemaanpassingen. We voeden de beleidsdialoog met inzichten en duurzame oplossingen.”
Er is zeker ruimte voor kritiek, waarbij de organisaties zeggen: telkens het conflict opzoeken heeft geen enkele zin voor een samenleving. We moeten een constructief-kritische houding aannemen, om te duwen in de juiste richting. De missie zegt ook: “De netwerkorganisatie zal haar expertise in concrete, robuuste en duurzame beleidsinitiatieven en -acties in samenwerking met academici, private partners, het middenveld, lokale besturen en/of de Vlaamse overheid, inzetten.”
Het is dus niet alleen een kritisch-maatschappelijke rol die ze blijft spelen, ze krijgt ook die tweede dimensie waar ik enorm veel belang aan hecht, dat is niet alleen proberen in beeld te brengen waar het probleem zit, dat is niet alleen beleidsaanbevelingen doen, maar ook de handen uit de mouwen steken en op het terrein het verschil maken, niet in honderd versnipperde projecten, maar gebundeld op de juiste thema’s waar het kan. Ik geloof dat dat verschil kan maken in Vlaanderen. Anders veranderen we niets.
Ik heb het voor mezelf proberen op te sommen, hoeveel honderden verschillende subsidietjes we allemaal geven. Eerlijk: het zijn misschien allemaal waardevolle individuele projecten, het maatschappelijk verschil op het terrein is niet altijd even groot, ondanks de waarde van het engagement, het inzicht en de onderbouw, en al wat je wilt. We moeten dat samenbrengen en bundelen, we moeten in de grote dingen het verschil maken. We moeten zorgen dat meer mensen een diploma halen, dat er minder ongekwalificeerde uitstroom is. We moeten zorgen dat mensen aan het werk kunnen, zorgen dat mensen meer met en minder naast elkaar leven. We moeten ervoor zorgen dat gedeelde waarden in de praktijk iets betekenen door te zorgen dat mensen samen kunnen opgroeien, en tal van andere dingen.
Als we dat goed afbakenen en definiëren wat echt wezenlijk is, dan komen we misschien tot een tiental grote sporen, en daarop moeten we onze energie bundelen. Dat is wat deze mensen vanuit hun terreinervaring, met al wat ze weten en voelen, zelf ook heel goed beseffen, en soms beter kennen dan de overheid. Ik heb geen moeite om dat te zeggen. Ik vraag wel om de energie op die manier in te zetten, en om een aantal, laat ik zeggen ‘historische aanpakken’ die perfect begrijpelijk zijn en pasten in die tijd, nu definitief achter ons te laten. Ik denk dat we dan een breder draagvlak krijgen, ook bij mensen die niet tot die gemeenschap behoren. Dat zeggen ze ook uitdrukkelijk in hun organisatiemodel dat ze voorstaan: dat ze alle vormen van diversiteit willen bereiken, dat ze niet alleen mensen met een migratieachtergrond maar ook zonder migratieachtergrond willen betrekken bij hun project.
De volgende vraag is die van de samensmelting. Ook in de engagementsverklaring staat: “Join.Vlaanderen en het Minderhedenforum engageren zich om op basis van onderstaande argumenten” – ik heb er u een aantal gegeven – “een verder gezamenlijk traject af te leggen dat resulteert in de oprichting van een nieuwe flexibele en doortastende netwerkorganisatie.”
Vijf organisaties gaan een jaar werken aan dat project. Ze delen hun kennis en visie. Er zal ook af en toe wel een discussie plaatsvinden. Laat dat maar eens goed gaan, en fel ook, dat is wat we nodig hebben, dat er een goed debat is. Zo kunnen ze tot een nieuwe netwerkorganisatie komen, met een nieuwe naam. Dat is exact waar ik op hoop, dat mensen met heel veel ervaring en expertise, mensen uit het middenveld, zich niet opsluiten maar zich volop gooien, kritisch, geëngageerd, samen met de Vlaamse overheid, om vooruitgang te boeken op dat terrein.
Het juridisch element, hoe gaan we daarmee om? Ze hebben alle drie hun aanvraag ingetrokken. Bij de Raad van State is de procedure gestopt. Wij konden, zolang er een vraag hangende was en zelfs na het besluit van de Raad van State, de beslissing niet zomaar intrekken en een nieuwe oproep uitschrijven. Dat was juridisch betwistbaar, niet helder. Het huidige erkenningsbesluit van 26 juni 2020 voorziet geen procedure voor een nieuwe oproep in het geval dat de erkenningsaanvragen allemaal worden ingetrokken door de aanvragers. Dat staat in het erkenningsbesluit van juni 2020. Daarom bekijkt de Vlaamse Regering samen met de administratie hoe ze een nieuwe procedure kunnen uitwerken om de erkenning van een nieuwe participatie mogelijk te maken. Het is niet zo dat dat automatisch die organisatie moet zijn. Er zijn er misschien nog andere.
Eerlijk, de weeffout in heel onze aanpak vanaf het begin is het idee dat wij, om Vlaanderenbreed een netwerkorganisatie uit te bouwen die expertise bundelt op het vlak van samenleving en integratie, in dat relatief kleine Vlaanderen – voor ons misschien wel groot – zomaar twee, drie sterke netwerken van expertise naast elkaar kunnen ontwikkelen die met elkaar in competitie kunnen gaan om zo’n beleid samen met de Vlaamse overheid mee vorm te geven. Dat is niet de realiteit. Die netwerken zijn zo met elkaar verstrengeld dat iedereen eigenlijk met iedereen geconnecteerd is.
Wat ik nu hoop is dat deze twee sterke groepen, de mensen die daarin geëngageerd zijn, dat verder op een goede manier gaan uitwerken. Ik heb daar vertrouwen in. vertrouwen kan altijd wat te enthousiast zijn, maar ik geloof er echt wel in. Wij gaan het nieuwe erkenningsbesluit schrijven waardoor duidelijk is wat de volgende stap kan zijn.
Het is de bedoeling om op 1 januari 2022 met een nieuwe organisatie, die voortvloeit uit de symbiose van deze twee, te werken aan een samenleving die inclusief is, die gelijke kansen nastreeft, die discriminatie en segregatie probeert terug te dringen, die constructief-kritisch is tegenover de overheid en tegelijk de handen uit de mouwen steekt om op het terrein het verschil te maken. Het wordt een netwerkorganisatie, geen organisatie die stoelt op federaties en het idee dat mensen kunnen worden ingedeeld op etnisch-culturele grondslagen. Dat is een idee – we moeten het niet zwart-wit maken – waar in het Minderhedenforum in de voorbije jaren al heel veel over is nagedacht. Ze waren er zelf van overtuigd dat dit op het terrein niet meer houdbaar is. Hoe langer mensen in een nieuwe samenleving aanwezig zijn, hoe meer ze deel worden van die samenleving, hoe meer ze uit elkaar groeien en er andere verbanden komen. Zo komen we stilaan tot – wat we toch allemaal hopen – één Vlaamse Gemeenschap, voor een stuk in diversiteit, maar gestoeld op gedeelde waarden. Daar moet die netwerkorganisatie voor mensen met een migratieachtergrond een belangrijke speler willen zijn.
Collega’s, ik wil erop wijzen dat we de laatste ronde aanvatten, met de slotbeschouwingen. De minister kan dus geen bijkomende vragen meer beantwoorden.
Mevrouw Moerenhout heeft het woord.
Minister, ik ben eigenlijk na deze vraag om uitleg ongeruster dan toen ik ze indiende. U hebt weinig concrete antwoorden gegeven. U herhaalt natuurlijk uw globale visie, waarmee ik en mijn fractie grosso modo akkoord gaan. Het werd al bij al echter weinig concreet, of toch veel minder concreet dan ik had gedacht of gehoopt.
Ik vind dat er toch ook wel wat tegenstrijdigheden in uw antwoord zitten. Ik maak me ongerust, ten eerste over het waarborgen van de expertise en het behoud van het personeel. U zegt: het personeelsbeleid is ondergeschikt aan de maatschappelijke rol. Die twee gaan echter natuurlijk hand in hand, zeker als het netwerk of de netwerken een belangrijke pijler worden in dat nieuwe participatieorgaan volgens de Vlaamse visie. Waarom hebben zoveel academici en zoveel middenveldorganisaties in het najaar hun stem laten horen? Dat is natuurlijk omdat dat netwerk van het Minderhedenforum, dat door bepaalde mensen uitgebouwd werd, al heel sterk is. Dus u kunt niet doen alsof die twee gescheiden zijn, zo werkt het niet. U zegt – en dat vind ik tegenstrijdig – dat het personeelsbeleid hun verantwoordelijkheid is. Dat was anderzijds echter wel een criterium om een nieuw participatieorgaan te kiezen.
Een tweede punt waarover ik me ongerust maak en waar ik tegenstrijdigheden zie, werd ook aangehaald door collega D’Haese, namelijk de onafhankelijkheid van zo’n nieuwe organisatie. Net als collega D’Haese denk ik inderdaad dat een kritisch middenveld een meerwaarde is voor een beleid en geen bedreiging. U zegt: ik wil die onafhankelijkheid respecteren. Tegelijkertijd moet er dan een gezamenlijke visie zijn, maar bent u ook niet betrokken bij die gesprekken, wat mij eigenlijk wel verrast, want u neemt eigenlijk wel een grote gok. Wat als die gesprekken binnen zes maanden of negen maanden opgeblazen worden? Dan staat u nergens, na die hele procedure.
Ik kan niet anders dan het samenvatten als volgt. Ik wil het oprecht graag een kans geven, minister, en zal dat voorlopig ook doen. Ik ben er vandaag echter niet echt geruster op geworden. Ik zit met een licht ongerust gevoel.
De heer Van Rooy heeft het woord.
Ik vind het wel grappig dat de minister uiteindelijk dat compromis à la belge roemt, waarbij het Minderhedenforum en Join.Vlaanderen samensmelten. Maar dan is natuurlijk de vraag waarom die samensmelting niet vanaf het begin gebeurd is. In het begin hebt u gezegd: het Minderhedenforum moet plaats ruimen voor Join.Vlaanderen. En nu roemt u het compromis à la Belge waarbij de twee zijn samengesmolten. Zoals mevrouw Sminate al zei, gebeurde dat omdat de linkse partijen en ook het Minderhedenforum moord en brand begonnen te schreeuwen. Wat mij natuurlijk ten zeerste verontrust, is dat dat Minderhedenforum dus nog altijd een sterke rol zal blijven spelen in deze nieuwe constellatie. Zoals ik al zei, is dat Minderhedenforum een anti-Vlaamse, oikofobe, zelfhatende organisatie: voor de hoofddoek, tegen Zwarte Piet, voor praktijktesten, voor de discriminatie van de Vlamingen op de arbeidsmarkt. U bent vaag gebleven over concrete acties en het takenpakket. Ik ga er dus van uit dat, als de rol van dat Minderhedenforum daar sterk blijft, het dit soort anti-Vlaamse acties en projecten zal zijn dat aan de orde van de dag zal zijn vanaf 2021.
Wat de centen betreft: die 850.000 euro diende volgens de krant De Standaard om de deal tussen de twee organisaties te helpen smeren en was dus een soort eenmalig bedrag voor de samensmelting. Daarbovenop komt dan 714.000 euro per jaar. Ik kan u zeggen dat wij daar absoluut niet mee akkoord gaan en dat, als er dan toch een Minderhedenforum moet komen, dat dan misschien een forum moet zijn voor de Vlamingen die ondertussen in bepaalde steden, zoals Antwerpen, een minderheid geworden zijn. Daarvoor kan misschien een Minderhedenforum worden opgericht. Die 714.000 euro per jaar kan misschien gaan naar een organisatie als Moeders voor Moeders, dan zijn we echt zeker dat dat belastinggeld goed terechtkomt.
Mijnheer Van Rooy, ik kan de minister niet opnieuw het woord geven, maar u moet zijn woorden niet verdraaien. Dat heeft de minister niet gezegd.
Wat heeft hij niet gezegd, voorzitter?
Ik wil duidelijk en kort reageren in één zin: er is geen bedrag van 850.000 euro, dat heb ik heel duidelijk gezegd.
Minister, dat weet ik. Ik wil er gewoon op wijzen dat dat in De Standaard stond als een eenmalig bedrag.
Het is terecht dat u daarnaar vraagt, maar als ik dat dan heel formeel weerleg, dan is dat duidelijk. Het is uw taak om dat te vragen en het is mijn taak om daar duidelijk op te antwoorden. Ik heb dat ook gedaan: dat is formeel niet het geval.
De minister is geen verantwoordelijke uitgever van kranten.
Mevrouw Goeman heeft het woord.
Minister, ik kan enkel herhalen dat wij op zich openstaan voor een nieuwe manier van werken, al kan ik ook alleen maar vaststellen dat u tot dusver bijzonder vaag blijft in uw antwoorden. Het is me helemaal niet duidelijk wat dan de nieuwe koers zal zijn van die nieuwe participatieorganisatie die op poten wordt gezet. Ik heb heel veel gehoord over uw visie op die nieuwe participatieorganisatie, maar we weten natuurlijk niet wat die mensen zelf van plan zijn, met het feit dat het een netwerkorganisatie moet worden en dat er veel minder met eenmalige subsidies moet worden gewerkt. Ik stel me dus wel nog altijd veel vragen, bijvoorbeeld over de plaats die etnisch-culturele verenigingen toch nog zouden krijgen binnen die organisatie en wat hun verhouding is tot die organisatie. Wij blijven daar wel de meerwaarde van zien, net zoals we de meerwaarde zien van vrouwenorganisaties en van lgbtqia+-organisaties.
Ik heb eveneens vragen bij de onafhankelijkheid van die nieuwe organisatie ten opzichte van het beleid. Ik blijf er toch op aandringen om zo snel mogelijk duidelijkheid te scheppen over de formele gang van zaken. Want ik kan me niets anders voorstellen dan dat daar inderdaad de procedure zoals voorzien in het decreet gevolgd zal moeten worden voor de erkenning van een nieuwe organisatie. Dat is ook belangrijk met het oog op de inhoud, omdat we dan tenminste een dossier krijgen waarin die nieuwe organisatie verplicht wordt om duidelijk op papier te zetten waar ze voor zal gaan.
Ik heb gelijkaardige vragen over hoe die organisatie er zal uitzien, wie die organisatie zal dragen. Natuurlijk vind ik ook dat het personeelsbeleid moet worden uitgestippeld in functie van wat die nieuwe organisatie gaat doen. Het enige wat ik vandaag echt heel duidelijk vraag, is duidelijkheid voor het personeel, dat op dit moment niet goed weet waar het aan toe is. Het lijkt me belangrijk dat men daar niet opnieuw steken laat vallen.
Tot slot kan ik enkel nog zeggen dat ik het jammer blijf vinden hoe het verlopen is, die aanloop naar die nieuwe participatieorganisatie. Ik hoop dat dat in ieder geval de goede samenwerking tussen die twee organisaties in de toekomst niet hypothekeert. Ik hoop dus dat dit goed komt. Het lijkt me vanzelfsprekend dat we dat in het parlement met argusogen blijven opvolgen.
Na de argusogen van mevrouw Goeman, gaan we over naar de ogen van mevrouw Sminate.
Mevrouw Sminate heeft het woord.
Minister, ik vind het goed dat u bevestigt dat het maatschappelijk project dat we moeten uitrollen, primeert op de vorm. Ik ben het daarmee eens. U zegt: ik wil een steen verleggen, ik wil de uitdaging aangaan, ik wil het regeerakkoord uitvoeren en naar een nieuwe aanpak gaan. Ik zou zeggen: goed zo! Maar geef ons dan alsjeblieft ook inzage in dat project, in die visie. Enkele zinnetjes uit een engagementsverklaring zijn daarvoor absoluut onvoldoende. Die ambitie om het anders te willen doen dan in het verleden en meer waar voor het geld te kunnen geven, moet veel duidelijker naar voren komen. Dat is waar ik naar vraag. Zonder dat we die visie kennen en dat die heel duidelijk op papier gezet wordt, kan er in mijn ogen voorlopig geen beslissing genomen worden.
De heer D’Haese heeft het woord.
Voorzitter, ik heb drie korte puntjes.
Ten eerste, minister, daarnet zei u dat Join.Vlaanderen en het Minderhedenforum samen aan tafel zijn gaan zitten. Nu hebt u daarvan gemaakt: ‘Ik heb Join.Vlaanderen en het Minderhedenforum samen gezet en die gesprekken gefaciliteerd.’ Dat is een andere versie. Ik denk dat deze versie dichter bij de waarheid zit dan de eerste. Dat is een eerste belangrijk punt.
Ten tweede maakt u een tegenstelling tussen het vroegere Minderhedenforum, dat telkens ‘het conflict opzocht’ – en dat zijn letterlijk uw woorden ... (Opmerkingen van minister Bart Somers).
Jawel, dat zijn letterlijk uw woorden: ‘dat vroeger telkens het conflict opzocht’. Ik heb dat zo opgeschreven, minister. U mag dat nakijken in het verslag.
Nu zou dat Minderhedenforum ‘de omslag maken naar een constructief-kritische houding’. Dat is de tegenstelling die u maakt. Ja, ik heb daar wel problemen mee! Als het Minderhedenforum vroeger onderzoek deed naar discriminatie op de woon- en arbeidsmarkt, als het voorstelde om praktijktesten in te voeren, minister, is dat dan ‘telkens het conflict opzoeken’? Zullen ze dat nog mogen doen? Valt dat nog onder een ‘constructief-kritische houding’? U knikt van wel. Dan is de grote vraag waarom dit tegenover elkaar wordt gezet.
U zegt: ze moeten niet alleen aanbevelingen doen, maar ook op het terrein het verschil maken. Maar u hebt zelf al verschillende keren aangegeven dat het niet meer was dan wat het al deed, op al die verschillende terreinen die u daarnet noemde: arbeidsmarkt, onderwijs, samenleving enzovoort.
De grote vraag voor mij – en dat is mijn laatste punt – is dus waar u in godsnaam Join.Vlaanderen nog voor nodig hebt. U hebt namelijk in heel uw repliek – u moet die straks maar eens herlezen, dat is wel interessant – heel veel gesproken over het Minderhedenforum en wat ze goed hebben gedaan, minder goed hebben gedaan, hoe ze geëvolueerd zijn in de tijd, hoe ze fantastische ervaringen en netwerken zullen kunnen inzetten. Minister, u hebt echter geen woord gezegd over wat Join.Vlaanderen hierin zal bijdragen. Dat is ook logisch, want u spreekt aan de ene kant over een organisatie met twintig jaar ervaring, met een ongelooflijke expertise, met een gigantisch netwerk, die samenwerkt met organisaties, individuen, academici, enzovoort en aan de andere kant over een organisatie die op papier bestaat en verder niet.
Dus is de grote vraag …
De vragen en antwoorden zijn voorbij, collega D’Haese. Gelieve af te ronden.
Het is een retorische vraag, voorzitter. Ik was aan het afronden.
De grote vraag is waarom u dat nog nodig hebt. Ik denk dat u dat nodig hebt om uw eigen visie, uw eigen beleid hierin te krijgen, in plaats van te werken met een kritisch, onafhankelijk middenveld. Ik vind dat een problematische houding.
Mevrouw Partyka heeft het woord.
Voorzitter, ik denk dat alle vragen gesteld zijn. Ik heb geen bijkomende repliek.
De vragen om uitleg zijn afgehandeld.