Verslag vergadering Commissie voor Buitenlands Beleid, Europese Aangelegenheden, Internationale Samenwerking en Toerisme
Vraag om uitleg over het investeringsverdrag tussen de EU en China
Verslag
– Wegens de coronamaatregelen werden deze vragen om uitleg via videoconferentie behandeld.
De heer Deckmyn heeft het woord.
Net voor het jaareinde sloten de Europese Unie en China een principeakkoord over een omstreden investeringsverdrag met China. Het akkoord met China zat reeds zeven jaar in de pijplijn en heeft tot doel een gelijk speelveld te creëren of alleszins het ongelijk speelveld een beetje te effenen voor EU-investeerders in China. Het akkoord werd op 30 december 2020 beklonken in een video-overleg met Commissievoorzitter Ursula von der Leyen, Raadsvoorzitter Charles Michel en de Franse en Duitse regeringsleiders Emmanuel Macron en Angela Merkel. De Duitse bondskanselier wilde koste wat het kost het akkoord nog voor het einde van het Duits voorzitterschap van de EU rondkrijgen. China is voor de Duitse economie dan ook steeds belangrijker geworden en is na de VS en Frankrijk inmiddels de belangrijkste Duitse afzetmarkt.
Frankrijk en Nederland stelden zich eerst terughoudend op omdat Peking niet wilde instemmen met afspraken over het uitbannen van dwangarbeid. Uiteindelijk werd een gemakkelijkheidsoplossing voorzien en verklaarde China “blijvende en aanhoudende inspanningen te leveren” om internationale verdragen over het verbod op dwangarbeid te ratificeren.
Het akkoord en het investeringsverdrag kunnen op heel wat kritiek rekenen. Volgens critici – waaronder een groep China-experts in een breed gedeeld opiniestuk – is het een grote symbolische overwinning voor China. Het zou de politiek van de Chinese Communistische Partij ondersteunen en China het signaal geven dat Europa geen graten ziet in de aanpak van de corona-uitbraak, de protesten in Hongkong en de behandeling van de Oeigoerse minderheid. Ook de verkozen Amerikaans president Joe Biden waarschuwde Europa ervoor om geen eenzijdig nieuw verdrag met Peking te tekenen. Toch gebeurde dit.
Wat is de visie van de Vlaamse Regering op het principeakkoord over het investeringsverdrag dat afgesloten werd tussen de Europese Unie en China?
Hoe staat u ten aanzien van de kritiek die werd geuit dat dit verdrag niet genoeg doet om de politiek van de Chinese Communistische Partij te veroordelen en dat het een slecht signaal geeft? Had Europa niet moeten wachten om gezamenlijk met de VS een krachtiger akkoord te kunnen afsluiten?
Bent u ten slotte van oordeel dat er Duitse druk werd uitgeoefend op de andere lidstaten om dit akkoord goed te keuren?
Mevrouw Talpe heeft het woord.
Ik heb ook een vraag over het investeringsakkoord tussen de EU en China. Eind december hadden we al het akkoord met het Verenigd Koninkrijk, en daardoor zou men bijna vergeten dat er ook een ander belangrijk akkoord na zeven jaar onderhandelen werd afgesloten. In die laatste fase werd het dan redelijk snel gerealiseerd. Dit zou de Europese bedrijven een betere toegang moeten verlenen tot de Chinese markt, en dat is natuurlijk een goede zaak. De Duitse bondskanselier Angela Merkel reageerde tevreden dat ze het Duitse voorzitterschap van de Europese Raad met dit akkoord kon beëindigen, maar toch kwam er meteen ook heel wat kritiek.
Ons land heeft, samen met Italië, Polen en Spanje, al een duidelijk signaal gestuurd naar de Europese Commissie en de Europese Raad omdat een en ander toch wel heel snel is verlopen. Dit is een belangrijk akkoord. Als je het integraal leest, dan zie je dat er een aantal belangrijke stappen worden gezet. Mensenrechten komen daarin onvoldoende aan bod. Op dat vlak blijven we op onze honger zitten. Ook in deze commissie kwamen al meermaals de mensenrechtensituatie en de schending van de democratie in China aan bod. Onlangs nog werd in China een journalist veroordeeld tot vier jaar gevangenisstraf, omdat ze een verslag had gemaakt over de pandemie in Wuhan. Dat zijn allemaal toestanden waarbij we serieus de wenkbrauwen fronsen.
Ook puur economisch zijn er belangrijke lacunes in dit akkoord. Zo zou China nog steeds weigeren om de WTO-overeenkomst (World Trade Organization) inzake overheidsopdrachten te ondertekenen en weigert Peking nog steeds om geschillen voor te leggen aan investeringsrechtbanken. Er is ook de vraag naar gelijke concurrentievoorwaarden. Een van de grootste problemen is dat de toezeggingen om de arbeidsrechten te verbeteren, bijzonder vaag blijven. Ze bevatten geen kritische toezeggingen met betrekking tot dwangarbeid of het recht op vereniging en ze staan nog steeds open voor verdere onderhandelingen. China belooft wel om een einde te maken aan die gedwongen arbeid, maar wij blijven toch met een aantal bedenkingen zitten.
Zodra de overeenkomst is goedgekeurd, zal het moeilijker zijn om druk uit te oefenen op China over mensenrechten en fundamentele waarden. Op dat vlak zou dit een gemiste kans kunnen zijn.
De heer Deckmyn haalde ook al de houding van de VS net voor het aantreden van een nieuwe president aan. Hadden we niet beter naar een toekomstige samenwerking gekeken?
Is de concrete inhoud van dit investeringsakkoord positief voor Vlaanderen? Hoe evalueert u dit?
Voorziet het investeringsakkoord voor u in voldoende hefbomen om de schendingen van mensenrechten, zoals de gedwongen arbeid in kampen in de provincie Xinjiang in China aan te pakken? Zo ja, op welke manier zal de correcte naleving hiervan worden gecontroleerd?
Er is ook kritiek op het gebrek van transparantie. Is deze kritiek gegrond? Hebt u voldoende informatie ontvangen omtrent de lopende onderhandelingen met China?
Minister-president Jambon heeft het woord.
Dit is een belangrijke vraag en ik heb ook een redelijk uitgebreid antwoord voorbereid.
Op 30 december jongstleden werd op politiek leidersniveau een principeakkoord gevonden en aangekondigd tijdens de politieke leiderstop met Commissievoorzitster von der Leyen, voorzitter van de Europese Raad Michel, bondskanselier Merkel, die op dat ogenblik het voorzitterschap van de EU waarnam, en president Macron, wiens aanwezigheid voor velen wel een verrassing was.
De verdragstekst wordt op dit ogenblik technisch gefinaliseerd en zou in februari 2021 gepubliceerd worden. Wel werd er reeds een voorlopig document gedeeld met de administraties van de lidstaten.
Voor jullie informatie schets ik kort de aanloop naar dit akkoord en de vervolgstappen. De onderhandelingen werden in november 2013 opgestart door de Europese Commissie op basis van een onderhandelingsmandaat van de lidstaten. Het is belangrijk om te weten dat dergelijke onderhandelingen worden gevoerd door de Europese Commissie. Doorheen het onderhandelingsproces hebben de lidstaten slechts zeer beperkt inspraak en grip op de inhoud en de procedure.
Begin december 2020 vond de 35e onderhandelingsronde plaats, en op 15 december 2020 kondigde de Europese Commissie aan dat de eindonderhandelingen konden worden ingezet. Volgens de Commissie zou China in de laatste fase aanzienlijke toegevingen hebben gedaan, wat finaal leidde tot het politiek akkoord van 30 december 2020.
Zoals ik reeds vermeldde, zullen de teksten in februari 2021 gepubliceerd worden. Op dat ogenblik begint de ratificatieprocedure te lopen. Aangezien dit verdrag uitsluitend EU-materie betreft, zullen enkel de Europese Raad bij gekwalificeerde meerderheid en het Europees Parlement bij gewone meerderheid moeten instemmen met het akkoord.
Verwacht wordt dat de Europese Raad en het Europees Parlement zich eind 2021, begin 2022 zullen uitspreken. Tegen dan zal er dus ook een Vlaams en Belgisch standpunt moeten worden vastgelegd. Op dit ogenblik werd er binnen de Vlaamse Regering nog geen standpunt vastgelegd over de inhoud van dit akkoord. Daarvoor wachten we de finale teksten af.
Wat hierna volgt, is een eerste voorzichtige inschatting, met alle nuances die ik daarbij wil maken. Een diepgaande analyse volgt als de finale teksten eenmaal beschikbaar zijn. De algemene doelstellingen van dit investeringsakkoord waren tweeledig: men wilde meer wederkerigheid creëren in de markttoegang voor Europese investeerders in China en men wilde het investeringsklimaat verbeteren. Zoals geweten, is de Europese markt op dit ogenblik zeer open in vergelijking met de Chinese markt, die vaak nog erg gesloten blijft voor onze investeerders.
Het akkoord kent drie grote pijlers en een horizontaler kader met betrekking tot de handhaving en monitoring. De eerste pijler gaat over de markttoegang, waarin de EU belangrijke engagementen aan Chinese zijde heeft verkregen. Op dit vlak zou het akkoord best ambitieus zijn. Zo zou het een gelijke behandeling mogelijk maken van EU-investeerders en Chinese investeerders. Er zou een dynamische alignering zijn opgenomen, waarbij elke toekomstige versoepeling van bestaande restricties automatisch van toepassing zal zijn op de EU-investeerders, en de verregaandere engagementen die China in de toekomst aangaat met andere landen, zullen ook van toepassing zijn op EU-investeerders.
Sectoren zoals de automobielsector, waaronder ook de elektrische voertuigen, gezondheidszorg, clean tech, infrastructuur en bouw, alsook de maakindustrie, de maritieme logistieke sector en bedrijfsdiensten, zouden met deze overeenkomst meer open zijn, en dat is een goede zaak voor Vlaamse investeerders die hierin reeds actief zijn. Daarnaast zouden de defensieve belangen van Vlaanderen – dat zijn de audiovisuele en culturele sectoren – worden gevrijwaard. Wel zou de EU een aantal bijkomende toegevingen hebben moeten doen op het vlak van fabricage en energie. Wat de impact daarvan op de Vlaamse economie is, moet verder onderzocht worden.
De tweede pijler van de overeenkomst gaat over belangrijke bepalingen inzake eerlijke concurrentie. Naast het creëren van een bijkomende markttoegang, was het namelijk ook belangrijk om de concurrentieomstandigheden te verbeteren en te versterken. Ook hierover zou het akkoord interessante bepalingen bevatten, zoals transparantieregels met betrekking tot administratieve en regelgevingsmaatregelen, die moeten zorgen voor bijkomende rechtszekerheid, voorspelbaarheid, eerlijkheid en rechterlijke toetsing. Daarnaast zouden er bijkomende garanties komen op het vlak van intellectuele eigendom. Er zou een verbod komen op investeringsvereisten die technologietransfers inhouden. Er zou een bescherming komen tegen de vrijgave van vertrouwelijke bedrijfsgegevens vergaard door administratieve organen. Er zou ook een verbod komen om tussen te komen in de contractuele vrijheid bij het toekennen van technologielicenties. Ook zouden er garanties komen inzake subsidies, staatsbedrijven en vergunningsaangelegenheden. Hierbij geldt wel de waarschuwing dat een verdere analyse moet uitwijzen in welke mate de bepalingen inzake het gelijk speelveld voldoende bescherming bieden.
De derde pijler betreft bepalingen inzake duurzame ontwikkeling. Daarin worden provisies opgenomen over milieu, mensenrechten en sociale regelgeving. Zo zou het engagement om het Akkoord van Parijs effectief te implementeren, zijn opgenomen in de tekst. China zou er zich toe verbinden om milieubeschermingsnormen niet te verlagen om investeringen aan te trekken, en milieu- en arbeidsnormen niet te gebruiken voor protectionistische doeleinden. Het VN-Handvest en de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens zouden expliciet vermeld worden. Het engagement zou zijn opgenomen om reeds geratificeerde IAO-conventies (Internationale Arbeidsorganisatie) effectief te implementeren en om aan de ratificatie te werken van de conventies die China nog niet geratificeerd heeft, met een expliciete verwijzing naar de twee conventies inzake dwangarbeid.
Tot slot zou er een handhavingsmechanisme zijn voor dit hoofdstuk met consultaties op regeringsniveau, onafhankelijke panels van deskundigen en een horizontaal sanctieregime. Ook hier wens ik te benadrukken dat verder onderzocht moet worden of deze bepalingen voldoende hefbomen en garanties bieden. Het is niet voldoende dat er een principe in een samenvattende tekst staat. We moeten ook kijken hoe dat in het akkoord geconcretiseerd wordt. Dat is een belangrijk element voor de Vlaamse Regering. Indien nodig moet er bekeken worden hoe dit hoofdstuk verder aangescherpt kan worden. Ik kijk daarvoor ook naar de verdere behandeling van het akkoord in de Europese Raad en het Europees Parlement.
Tot slot zou er ook een overkoepelend handhavingsmechanisme zijn opgenomen dat de implementatie van het akkoord moet verzekeren. Daarbij wordt een staat-tot-staat-geschillenbeslechtingsmechanisme voorzien met een tweetrapsaanpak: in de eerste plaats zal men consultaties opstarten. Indien die tot niets leiden, kan een arbitragepanel samengesteld worden. Een bijgaand monitoringsmechanisme zou het betrekken van het maatschappelijk middenveld en het verbeteren van de informatiedeling garanderen.
Het gebrek aan een investeringsbeschermingsmechanisme is een gemis in dit akkoord. Ik had dit liever anders gezien. Helaas bleek dat niet mogelijk. Wel kwamen de partijen overeen om verder te onderhandelen over een dergelijk mechanisme en deze onderhandelingen binnen twee jaar af te ronden. Ik merk wel op dat er een bilateral investment treaty (BIT) bestaat tussen België en China, dat bescherming biedt aan investeerders. In welke mate dit volstaat, wordt ook verder onderzocht.
Zoals ik reeds zei, kan ik u nog geen finale evaluatie geven van het akkoord. Ook het standpunt van de Vlaamse Regering moet ik u nog verschuldigd blijven. Maar met voorgaande toelichting hebt u toch een eerste indruk van de inhoud van het akkoord. ‘The devil is in the details’, zegt men wel eens. Je moet dus de teksten en het verdrag analyseren, want soms heb je mooi verwoorde principes die je, als je dieper in een akkoord graaft, toch nog moet afdwingen.
Voorziet het investeringsakkoord in hefbomen om de schendingen van mensenrechten, zoals de gedwongen arbeid, aan te pakken? De Vlaamse Regering is zich zeer bewust van de mensenrechtensituatie in China, en meer bepaald in Hongkong, Xinjiang, Tibet en nog een paar andere regio’s. Dat is ook de reden waarom ik de problematiek voorzichtig heb aangekaart tijdens de handelsmissie in 2019, en ik zal dat blijven doen.
Dat neemt niet weg dat ik geloof dat het gemeenschappelijk handels- en investeringsbeleid een van de internationale beleidsinstrumenten is die de EU ter beschikking heeft om fundamentele mensenrechten mondiaal te promoten en te beschermen. In lijn met de Vlaamse handels- en investeringsstrategie gelooft mijn regering in de mogelijkheid om handel te gebruiken als een hefboom ten dienste van de mens, het milieu en duurzame ontwikkeling in het algemeen. Verder studiewerk moet uitwijzen in welke mate dit akkoord deze hefboom creëert. In ieder geval heeft de Vlaamse Regering steeds gestreefd naar een ambitieus hoofdstuk inzake duurzame ontwikkeling dat de nodige garanties biedt.
Toen de Europese Commissie midden december liet verstaan dat de eindonderhandelingen konden worden ingezet, heerste er grote verbazing onder de lidstaten – ook bij Vlaanderen. Naast het economisch belang van dit akkoord werden vanuit Vlaanderen dan ook een heel aantal vragen ingebracht tijdens de intra-Belgische informatiesessies binnen de directie-generaal Europese Zaken en Coördinatie (DGE). Vlaanderen stelde kwaliteit boven snelheid, vroeg aandacht voor duurzame ontwikkeling en in het bijzonder voor mensenrechten, voor de nood aan investeringsbescherming en voldoende reciprociteit op het vlak van markttoegang, en ook aandacht voor de voor Vlaanderen kwetsbare sectoren. Vlaanderen stelde ook de vraag waarom de Europese Commissie deze timing hanteert, de verkiezing van Joe Biden indachtig. Ondanks alle vragen liet de Europese Commissie sterk aanvoelen dat ze de onderhandeling zou voortzetten en dat ze zich niet gebonden voelde door de reacties. Dat betreur ik, zeker gezien de terechte gevoeligheden en het belang van een voldoende groot draagvlak.
Dan zijn er uw vragen over de transparantie en de druk vanuit Duitsland. Hierbij is het belangrijk om op te merken dat dit akkoord betrekking heeft op Europese bevoegdheden, waardoor het de Europese Commissie was die aan het roer stond. Dit komt eenvoudigweg voort uit het Europees recht. Na zeven jaar werden op 30 december 2020 de onderhandelingen formeel afgerond en kon de goedkeuringsprocedure worden opgestart. Ik vermoed dat dit akkoord de komende maanden hevig bediscussieerd zal worden binnen de EU-instellingen en dat de inhoud nog verder aangescherpt zal worden. Dat neemt natuurlijk niet weg dat men zich vragen kan stellen bij de manier waarop de onderhandelingen in de laatste fase werden gevoerd en afgerond. Dat was een verrassing, en ik betreur dat er niet meer voorafgaand overleg is geweest.
Voorzitter, dit is een uitgebreid antwoord, maar ik denk dat dit een belangrijke kwestie is, die we de volgende weken nader moeten analyseren.
Mevrouw Talpe heeft het woord.
Ik wil de minister-president danken, want hij heeft een heel uitgebreide toelichting gegeven. Het akkoord is enorm belangrijk. Onze verstandhouding, onze economie en de handel die we drijven met China, zijn heel belangrijk, en die moeten we blijven behartigen, maar natuurlijk wel op de juiste manier. Er worden in het akkoord heel wat belangrijke stappen gezet om onze bedrijven een betere toegang te geven tot de Chinese markt om hun concurrentiepositie te verbeteren en om een aantal zaken die in Europa totaal niet aan de orde zijn, zoals verplichtingen rond joint ventures, gedwongen technologieoverdracht, het feit dat er weinig transparantie is over subsidies en dergelijke meer, weg te werken. Daarin zetten we nu, althans op papier, stappen vooruit. U geeft aan dat er nog heel wat knabbelwerk zal zijn en ook discussie in de Raad en in het Europees Parlement. Ik ben ook blij dat we daar mee over kunnen nadenken. We hebben nog even tijd om ook vanuit Vlaanderen duidelijke signalen te geven over welke elementen nog extra aandacht verdienen. Op papier is nog niet hetzelfde als hoe het in detail zal zijn uitgeschreven. Ik reken zeker op u om daar nauw op toe te zien.
Wat de mensenrechten betreft, blijf ik wat op mijn honger zitten. U hebt aangehaald dat het een element is dat we zeker moeten meenemen en dat het essentieel is dat we bij onze handelsakkoorden die koppeling maken en die eisen opleggen. Maar als je kijkt naar de arbeidskampen in Xinjiang, waarbij China spreekt van heropvoedingskampen, en op die manier eigenlijk de zaak uit de gedwongen arbeid haalt, dan baart me dat toch wel enorme zorgen. China blijft zijn beleid verdedigen. Als we daar geen stappen zetten, denk ik dat de volledige humanrightsagenda van Josep Borell in de vuilnisbak kan worden gedropt. We moeten onze voet tussen de deur zetten en goed kijken naar de bewoordingen zodat er geen interpretaties kunnen ontstaan wat betreft draagwijdte en toepassingsgebied van de clausules inzake duurzame ontwikkeling in het investeringsakkoord.
We zijn in blijde verwachting, want het standpunt van de Vlaamse Regering is in dezen nog niet genomen. Minister-president, ik hoor dat u samen met ons er echt wel over zult waken dat de mensenrechten meegenomen worden op een afdwingbare manier, dus geen loze woorden op papier.
Ik rond mijn betoog af en wens u veel succes. Weet dat wij in de commissie mee willen nadenken en mee willen knabbelen aan het investeringsakkoord zodat we onze Vlaamse bedrijven ook de toegang tot China kunnen verzekeren.
De heer Deckmyn heeft het woord.
Minister-president, dank u wel voor het uitgebreide antwoord. Het was een duidelijk antwoord, weliswaar een beetje afwachtend omdat het standpunt nog moet worden bepaald. Er zullen ongetwijfeld ook positieve gevolgen zijn voor diverse Europese en Vlaamse actoren. Maar ik wil toch enigszins waarschuwen. Ik las enkele dagen geleden een artikel over een gelijkaardig verdrag dat China heeft gesloten met Australië. China wordt hierin geportretteerd als een land met een ‘wolf warrior diplomacy’. Dit wordt vertaald in het feit dat China elk verdrag unilateraal niet nakomt als iets hun niet zint. Zo legde China Australië handelsrestricties op, ondanks en in volledige tegenspraak met het afgesloten China-Australia Free Trade Agreement, vanwege het feit dat Australië zich kritisch had uitgesproken omtrent de oorzaken van de coronapandemie in Wuhan. Na dat verhaal kun je China niet echt vertrouwen in dezen.
Ik las ook een ander artikel in Knack met commentaar van professor Holslag, die zei dat het pijnlijk was om vast te stellen dat bedrijven meer geneigd zijn om de industriële ambities van China te behartigen dan die van Europa. Dat was een vorm van kritiek. Daarnaast vond hij ook de manier waarop het verdrag in de luwte van de kerstvakantie is goedgekeurd, problematisch. Hij zegt dat de lidstaten de tekst wel in handen hebben gekregen, maar dat het Duitse voorzitterschap amper oren had naar diverse landen. Onder andere België wordt hierin genoemd, maar dat leidde ik ook een beetje af uit uw antwoord, minister-president.
In het artikel in Knack wordt heel duidelijk gezegd dat het akkoord eigenlijk een meesterzet is van China en een strategische blunder van Europa. Pak aan, zou ik zeggen. Ondanks de verslechtering van de situatie in China, doen de Chinezen toch hun voordeel. Terwijl China streeft naar zelfredzaamheid, zo besluit de professor, laten Berlijn en Parijs toe dat bedrijven afhankelijker worden. De strategische autonomie, waar de EU het zo vaak over heeft, wordt met dergelijke verdragen alleen maar ondermijnd. Deze slotzin van professor Holslag vind ik toch heel belangrijk, want dit toont aan dat we daar eigenlijk slechte stappen hebben gezet.
Minister-president, ik zou willen afsluiten met te verwijzen naar de Angelsaksische redenering. In de Angelsaksische wereld wordt er gezegd dat men een blok moet vormen als we handelsakkoorden met de Chinezen afsluiten en dat we niet omwille van belangen van bijvoorbeeld de Duitse economie moeten worden meegesleurd in akkoorden waar enkel China baat bij heeft. Dit hele debacle toont mooi aan dat wij de Britten zullen missen in de Europese Unie om op die manier verder druk uit te oefenen. Dat is een belangrijk gegeven in dezen.
Minister-president, tot slot hebt u gesteld dat er nog geen definitief standpunt van de Vlaamse Regering is. Dat maakt onze vragen hier extra belangrijk omdat we hier het debat toch nog voor een deel kunnen voeren vooraleer er een definitief Vlaams standpunt is. U hebt enkel een voorzichtige inschatting gegeven. Ik zou u dan ook willen vragen om de elementen die in dit debat naar voren komen, mee te nemen bij het vormen van een definitief Vlaams standpunt.
Mevrouw Lambrecht heeft het woord.
Minister-president, deze vraag sluit inderdaad aan bij het onderwerp waar wij het straks nog over zullen hebben, namelijk de situatie in Hongkong. Ik wil alvast namens onze fractie enkele punten aanhalen.
Het afsluiten van dit investeringsakkoord op een moment dat China op meerdere vlakken een loopje neemt met de mensenrechten, getuigt van een zekere wereldvreemdheid. Het legitimeert eigenlijk het gedrag van de Chinese overheid. Europa zegt eigenlijk: ‘China, doe maar wat je wilt, het maakt ons niet veel uit.’ We moeten ons echt de vraag stellen of dit akkoord bijdraagt aan de verbetering van de mensenrechtensituatie in China. Denk bijvoorbeeld aan de situatie van de Oeigoeren, waarvan we weten dat ze in strafkampen aan dwangarbeid onderworpen worden. Wat zijn de gemaakte afspraken rond dwangarbeid waard? Er werd bijvoorbeeld ook geen ‘roadmap’ met timing en mijlpalen afgesproken. Mijn vraag is dan ook een oproep, die aansluit bij wat collega Talpe ook al heeft gezet, om duidelijk afdwingbaar mensenrechten te garanderen.
Minister-president, ik heb begrepen dat er nog geen standpunt van Vlaanderen is. Gelukkig, oef. Dat wil zeggen dat niets is verloren en alles nog kan. Niet alleen ik maar heel veel mensen in de commissie en daarbuiten rekenen op u als minister-president om daarin een duidelijk standpunt in te nemen. Ik hoor u graag zeggen ‘handel als een hefboom voor mensenrechten’. Ik vind dat een mooie uitspraak. Ik volg dat helemaal. Maar laten we dat niet alleen theorie houden. Laten we alstublieft kijken naar de praktijk of dat wel klopt en dan een standpunt innemen.
De heer Rzoska heeft het woord.
Minister-president, ook op mijn beurt dank voor uw uitgebreide antwoord op de beide vragen. Ik denk dat de beide collega's gelijk hebben dat het een goede zaak is dat we die vragen nu behandelen omdat de Vlaamse Regering nog geen standpunt heeft, zodat we nog een aantal dingen naderbij kunnen bekijken. Ik hoop dat we kamerbreed kunnen aangeven dat er toch heel wat bedenkingen te maken zijn bij het investeringsakkoord en de snelheid waarmee het is afgesloten. Ik heb geleerd uit uw antwoord dat dat ook bij u wat irritatie naar boven heeft gehaald, vooral als ik kijk naar de terechte vragen die u op tafel hebt gelegd over kwaliteit boven snelheid en de mensenrechten die u van belang vond. Het is dan ook een beetje teleurstellend dat men daar – laat ons maar eerlijk zijn – nauwelijks rekening mee heeft gehouden.
Ook wat betreft mijn fractie denk ik wel dat er nog wat debatten zullen komen en hoop ik dat we kamerbreed aan de Vlaamse Regering kunnen aangeven dat we ons zorgen maken. Collega Lambrecht heeft natuurlijk een punt: als je kijkt naar de manier waarop men met minderheden en transparantie omgaat, dan zijn er toch heel wat vragen te stellen bij dit investeringsakkoord. Dus ook wat mijn fractie betreft, is er heel wat voorbehoud, voorzitter.
Mevrouw Brouwers heeft het woord.
Het is een zeer interessant debat. We werden eind vorig jaar toch wel wat verrast door de snelheid waarmee dit conceptakkoord tot stand is gekomen. Iedereen zat met volle aandacht op de brexitonderhandelingen. Dit is erbij gekomen.
Vanuit onze fractie vinden we het goed dat er een dergelijk investeringsverdrag zou kunnen komen. Dat geeft mogelijkheden aan bedrijven om meer toegang te krijgen tot de Chinese markt. Vooral elektrisch rijden, clouddiensten, financiële dienstverlening en gezondheidszorg zijn sectoren die heel belangrijk zijn voor Vlaamse bedrijven.
Maar er is een grote maar. Ik wil gewoon een voorbeeld geven, namelijk wat er met de Oeigoeren in de provincie Xinjiang gebeurt. We spreken dan over strafkampen of werkkampen, maar ik denk dat we gewoon mogen zeggen dat dit een soort concentratiekampen zijn. Vorig jaar in juni hebben we in de Senaat een voorstel van resolutie goedgekeurd om te veroordelen wat er met die mensen gebeurt. Het ging niet alleen over de werkkampen op zich, maar ook over het feit dat Oeigoeren en ook aanhangers van Falun Gong gedwongen worden om organen af te staan die dan in de internationale illegale organenhandel terechtkomen. Wat daar allemaal gebeurt, hebben we voldoende kunnen lezen. We veroordelen dat dan wel.
Nu is er bereidheid bij China om een aantal internationale verdragen, waar zij nooit in wilden stappen, toch te onderschrijven, onder andere van de Internationale Arbeidsorganisatie (IAO). Dat is goed als dat betekent dat dit investeringsverdrag een hefboom kan zijn om China erop te wijzen dat die werkkampen ‘forced labour’ zijn, dat ze dat geen andere naam moeten geven, dat we wensen dat dit gewoon niet meer kan, en dat het wordt afgeschaft. Als we dan zien dat het nalevingsmechanisme nog niet helemaal op punt staat, zorgt dat toch enigszins voor voorbehoud over hoe dit verder gaat lopen. Dit verdrag wordt pas in 2022 door het Europees Parlement en dergelijke goedgekeurd, we hebben dus nog wat tijd om het aan te scherpen. Ik hoop dat dit nog lukt. Als Vlaams Gewest hebben wij daar misschien niet meteen veel impact op, maar we moeten zeker onze stem laten horen.
Minister-president, ik ben zeer tevreden dat u hier een voorbehoud maakt, vooral door het verhaal van de werkkampen. Ik raad iedereen aan om daar een en ander over te lezen. Het is verschrikkelijk wat daar gebeurt. We gaan daar in de Senaat trouwens nog verder op terugkomen. We kunnen hier trouwens ook een voorstel van resolutie maken. Ik zie collega-senator Muyters al lachen. We kunnen ook hier gezamenlijk eens een voorstel van resolutie over die hele toestand indienen. Ik ben zeker bereid om daaraan mee te werken, zeker in dit kader. Dat is het voorbehoud dat we maken, net zoals collega Lambrecht en ik denk ook de meeste andere collega's.
Echte vragen heb ik niet. Ik denk dat we dit heel nauwgezet moeten opvolgen.
De heer Muyters heeft het woord.
Dank aan de vraagstellers. Het is zeker de moeite waard om dat vandaag in de commissie te bespreken. Ik ben het uiteraard helemaal eens met wat er is gezegd, maar ik wil er toch ook op wijzen, zoals collega Brouwers ook heeft gedaan, dat het uiteraard voor een land als Vlaanderen zeer belangrijk is dat er handels- en investeringsverdragen worden afgesloten met andere landen. We zitten niet in een context waar wij alleen reageren.
Collega Deckmyn vroeg zich af of we met de Angelsaksische landen of met Amerika niet meer een front hadden moeten vormen. Ik wil erop wijzen dat er nog niet zo lang geleden een ondertekening is geweest van het Regional Comprehensive Economic Partnership, waar men gaat naar een grotere vrijhandelszone tussen China, Zuid-Korea, Japan en ook Australië en Nieuw-Zeeland. Hoe men er daarna mee omgaat, is iets anders, maar die zaken gebeuren ook in de wereld. Investeringsverdragen afsluiten met China moeten we zeker blijven proberen te doen.
Uiteraard ben ik het ook helemaal eens met de minister-president. Voor mij moeten die handels- en investeringsverdragen een hefboom zijn op het vlak van rechten van de mens maar ook milieu en duurzame ontwikkeling. Minister-president, het is zeer belangrijk bij de start van onderhandelingen van verdragen, maar ook in het verloop ervan, om te kijken welk mandaat we vanuit de verschillende lidstaten geven aan de onderhandelaars. Dat is een heel belangrijk onderdeel daarin. Dat het snel mag gaan, als het kan? Waarom niet? Het blijft altijd moeilijk. Je moet evenwichten vinden in de drie luiken, zoals u naar voren hebt gebracht: een eerste luik over de markttoekenning en een tweede luik over de eerlijke concurrentie. Maar voor ons allemaal is ook dat derde luik belangrijk. U noemde het milieu, de mens en sociale wetgeving. Zekerheid krijgen dat dat evengoed kan worden gerealiseerd, of onderdelen ervan, is belangrijk. Als de Europese commissaris dan zelf zegt dat dit het meest ambitieuze is dat China ooit heeft willen ondertekenen met een ander land wat betreft het belang van vrijemarkttoegang, eerlijke concurrentie maar ook dat derde luik, dan ben ik echt benieuwd, zodra we de evaluatie ten gronde kunnen maken, wat onze slotconclusie zal zijn. Ik hoop samen met u en met iedereen dat we met dit investeringsverdrag tussen Europa en China de hefboom hebben kunnen leggen naar dat derde luik, namelijk milieu, de mens en sociale wetgeving.
Minister-president Jambon heeft het woord.
Iedereen heeft beschouwingen gegeven maar geen bijkomende vragen gesteld. Mijn antwoord was vrij uitgebreid. Wij zullen die beschouwingen meenemen in het verdere verloop van het ratificatieproces.
Mevrouw Talpe heeft het woord.
Ik wil in ieder geval de collega's danken voor de vele tussenkomsten en de bezorgdheid die we gezamenlijk delen dat dit handels- en investeringsakkoord zeker de hefboom moet zijn om de mensenrechten staalhard te maken, onder andere door het engagement om de IAO-verdragen te tekenen. Dat moet echt wel gebeuren. Het mag geen verbintenis op papier zijn, maar het moet er ook wel komen. Ze moeten ook geen andere benamingen geven aan iets dat duidelijk gedwongen arbeid is. Wat dat betreft moeten we echt wel op tafel slaan.
Ik sluit me ook aan bij collega Muyters dat het economisch een belangrijk verdrag is dat onze bedrijven eerlijke concurrentie en toegang tot de markt zal brengen. Maar het moet een en-enverhaal zijn. Dat is essentieel. Ik denk dat we dat allemaal delen. Ik heb dat gehoord bij jullie allemaal. Dat is een goede zaak, maar er zit een angel aan. We hebben volgend jaar heel veel werk om daarmee aan de slag te gaan. Het laatste is hier zeker nog niet over gezegd. Maar als we allemaal dat engagement voor de mensenrechten en het ruimere luik van duurzaamheid delen, en dat koppelen aan dit verdrag maar ook aan alle toekomstige verdragen, dan slaan we de goede weg in.
De heer Deckmyn heeft het woord.
Ik wil de collega's ook danken voor de ingenomen standpunten. Ik denk dat iedereen gelijkaardige standpunten heeft geformuleerd, elk met wat andere klemtonen natuurlijk. Voor alle duidelijkheid, ook wat mij betreft is het zeker niet de bedoeling dat we ons afsluiten van akkoorden. Onze eigen economie is belangrijk en we kunnen ons niet zomaar isoleren, daar ben ik me zeer van bewust. Maar we moeten ons focussen op het feit dat dergelijke akkoorden een hefboom kunnen vormen om andere zaken, zoals mensenrechten en andere dingen, onder de aandacht te brengen. Dat is erg belangrijk.
Het debat is dus zeker nog niet afgelopen. Het is een goede zaak dat de minister-president gesteld heeft dat de Vlaamse Regering zeker nog geen definitief standpunt heeft ingenomen en dat hij zich daarnet heeft geëngageerd om de elementen in dit debat mee te nemen bij het vormen van een Vlaams standpunt.
De vragen om uitleg zijn afgehandeld.