Verslag vergadering Commissie voor Buitenlands Beleid, Europese Aangelegenheden, Internationale Samenwerking en Toerisme
Verslag
– Wegens de coronamaatregelen werd deze vraag om uitleg via videoconferentie behandeld.
De heer Nachtergaele heeft het woord.
Minister-president, sinds eind augustus 2020 wordt Paul Rusesabagina opgesloten in een Rwandese cel. Hij wordt beschuldigd van terrorisme, moord en het financieren van rebellie.
Rusesabagina was de uitbater van het Hôtel des Mille Collines en heeft meer dan duizend levens gered tijdens de Rwandese genocide in 1994. De man verbleef een tijdlang in ons land, werd hier ook staatsburger en is daarna verhuisd naar de Verenigde Staten. Daar is hij steeds kritisch geweest ten aanzien van het beleid van het regime van Paul Kagame. Dat komt hem blijkbaar nu zeer duur te staan.
Toen de man eind augustus naar Dubai ging, is hij op een onduidelijke manier gekidnapt en verdwenen. Enkele dagen later verklaarde Kagame op de Rwandese tv-zenders dat hij schuldig was aan de zaken die ik daarnet heb opgenoemd.
Deze situatie is natuurlijk totaal onaanvaardbaar voor een Europees staatsburger. Daarbij komt nog dat de heer Rusesabagina momenteel in een zeer slechte gezondheidstoestand verkeert. Hij is herstellende van kanker en heeft medicijnen nodig. Dringende actie is wel degelijk vereist.
Minister-president, hebt u meer zicht op de huidige toestand van de heer Rusesabagina? Wat is de laatste stand van zaken? Zijn er diplomatieke acties gevoerd of nog gepland? Wat zijn de opties om vanuit Vlaanderen druk te zetten op de Rwandese overheid? Zult u die situatie aankaarten bij de hoge vertegenwoordiger van de Europese Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid Josep Borrell?
Minister-president Jambon heeft het woord.
Mijnheer Nachtergaele, de Vlaamse Regering is begaan met het lot van de heer Rusesabagina. De heer Rusesabagina geniet als Belgisch onderdaan consulaire bescherming. In dit kader vonden tot en met 12 november van vorig jaar reeds twee bezoeken in de gevangenis plaats, waarbij Belgische vertegenwoordigers de heer Rusesabagina de benodigde medicatie konden bezorgen.
Volgens lokale Afrikaanse media zal de heer Rusesabagina op het einde van de maand januari voor de rechtbank verschijnen.
Zoals u weet, verkiest Vlaanderen om mensenrechtenschendingen aan te kaarten via Europese en multilaterale kanalen. De opties om vanuit Vlaanderen zelf druk te zetten op de Rwandese overheid, zijn immers relatief beperkt.
Mijn diensten volgen de zaak op de voet. Aangezien dit consulaire materie is, zal ik het niet nalaten om de federale collega’s hierover aan te spreken.
Naar aanleiding van een parlementaire vraag van Europees Parlementslid Thierry Mariani over deze kwestie, gaf de hoge vertegenwoordiger van de Europese Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid Josep Borrell op 12 november jongstleden onder meer volgende elementen van antwoord: de EU-delegatie werd verzekerd dat de rechten voor een eerlijk proces en een eerlijke procedure gerespecteerd zullen worden; de heer Rusesabagina zal toegang krijgen tot een advocaat en medische verzorging; het proces zal publiek gevoerd worden, met respect voor de geldende COVID-19-maatregelen; er wordt verwacht dat de omstandigheden van de heer Rusesabagina’s vlucht naar Rwanda tijdens het proces worden opgehelderd.
Hieruit blijkt dat de zaak reeds van nabij wordt opgevolgd door de heer Borrell. Ik ben dus gerust dat langs Europese kant daar de nodige druk plaatsvindt.
De heer Nachtergaele heeft het woord.
Minister-president, dank u wel. Ik ben blij dat u uw federale collega hierop zult aanspreken. Mijn eerste gedachten gaan natuurlijk uit naar de familie en de vrienden van Paul Rusesabagina. Dit weekend gaf de geadopteerde dochter, Carine Kanimba, een interview aan De Standaard. In dat interview drukte zij haar verontwaardiging uit over de manier waarop Buitenlandse Zaken zich opstelt in dit dossier en met name over het feit dat Buitenlandse Zaken weigert de manier van arresteren in Dubai te veroordelen.
Los van die formele diplomatieke steun, die uiteraard normaal en goed is, denk ik dat in zaken als deze een krachtig politiek signaal belangrijk is, een signaal van verontwaardiging over de manier waarop hij werd gearresteerd en een signaal van ongerustheid over een eerlijke procesvoering.
In dergelijke zaken, waarbij er toch twijfels kunnen worden geplaatst bij het functioneren van de rechtsstaat en waarbij er sprake is van mogelijk staatsgeweld – men spreekt over folteren –, is diplomatieke druk het enige wapen dat ons nog rest. Ik denk dat we dan wel ondubbelzinnig moeten durven te zeggen waar het op staat.
Minister-president Jambon heeft het woord.
Ik heb niets toe te voegen. Ik blijf bij mijn antwoord op de vraag.
De vraag om uitleg is afgehandeld.