Verslag vergadering Commissie voor Cultuur, Jeugd, Sport en Media
Verslag
– Wegens de coronamaatregelen werd deze vraag om uitleg via videoconferentie behandeld.
Aan de collega’s die ik nog niet zag tijdens de vorige vergadering: beste wensen. Hopelijk kunnen we elkaar ook nog eens live ontmoeten, werkbezoeken doen, buitenkomen en wordt alles opnieuw 100 procent normaal.
Mevrouw Schryvers heeft het woord.
Voorzitter, minister, collega’s, ook mijn beste wensen aan jullie allemaal.
Minister, ik heb een vraag ingediend in verband met de verwijzing naar 1712 bij berichten en programma’s over grensoverschrijdend gedrag. Begin december werd de nieuwe beheersovereenkomst met de VRT goedgekeurd. Daarin werd onder meer opgenomen dat wanneer er wordt bericht over thema’s die te maken hebben met geweld, misbruik of kindermishandeling, er meteen wordt verwezen naar de hulplijn 1712, waar mensen met vragen over grensoverschrijdend gedrag terechtkunnen.
Ik ben uitermate tevreden met die vermelding; dat zal u niet verbazen. De voorbije jaren ging er veel aandacht naar de problematiek van grensoverschrijdend gedrag en deden ook veel mensen publieke getuigenissen. Ik denk bijvoorbeeld aan de erkennings- en bemiddelingscommissie voor slachtoffers van historisch misbruik maar ook aan de commissie Grensoverschrijdend Gedrag van de vorige legislatuur. Dat sterkt andere slachtoffers om zelf ook hun verhaal te doen en vooral om hulp te zoeken. Dat is belangrijk en dat moeten we ondersteunen. Er werd reeds meermaals aangetoond dat het aantal oproepen bij 1712 een piek kent als er geweldgerelateerde thema’s in de media aan bod komen.
De voorbije jaren – ik heb het over jaren omdat de eerste keer twee legislaturen geleden is – heb ik in tal van vragen, zowel actuele vragen en vragen om uitleg als schriftelijke vragen, maar ook in twee resoluties gepleit om ook consequent de koppeling te maken met 1712, net zoals dat gebeurt met bijvoorbeeld 1813 van de Zelfmoordlijn, bij berichten of programma’s waar geweld, misbruik of kindermishandeling ter sprake komt of in beeld wordt gebracht. De kijker of luisteraar wordt dan attent gemaakt op de hulplijn 1712 en kan er mogelijk contact mee nemen indien hij dat nodig vindt.
Minister, op 11 maart vorig jaar heb ik hierover een vraag om uitleg gesteld. U hebt toen gesteld dat u dit zou meenemen in het kader van de nieuwe beheersovereenkomst. Ik ben dan ook heel tevreden dat dit nu is opgenomen. Ik wil bijzondere dank richten aan u en aan uw collega Wouter Beke voor de inspanningen daarrond. De VRT kan hierin inderdaad een voortrekkersrol opnemen naar andere media toe.
De Vlaamse Vereniging van Journalisten (VVJ) en de Raad voor de Journalistiek hebben zich in het verleden niet echt voorstander getoond van een veralgemeende verplichting, maar willen liever geval per geval het nut van doorverwijzing beoordelen. In antwoord op mijn vraag om uitleg stelde u dat u de journalistieke autonomie en de persvrijheid vanzelfsprekend ten volle respecteert, maar ook het gesprek met de VVJ en de Raad voor de Journalistiek hierover verder zou aangaan.
Minister, hebt u ondertussen nog verdere gesprekken gehad met de VVJ en de Raad voor de Journalistiek hierover? Wat waren de conclusies?
De opname in de beheersovereenkomst met de VRT is een heel belangrijke stap. Maar zult u nog verdere stappen zetten om tot een vermelding van 1712 te komen bij andere pers- en nieuwsberichten over geweld, misbruik en kindermishandeling?
Minister Dalle heeft het woord.
Collega Schryvers, ik dank u voor uw vraag. Vooraleer ik antwoord op deze vraag, wil ik jullie graag mijn beste wensen aanbieden voor het nieuwe jaar. Jammer genoeg kan dat niet fysiek, maar dat komt dit jaar ongetwijfeld nog wel. Als er één ding zeker is, is het dat 2021 beter zal zijn dan vorig jaar. Ik ben ervan overtuigd dat het een jaar vol veerkracht, engagement en solidariteit wordt en dat we vanuit het Vlaams Parlement en vanuit de Vlaamse Regering onze bijdrage daaraan zullen kunnen leveren.
Misschien, voorzitter, als u me toestaat een kleine opmerking over de werkzaamheden: alle begrip dat de twee vragen om uitleg worden uitgesteld om een breder debat mogelijk te maken over de beheersovereenkomst. Ik denk dat dat een zeer wijze beslissing is, omdat de beheersovereenkomst een bredere bespreking rechtvaardigt. Maar misschien wel de vraag om dat in het vervolg eerder aan ons te melden. Met mijn administratie en kabinet proberen wij altijd de vragen om uitleg zeer degelijk voor te bereiden, met alle informatie die er is. We hebben dat ook in dit geval gedaan, om op tijd klaar te zijn. Ik heb maar zeer recent vernomen dat dit vandaag niet zou worden behandeld, terwijl we nog een aantal dringende bijvragen hadden gesteld. Ik wil toch vragen om dat misschien in het vervolg vanaf het begin te doen.
Het werd deze voormiddag beslist in de regeling der werkzaamheden, helemaal op het einde van de ochtendvergadering. Ik weet niet wanneer u op de hoogte gebracht bent, maar vroeger dan het einde van deze voormiddag kon het niet. We hadden misschien inderdaad vroeger moeten beslissen om over te gaan tot de hoorzitting. Blijkbaar is dat de gewoonte, om bij een beheersovereenkomst toch nog een gedachtewisseling en een hoorzitting te organiseren, maar daar was ik niet van op de hoogte. Het is in die zin wat fout gelopen. Daarvoor onze verontschuldigingen.
Het is goed om het breder te behandelen. Waarvoor dank.
Collega Schryvers, bedankt voor uw vraag. Het is een goede zaak dat we daar ook in deze commissie regelmatig aandacht voor hebben, omdat de maatschappelijke taak van onze mediabedrijven, niet alleen van de openbare omroep maar ook van de private mediabedrijven, aanzienlijk is. Zeker ten aanzien van een problematiek als grensoverschrijdend gedrag is dat bijzonder belangrijk. De vermelding van bijvoorbeeld 1712 is ter zake inderdaad een belangrijke kwestie.
U stelde hierover in het begin van vorig jaar al een vraag en u had al contact hierover met de Vlaamse Vereniging van Journalisten (VVJ) en de Raad voor de Journalistiek. Zij hebben u toen ook hun standpunt toegelicht. Zij herhalen dat standpunt opnieuw: dat er heel veel bereidheid is bij media en journalisten om de hulplijn 1712 te vermelden. Zij kunnen daarnaast nog andere hulplijnen vermelden. Zij zijn geen voorstander van een algemene verplichting, van een algemene regel die op alle situaties toepasselijk zou zijn.
Ikzelf ben in opvolging van uw vraag van 11 maart 2020 het gesprek met de VVJ en de Raad voor de Journalistiek verder aangegaan om hulpverlening ook via de verschillende communicatiekanalen een belangrijke plaats te geven. Ik heb hierover ook nog recent contact gehad met de VVJ en de Raad voor de Journalistiek. Zij bevestigden opnieuw hun standpunt. Dat neemt niet weg dat de VVJ zowel individuele journalisten als hoofdredacties mobiliseert om hulplijnen meer aandacht te geven, bijvoorbeeld in haar blad De Journalist, op de website www.journalist.be, en via hun digitale nieuwsbrief, sociale media en dergelijke meer. Deze aandacht kan op twee manieren gegeven worden: in de vorm van berichtgeving, zoals een interview of reportage over een hulplijn, of met gratis advertenties voor deze hulplijnen. De VVJ heeft al herhaaldelijk op deze mogelijkheden gewezen, en er wordt ook meer gebruik gemaakt van de verschillende mogelijkheden.
Collega Schryvers, mij valt het op dat het allerbelangrijkste is dat er meer bewustwording is rond deze thema’s en rond de verschillende communicatielijnen. Vandaar heb ik samen met collega Beke het initiatief genomen om die hulplijnen nog extra te ondersteunen en daar ook een communicatiecampagne rond te voeren, zodat iedereen weet welke hulplijnen er te beschikking staan.
De opname in de beheersovereenkomst met de VRT is een belangrijke stap. Ik ben van oordeel dat de VRT hier een belangrijke voorbeeldfunctie te vervullen heeft. In de nieuwe beheersovereenkomst wordt niet alleen 1712 expressis verbis vernoemd, maar bijvoorbeeld ook Tele-Onthaal en Awel. Ik stel vast dat daar in de hele covidcrisis steeds meer aandacht voor is geweest en dat ook de bekendheid van die hulplijnen aan het stijgen is, mede door de inzet van de VRT en andere mediabedrijven.
Daarnaast hebben we op 23 oktober 2020 met de Vlaamse Regering een actieplan goedgekeurd ter bestrijding van seksueel geweld. In het kader van operationele doelstelling (OD) 1.1 hebben we ook initiatieven genomen. Die OD luidt als volgt: ‘We informeren en sensibiliseren burgers en professionals door duidelijke informatie te verspreiden’. Ik heb mij samen met minister Beke geëngageerd om met de relevante partners te onderzoeken hoe bij berichtgeving waarbij de inhoud gerelateerd is aan seksueel geweld, verwezen kan worden naar de betrokken hulpverlening 1712, maar ook naar Nupraatikerover.be, de zorgcentra na seksueel geweld (ZSG’s) en dergelijke meer, naar het voorbeeld van de richtlijnen over berichtgeving rond zelfdoding.
Collega Schryvers, ik denk dus dat de opname van dit element in de VRT-beheersovereenkomst zeker geen eindpunt is, integendeel, dat het ook een aanleiding is voor de openbare omroep om verder na te denken hoe ze dat nog kunnen versterken, en zeker ook een aanzet voor de andere mediabedrijven om ook op dat voorbeeld voort te gaan.
Mevrouw Schryvers heeft het woord.
Dank u wel, minister. Ik onderschrijf volledig wat u zegt. Het gaat inderdaad over meer dan alleen 1712, het gaat ook over Tele-Onthaal, het gaat ook over Awel. Ik heb toch wel het gevoel dat er de laatste tijd op dat vlak heel wat in beweging is. Dat is een goede zaak. Ik verwijs dan bijvoorbeeld ook naar de vermelding van gesponsorde berichten van 1712, bijvoorbeeld op Facebook, waar ik ook al eens een vraag over gesteld heb en waar u met Facebook ook het gesprek aangegaan bent, omdat die eerder geweerd werden. Wanneer 1712 zich bekend wilde maken via filmpjes en daar kwam geweld in, dan werden die geweerd, terwijl het net de bedoeling was om de lijn bekend te maken. Dat is dus één zaak.
Ten tweede denk ik dat de bijkomende middelen, de uren van bereikbaarheid, de toegankelijkheid van de hulplijnen, en nu die opname in de beheersovereenkomst allemaal goede stappen zijn. Ik wil er nog één graag vernoemen. Sinds 25 november, de Internationale Dag tegen geweld op vrouwen, laat Twitter het aanbod van 1712 verschijnen bij tweets waarin woorden worden gedetecteerd die te maken hebben met geweld of tweets die wijzen op een hulpvraag. Ik heb daarover ook een vraag gesteld aan uw collega Beke op 1 december van vorig jaar. Hij zei me ook dat 1712 ook in gesprek gaat met de andere socialemediaplatformen om te zien of daar ook afspraken gemaakt kunnen worden. Ik zou u willen vragen of u, als u daar contacten mee hebt die u in andere kaders soms ook wel hebt, die vragen ook kunt ondersteunen, want ook dat is weer een stap verder. Nu is er de beheersovereenkomst van de VRT over berichtgeving waar geweld, misbruik, kindermishandeling bij komt kijken, maar het kan even goed gaan over vermeldingen op socialemediaplatformen en ook dan is verwijzing naar de hulpverlening iets dat mensen kan helpen die daar misschien nood aan hebben.
Mevrouw Perdaens heeft het woord.
Vooreerst van mezelf beste wensen aan iedereen en een goede gezondheid, we kunnen het allemaal gebruiken.
Mevrouw Schryvers, dank u wel voor het stellen van de vraag. Ik vind het ongelooflijk belangrijk om de aandacht te houden op nummers als 1712 en het belangrijke werk dat ze doen. 1712 actief vermelden wanneer die thema’s besproken worden, is ook iets waar wij als fractie volledig achter staan. Het was belangrijk dat dat destijds opgenomen werd in die resolutie. Het is ontzettend belangrijk dat het nu in de beheersovereenkomst opgenomen wordt. Ik ben ook blij om te horen dat dit geen eindpunt is. Hoewel we de terughoudendheid van de Vlaamse Vereniging van Journalisten (VVJ) en de Raad voor Journalistiek betreuren, hebben we enigszins ook begrip voor het standpunt en de bezorgdheid over de redactionele autonomie. Het blijft ons standpunt – en ik denk dat een degelijk pleidooi daarvoor gepast is – om 1712 te vermelden. Als redacties dan toch het gevoel hebben dat ze hier case per case moeten kunnen bekijken, bijvoorbeeld wanneer er bepaalde zaken niet vermeld worden uit een dossier, kijk dan naar de link die er met 1813 is wanneer familie bijvoorbeeld niet wenst te commentariëren of wanneer er verder niet over de doodsoorzaak gesproken wordt, dat er dan wel de vermelding is en dan is de link natuurlijk meteen gelegd.
Maar wanneer dan toch case per case bekeken zou moeten worden of het nummer vermeld moet worden, is een opt-out misschien een betere oplossing dan een opt-in. Dat houdt in dat er standaard wel een vermelding is en in hoogst uitzonderlijke gevallen niet.
Gisteren had collega Schryvers het in de commissie Welzijn over de afstemming tussen de VRT en 1712, iets wat ik allerminst evident vind. Voor diepgravender en lang vastgelegde reportages is dat een zaak, maar het nieuws evolueert ongelooflijk snel, daar hoef ik geen tekening bij te maken. Dan is dat een pak moeilijker.
Minister, u haalde de extra ondersteuning aan. Die zal van ongelooflijk belang zijn, zeker wanneer het nummer meer aan bekendheid wint. Die ruimere bekendheid is ook essentieel, zowel voor 1712 als voor de andere hulplijnen.
We hebben het er hier in deze commissie al vaker over gehad. Elke week blijkt dat ‘media’ veel verder gaat dan louter de VRT. We hebben het er ook al vaker over gehad dat influencers een heel groot bereik hebben. Ik heb er in het verleden ook al naar verwezen dat wij daarbij als politici een heel groot bereik en een heel grote verantwoordelijkheid hebben. Ik heb me eerder deze week nog enorm boos gemaakt toen een collega-politicus de kans zomaar liet liggen om 1813 te vermelden en in de plaats daarvan smalend, grappend reageerde toen iemand aangaf liever niet meer wakker te worden om zijn examenperiode te ‘fixen’. Ik vind dat een gigantisch probleem. Dat was een kans om 1813 te vermelden maar dat is niet gebeurd.
Minister, ik wil komen tot mijn vraag. U werkt aan een document voor influencers. Ik denk dat dit ook breder bekeken mag worden. Het vermelden van 1712, van 1813, van Awel en andere hulporganisaties mag daar wat mij betreft zeker bij. Ik vroeg me af of dit ook concreet wordt opgepikt. Ik denk dat dit soort vermeldingen door mensen met een groot bereik onbetaalbaar is in die zin dat het met geen enkele grote communicatiecampagne bereikt kan worden. We moeten er allemaal een reflex van maken om dat effectief te doen. Ik wil zoveel mogelijk mensen daartoe aansporen.
Mevrouw Segers heeft het woord.
Dank u wel, mevrouw Schryvers, voor de vraag. Ik wil allereerst ook aan iedereen een gezond en gelukkig jaar 2021 wensen. Sowieso zal dit jaar beter worden dan het vorige, daar kunnen we alleen maar van uitgaan.
Bedankt voor de vraag. Het is een belangrijke thematiek die u, samen met ons, onder de aandacht blijft houden. Het toeval wil dat we afgelopen maandag in de Senaat een hoorzitting hadden in de commissie met onder andere de mensen van 1712. Daaruit bleek dat er het afgelopen jaar de helft meer oproepen binnengekomen zijn bij 1712. Enerzijds komt dat natuurlijk doordat 2020 een uitzonderlijk jaar was, waarvan we helaas hebben moeten vaststellen dat het tot veel meer intrafamiliaal en ander geweld heeft geleid, en anderzijds natuurlijk ook doordat 1712 steeds meer bekend raakt. We hielden die hoorzitting in het kader van een resolutie van onder andere collega D’Hose over homofoob geweld. Onder andere collega Van de Wauwer was daar ook aanwezig. De helft meer oproepen moeten verwerken, dat is een heel pak. Het is zeker en vast belangrijk dat 1712 meer bekend geraakt en dat Twitter ook stappen zet op dat vlak. Maar men botst daar natuurlijk wel op de mogelijkheden qua bestaffing van 1712. We hebben het zowel in de plenaire vergadering als in de commissies al gehad over het beperkt aantal uren waarop 1712 bereikbaar is en over de bemanning van de chatfunctie.
Minister, mijn oproep is de volgende. 1712 gaat niet enkel over homofoob of ander geweld maar ook over pesten en dergelijke. Op een gegeven moment zullen we toch wel de tering naar de nering moeten zetten. Dat wil zeggen dat we bijkomend moeten investeren in 1712. Ziet u daarvoor een openheid en mogelijkheid?
Minister Dalle heeft het woord.
Dank u wel voor de extra vragen, collega’s.
Collega Schryvers, uw suggestie om ook te kijken naar socialemediabedrijven is zeer terecht. We hebben effectief, naar aanleiding van uw vraag over 1712, contact gehad met de mensen van Facebook. Dat ging toen over die advertentie die moeilijk online kwam, omdat het zogezegd over een politieke advertentie ging. Dat probleem is opgelost. Maar naar aanleiding van dat contact is er ook gesproken over de vermelding van onder meer 1712 en Sensoa. Het is effectief iets dat we verder opnemen.
Collega’s van de commissie Media weten dat ik de ambitie had om in de loop van dit jaar naar California te gaan om rechtstreeks te kunnen spreken met die bedrijven. Dat zal jammer genoeg niet kunnen plaatsvinden door covid. Maar de komende jaren, ook met het oog op het voorzitterschap van de Europese Unie in 2024, zijn die contacten met de sociale mediabedrijven heel belangrijk. U kunt erop rekenen dat ook dit thema in onze gesprekken met hen opnieuw aan bod zal komen. Maar het is effectief al gebeurd en we vragen daar extra aandacht voor.
Mevrouw Perdaens, uw vraag over de ‘code of conduct’ voor influencers is actueel. Toevallig zie ik morgen een aantal influencers om al een eerste aanzet te doen van bespreking. Ook deze thematiek kan daar aan bod komen. Wel is het natuurlijk zo dat professionals in de mediasector nog te onderscheiden zijn van influencers. Er zijn daarin heel verschillende types personen. Er zijn mensen bij die professioneel of semiprofessioneel actief zijn, er zijn er ook die dat puur als hobby doen. Dus, aandacht voor deze thematiek? Zeker. Maar ik ben niet zeker dat we exact dezelfde verplichtingen moeten opleggen of aanbevelingen moeten doen als aan journalisten. Ook hier denk ik dat het zeer terecht is om dit soort vermeldingen aan bod te laten komen.
Het is wel niet mijn bedoeling – dat heb ik hier al aangehaald – om als een soort van keizer-koster vanuit Vlaanderen regels op te leggen aan influencers, maar wel om samen met hen bottom-up te bekijken hoe we dit soort maatschappelijke kwesties beter kunnen behandelen en door hen laten aankaarten. U kunt erop rekenen dat dit thema daarin aan bod zal komen.
Tot slot, mevrouw Segers: uw vraag is van budgettaire aard. Het afgelopen jaar hebben we, samen met minister Beke, al enorme extra impulsen gegeven aan alle telefonische diensten, ook aan 1712. Een van die beslissingen hebben we genomen aan de start van de eerste lockdown. We hebben toen extra middelen gegeven aan WAT WAT, Awel, Tele-Onthaal, 1712 en 1813. Het ging toen over een bedrag van 460.000 euro. Ook nadien zijn er extra middelen toegekend. Collega Beke kan daarover ongetwijfeld meer tekst en uitleg geven, specifiek wat 1712 betreft. Ikzelf heb vorig jaar de extra middelen toegekend voor bijvoorbeeld Awel, maar ik heb ze ook structureel gemaakt voor dit jaar en de volgende jaren. Ze zijn structureel opgenomen in de begroting, voor onbepaalde duur.
Ook belangrijk is dat het niet alleen een financiële zaak is, maar ook een zaak van goede samenwerking tussen de verschillende diensten. Ook daar heb ik recent, samen met minister Beke, alle telefonische en digitale onthaaldiensten gesproken om ervoor te zorgen dat er ook in de backoffice een goede samenwerking is, zodat er een goede doorverwijzing is van de ene dienst naar de andere. Awel, bijvoorbeeld, mijn eigen telefoon en chat binnen het beleidsdomein Jeugd, is een eerstelijnsonthaal voor jongeren, maar staat natuurlijk in nauw contact met bijvoorbeeld 1712, 1813 en nupraatikerover.be, om ervoor te zorgen dat ook gespecialiseerde hulpverlening mogelijk is. Het is zeker een kwestie van voldoende financiële middelen, maar ook van een goede samenwerking tussen die verschillende diensten. Ik denk dat er vorig jaar ook daar een zeer grote activiteit is geweest, zowel wat betreft de onthaaldiensten van minister Beke als die van mijzelf. Ik dank u.
Mevrouw Schryvers heeft het woord.
Minister, collega’s, ik dank jullie voor de bijkomende reacties. Ik heb nog een paar opmerkingen. Ten eerste, geduld is misschien niet altijd de beste eigenschap van politici, maar toch hebben we misschien al wel eens geleerd dat we dat moeten hebben en dat, als je heel lang op iets blijft hameren, er soms toch resultaten komen. De eerste keer dat ik die vermelding van 1712 bij berichten heb gevraagd, was in een resolutie na de erkennings- en bemiddelingscommissie voor slachtoffers van historisch misbruik in 2014. Wel, ik ben absoluut tevreden dat er nu een heel belangrijke stap wordt gezet. En dat is natuurlijk geen eindpunt. Er zijn nog vele facetten waarvoor we verder kunnen gaan in die bekendmaking. Ik herhaal dat er de voorbije periode al heel wat gebeurd is.
Collega Segers, zoals de minister terecht aanhaalde, is er in het voorbije voorjaar in heel wat bijkomende middelen voorzien voor de versterking van de verschillende hulplijnen, ook voor 1712. Een van de elementen daarbij is dat er een monitoring zou gebeuren van het aantal gemiste oproepen. Daaruit is gebleken dat het grootste aantal gemiste oproepen zich situeerde binnen de gewone uren van bereikbaarheid, en niet ’s avonds of in het weekend wanneer de hulplijn normaal gesproken niet bereikbaar is. Die resultaten zijn begin november 2020 bekendgemaakt en minister Beke heeft dan inderdaad in bijkomende middelen voorzien: 180.000 euro voor 2,5 extra voltijdequivalenten (vte's) gedurende een jaar.
Maar ik heb ook wel een bekommernis. Zeker nu in de beheersovereenkomst met de VRT is opgenomen dat 1712 zal vermeld worden na berichten over geweld, mishandeling en misbruik, kan dit ertoe leiden dat, bijvoorbeeld wanneer er 's avonds dergelijke berichten gegeven worden, meer vragen zouden kunnen komen en ook meer oproepen. Ik heb dus eergisteren in de commissie aan minister Beke gevraagd om, gezien die nieuwe situatie, dat toch blijvend te laten monitoren, zodat op basis van die monitoring eventueel bijkomende inzet of verschuiving van inzet kan georganiseerd worden in functie van de noden.
De vraag om uitleg is afgehandeld.