Verslag vergadering Commissie voor Mobiliteit en Openbare Werken
Verslag
– Wegens de coronamaatregelen werd deze vraag om uitleg via videoconferentie behandeld.
Mevrouw Fournier heeft het woord.
Minister, in 2012 bouwde de provincie West-Vlaanderen samen met enkele gemeenten een routeringsplan uit voor het doorgaand zwaar verkeer in de driehoek Ieper-Diksmuide-Roeselare (IDR). In samenwerking met het Agentschap Wegen en Verkeer (AWV) werden een aantal routes voor het vrachtverkeer uitgestippeld en werd een bewegwijzeringsplan opgemaakt. Dat plan zou later dan ook voor heel Vlaanderen uitgerold worden.
Uw voorganger kondigde de definitieve uitrol een paar keer aan, maar in 2017 zei hij uiteindelijk: “Uit onderzoek is gebleken dat de realisatie van het vrachtroutenetwerk, zoals het werd uitgetekend, zeer unimodaal is opgevat, dus enkel uitgaande van één vervoersmodus, namelijk het vrachtverkeer over de weg. Dat lijkt mij nogal in strijd met alles wat we tevoren hebben nagestreefd op het vlak van combimobiliteit en multimodale knopen en combilogistiek.”
Het was voor mij wat vreemd dat uw voorganger twee jaar nodig had om tot die conclusie te komen. Combimobiliteit is uiteraard niet slecht als oplossing, maar we moeten de dagdagelijkse realiteit ook onder ogen zien. Nog vaak komen internationale vrachtwagens leveren in onze lokale buurten. Een goede werking van het IDR-systeem toont aan dat woonkernen en bedrijven verzoend kunnen worden.
Minister Weyts beloofde uiteindelijk in 2018 dat hij een vrachtroutenetwerk zou invoeren, rekening houdend met de informatie uit de meetpunten van de kilometerheffing. De Mobiliteitsraad van Vlaanderen (MORA) vroeg daarbij om “ervoor te zorgen dat bestemmingen voor vrachtwagens op een zo duurzaam mogelijke manier bereikbaar blijven en dat bij het bepalen van de routes rekening wordt gehouden met de sociaaleconomische impact en de impact op leefbaarheid en milieu. Het vermijden van interactie met het fietsroutenetwerk is hierbij een aandachtspunt”.
We hebben ondertussen ook al de data uit de metingen van de kilometerheffing zien passeren in de commissie, studies werden uitgevoerd en voorstellen besproken. Binnen de IDR-zone zijn zeker aanpassingen nodig of zijn minstens ingrepen nodig voor de fietsers of de schoolgaande jongeren. Maar ook omgekeerd, op andere plaatsen in Vlaanderen kan zo een vrachtroutenetwerk zinvol zijn.
Minister, wat is de stand van zaken van het Vlaamse vrachtroutenetwerk? Wordt daar nog verder aan gewerkt? Komt het er nog? En wat is de stand van zaken rond het IDR? Waarom staan die borden er nog? Worden er aanpassingen aan doorgevoerd? En welke beleidsconclusies of aanpassingen probeert u te realiseren op basis van de informatie die beschikbaar is uit de kilometerheffing?
Minister Peeters heeft het woord.
Mevrouw Fournier, bedankt voor uw vragen over het Vlaamse vrachtroutenetwerk. U hebt zelf verwezen naar wat daaromtrent in de vorige legislaturen al besteed is aan tijd en energie aan de uitwerking van dat vrachtroutenetwerk. We gaan die energie uiteraard niet verloren laten gaan. We gaan de inspanningen die daar geleverd zijn alleszins gebruiken om daar verder op te werken. Onder andere worden al die elementen ook meegenomen in de verdere uitwerking van de wegencategorisering. Daarbij willen we voorkomen dat er conflicten zijn tussen vrachtwagens en fietsers of schoolgaande jongeren. Dat moeten we allemaal zoveel mogelijk vermijden. Dus wat in het verleden al is opgebouwd zal zeker meegenomen worden in de verdere uitrol, zeker ook van onze wegencategorisering.
Dan kom ik bij de stand van zaken rond het IDR-netwerk. Ik zie dat uw vraag dateert van 15 december. Op 10 december heeft er nog een overleg plaatsgevonden over het vrachtroutenetwerk IDR, dat eigenlijk veel verder gaat dan een vrachtroutenetwerk. Dat is een volledig gebiedsdekkend verhaal, dat richting poogt te geven aan alle mogelijke vrachtstromen in de regio Ieper-Diksmuide-Roeselare, daar waar een Vlaams vrachtroutenetwerk zich vooral entte op de regionale bedrijventerreinen en de belevering van materialen via vrachtwagens.
Het IDR-netwerk is een veel ruimer project, een gebiedsdekkend verhaal, een verhaal van de provincie in samenspraak met AWV en de lokale besturen als dusdanig. Er staan inderdaad nog een aantal borden. Zoals ik al zei, heeft daar op 10 december een evaluatie rond plaatsgevonden, waar onder meer de gemeenten, de provincie, de politiezones en dergelijke meer bij betrokken waren. Dat was een heel uitgebreid overleg met alle mogelijke stakeholders. Daar heeft men zich onder andere gebogen over toekomstgerichte scenario's die kunnen worden uitgewerkt om het verhaal van het IDR-netwerk niet verloren te laten gaan.
Is het daarmee af? Neen, maar er is wel een vervolgtraject afgesproken op die vergadering. Er moet nog een terugkoppeling gebeuren naar een aantal instanties. Daarna wil men een aantal rode draden die bij alle stakeholders terugkomen, uitfilteren en duidelijk in kaart brengen. Men gaat ook een of meerdere scenario's verder uitwerken en toetsen op hun budgettaire haalbaarheid. Men zal steeds terugkoppelen met de vervoersregio's waar het thema vrachtverkeer heel binnenkort ook aan bod zal komen. Verder zullen er nog een aantal bilaterale gesprekken plaatsvinden met een aantal lokale besturen en een aantal kleinere groepen. Zo waren er onder andere vragen van Staden, Kortemark, Hooglede, Zonnebeke, Moorslede en Ieper. Men zou ook zoeken naar een consensus rond een voorkeurscenario dat men opnieuw zou gaan bespreken met alle stakeholders en zeker ook met de lokale besturen. Men kan het een beetje vergelijken met een startoverleg. Vervolgens wil men de maatregelen die voortvloeien uit het voorkeurscenario, implementeren.
Is het IDR-netwerk nog actief? Tot op dit ogenblik blijft het nog altijd actief, vandaar dat de borden er ook nog staan. Als het vervolgtraject niet verder wordt doorlopen, dan kan het wel zijn dat er hier en daar bepaalde wijzigingen komen, afhankelijk van het voorkeurscenario dat straks wordt uitgetekend.
Er is een tool beschikbaar die mijn administratie toelaat om semi-geautomatiseerde analyses uit te voeren van onboardunitdata (OBU-data), waarbij indicaties kunnen worden gegeven van de herkomst en de bestemming van vrachtwagens en een onderscheid gemaakt kan worden tussen doorgaand en lokaal verkeer. Tevens is het mogelijk om hieruit de intensiteit af te leiden van het vrachtwagenverkeer dat onderworpen is aan de kilometerheffing.
Omdat dit een semi-geautomatiseerd proces is, vergen de analyses de nodige tijd en middelen, waardoor er slechts een beperkte set van analyses uitgevoerd kunnen worden. Momenteel worden de beschikbare middelen ingezet om discussiepunten bij de opmaak van de regionale mobiliteitsplannen in beeld te brengen.
We moeten hierbij de belangrijke kanttekening maken dat deze analyses voornamelijk worden uitgevoerd voor specifiek aangeduide locaties waarbij de data over een bepaalde periode worden geanalyseerd. We kunnen dus nog geen totaalbeeld distilleren. Daarvoor moet men nog intenser en over een ruimere periode en gebied gegevens distilleren. In de toekomst zou dit wel kunnen, maar het vraagt meer mankracht en meer middelen.
Mevrouw Fournier heeft het woord.
Ik heb geen bijkomende vragen, maar wel enkele opmerkingen. Minister, ik was inderdaad niet op de hoogte van het overleg van 10 december. Ik denk dat mijn vraag en het overleg elkaar gekruist hebben. U hebt een volledige uitleg gegeven over het overleg en de stand van zaken van het vrachtroutenetwerk IDR. Wat ik een beetje mis in uw antwoord, is of u van plan bent om vanuit Vlaanderen in heel Vlaanderen zulke netwerken uit te stippelen. Of gaat het meer een taak zijn van de vervoersregio's om dit te implementeren in hun mobiliteitsplan?
Ik ben een beetje bang dat, als iedere vervoersregio of iedere gemeente zelf een vrachtroutenetwerk of een verbod op zwaar verkeer invoert, dat altijd wel een impact heeft op de buurgemeenten. Mijn vraag is of er vanuit Vlaanderen een totaalplan gaat zijn voor een vrachtroutenetwerk, of is dat volledig de taak van de vervoerregio’s?
Minister Peeters heeft het woord.
Het IDR-netwerk is een ander verhaal. Dat is volledig gebiedsdekkend en gaat veel ruimer dan alleen het Vlaamse vrachtroutenetwerk. Dat heeft zich in het verleden vooral geënt op die bovenregionale bedrijventerreinen. U zegt terecht dat het niet logisch is dat elk lokaal bestuur een eigen vrachtroutenetwerk gaat uittekenen. De administratie geeft aan dat men dat nu voornamelijk wil laten plaatsvinden in de vervoerregioraden, die in het kader van hun regionale mobiliteitsplannen ook het best een vrachtroutenetwerk als volwaardig thema mee opnemen in de opmaak van hun plannen. Dat is waar we naar kijken.
Tegelijkertijd is er ook de wegcategorisering. Daar wordt ook zeker rekening mee gehouden. Er wordt de vervoerregioraden alleszins gevraagd om ook een thema vrachtroutenetwerk uit te werken binnen de regio. Want als elk lokaal bestuur dat moet uittekenen, zal dat inderdaad tot conflicten leiden. Het is wel de bedoeling dat de vervoerregioraden daar in eerste instantie mee aan de slag gaan, of er binnen hun regionale mobiliteitsplannen de nodige aandacht aan besteden.
De vraag om uitleg is afgehandeld.