Verslag vergadering Commissie voor Welzijn, Volksgezondheid, Gezin en Armoedebestrijding
Verslag
– Wegens de coronamaatregelen werd deze vraag om uitleg via videoconferentie behandeld.
Mevrouw Van den Bossche heeft het woord.
Op 9 oktober 2020 keurde de Vlaamse Regering een kadernota goed die de visie op de regiovorming weergeeft en het kader voor de verdere aanpak deze regeerperiode. Die nota bevat ook een kaart met de referentieregio’s. De gouverneurs buigen zich nu, na het inwinnen van een advies van lokale besturen en fora op lokaal niveau, over deze afbakening. Ze zullen midden januari advies geven. Eind januari zou de Vlaamse Regering een aantal beslissingen nemen, waaronder die over de referentieregio’s.
In die kadernota staat dat de regering zich engageert om die afbakening zo consequent en snel mogelijk door te voeren binnen de eigen bevoegdheden. In bijlage twee verwijst de nota expliciet naar de eerstelijnszones en de zorgregio’s. Daaruit blijkt al dat die niet meteen compatibel zijn met het voorstel van de referentieregio’s.
De intergemeentelijke samenwerking inzake zorg vertrekt altijd vanuit een zo efficiënt mogelijk gebruik van de beschikbare middelen. De programmatie is ook op dat principe geënt. Het decreet betreffende de indeling in zorgregio's en betreffende de samenwerking en programmatie van gezondheidsvoorzieningen en welzijnsvoorzieningen zegt heel duidelijk dat de Vlaamse Regering oog heeft voor de bereikbaarheid en toegankelijkheid van deze voorzieningen voor de gebruiker en daartoe ook zorgt voor een optimale spreiding. Het wijzigen van de bestaande regio’s dreigt een impact te hebben op die bereikbaarheid en toegankelijkheid, en eventueel ook op de spreiding. Mogelijk zullen er daar een aantal aanpassingen gebeuren. Ik denk concreet aan de netwerken geestelijke gezondheidszorg.
Minister, op welke manier was en is uw agentschap betrokken bij deze oefening?
Nemen de gouverneurs in hun verkenning ook het aspect toegankelijke en bereikbare zorg mee? Buigen zij zich ook over dat aspect of is dat inhoudelijk niet het geval?
Is het uw ambitie om voor alle samenwerkingsverbanden inzake zorg de afbakening consequent en snel door te voeren, zoals het is omschreven in de kadernota?
Werd er binnen uw agentschap een impactanalyse gemaakt van de invoering van de nieuwe referentieregio’s, een impactanalyse op de bestaande eerstelijnszones, netwerken geestelijke gezondheidszorg bijvoorbeeld? Zo nee, plant u die en wanneer plant u die dan? Of zijn er eventueel andere agentschappen of instanties die zo’n impactanalyse al hebben gemaakt?
Welke stappen zullen er binnen uw beleidsdomein worden gezet onmiddellijk na de goedkeuring van de referentieregio’s? Hebt u een tijdspad voor die stappen?
Werd er omtrent die aanstaande regiovorming ook al formeel gecommuniceerd met de bestaande samenwerkingsverbanden? Op welke manier verloopt die communicatie?
Bent u op de hoogte van de ongerustheid die dit dossier momenteel teweegbrengt bij de bestaande samenwerkingsverbanden, die eigenlijk naar ieders tevredenheid verlopen? Op welke manier zou u een antwoord willen bieden op die ongerustheid?
Minister Beke heeft het woord.
Collega, het agentschap Zorg en Gezondheid is betrokken via het team Eerste Lijn van de afdeling Eerste Lijn en Gespecialiseerde Zorg. Binnen dit team werd de voorbije jaren gewerkt aan de realisatie van de eerstelijnszones en regionale zorgzones, in het kader van de hervorming van de eerstelijnszorg in Vlaanderen.
Ik ken de concrete vraag die aan de gouverneurs werd gesteld niet. Daarover moet u mijn collega Somers bevragen.
Voor de invoering van de referentieregio’s zal een duidelijk en haalbaar traject worden afgesproken. Hiervoor zal uitgebreid overleg worden gepleegd met de betrokken sectoren.
In het advies dat vanuit het beleidsdomein Welzijn, Volksgezondheid en Gezin (WVG) werd bezorgd, bevindt zich een eerste impactanalyse. Zoals u wellicht kunt vermoeden, trek ik in het advies met betrekking tot de afbakening van de referentieregio’s – dat door mij eind december aan minister Somers werd bezorgd – volledig de kaart van de recent afgebakende eerstelijnszones.
Het proces rond de vorming van de eerstelijnszones dat jaren in beslag nam en kan rekenen op een breed draagvlak, wil ik maximaal honoreren. De zorgraden zijn hiermee al volledig aan de slag. De verdeling van middelen en personeel is daar ook op gebaseerd. Ook in het kader van aanpak van de COVID-19-epidemie werden de zorgraden van de eerstelijnszones nog verder versterkt.
De te nemen stappen zullen in onderling overleg met het Agentschap Binnenlands Bestuur worden vastgelegd. Het is op dit ogenblik nog onduidelijk welke deze stappen zullen zijn.
Over de goedgekeurde nota van 9 oktober werd aan alle betrokken sectoren een communicatie verstuurd vanuit het agentschap Zorg en Gezondheid met meer duiding.
Ik ben mij natuurlijk bewust van de ongerustheid die rond dit dossier heerst. In de communicatie naar aanleiding van de nota van 9 oktober heb ik de sectoren gevraagd om argumenten pro of contra de voorgestelde afbakening van de referentieregio’s mee te delen. Die argumenten werden overgenomen in het advies met betrekking tot de kadernota rond de regiovorming, dat eind december 2020 door mij aan minister Somers is bezorgd. Tijdens de bespreking van de aangepaste referentieregio’s, die na verwerking van alle adviezen aan de Vlaamse Regering zullen worden voorgelegd, zal ik die ongerustheid ook ter sprake brengen.
Na goedkeuring door de Vlaamse Regering van de referentieregio’s, zal ik uitgebreid in overleg gaan met de betrokken sectoren, als er toch nog aanpassingstrajecten nodig zouden zijn.
Mevrouw Van den Bossche heeft het woord.
Bedankt, minister. Ik denk dat dat uw kortste antwoord ooit is. Het was op een aantal vlakken wel duidelijk, al ik heb toch een paar bijkomende vragen.
Mag ik uit uw antwoord concluderen dat u zelf zult proberen te pleiten – ik begrijp dat u natuurlijk geen uitkomst kunt garanderen – voor het maximaal behouden van zones zoals ze in de zorg zijn afgebakend en ook goed werken? Die zijn overigens tot stand gekomen, zoals u zelf terecht zegt, na een soms moeizaam, maar wel goed overleg.
U zegt dat de stappen die u zult zetten, nog onduidelijk zijn. Bedoelt u dan dat, omdat u nog niet weet of u uw slag thuis kunt halen, u ook nog niet kunt voorspellen welke stappen u zult moeten zetten? Als dat zo is, begrijp ik dat zeer zeker.
U zegt dat de sectoren geraadpleegd zijn en dat u dat hebt meegenomen voor het advies. Kunt u even meegeven welke organisaties precies zijn geraadpleegd?
U hebt het even gehad over de eerstelijnszones. Als we kijken naar zorgzones tout court en naar bijvoorbeeld de netwerken geestelijke gezondheidszorg, die toch ook vaak na moeizaam overleg tot stand zijn gekomen, mag ik ook uit uw antwoord begrijpen dat u daar dezelfde mening over bent toegedaan als over de eerstelijnszones? Of verschilt dat voor u nog?
Minister Beke heeft het woord.
Wij hebben heel duidelijk advies gegeven aan collega Somers, wat ook voorzien was in het traject. We hebben daarin ook heel duidelijk gepleit voor respect voor de eerstelijnszones. Ik denk dat zij de voorbije periode belangrijk werk gedaan hebben, ook in deze covidcrisis. Ik heb het beeld hier al eens gebruikt van een baby die pas geboren is in juli en al meteen niet alleen moest kruipen, maar ook wandelen en zelfs lopen. Dat was zo bij de aanpak van de pandemie. Dat was zo bij het opzetten van test- en triagecentra. En dat zal ook in de komende periode zo zijn. Dat is voor ons duidelijk meegegeven.
Er is ook een raadpleging gebeurd bij het VAPH, bij Opgroeien, bij Zorg en Gezondheid en bij WVG daaromtrent.
Mevrouw Van den Bossche heeft het woord.
Minister, u hebt niet op alles geantwoord. Ik neem aan dat dat betekent dat het antwoord op mijn eerste vraag, of ik goed heb begrepen dat u daarvoor blijft pleiten, ‘ja’ is.
Maar wat met de netwerken geestelijke gezondheidszorg? Mogelijk bent u dat vergeten te beantwoorden. Of is dat voor u ook nog niet zo duidelijk? Ik begrijp dat ik nu geen antwoord meer mag verwachten, omdat het mijn laatste tussenkomst is, maar het zou mij bijzonder plezieren, als ik mogelijk op een andere manier toch nog aan het antwoord geraak. Dank u.
De vraag om uitleg is afgehandeld.