Verslag vergadering Commissie voor Algemeen Beleid, Financiën, Begroting en Justitie
Vraag om uitleg over de voorbereiding en opstart van het nieuwe Agentschap Justitie en Handhaving
Vraag om uitleg over de oprichting van het nieuwe Vlaamse Agentschap Justitie en Handhaving
Vraag om uitleg over de oprichting van het Vlaamse Agentschap Justitie en Handhaving
Vraag om uitleg over het nieuwe Vlaamse Agentschap Justitie en Handhaving
Verslag
– Wegens de coronamaatregelen werden deze vragen om uitleg via videoconferentie behandeld.
Collega’s, we hebben nog een drukke agenda voor de boeg en de minister moet ons om halfzeven verlaten. Ik herinner u er allen aan dat we nog altijd in de proefperiode met betrekking tot de beperking van de spreektijd zitten. Ik vermoed dus dat één keer de situatie uiteenzetten kan volstaan, en dat men zich het best concentreert op de punten die men wil maken.
De heer Vandenhove heeft het woord.
Minister, u zei het al in uw beleidsverklaring, maar hebt het tussen Kerstmis en Nieuwjaar nog eens benadrukt – dat is altijd een medialuwe periode, dus goed om iets aan te kondigen – dat u een nieuw agentschap voor Justitie zult oprichten, dat alle diensten die betrekking hebben op de Vlaamse justitie zal bundelen. Dat zal dus die elementen samenvoegen waarvoor Vlaanderen nu al bevoegd is. Zo zou de efficiëntie van onder meer de slachtofferbegeleiding, de werkstraffen en de enkelbanden worden verhoogd. Een transitiemanager krijgt de opdracht om alle justitiële diensten uit het Vlaamse Departement Welzijn, Volksgezondheid en Gezin (WVG) over te hevelen en samen met de Dienst van de Bestuursrechtscolleges (DBRC) en de Coördinatie Vlaams Handhavingsbeleid (CVH) in een nieuw agentschap te verenigen. Er zouden 128 nieuwe ambtenaren worden aangeworven om dat agentschap te versterken. Over de verbindingsofficier heb ik het al een paar keer gehad. Die is blijkbaar sinds vorige week aangeworven. Alles samen zou dat nieuwe agentschap ongeveer 1000 medewerkers tellen, waardoor het volgens uw verklaringen tijdens het kerstreces – en dat zal ook wel zo zijn – een van de grootste Vlaamse agentschappen zal worden.
Ik heb de volgende vragen. Welke bevoegdheden en diensten zullen precies worden ondergebracht in dat nieuwe agentschap? U hebt het voornemen om 128 extra ambtenaren aan te werven. Over welke functies zal het precies gaan? Waarvoor zullen ze worden ingezet? Kunt u de noodzaak van het aanwerven van die 128 nieuwe ambtenaren concreet duiden? Op welke cijfers steunt u daarvoor? Wordt daarmee ook geanticipeerd op toekomstige bevoegdheden? Over welke toekomstige bevoegdheden gaat het precies, en hoe zeker bent u dat die bevoegdheden van Vlaanderen voor 2024 verder zullen worden uitgebreid? Binnen welke termijn zal dit agentschap worden opgericht?
Mevrouw De Vreese heeft het woord.
Collega’s, er komt inderdaad een nieuw Agentschap Justitie en Handhaving. Daardoor komt er een einde aan de versnippering van de diverse justitiële diensten. Ik denk dat dat een zeer belangrijke evolutie is. Het bundelen van die bevoegdheden moet ervoor zorgen dat er een meer daadkrachtig beleid kan worden gevoerd, dat inzet op een betere opvolging van slachtoffers en een kordatere opvolging van daders. Die transitiemanager is hier ook al ter sprake gekomen. Die wordt aangesteld en die moet alles mee in goeie banen leiden en waken over de continuïteit van de opdrachten en de overheveling van de diverse bevoegdheden.
Minister, met deze stap legt u de fundamenten voor de Vlaamse justitie van de 21e eeuw, slagkrachtig en efficiënt, waarbij het slachtoffer centraal staat en straffeloosheid wordt aangepakt. Naast het bundelen van de diverse diensten in één agentschap versterkt u ook die diensten, zoals gezegd, met 128 extra justitieassistenten. In deze commissie hebben we ook al gemerkt dat het bijvoorbeeld belangrijk is dat werkstraffen wel degelijk worden uitgevoerd. Daartoe zullen die mensen zeker en vast een nuttige bijdrage kunnen leveren, zodat er geen straffeloosheid is in Vlaanderen en die daders ook kordaat worden aangepakt. Ik denk dat dat zeer belangrijk is: mee werken aan een veilige samenleving is wat mij betreft dé kerntaak van de overheid, en dus ook van de Vlaamse overheid. Die focus, die prioriteit is voor onze fractie zeer belangrijk.
Minister, hoe zult u met dit nieuwe agentschap zorgen voor een versterkt Vlaams justitie- en handhavingsbeleid? Wat zijn uw verwachtingen met betrekking tot de uitvoering van de extra aanwervingen zoals voorzien in het personeelsplan? Wat is de stand van zaken in verband met de voorbereiding van de beoogde transities?
Mevrouw Blancquaert heeft het woord.
Voorzitter, ik wil nog even concreet terugkomen op de reactie van de minister daarnet, want ik pik dergelijke uitspraken echt niet. Minister, ik vind het een zeer kinderachtig antwoord. Ik vraag een concrete datum en opnieuw kunt u geen concrete datum geven. Daarnaast raad ik u aan om de Vlaamse zegswijzen en spreekwoorden opnieuw in te studeren, want ik heb niet gezegd dat u niks doet, ik heb gezegd dat u weinig geeft, en als dat uw reactie is op de vraag van een oppositiepartij om een simpele datum te geven, dan denk ik dat er meer werk aan de winkel aan uw bureau is dan aan het mijne.
Collega Blancquaert, ik denk dat ik alle data vanbuiten ken.
Mevrouw Blancquaert heeft het woord.
Dank u wel, voorzitter. Minister, uw persoonlijke aanval is dan ook allesbehalve professioneel. Het is een waar zwaktebod. Het is beneden alle peil. Het is een minister onwaardig.
Collega’s, ik ga dan over naar belangrijkere zaken, waarover ik wél graag spreek. Ik trap namelijk een open deur in als ik zeg dat onze fractie alleen maar kan toejuichen dat heel wat bevoegdheden nu Vlaams in plaats van federaal zijn geworden. Ik zal niet herhalen wat de collega’s al hebben gezegd tijdens hun vorige vragen.
Minister, wij bewonderen uw grenzeloze ambities om naam en faam te maken als eerste Vlaamse minister van Justitie, maar we hebben vragen bij uw manier van handelen en ook bij uw uitspraken, waarmee u blijkbaar opnieuw zowel het Vlaams Parlement als deze commissie volledig over het hoofd ziet en volkomen negeert. Dan denk ik maar aan het actieplan ter bestrijding van seksueel geweld, dat zo dadelijk aan bod komt. Bovendien gaf u in uw recente antwoorden op parlementaire vragen aan dat er nog tal van onzekerheden zijn over de toekomst van de Vlaamse justitie en handhaving.
Minister, vandaar dan ook mijn vragen. Kunt u uw blauwdrukplannen inzake de oprichting van uw Vlaams Agentschap Justitie en Handhaving, met inbegrip van het kostenplaatje, toelichten, gelet op de impact van de door u aangekondigde hervorming? Wat is de timing die ter zake wordt gehanteerd? Welke afspraken zijn er ter zake al gemaakt met uw collega-ministers? Welke initiatieven zal de Vlaamse Regering nemen om de gewenste overdracht van federale justitiebevoegdheden naar Vlaanderen te realiseren, waarop u toch aankondigt u te willen voorbereiden? Over welke concrete bevoegdheden gaat het dan? Hoe zal deze mogelijke overdracht van bijkomende bevoegdheden dan wel concreet worden voorbereid?
Mevrouw Groothedde heeft het woord.
Minister, de collega’s hebben het al gezegd: er is in de media inderdaad heel breed bericht over uw voornemen van een Agentschap Justitie en Handhaving, al was dat niet heel diepgaand. Men had het over de imminente aanwerving van 128 nieuwe ambtenaren. U zegt dat er op termijn sprake zal zijn van 1000 werknemers. Dat is erg veel. U geeft in de pers ook aan dat u mensen die nu al met gerechtelijke materie bezig zijn, wilt overplaatsen. U gaat er ook van uit dat het niet zal blijven bij de bevoegdheden van vandaag, een boude aanname.
Ik heb daar een aantal vragen bij gesteld. Als het over de overgeplaatste mensen gaat, over hoeveel overgeplaatste mensen moet dat dan gaan? Vanuit welke administraties komen zij? Welke functies hebben die mensen tot nu toe vervuld, en welke zullen zij vervullen in dit nieuwe agentschap? Gaat dat dan gepaard met verschuivingen in de organisatie?
De transitiemanager en de verbindingsofficier, zijn dat dezelfde functies? Wanneer is die manager aangenomen? Welke ervaring heeft die persoon in de beleidsdomeinen die op dit moment onder uw bevoegdheid Justitie vallen? Wat is de taakafbakening?
U gaat ervan uit dat er een uitbreiding van bevoegdheden zal zijn. Ik stel dan de logische vraag: om welke uitbreiding zal dat volgens u gaan?
U zegt dat het agentschap duizend medewerkers moet tellen. Ik vraag me af waarop u dat aantal baseert. Op welke tijdlijn ziet u de uitbreiding naar duizend werknemers? Wanneer zullen die aanwervingen gebeuren? Tegen wanneer en volgens welk plan zal men die duizend bereiken?
Hoeveel van de 128 nu geplande aanwervingen zullen waar worden ingebed? Ik zie u zo’n beetje meewarig knikken, maar het is echt wel iets groots dat u daar hebt gelost in de pers, dus het is logisch dat er veel vragen over komen.
Welk overleg is er geweest met de andere gemeenschappen en bevoegde niveaus over die voornemens? Hoe staan zij tegenover uw plannen? Welke afspraken zijn er gemaakt en op welke manier zal dit worden gecoördineerd?
Bent u voornemens om dit buiten die organisatorische verandering ook met een inhoudelijke verandering of een verandering in doelstellingen gepaard te laten gaan, of gaat u inhoudelijk op hetzelfde elan verder? Mochten er daar veranderingen in zijn, welke?
Mevrouw Schryvers heeft het woord.
Tijdens de bespreking van de begroting 2020-2021 voor Justitie en Handhaving stelde u dat in 2021 het nieuwe Vlaamse Agentschap Justitie en Handhaving vorm zal krijgen. In een recente persmededeling hebt u dat nog eens herhaald en aangekondigd dat u daar werk van zult maken en een transitiemanager zult aanstellen.
Kunt u toelichting geven met betrekking tot de aanstelling van die transitiemanager? Wat zal het plan van aanpak zijn van deze transitiemanager? Door wie zal deze transitiemanager bijgestaan worden, rekening houdend met het feit dat er heel wat en sterk verschillende beleidsdomeinen bij elkaar gebracht worden? Wat is de voorziene timing? Welke organisatiestructuur of welk organigram hebt u dan voor ogen? Is er hierover ook overleg gepleegd met de betrokken ambtenaren?
Kunt u een exact cijfer geven van het totaal aantal personeelsleden dat bij deze clustering betrokken is, evenals een opdeling per onderdeel?
In de persmededeling staat ook dat er werk wordt gemaakt van de oprichting van lokale antennes van de justitiehuizen, waarvoor in het decreet de mogelijkheden werden gecreëerd. Wat is de timing hiervan? Over hoeveel antennes gaat het en waar zullen die gevestigd worden of bereikbaar zijn? Worden daarvoor bijkomende aanwervingen voorzien. Zo ja, hoeveel?
Reeds eerder maakten de justitiehuizen na de bevoegdheidsoverdracht de overstap naar de Vlaamse administratie binnen het Departement Welzijn, Volksgezondheid en Gezin. Nu is er voor de tweede maal – en vrij kort na elkaar – een nieuwe transitie. Hoe zult u ervoor zorgen dat deze nieuwe transitie geen vertraging creëert in de werking en de dienstverlening?
De reden dat de justitiehuizen na de bevoegdheidsoverdracht naar de Vlaamse administratie binnen WVG werden overgebracht, was het tot stand brengen van een korte lijn met de partnerorganisaties en de daar bestaande expertise rond sociaal werk en begeleiding. Dat blijft vanzelfsprekend belangrijk en dit moet nauw op elkaar blijven aansluiten. Hoe zult u de samenwerking met de partnerorganisaties en de vermelde expertise waarborgen?
Kunt u meer toelichting geven met betrekking tot de aanstelling van de verbindingsofficier?
Collega’s, ik wil even opmerken dat ik nogal wat vragen heb gehoord die eerder de vorm van een schriftelijke vraag hebben. 'Hoeveel', 'wat' en 'wanneer' geven eigenlijk aanleiding tot een schriftelijke vraag.
Minister Demir heeft het woord.
Er zijn heel veel vragen. Dat wil, denk ik, zeggen dat iedereen heel tevreden is dat Vlaanderen een eigen Agentschap Justitie en Handhaving zal hebben, waarin we onze justitiële bevoegdheden kunnen clusteren en samenbrengen. We kunnen daardoor een visie op de Vlaamse justitie ontwikkelen. Die visie is duidelijk en die hebben we ook meermaals besproken in de commissie. In deze visie worden slachtoffers centraal gesteld en vertrekken we vanuit het slachtoffer. Daarom komt er ook extra personeel voor slachtofferonthaal. We zullen daders ook veel beter en kordater opvolgen. We willen werk maken van intrafamiliaal geweld, we willen de Family Justice Centers (FJC’s) verder uitbreiden. Ook het Vlaams Centrum Elektronisch Toezicht (VCET) valt onder dit nieuwe agentschap.
Tot voor kort werden al die zaken wat ondergesneeuwd door de andere bevoegdheden. In het regeerakkoord werd overeengekomen dat we die allemaal zouden clusteren. Mevrouw Schryvers merkte terecht op dat daar in de beleidsnota Justitie al melding van werd gemaakt. Sommige collega’s laten uitschijnen dat dit uit de lucht komt vallen. Misschien gaat het te snel, ik weet het niet, maar dat we dit zouden doen, was duidelijk voor mij en de collega’s die dit goed hebben opgevolgd in de commissie.
Ik zal nog een aantal zaken verduidelijken.
Ik heb ervoor gekozen om het als agentschap vorm te geven door de grootte van de cluster Justitie en door de Vlaamse visie op Justitie met de strafuitvoering, de opvolging en de veiligheid van de samenleving. Dit is veel te belangrijk om die bevoegdheden bij andere zaken onder te brengen. De principiële beslissing om het agentschap op te richten werd voor de zomer genomen door de voltallige Vlaamse Regering. De exacte datum, 10 of 11 juli, kan ik niet zeggen – schiet me niet dood, straks in de replieken. De oefening om de huidige diensten uit Welzijn te halen, verloopt in goede samenwerking met mijn collega. Op dit moment is een gezamenlijke oefening bezig.
Ik zie niet in – ik denk dat het een vraag was van collega Groothedde – waarom ik afspraken zou moeten maken met andere deelstaten. Het gaat puur over onze eigen bevoegdheid. Ik sta op mijn eigen autonomie om dat zelf vorm te geven en in te delen in het agentschap. We hebben wel telefoon gehad van andere deelstaten, die nu natuurlijk nieuwsgierig zijn en geïnteresseerd zijn. Vlaanderen is voorloper. Het kabinet heeft dus al vragen gekregen van andere deelstaten. Uiteraard zullen we onze ervaringen meedelen aan de andere deelstaten, maar ik ga niet in overleg en ga geen afspraken maken. Het is onze eigen autonomie. Uiteraard zal ik dat in goed overleg doen met de collega's in de Vlaamse Regering.
Zoals collega Schryvers zegt, is het nieuwe agentschap aangekondigd, evenals de aanstelling van de transitiemanager. Ik vertel dus niets nieuws. Ook over het personeelskader, de extra 828 mensen, heb ik in de commissie al heel uitgebreid geantwoord op vragen van collega's. Ik ga dat niet opnieuw doen. Ik wil wel een misverstand uit de wereld helpen dat op de sociale media blijkbaar een eigen leven is gaan leiden. Het gaat over het aantal mensen dat voor dit agentschap zal werken en de extra aanwervingen die er zullen komen. Op dit moment werken er al zo'n 850 mensen voor Justitie en Handhaving, verdeeld over de verschillende departementen en afdelingen. Die mensen zullen we niet meer opnieuw aanwerven, voor alle duidelijkheid. Ze zijn er al en doen al heel veel terreinwerk. Het is niet zo dat ik 1000 mensen zal aanwerven. Wat we wel gaan doen – en dat heb ik in de commissie al verschillende keren geantwoord –, is 128 extra mensen aanwerven voor slachtofferonthaal, voor het Vlaams elektronisch toezicht, voor risicotaxatie enzovoort. Het zijn medewerkers omdat ze voor de Vlaamse overheid werken, maar ze werken vooral op het terrein. Ze zullen ook worden ingezet in de justitiehuizen – niets nieuws onder de zon. Er zullen ook extra justitieassistenten worden ingezet voor daderbegeleiding, bemiddeling, maatregelen, probatie, werkstraffen, nieuwe projecten zoals snelrecht, tijdelijk huisverbod, drugsopvolgingskamers enzovoort. Daarnaast voorzie ik ook nog ondersteunend personeel voor de justitiehuizen zelf, ook extra kaderregisseurs in het kader van de ketenaanpak van intrafamiliaal geweld. Er komt ook een team van criminologen en psychologen om risicotaxatie uit te voeren, evenals een multidisciplinair team in het kader van radicalisering. Vroeger werd dat uitbesteed, maar dat werd stopgezet wegens een slechte evaluatie. We doen het nu zelf. Het is immers de taak van de Vlaamse overheid om de nodige knowhow en kennis over radicalisering in huis te hebben.
Het zijn dus voor stuk profielen die we nodig hebben om een sterke en daadkrachtige Vlaamse justitie te hebben, een justitie die slagvaardig en geloofwaardig moet zijn en de veiligheid van onze maatschappij moet verzekeren. Als ik me niet vergis, is er op dit moment één justitieassistent voor 220 slachtoffers. Als er in de commissie mensen zijn die vinden dat dit voldoende is, dan stop ik onmiddellijk met al mijn aanwervingen.
Mijn bedoeling is dus om vanuit de Vlaamse Justitie ook de nodige aandacht te hebben voor die slachtoffers. Ja, dat wil dan zeggen dat we inderdaad die aanwervingen moeten doen voor een krachtdadige Vlaamse Justitie.
Ik wil wel een misverstand uit de wereld helpen. Ik hoorde dit in de inleiding van mevrouw Blancquaert. De oprichting van het nieuwe agentschap zal geen 62 miljoen euro kosten. Voor alle duidelijkheid: die 62 miljoen euro is het totale bedrag dat deze regering extra zal investeren in Justitie gedurende deze hele legislatuur. Ik heb dat ook in het begin van deze legislatuur gezegd. Dat werd overeengekomen tijdens de onderhandelingen over het regeerakkoord. We hebben toen gezegd: als we die wachtlijsten voor werkstraffen willen wegwerken, als we slachtoffers beter willen opvangen, als we daders kordater willen opvolgen, als we willen inzetten op snelrecht – al die zaken die ieder van jullie belangrijk vindt en die de maatschappij ook heel belangrijk vindt –, dan moet daar tijdens deze legislatuur ook wel in geïnvesteerd worden. Er wordt geïnvesteerd in mensen, niet in het neerpoten van nieuwe gebouwen, voor alle duidelijkheid. Er komt meer geld voor IT, voor personeel, voor enkelbanden enzovoort. Het bedrag dat afgesproken werd, zullen we gebruiken om Justitie op Vlaams niveau extra te versterken.
De structuur van het agentschap zal ook ruimte bieden om er nieuwe taken bij te nemen in het kader van een eventuele nieuwe staatshervorming in 2024. Ik denk dat collega Groothedde daar een vraag over stelde. Bij het oprichten en vormgeven van een agentschap, moet er ook toekomstgericht gedacht worden. U denkt daar misschien anders over, ik niet. Het debat hierover werd gevoerd in de aanloop naar de vorming van deze regering. Verschillende partijen hebben toen gezegd dat heel de strafuitvoering een Vlaamse bevoegdheid moet worden. We zullen zien. Maar ik wil voorbereid zijn. Ik denk dat dat ook verwacht wordt van een minister die een agentschap aan het vormgeven is. We zullen zien welke bevoegdheden er zullen komen. Maar zelf ben ik een voorstander van coherente bevoegdheden. Ik vind het niet normaal dat wij bijvoorbeeld niets te zeggen hebben over enkelbanden. Het enige wat we moeten doen, is logistiek die enkelbanden aanbrengen en monitoren. Maar ik wil dat Vlaanderen ook zeggenschap heeft over de gevallen waarin die enkelbanden gebruikt worden. Ik hoop dat in 2024 het politieke beleid op dat vlak vooruitgang geboekt heeft en heel de strafuitvoering – en zelfs meer – wil onderbrengen op het Vlaamse niveau. Dat hangt af van de onderhandelingen. Ik denk dat het jammer zou zijn en dat het een gemiste kans zou zijn, mochten we daar niet op voorzien zijn. Daarom laten we daar voldoende ruimte voor open.
De diensten, en dus ook het bijhorende personeel, die in dit nieuwe agentschap geclusterd zullen worden, zijn: de justitiehuizen, het Vlaams Centrum Elektronisch Toezicht, de coördinatoren ketenaanpak intrafamiliaal geweld, de Family Justice Centers, juridische eerstelijnsbijstand, hulp- en dienstverlening aan gedetineerden, de coördinatie van het Vlaams veiligheids- en strafrechtelijk beleid, de verbindingsofficier, het Vlaams handhavingsbeleid en de dienst van Bestuursrechtscolleges. Al die zaken, die nu overal wat verspreid zitten, zullen we clusteren in dat nieuwe agentschap.
Het is nog te vroeg om dieper in te gaan op alle vragen rond hoe de organisatiestructuur er zal uitzien of welke veranderingen er zullen komen. Daarvoor werd een transitiemanager aangesteld, met zowel ervaring binnen de overheidssector als binnen de private sector. Die zal het nodige traject doorlopen, zodat er grondig en onderbouwd kan worden gewerkt naar het nieuwe agentschap en de nieuwe organisatiestructuur. De transitiemanager zal bijgestaan worden via een begeleidingscomité met een aantal leidende ambtenaren, Het Facilitair Bedrijf, het departement Kanselarij en Bestuur en Informatie Vlaanderen. We moeten dat dus nog even afwachten. De transitiemanager is daarmee bezig. Natuurlijk zullen we parallel daarmee ook de oefening maken van efficiëntiewinsten, waar mogelijk.
Een andere reden waarom ik een transitiemanager heb aangesteld, is om te zorgen dat de dienstverlening niet in het gedrang komt. Alles zal goed worden voorbereid en begeleid en er zal worden gezorgd voor een geregelde en juiste communicatie naar het personeel. Dat vind ik heel belangrijk: dat onze medewerkers goed geïnformeerd worden over elke stap die we zetten. Dat is ook nodig, zoals u weet. Bij een transitie moeten de medewerkers voldoende geïnformeerd worden. Ideeën moeten worden afgetoetst en er moet overleg zijn. Om die reden is het volgens mij belangrijk dat enerzijds de dienstverlening kan blijven lopen maar ook dat de transitiemanager zal zorgen voor voldoende communicatie naar het personeel.
Ook de samenwerking met alle partners zal blijven lopen zoals dat nu gebeurt. De samenwerkingen op het terrein zijn er omdat er goeie afspraken zijn en goeie samenwerkingsverbanden werden opgezet, niet omdat een deel van Justitie was ingebed binnen Welzijn. Toen de diensten nog federale bevoegdheid waren, liepen de samenwerkingen ook redelijk goed. Die goede afspraken met de verschillende diensten en met de zorgverlening vinden wij zelf dus ook belangrijk.
Wat de toekomst betreft, wil ik, zoals gezegd, ruimte voorzien voor een eventuele nieuwe staatshervorming, nog een reden voor de keuze voor een apart agentschap. We moeten klaar zijn om extra taken op te nemen en het huidige personeel niet door nog eens een transitie laten gaan. Ik zal een dergelijke bevoegdheidsoverdracht inderdaad grondig voorbereiden, maar hoe dat er zal uitzien, moet nog uitgetekend worden. Uiteraard zal veel ook afhangen van het overleg van de transitiemanager met het personeel. Zoals gezegd, zijn er toch al een aantal stemmen die pleiten voor een volledige overdracht van de gehele strafuitvoering. Ook de vorige minister van Justitie was daar trouwens voorstander van. Dat valt allemaal af te wachten.
Er was ook een vraag over de antennes. De oefening van de antennes wordt meegenomen in de opmaak van de structuur van het nieuwe agentschap. De timing zal dan ook gelijklopen. Bijkomende aanwervingen hiervoor zijn sowieso niet aan de orde omdat, in het geval van een antenne, die niet permanent wordt bemand. De bedoeling van antennes is om dichter bij de mensen te staan. De justitiabelen kunnen dan bijvoorbeeld een afspraak maken met hun justitieassistent op zo’n antenne, die dan gemakkelijker voor hen bereikbaar is. Zoals jullie weten, hebben we in heel Vlaanderen ook justitiehuizen. In de tussentijd werd er wel al een akkoord gesloten met de burgemeester van Vilvoorde om daar in de volgende maanden reeds een antenne op poten te zetten, aangezien in Vilvoorde de nood het hoogst is, zoals jullie weten.
De verbindingsofficier werd aangesteld door de geïntegreerde politie en is op 1 januari beginnen te werken op mijn kabinet, maar werkt wel voor de hele Vlaamse overheid. Hij zal de verbinding vormen tussen de Vlaamse overheid en de geïntegreerde politie, alsook tussen de Vlaamse overheid en de federale inlichtingen- en veiligheidsdiensten. Daarvoor lopen nu de eerste contacten om tot samenwerkingskaders te komen zodat er de broodnodige informatie-uitwisseling is tussen de verschillende diensten, en dat in het kader van terrorisme, georganiseerde misdaad, bestuurlijke handhaving enzovoort.
Ik denk dat ik redelijk uitgebreid heb geantwoord op alle vragen. Het agentschap is geen doel op zich, maar moet het middel zijn om een nog betere dienstverlening aan de burger te kunnen bieden. Dat is wat van ons wordt verwacht en dat is ook de reden waarom we met heel deze oefening zijn gestart, die we hopelijk tot een mooi eind zullen brengen.
De heer Vandenhove heeft het woord.
Minister, ik dank u voor uw uitgebreide antwoord. Ik zal het rustig nalezen, vooral wat de cijfers betreft. Ik wil wel nog twee bedenkingen maken, om alle misverstanden te vermijden.
Ik denk niet dat u de vragen die wij stellen moet zien als een vorm van blijdschap over dit initiatief. Laat dat geen logische gevolgtrekking zijn, alleszins niet wat mij betreft.
Daarnaast vind ik uw antwoord over toekomstige bevoegdheden nogal voortvarend, maar zo bent u nu eenmaal. Ik denk niet dat er een politiek van voldongen feiten mag worden gevoerd. De gesprekken die ongetwijfeld zullen plaatsvinden, vooral op federaal niveau en wellicht ook op Vlaams niveau binnen de werkgroep die is opgericht, zullen moeten uitwijzen waar we zullen uitkomen. U nam toch al wat gas terug toen u het woord ‘af te wachten’ gebruikte in uw laatste repliek in plaats van inderdaad te zeggen dat u voorbereid wilt zijn wanneer die bevoegdheden er komen. We zullen wel zien, zou ik zeggen.
Mevrouw De Vreese heeft het woord.
Minister, ik ben wel enthousiast over uw antwoord. Het sluitstuk van een efficiënt veiligheidsbeleid is net een goed werkende Justitie. In dit verhaal moet ook de Vlaamse Regering haar verantwoordelijkheid nemen binnen de justitiële bevoegdheden die sinds de zesde staatshervormingen aan Vlaanderen zijn toegewezen. Stemmen op sociale media die pleiten voor een herfederalisering, gaan volledig voorbij aan de reden waarom er is geregionaliseerd. Toen er de intentie was om het jeugdsanctierecht te hervormen om straffeloosheid tegen te gaan, botste toenmalig federaal Open Vld-minister Marc Verwilghen met Ecolo en de PS. Dat is de reden waarom is overgegaan tot die verdere regionalisering van Justitie. De regering-Verhofstadt I kwam immers in een impasse.
We moeten de zaken dus durven te herbekijken en te hervormen, maar daarbij moeten we wel rekening houden met wat zich in het verleden heeft afgespeeld en met een open blik naar de toekomst kijken. Net dat getuigt van een visie die ik verwacht van een regering en van een enthousiaste minister.
Minister, nu moeten we nog verder bekijken welke stappen nog kunnen en moeten worden gezet naar een verdere regionalisering om Justitie en de strafuitvoering zo efficiënt mogelijk te laten verlopen. We moeten met een open visie bekijken hoe we zo efficiënt mogelijk met die Vlaamse Justitie kunnen omgaan en wat er in de toekomst eventueel nog van ons wordt verwacht en ons daar zo goed mogelijk op voorbereiden.
Mevrouw Blancquaert heeft het woord.
Minister, ik dank u voor uw antwoord. U zei net dat iedereen zeer tevreden is met het agentschap, maar er valt toch geen Open Vld te bespeuren, noch in de commissie blijkbaar, noch in hun steunbetuiging. Ik vind de samenwerking binnen uw meerderheid dan ook zeer frappant. Vanuit liberale hoek komt er veel gemor over dit agentschap. Ik herinner me bijvoorbeeld de tussenkomst van Gwendolyn Rutten tijdens de begrotingsbesprekingen, waarin ze duidelijk stelde dat zowel zij als Open Vld geen voorstander is om extra bevoegdheden over te hevelen naar de deelstaten. Ik kijk alvast uit naar uw reactie op de samenwerking met de Vlaamse liberalen, minister.
Mevrouw Groothedde heeft het woord.
Minister, het is inderdaad zo dat ik vrij nieuw ben in deze commissie, maar ik verheug me wel op een samenwerking. Dat lijkt me ook geen reden om op de man te spelen.
Ik heb in uw plannen trouwens wel regelmatig sympathie voor uw bedoelingen, hoewel we een eind uit elkaar zitten op het politieke spectrum, bijvoorbeeld wat uw plan over seksueel geweld betreft. Alleen al het feit dat het plan er is, is een goed teken. Ik heb meer moeite met uw huidige plannen. Zo vind ik het geen goed idee om een agentschap op te richten om nog meer te versnipperen. U zegt dat u bevoegdheden zult bundelen, maar we zitten natuurlijk niet alleen in een bokaaltje binnen de Vlaamse Gemeenschap.
Minister, u hebt gezegd dat de transitiemanager ervaring heeft, privé en publiek, maar wie is die persoon eigenlijk en welke ervaring heeft die dan? Liggen die ervaringen op het niveau van uw bevoegdheden of liggen die elders? Ik vind dat nog altijd mysterieus.
U hebt het uitgebreid gehad over uw aanwerving van 128 mensen. Ik heb daar niet zoveel problemen mee. Met name wat de justitieassistenten betreft, maakt u daar een heel terecht punt. Het is zelfs een vrij klein aantal van 128 mensen die u daarvoor inzet. Mijn vraag is of dat voldoende zal zijn, ik pleit daar voor een groter aantal.
Ik vraag me ook af hoe uw beslissing overkomt bij zoveel Vlaamse ambtenaren waarop bespaard is en waarover mijn collega’s maar ook het middenveld vertellen dat die mensen op hun tandvlees zitten. U hoeft er niet eens een concreet antwoord op te geven, we horen daar voldoende weerklank, maar het versterkt wel de indruk waarbij inhoud ten dienste wordt gesteld van ideologie. Die indruk wordt nog versterkt door andere punten.
Ik vraag naar overleg omdat u hier en in de pers heel breed hebt gezegd dat u een overdracht van bevoegdheden plant en voorbereidt, maar die bevoegdheden zitten momenteel op andere niveaus. Als ik het goed begrijp, hebben andere gemeenschappen of regio’s u gebeld. Ik neem dan ook aan dat zij ook verrast waren door uw initiatief. En dan lijkt overleg niet alleen logisch maar ook een kwestie van goed bestuur en van goede planning, zelfs binnen uw ideologie, die ik niet noodzakelijk deel.
U hebt ook het recht om voorstander te zijn van meer bevoegdheden. U zegt dat nog moet worden bekeken hoe dat moet worden uitgetekend, maar, minister, die staatshervorming is nog niet iets beslist. U zegt ook dat we naar de toekomst moeten kijken en toekomstgericht moeten denken. Daar heb ik alle respect voor, maar u hebt het hier wel over een staatshervorming en over een overdracht van bevoegdheden die momenteel nog wishful thinking is. Sterker nog, er is net een werkgroep opgericht binnen het Vlaams Parlement die, voor zover ik weet, nog niet eens bijeen is gekomen op het moment dat u deze ambitie bekendmaakte. Ik hoor van mijn collega’s ook dat een werkgroep van uw eigen Vlaamse Regering binnen het Vlaams Parlement wordt ‘geshortcut’. Zij zijn daar niet door geamuseerd.
Het is onmogelijk om nu te voorspellen welke bevoegdheden in 2024 zullen worden overgenomen als er bevoegdheden worden overgenomen en als er een staatshervorming is. Ik begrijp dat u daar desondanks middelen in zult pompen. De extensie van die aankondiging is me totaal niet duidelijk. Is dat dan een pr-operatie – die zou ik u eigenlijk wel gunnen – of gaat het breder en hoeveel geld hebt u daarvoor uitgetrokken? Dat komt niet duidelijk naar voren. Want als ik u nu bezig hoor, dan gaat het over de bevoegdheden die er op dit moment zijn, en dan is het prima dat u daar efficiëntie wilt. Maar u wilt blijkbaar verder gaan, en daar is geen duidelijkheid over.
U hebt het ook over een aanwerving op langere termijn, als ik u goed begrijp. U had het over duizend ambtenaren, maar het is me nog niet helemaal duidelijk of het dan gaat over mensen die momenteel allemaal op Vlaams niveau zitten. Ik zie de plannen daar niet. U hebt een agentschap aangekondigd, maar u hebt nog niet geantwoord op de vraag over de weg daarnaartoe. Misschien is dit eerder in de commissie al besproken, maar ik heb die vraag toch voorbereid en daar weinig van gezien.
Wat zult u doen als die bevoegdheden worden overgeheveld, met alle knowhow die momenteel op andere niveaus zit? We hebben immers al bij andere competenties gezien wat het effect daarvan kan zijn. Wanneer men een aantal nieuwe competenties heeft en men heeft mensen aangeworven die de historiek daarvan niet kennen en er breekt opeens een crisis uit, dan kan dit gebrek aan krachtdadigheid in plaats van performantie teweegbrengen.
Kortom, als u de bevoegdheid eenmaal hebt, vind ik het heel gepast om aan te werven en uw bevoegdheden uit te putten en niet te verwijzen naar andere niveaus, maar op dit moment komt het niet alleen overhaast maar op lange termijn ook heel onverstandig over. Ik hoop dat u op deze vragen een antwoord kunt geven en dat u dit ook kunt concretiseren.
Minister Demir heeft het woord.
Ik denk dat de collega’s die actief zijn in deze commissie weten waar de operatie naartoe gaat. Mevrouw Groothedde, ik denk dat u zich misschien een beetje moet inlezen, maar dat is helemaal niet erg. Ik geef u graag voldoende tijd om alle beslissingen die we hebben genomen en de besprekingen die we in deze commissie hebben gevoerd, op uw gemak door te nemen. U mag me daar nadien ook meermaals over bevragen.
Dit gaat zelfs niet eens over ideologie, dit gaat over mensen, dit gaat over hoe we de slachtoffers beter kunnen opvolgen. Dit gaat ook over het feit dat we zelf expertise in huis willen hebben. Dit gaat over kordater optreden tegen daders om recidive te vermijden. Als je dat allemaal wilt doen, is het logisch om alles wat op Vlaams niveau bestaat – en dat gaat dan over die ongeveer 850 medewerkers die wij al hebben en waarvan een groot deel bij Welzijn zit – te bundelen in ons agentschap.
Daarnaast moeten er extra mensen worden aangeworven, dat is heel normaal en dat is ook overeengekomen. U zou blij moeten dat we voorzien in extra medewerkers die op het terrein zullen zorgen voor een betere en veiligere samenleving. Dit gaat niet over ideologie, ik denk dat u daar een zeer ideologisch verhaal van maakt, ik laat dat voor uw rekening, u mag dat. Maar ik wil niet vooruitlopen op de feiten en wil u bij dezen dus eigenlijk verontschuldigen, mevrouw Groothedde. U kunt zich op uw gemak inlezen en ook eens op de sites van de Vlaamse administratie kijken wie wat doet. En dan zult u beter begrijpen waar we naartoe willen gaan en zult u weten dat een dergelijke transitiemanager niet zomaar maar wel via overheidsopdracht wordt aangeworven.
U weet dat misschien allemaal niet, maar ik kan niet zomaar beslissen wie transitiemanager wordt. Die vrouw heeft heel wat ervaring. Ik heb vorige week met haar kennisgemaakt. Ze is begin januari door de selecties geraakt en nu zal een organisatiestructuur worden opgesteld. Dat is ook de bedoeling van een dergelijke transitie. U moet zich daar niet te veel zorgen over maken. Zodra de organisatiestructuur op punt staat, lijkt het me een goed idee om dat hier in deze commissie te bekijken en te bespreken. Deze democratische meerderheid heeft beslist om dat op deze manier te organiseren en u kunt dat goed vinden of slecht vinden, dat mag allemaal. Mij gaat het niet over ideologie maar over de vraag hoe we onze mensen een betere dienstverlening kunnen geven en beter kunnen opvolgen. Deze meerderheid heeft beslist daarvoor meer personeel te voorzien. Er is altijd overal een tekort maar ik denk dat het goed is dat we hier nu extra mensen inzetten.
Wat de toekomst zal uitmaken, zal afhankelijk zijn van de verkiezingen. U moet eigenlijk blij zijn dat ik als bevoegde beleidsmaker zeg dat binnen die organisatiestructuur moet worden bekeken wat er moet gebeuren wanneer er bevoegdheden bij komen. U hoeft daar niets achter te zoeken, u bekijkt dat veel te ideologisch. Ik vind dat eigenlijk frappant, maar dat heeft waarschijnlijk te maken met het feit dat u nog niet bent ingelopen in deze commissie. Ik stel dan ook voor dat u alle literatuur doorneemt en dat u misschien zelfs ook Le Vif leest – ik vind het straf dat ik als Vlaams minister naar Le Vif, een Franstalig tijdschrift moet verwijzen – waarin die journalist duidelijk heeft geschreven dat deze minister doet wat van haar wordt verwacht, namelijk een justitie op poten zetten dat ‘efficace en robuste’ is. Misschien moet u ook dat opiniestuk eens lezen, dat uit niet verdachte hoek komt, en misschien zult u dan uw mening herzien. Ik doe het voor de Vlamingen en voor al die slachtoffers. Ik weet niet voor wie u het doet.
Collega Blancquaert, deze operatie is goedgekeurd in de Vlaamse Regering. Collega Bart Somers en Open Vld hebben dat, voor alle duidelijkheid, goedgekeurd. Ik heb ook op sociale media gezien dat Dirk Verhofstadt en consorten daar redelijk negatief over waren maar ik laat dat voor hun rekening. Ze lijken het niet zo belangrijk te vinden om straffeloosheid tegen te gaan enzovoort. Ik vind dat wel belangrijk en om die reden stop ik daar veel tijd en energie in. Ik hoop onze samenleving daar in de toekomst mee vooruit te helpen.
Mevrouw De Vreese heeft het woord.
Wat de criticasters betreft, en dan vooral op sociale media, heeft de minister gelijk dat vooral kritiek wordt gegeven op het feit dat er extra budget gaat naar Justitie. We moeten inderdaad bewust omgaan met ons belastinggeld. Een euro kan immers maar eenmaal worden uitgegeven, maar wanneer die euro gaat naar een goede ondersteuning van slachtoffers en naar een kordate opvolging van daders, dan bestaat er helemaal geen discussie meer over. Toen ik de minister daarnet hoorde vertellen dat er één justitieassistent is per tweehonderd slachtoffers, dan denk ik dat daar al helemaal geen discussie meer over zal bestaan.
We moeten ons bewust zijn van de kerntaken van onze overheid en streven naar een slanke en efficiënte overheid, daar ben ik het mee eens. Veiligheid is volgens mij een kerntaak van de overheid, want een veilige samenleving is de basis van een vrije samenleving. Daar moet in geïnvesteerd worden en de overheid moet dat doen als een goede huisvader, en dus zeer doordacht. Burgers mogen er terecht van uitgaan dat de straffen snel, efficiënt en effectief worden uitgevoerd en dat slachtoffers worden ondersteund en niet in de kou blijven staan. Maar daar staat natuurlijk ook iets tegenover als het op de budgettaire middelen aankomt.
Mevrouw Blancquaert heeft het woord.
Minister, u vindt in ons zeker een bondgenoot voor een maximale bevoegdheidsoverheveling en we hopen alvast wel op een constructieve samenwerking, want, zoals u ongetwijfeld weet, staan wij zij aan zij op weg naar een onafhankelijk Vlaanderen. Ik kijk alvast uit naar 2024.
Mevrouw Groothedde heeft het woord.
Minister, ik heb al gezegd dat ik het goed vind dat u meer justitieassistenten aanwerft. U herhaalt dat het geen ideologie is, en dat is prima. Laten we het dan los zien van ideologieën en kijken naar goed bestuur. Op dit moment al, tijdens deze legislatuur, houdt een deel van uw bevoegdheid ‘enforcing’ in. Er zijn een aantal bevoegdheden samengeraapt en het middenveld in jeugddelinquentie en jeugdhulp bijvoorbeeld betreurt ontzettend dat die twee bevoegdheden uiteen zijn getrokken. Ze waren zo opgelucht dat het eindelijk was samengevoegd. Volgens het middenveld zijn ze uit elkaar getrokken op basis van ideologie. Ik vind dat heel jammer, want u bent een vrouw die inhoudelijk goed werk kan leveren, maar in dit geval hebt u dit opgeofferd aan ideologie.
Als u zegt dat uw plan verdergaat, vraag ik me af waar het naartoe gaat. Mevrouw De Vreese heeft het dan over het oplossen van versnippering, maar dat is niet zo. Dat is misschien wel zo op microniveau, maar met een voorbereiding tot splitsing bereidt u net een versnippering voor. En we zien bijvoorbeeld bij jeugddelinquentie echt al een merkelijk verschillende aanpak naargelang wie bevoegd is. Ik vraag me af in hoeverre u uw landgenoten een verschillende jurisprudentie wilt opleggen.
U zegt ook dat u het doet voor de Vlamingen, en dat vind ik een opmerkelijke uitspraak. Ik heb de indruk dat u vergeet hoe werkbaar, houdbaar en rechtvaardig dit allemaal moet blijven voor de Brusselaars. In Brussel is die tweedeling Nederlands-Frans al lang voorbijgestreefd. We leven momenteel in een meertalige stad die nog altijd een heel sterke verbinding heeft met de Vlaamse Gemeenschap. Daardoor kunnen wij inzake positieve invloed ook heel ver boven ons gewicht boksen in Brussel. Dit soort versnippering zal van Brussel echter het kind van de rekening maken, en dat doet die positieve invloed teniet.
Aan de ene kant hoor ik u in de pers zeggen dat u bevoegdheden zult overhevelen en dit zult voorbereiden. Aan de andere kant hoor ik u zeggen dat het vooral gaat over uw bevoegdheden. Als dat zo is, dan is dat prima. Als u die efficiënter kunt laten verlopen en een aantal vragen die al heel lang op de agenda staan van het middenveld, kunt uitvoeren, dan is dat goed. Maar ik blijf benieuwd naar hoe u die bevoegdheidsuitbreiding zult voorbereiden. Daar hebt u geen antwoord op gegeven. Ik vraag me ook af hoeveel middelen u zult uitgeven aan een bevoegdheid die nog niet eens is beslist.
Een van mijn vragen, of dit pr is waarmee u wilt aangeven wat u graag wilt, of iets waar u daadwerkelijk geld aan zult uitgeven, is nog niet beantwoord.
De vragen om uitleg zijn afgehandeld.