Verslag vergadering Commissie voor Wonen en Onroerend Erfgoed
Vraag om uitleg over de bekendmaking van en de handhaving inzake de nieuwe regels op het vlak van woningkwaliteit
Verslag
– Wegens de coronamaatregelen werden deze vragen om uitleg via videoconferentie behandeld.
Mevrouw Schryvers heeft het woord.
Vooreerst mijn beste wensen aan iedereen.
Sinds 1 januari 2020 is het verplicht om in woningen op elke verdieping een optische rookmelder te hangen. Die verplichting gold aanvankelijk enkel voor huurwoningen, nadien werden daar ook de studentenkamers aan toegevoegd.
Een overtreding op deze rookmeldersverplichting leidde in 2020 tot een opmerking op het technisch verslag en het niet toekennen van een conformiteitsattest. Zulke inspecties gebeuren in de praktijk bijna uitsluitend bij huurwoningen, zo bleek ook uit het antwoord van de minister op mijn schriftelijke vraag die ik daarover stelde.
Vanaf dit jaar zullen vastgestelde inbreuken echter strenger gesanctioneerd worden. Zo zal het niet hebben van een rookmelder kunnen leiden tot het ongeschikt verklaren van een woning. Daar wees de minister ook al op in het antwoord op een schriftelijke vraag van mij.
Dat er toch ook nog nood is aan sensibilisering, blijkt uit de recente cijfers die ik kreeg. Uit het antwoord op een schriftelijke vraag die ik stelde, blijkt dat tijdens de eerste 10 maanden van 2020, dus van januari tot oktober, van de 18.000 controles die werden uitgevoerd en ingevoerd in het Vlaams Loket Woningkwaliteit (VLOK) 3200 of 18 procent niet of niet helemaal voldeden aan de rookmeldersverplichting. In 2018 betrof dit 23 procent en in 2019 21 procent. Ik ben de eerste om te erkennen dat het procentueel aandeel van het aantal gecontroleerde woonentiteiten licht daalt, maar met bijna 1 op de 5 is het aandeel woongelegenheden dat niet voldoet, toch nog zeer hoog.
Van de 3200 woningen waarin onvoldoende rookmelders werden vastgesteld gedurende de eerste tien maanden van 2020, werd 82 procent vastgesteld in een zelfstandige woning. Slechts in mindere mate ging het om studentenkamers – 5 procent – of andere te huur gestelde kamers – 13 procent.
Zeer recent kwam het stijgend aantal doden dat vorig jaar al te betreuren valt bij woningbranden in België in de pers. In 2020 is het aantal dodelijke slachtoffers aanzienlijk hoger dan in het jaar daarvoor, namelijk 73 tegenover 53. Van de 73 sterfgevallen bij woningbranden weren er 34 te betreuren in Vlaanderen. Dat is meer dan een verdubbeling tegenover 2019, toen er in Vlaanderen 16 mensen overleden door een woningbrand. Niet alleen het aantal doden steeg, ook het aantal woningbranden zelf.
Dat is natuurlijk geen goed nieuws en het wekt toch wel mijn ongerustheid op. Brandpreventieadviseurs blijven hameren op het belang van rookmelders, want het is duidelijk dat die verplichting nog lang niet overal wordt nageleefd. Daarnaast wordt erop gewezen altijd waakzaam te zijn, bijvoorbeeld bij het gebruik en opladen van elektrische toestellen, want het gebeurt regelmatig dat die aan de bron liggen van een woningbrand.
In 2019 werd er een algemene campagne gevoerd om mensen te wijzen op de algemene rookmeldersverplichting. De boodschap blijft ook verspreid via folders en affiches bij gemeenten en brandweerzones. In de zomer van vorig jaar was er van het Netwerk Brandweer ook een campagne die de aandacht vestigde op het belang van gesloten binnendeuren om te voorkomen dat een brand zich snel zou kunnen verspreiden. En eind 2020 was er een campagne omtrent de minimale kwaliteitseisen waaraan een woning moet voldoen, waarbij ook aandacht werd geschonken aan brandveiligheid.
Naar aanleiding van de cijfers uit mijn recente schriftelijke vraag en de persberichten over het aantal woningbranden met dodelijke slachtoffers in 2020, heb ik de volgende vragen, minister.
Eerder stelde u dat het Netwerk Brandweer vanaf augustus vorig jaar met een campagne de aandacht zou vestigen op het belang van gesloten binnendeuren. In combinatie met goed hoorbare rookmelders kunnen die ervoor zorgen dat er minder slachtoffers vallen bij een brand. Kunt u meer toelichting geven bij de manier waarop die campagne gevoerd is en bij de resultaten ervan?
Einde 2020 zou er ook een campagne gelanceerd worden over de minimale kwaliteitsnormen waaraan een woning moet voldoen. Hoewel de boodschap ruimer gaat dan de rookmeldersverplichting, zoals ik al zei, zou brandveiligheid hierin zeker de nodige aandacht krijgen. Kunt u daar meer toelichting bij geven?
Zult u bijkomend inzetten op een uitgebreide informatie- en sensibiliseringscampagne omtrent de rookmeldersverplichting en brandveiligheid in het algemeen?
Mevrouw Schauvliege heeft het woord.
Aansluitend bij de vraag van collega Schryvers, wil ik het hebben over de woningkwaliteit in het algemeen. U hebt op dat vlak een hervorming aangekondigd, minister. Ik vind het heel positief dat u, afhankelijk van de veiligheid en het gevaar voor de bewoner, strengere sancties zult treffen en strenger zult optreden en quoteren. Ik denk dat dat een zeer goede zaak is. Ik heb ook gezien dat op de website van Wonen-Vlaanderen een zeer goede brochure staat met heel veel uitleg over hoe dat precies in elkaar zit.
Ik heb hier toch een aantal vragen over, minister.
Hoe zal de eigenaar van een woning voldoende geïnformeerd worden? Ik denk dat niet iedereen de weg zal vinden naar een brochure op de website. Hebt u proactief nog een aantal stappen of initiatieven gepland?
Wat zult u doen met de inspectie? Zullen er meer middelen of meer mensen komen om te zorgen voor voldoende toezicht?
Minister Diependaele heeft het woord.
Ik dank de collega’s voor de vragen over een thema dat me na aan het hart ligt. Ik denk dat dit iets zeer belangrijk is: mensen die zelf de mogelijkheid hebben om te voorkomen dat ze het slachtoffer worden van een brand, overhalen om dat ook effectief te doen. Laten we eerlijk zijn: dat kan tegen een zeer redelijke, lage prijs. Het is nog altijd uitdagend, maar het is op zich iets dat we zeer belangrijk vinden.
Ik zal eerst antwoorden op de vragen van mevrouw Schryvers en daarna op die van mevrouw Schauvliege.
De preventiecampagne ‘Doe de deur dicht’ is midden september 2020 gelanceerd. De Vlaamse overheid was een van de partners van het Netwerk Brandweer in die campagne en heeft dus de boodschap via de eigen kanalen mee onder de aandacht gebracht. Voor alle duidelijkheid: de campagne werd wel gedragen door het Netwerk Brandweer. De boodschap was eenvoudig: deuren die dicht zijn, in combinatie met goed hoorbare rookmelders en een vluchtplan, zorgen ervoor dat er minder slachtoffers vallen bij brand. Dat was in één zin de boodschap van de campagne. Er werden daarover filmpjes gemaakt met de boodschap ‘deur dichter’. De doelstelling van de campagne was zowel sensibiliseren als informeren. In het communicatieplan stond de website www.doededeurdicht.be centraal als informatiepunt. Daarnaast waren sociale media de belangrijkste communicatiekanalen. De campagne liep tot midden oktober, maar in december kreeg het thema nog eens de volle aandacht dankzij het Eén-programma Factcheckers. We evalueren dit initiatief deze maand met het Netwerk Brandweer. Zoals gezegd, waren we daarbij een partner maar leidden we dit initiatief niet.
We willen dat iedereen weet dat er woningkwaliteitsnormen bestaan en dat het belangrijk is om ze te volgen. De succesvolle campagnes van vorig jaar over het belang van rookmelders en de preventie van CO-vergiftiging tonen aan dat brede sensibilisering werkt. Dat was ook een goede campagne. Ik denk dat de meeste mensen dat beeld nog voor ogen hebben van die brandweerman die tegen het plafond komt. Als je je dat na een jaar nog herinnert, bevestigt dit dat het een goede campagne was. Daarom hebben we in november 2020 in dezelfde herkenbare stijl als de vorige campagnes een nieuwe sensibiliseringscampagne gestart over de woningkwaliteitsnormen en dat zowel op radio en tv als in printmedia en op sociale media. De eerste golf van deze campagne liep tot begin december, maar in februari starten we met een tweede mediagolf.
Zoals de vraagsteller terecht aangeeft, gaat de boodschap van deze campagne veel ruimer dan de rookmeldersverplichtingen. Het gaat immers over alle minimumnormen voor veilig, gezond en kwaliteitsvol wonen. Brandveiligheid in het algemeen en rookmelders in het bijzonder kwamen daarbij wel expliciet aan bod, zowel in de tv-spot als in de posts op sociale media en in de artikels in printmedia, maar de aandacht werd ook gevestigd op andere woningkwaliteitsaspecten. Wie de tv-spot wil herbekijken of meer informatie wil, kan terecht op www.wonenvlaanderen.be/woningkwaliteit.
Wat uw laatste vraag betreft, mevrouw Schryvers: er is dit jaar geen herhaling gepland van de grootschalige rookmelderscampagne. Het bestaande informatieaanbod blijft uiteraard wel beschikbaar. Zoals gezegd in mijn antwoord op deelvraag 2, komt er dit voorjaar wel nog een tweede mediagolf van de campagne over de woningkwaliteitsnormen. Daarin zullen de rookmeldersverplichtingen opnieuw meegenomen worden. Ik ben er trouwens van overtuigd dat dit een blijvende inspanning is die over langere tijd zal moeten gespreid worden. De meerwaarde zal zitten in de herhaling.
Dan kom ik tot de vragen van mevrouw Schauvliege. Ik verwijs eerst en vooral naar de sensibiliseringscampagne over de woningkwaliteitsnormen. Met die campagne willen we zoveel mogelijk eigenaars, verhuurders en huurders bewust maken van de Vlaamse woningkwaliteitsnormen en het belang ervan. Burgers worden langs die weg gestimuleerd om de website van het agentschap Wonen-Vlaanderen te raadplegen. Daar vinden ze alle informatie over de woningkwaliteitsnormen en over de belangrijkste wijzingen en nieuwigheden die op 1 januari 2021 in werking zijn getreden. We hebben de voorbije maanden en weken ook gericht geïnformeerd over de wijzigingen via de klassieke media. Bijna alle kranten hebben er in meer of mindere mate aandacht aan besteed en ook op de radio en in het tv-journaal is het aan bod gekomen. Daarnaast hebben we ook partners als de Vereniging van Vlaamse Steden en Gemeenten (VVSG), Huurpunt, het Vlaams Huurdersplatform, de Verenigde Eigenaars en de Confederatie van Immobiliënberoepen Vlaanderen (CIB) betrokken. We bezorgden hun onder meer een informatiepakket zodat ze hun leden hierover konden berichten via de eigen communicatiekanalen.
Antwoordend op uw tweede vraag wil ik nog eens benadrukken dat de inhoudelijke wijzigingen voor de woningkwaliteitsnormen niet zo groot zijn. Het gaat niet zozeer over nieuwe regels, maar wel over een meer genuanceerde beoordeling en een duidelijkere aanpak voor de burger. Ik geloof heel hard in eenvoud en duidelijkheid. Als je wilt dat mensen de regels naleven, maak dan in de eerste plaats dat zij duidelijk zijn. We doen dat door om te schakelen van een methodiek met strafpunten naar een methodiek in drie eenvoudige categorieën. Een klein gebrek is categorie I, een ernstig gebrek is categorie II en betekent ongeschikt, en een onoverkomelijk gebrek is categorie III, wat betekent: ongeschikt en onbewoonbaar.
Voor de handhaving wordt het bestaande instrumentarium verruimd door de gemeenten een nieuwe proceduremogelijkheid te geven: de zogenaamde waarschuwingsprocedure. Die procedure laat gemeenten toe om eigenaars-verhuurders van woningen met kwaliteitsproblemen te waarschuwen en hen te stimuleren om tot een snel herstel van de gebreken te komen. Het is een nieuwe, zachte handhavingsprocedure die gemeenten desgewenst kunnen toepassen als de eigenaar-verhuurder van goeie wil is en de gebreken snel te verhelpen zijn. Als deze procedure niet opportuun is of als ze geen resultaat heeft, wordt overgeschakeld naar de gekende administratieve procedure tot ongeschikt- en onbewoonbaarverklaring.
Een volgende versterking van het handhavingsinstrumentarium is voor de toekomst voorzien en behelst de implementatie van het kaderdecreet Bestuurlijke Handhaving. Dat voorziet in de mogelijkheid van een bestuurlijke beboeting in de strafrechtelijke procedure. De strafrechtelijke procedure woningkwaliteit, waarvoor de Vlaamse Wooninspectie van het agentschap Wonen-Vlaanderen instaat, wordt toegepast op de ergste vormen van krotverhuur. In de gevallen waarin het parket geen strafrechtelijk gevolg geeft aan het misdrijf krotverhuur of niet tijdig aangeeft dit te willen doen, willen we dat een vervolgingsinstantie op het niveau van het agentschap Wonen-Vlaanderen het dossier naar zich toe kan trekken om over te gaan tot het opstarten van een bestuurlijke beboetingsprocedure. Deze beboetingsprocedure zal worden behandeld door een nieuw op te richten beboetingsinstantie binnen het agentschap Wonen-Vlaanderen. De Vlaamse regering heeft op vrijdag 18 december voor de eerste keer haar principiële goedkeuring gehecht aan het ontwerp van decreet waarmee onder andere de beboetingsprocedure in de woningkwaliteitsbewaking wordt geïntroduceerd.
Ik voeg hier nog graag aan toe dat we ook voor lokale besturen het conformiteitsattest verplicht kunnen stellen. We hopen dat meer en meer lokale besturen daar gebruik van willen maken. Mijn eigen gemeente heeft dat in december goedgekeurd. Dat lijkt mij ook een goed instrument om meer proactief in te zetten op de woningkwaliteit.
Mevrouw Schryvers heeft het woord.
Minister, dank u wel voor uw informatie met betrekking tot campagnes, onder meer de campagne ’Doe de deur dicht’. Ik heb gehoord dat er ook nog een evaluatie van die campagne komt. Dat is heel goed, want de brandveiligheid moet een thema blijven waar we de nodige waakzaamheid voor hebben. Ik ben als burgemeester destijds verschillende keren bij mensen geweest die een brand hadden meegemaakt. Dat is echt verschrikkelijk. Als er dan ook nog slachtoffers zijn, dan is dat heel erg. Dat moeten we echt vermijden als we dat kunnen. Daar is gewoon veel sensibilisering voor nodig. Dat is, zoals u zegt, een blijvende inspanning.
Minister, u zegt dat u geen herhaling van de rookmelderscampagne hebt gepland, maar u geeft ook wel aan dat blijvende sensibilisering nodig is. We hebben het er in de commissie al over gehad dat we niet heel repressief zouden optreden, maar het is naar aanleiding van controles dat vaststellingen worden gedaan. Sensibilisering blijft toch heel erg nodig. In mijn cijfers ging het over 18.000 controles. Dat is natuurlijk een veelvoud aan woningen. Er zullen er al veel in orde zijn, maar het blijkt toch ook dat er nog veel niet in orde zijn, terwijl het echt wel levens kan redden. Ik wil u vragen om dat op te volgen. Je kunt niet elk moment dezelfde inspanning leveren, dat geef ik toe, maar het is iets dat we regelmatig moeten herhalen.
Mevrouw Schauvliege heeft het woord.
Minister, dank voor uw toelichting. Ik ben heel blij dat u de woningkwaliteit wat meer stroomlijnt en dat u proportioneel gaat optreden. Het is heel belangrijk dat vooral hard wordt opgetreden waar de veiligheid van mensen in het gedrang komt. Ik ben ook tevreden met uw antwoord dat er sterker zal worden ingezet op de handhaving. Ik heb geen bijkomende vragen.
De heer Veys heeft het woord.
We hebben het in het verleden al gehad over de controlecapaciteit, waarbij de minister verklaarde – ik denk in de plenaire vergadering – dat er te weinig controleurs zijn. Is dat nog altijd het probleem? Zijn er al initiatieven genomen om dat aantal uit te breiden?
Er was ook een traject om tot private wooncontroleurs te komen. Ik had graag nog eens kort geweten hoe het daarmee staat en of daar nog meer nieuws te melden valt.
Minister Diependaele heeft het woord.
Wat betreft de private woningcontroleurs: dat blijft nog altijd de bedoeling. Ik heb toen aangegeven dat het een werk is van lange adem. Het duurt een hele tijd, omdat de opleidingen op elkaar moeten afstemmen en de erkenningen moeten gelijklopen. Ik ga u eerlijk bekennen: toen ik hoorde hoe lang dat precies duurt, heb ik uitdrukkelijk gevraagd om dat sneller te doen, maar dat is blijkbaar zeer moeilijk. Het verwondert mij zeer dat dat zo moeilijk is, maar er wordt in elk geval nog altijd aan gewerkt.
Hoe het precies zit met het aantal controleurs, zou ik moeten navragen. Dat weet ik niet uit het hoofd.
Mevrouw Schryvers heeft het woord.
Voorzitter, ik heb mijn bezorgdheid genoeg overgebracht.
Idem dito voor mevrouw Schauvliege, merk ik.
De vragen om uitleg zijn afgehandeld.