Verslag vergadering Commissie voor Binnenlands Bestuur, Gelijke Kansen en Inburgering
Verslag
– Wegens de coronamaatregelen werd deze vraag om uitleg via videoconferentie behandeld.
De heer Tommelein heeft het woord.
Minister, ik hoef u het belang van buddyprojecten niet uit te leggen. Ik ben zeer tevreden – u ziet dat aan mijn 'body language' – dat ze eraan komen. Ik heb gezien dat er ondertussen al heel wat communicatie gebeurde rond deze vraag om uitleg, maar ik zal ze toch met heel veel plezier stellen.
De Vlaamse overheid publiceerde halverwege juli een oproep voor proeftuinen sociale netwerking en participatie voor inburgeraars. Dat was in het kader van de vierde pijler van het inburgeringstraject; het gaat om een bijkomend traject waarop deze regering inzet. Deze oproep dateert van halverwege juli en de focus lag op de lokale besturen. In heel wat steden en gemeenten werd reeds ingezet op deze buddyprojecten, maar ik ben toch heel benieuwd – mijn neus krult ervan – naar de resultaten van deze projectoproep.
Was er veel interesse bij de lokale besturen voor deze oproep?
Wanneer gaan de geselecteerde proeftuinen van start?
Kunt u de verdere uitrol van deze vierde pijler toelichten?
Minister Somers heeft het woord.
Mijnheer Tommelein, bedankt voor uw vraag. Ik wil toch nog even duiden wat dat vierde traject precies is. U weet dat we, naast het vergaren van de kennis van het Nederlands, inzicht in onze samenleving via Maatschappelijke Oriëntatie en toeleiding naar werk via VDAB, een vierde pijler willen invoeren in ons inburgeringscontract, in ons inburgeringstraject: de buddywerking. Dat is eigenlijk het uitbouwen van een netwerk dat iemand moet helpen versneld te integreren in onze samenleving, oefenkansen moet bieden om Nederlands te leren en een concreet begrip moet geven van wat het betekent om burger te zijn in Vlaanderen. Dat is een nieuw project, dat vandaag embryonaal of experimenteel al in een aantal steden en gemeenten loopt. Daar werkt men de facto nu al met buddytrajecten. De reacties zijn vaak heel positief.
Om dat project voor te bereiden heb ik, naast gesprekken met verschillende burgemeesters, ook een oproep gedaan naar proeftuinen. In totaal werden daarvoor 29 aanvraagdossiers ingediend. 10 aanvragen gebeurden door centrumsteden, waarvan 1 aanvraag in het kader van een intergemeentelijke samenwerking, namelijk Mechelen samen met Sint-Katelijne-Waver. 18 aanvragen werden ingediend door kleinere gemeenten, waarvan er 12 intergemeentelijke samenwerkingen waren. Er was ook 1 aanvraag van de Vlaamse Gemeenschapscommissie in Brussel. In totaal zijn dus 64 van de 300 gemeenten betrokken in de aanvraagdossiers, wat toch wel een opmerkelijk succes genoemd mag worden. Er was grote interesse bij de lokale besturen om daaraan mee te werken.
We hebben 26 proeftuinen geselecteerd, goed voor 54 gemeenten en het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest. Die proeftuinen zullen lopen van 1 januari 2021 tot 30 juni 2022, anderhalf jaar dus.
Wat is de ambitie? Ik heb ze zonet al geschetst. We geloven daar heel sterk in. Er is wetenschappelijk onderzoek gebeurd daarrond. Volgens professor Phalet hebben mensen met contacten buiten het klassieke of natuurlijke etnisch-culturele netwerk dubbel zoveel kansen op de woningmarkt en de arbeidsmarkt. Ook inburgeraars hebben er ons op gewezen dat ze heel veel belang hechten aan en heel veel meerwaarde zien in het rechtstreekse contact met Vlamingen, ongeacht het feit of die Vlaming autochtone of allochtone roots heeft. Het is belangrijk om te kunnen praten en kennismaken met iemand uit Vlaanderen, die oefenkansen biedt maar tegelijkertijd ook concreet kan uitleggen wat het bijvoorbeeld betekent om ouder te zijn van schoolgaande kinderen in Vlaanderen, welke ouderlijke opdrachten en verantwoordelijkheden daar effectief bij komen kijken.
De bedoeling is dat die vierde pijler start in 2022. Deze experimenten moeten een beter inzicht geven, en eigenlijk de gemeenten laten proefdraaien, op het vlak van die buddyprojecten.
We hebben vier trajecten voorgesteld waaruit de gemeenten konden kiezen. Ten eerste zijn er de klassieke buddyprojecten. Ten tweede is er een kennismakingstraject of stage bij een bedrijf, vereniging of lokaal bestuur. Dat is een variante daarop. Men kan in een bedrijf kennismaken met ons bedrijfsleven. Ten derde is er een toeleidingstraject naar het vrijwilligerswerk. Men kan in contact komen met anderen door zich nuttig te maken voor de samenleving. En ten slotte is er een alternatief traject met een aantoonbare meerwaarde zoals een taalstage, stage in een cultuurvereniging, sportclub, woonzorgcentrum, lokaal dienstencentrum, buurtcentrum en dergelijke.
We gaan daarvoor een procesbegeleider aanstellen. Dat zijn het Onderzoeksinstituut voor Arbeid en Samenleving (HIVA) en Hefboom vzw. Zij hebben als opdracht om de proeftuinen te begeleiden en een rapport op te maken met goede praktijken. We voorzien een tussentijds rapport in november 2021, net voor we effectief van start gaan, en één op het einde van de proeftuinen, na anderhalf jaar. De proeftuinen zullen deels gelijklopen met de opmaak van de regelgeving. Zo kunnen we de ‘lessons learned’ meenemen – we hebben er al heel wat in Vlaanderen – en het regelgevend kader aftoetsen aan de praktijk die de lokale besturen op dat moment meemaken.
Tot slot, wat bijzonder interessant is: in de 55 gemeenten die geselecteerd zijn als proeftuin, werd in 2019 maar liefst 62 procent van de inburgeringscontracten gerealiseerd. Dat zijn dus de gemeenten waar al een groot deel van de inburgeraars terechtkomen. We hebben in de proeftuinen – een zesde van de Vlaamse gemeenten – 62 procent van de inburgeringscontracten in 2019. Het is een zeer geslaagde oefening.
Pas op, de inburgeraars gaan in 2021 nog niet allemaal een buddy hebben. We moeten dat opbouwen. Ik heb wel begrepen dat veel van de gemeenten grote inspanningen gaan doen om succesvol te zijn.
De heer Tommelein heeft het woord.
Dat voldoet inderdaad, minister. Ik dank u voor uw antwoord. Ik ben heel tevreden met de aanpak en het initiatief. Ik ben trouwens ook heel tevreden dat mijn eigen stad werd geselecteerd. Ik wil benadrukken dat heel wat steden en gemeenten op de kar springen, wat alleen maar aantoont dat de lokale besturen geloven in deze projecten en aanvoelen dat er nood aan is. Ik hoop dat ze allemaal vlot kunnen verlopen en dat we zo snel mogelijk voldoende buddy’s hebben en opnieuw goede resultaten kunnen neerzetten met dit initiatief.
Minister Somers heeft het woord.
Het belangrijkste is verteld, volgens mij.
Inderdaad, het belangrijkste is verteld.
De vraag om uitleg is afgehandeld.