Verslag vergadering Commissie voor Welzijn, Volksgezondheid, Gezin en Armoedebestrijding
Verslag
– Wegens de coronamaatregelen werd deze vraag om uitleg via videoconferentie behandeld.
Mevrouw Schryvers heeft het woord.
Voorzitter, minister, collega’s, in 2019 heeft Vlaanderen een projectovereenkomst gesloten met vzw Ne(s)t voor kleinschalige opvang van slachtoffers van tienerpooiers. Die projectsubsidie paste binnen het actieplan voor een betere bescherming van slachtoffers en een strakkere aanpak van tienerpooiers.
De werking en de besteding van de middelen van de vzw kwamen echter in opspraak en de situatie werd besproken in de plenaire vergadering van ons parlement en ook in deze commissie. In oktober vorig jaar kwamen er een crisismanager en een afsprakenkader. Begin dit jaar gebeurden er dan een inhoudelijke en financiële inspectie en een evaluatie van de voortgang. De voornaamste conclusie daarvan was dat er geen indicatie was van moedwillige malversaties, maar dat er wel een gebrek was aan maturiteit en professionaliteit in de organisatie, aldus de minister in antwoord op mijn vraag om uitleg van 28 april dit jaar. Ook bleek het systeem van toegangscontrole onvoldoende eenduidig en transparant en werd er gezegd dat tienerpooiers toch hun slachtoffers kwamen opzoeken op het adres van de vzw, terwijl die net gericht zou moeten zijn op opvang en bescherming van de meisjes.
Omdat Opgroeien en minister Beke het initiatief te waardevol vonden, werd er toen beslist om de vzw een doorstart te laten maken met een nieuw bestuur, met daarin onder meer drie ervaren directeurs uit de jeugdhulp. Daarnaast werd er werk gemaakt van een nieuwe projectovereenkomst en strikte voorwaarden in de vorm van resultaatsverbintenissen. De opvolging gebeurt door een stuurgroep waar Opgroeien deel van uitmaakt.
Op 1 mei laatstleden ging dus een nieuwe vzw van start met een nieuwe naam, namelijk Klaprozen. De beheersovereenkomst loopt af op 30 april volgend jaar. In oktober van dit jaar zou Zorginspectie een doorlichting uitvoeren.
Minister, kunt u meer toelichting geven over de opzet en de organisatie van het initiatief, en de manier waarop de doorstart sedert dit voorjaar gebeurde?
In hoeverre kan vzw Klaprozen gezien worden als een gezinshuis?
Wat was het resultaat van de recente doorlichting door Zorginspectie van deze vzw? Welke conclusies trekt u daaruit? Welke maatregelen koppelt u daaraan?
Welke acties werden ondertussen genomen op het vlak van de veiligheid van de opgevangen meisjes, opdat zij niet meer in contact zouden kunnen komen met tienerpooiers?
Op welke manier werkt de vzw samen met het andere hulpverleningsaanbod?
Op welke manier wordt gezorgd dat het hulpverleningsaanbod dat wordt aangeboden ten behoeve van slachtoffers van tienerpooiers gecontinueerd kan worden?
Op welke manier gebeurt de verdere evaluatie? Zijn er eventueel bijkomende analoge initiatieven gepland op andere plaatsen?
Minister Beke heeft het woord.
Collega, we hebben het inderdaad in deze commissie en in de plenaire vergadering eerder gehad over vzw Ne(s)t en de voorwaarden die we aan een doorstart verbonden hebben, onder meer de oprichting van een nieuwe vzw met een meerderheid van bestuurders met voldoende ervaring in de jeugdhulp, en dit zowel op bestuurlijk als financieel vlak, die ook pedagogisch in staat zijn om te superviseren.
De vzw Klaprozen is kort daarop van start kunnen gaan. Die projectovereenkomst heeft inderdaad 1 mei als startdatum.
In de ontwerpovereenkomst met vzw Klaprozen staan een duidelijke fasering en te realiseren resultaten. In een eerste fase verwachten we dat de nieuwe vzw erin slaagt om aan te tonen dat ze de principes van goed bestuur in haar werking verankert. Dit veronderstelt uitgeschreven rollen en verantwoordelijkheden van de bestuurders en van de medewerkers, en procedures inzake vorming, training, opleiding, aanwerving, functieomschrijving en sanctiebeleid voor alle medewerkers en vrijwilligers.
Op inhoudelijk vlak werden er in de overeenkomst heldere verwachtingen geformuleerd rond samenwerking met partners als pleegzorg, het opmaken van cliëntendossiers, het organiseren van rondetafelconferenties, het hanteren van pedagogische kaders en het contact houden met de cliënten. Ook rond veiligheid werden tastbare verwachtingen geformuleerd.
Inzake het financiële luik werden in de overeenkomst verwachtingen geëxpliciteerd rond de uitbetaling van de onkostenvergoeding en de combinatie van de pleegzorgvergoeding en de projectsubsidiëring in een transparant boekhoudkundig kader.
Uit tussentijdse contacten die we hadden met de nieuwe vzw blijkt dat men zich op al deze punten sterk inspant om aan de verwachtingen te voldoen.
Vzw Klaprozen is een initiatief waarbij maximaal zes jongeren met een erg complexe problematiek en vaak in een combinatie van verschillende maatregelen, onder een pleegzorgstatuut verblijven in een vzw. Hoewel langdurige begeleidingsperiodes mogelijk zijn, wordt een verblijf in vzw Klaprozen gezien als een tussenschakel, waarbij er heel veel specifieke expertise aanwezig is in het betrekken van partners die rond deze problematiek werken.
We kunnen het initiatief van Klaprozen inzake het statuut van de gezinsouder niet gelijkstellen met het proefproject dat momenteel loopt met SOS Kinderdorpen en waar we focussen op een andere doelgroep, met name jonge kinderen, en waar de gezinsouders een zelfstandigenstatuut hebben. Voor het project met Klaprozen hebben we gekozen voor een formule van pleegouderschap in combinatie met professionele tewerkstelling. Ook op het vlak van de doelgroep en de instroommodaliteiten zijn er evidente verschillen.
Op het vlak van het inhoudelijke concept zien we uiteraard wel sterke raakvlakken: kleinschaligheid, huiselijkheid, een gedegen professionele omkadering van de inwonende ouder, doorgedreven samenwerking met andere actoren enzovoort.
De inhoudelijke vervolginspectie is gepland op 10 december, binnenkort dus. Kort daarop heeft ook de financiële inspectie plaats.
De verwachtingen die opgenomen staan in de projectovereenkomst vormen het toetsingskader voor deze nieuwe doorlichting. We wachten het verslag van Zorginspectie af om het aanbod te evalueren en eventuele bijsturing of continuering van het initiatief te voorzien.
Zonder vooruit te willen lopen op deze formele evaluatie die nog volgt, lijkt het er wel op dat de organisatie een nieuw elan heeft gevonden.
In de projectovereenkomst met vzw Klaprozen werd opgenomen op welke manier er aandacht moet zijn voor de veiligheid van de opgevangen meisjes. Dit betreft infrastructurele ingrepen, via bijvoorbeeld het ontoegankelijk maken van de tuin voor externen, het installeren van een poort en camera’s aan de voordeur, maar ook de consolidatie van de werking in procedures over onder meer de wijze waarop de ontvangst van bewoners verloopt en hoe deze geregistreerd worden, de samenwerkingsafspraken die gemaakt werden met politie en parket enzovoort. Het voorzien in veiligheid gebeurt ook door de warme omkadering van voldoende personeel. Daarom werd een extra personeelslid aangeworven en is er een duidelijker beleid rond de inzet van vrijwilligers.
We wachten de inhoudelijke inspectie af om te kijken of deze maatregelen in de praktijk ook effectief genoeg zijn of dat er eventueel bijsturing of aanscherping nodig is.
We hadden het al over de nauwe en structurele samenwerking met Pleegzorg Oost-Vlaanderen. De samenwerking is versterkt en geformaliseerd.
Daarnaast wordt er op maat van de noden van elke jongere afzonderlijk samengewerkt met diverse organisaties. Dit gaat over zowel diensten voor geestelijke gezondheidszorg en jeugdhulp als ondersteunende diensten zoals OCMW en huisvesting. Door de vernieuwde samenstelling van het bestuur van Klaprozen worden er veel makkelijker linken gelegd naar het andere jeugdhulpaanbod, en is de drempel om deze expertise aan te spreken veel lager, onder meer omdat de vzw nu beter geïnformeerd is over de mogelijkheden en meer linken heeft met andere voorzieningen.
Net zoals andere organisaties die een aanbod hebben voor slachtoffers van mensenhandel, werkt vzw Klaprozen ook samen met Payoke.
Langs die weg krijgen de betrokken jongeren onder meer ondersteuning op juridisch vlak en kan verdere opvolging tijdens de meerderjarigheid voorzien worden.
De voorbije jaren werd een breed en divers aanbod uitgewerkt waarin slachtoffers van tienerpooiers begeleid en opgevangen kunnen worden. Dit gaat van erg laagdrempelige en projectmatige initiatieven zoals Klaprozen, over recurrent erkende uitbreidingen van innovatieve woonvormen en straks ook het beveiligend verblijf.
Bovendien wordt er blijvend ingezet op expertisedeling tussen de verschillende partners, zodat het aanbod zowel inhoudelijk als procedureel goed samenwerkt, en er passend kan worden ingezet op de diversiteit aan vragen die er bij deze slachtoffers leeft. De opvolging van alle acties rond slachtoffers van tienerpooiers wordt gecoördineerd vanuit de Vlaamse stuurgroep.
Concreet kan ik voor het project vzw Klaprozen nog aanvullen dat het aanbod mee opgevolgd wordt in de werkgroep ‘aanbod en samenwerking regie’ van de Vlaamse stuurgroep. Bovendien is de voorzitter van de vzw Klaprozen zelf lid van de stuurgroep, waardoor ook daar de verbinding veel sterker is.
Wat vzw Klaprozen betreft, wachten we nu in eerste instantie het verslag af van de Zorginspectie. In de tussentijd blijft de stuurgroep van dit project, bestaande uit een afvaardiging van vzw Klaprozen, vanuit Pleegzorg Oost-Vlaanderen en vanuit Opgroeien, samenkomen.
Wat het bredere plaatje betreft, bundelt de werkgroep ‘aanbod en samenwerking’ de verschillende initiatieven die er zijn voor deze doelgroep, en adviseert de Vlaamse stuurgroep wanneer er nood zou zijn aan nieuwe initiatieven. Op dit moment echter wordt er prioriteit gegeven aan de verdere uitwerking van de bestaande werkvormen, en een vlotte instroom en kwaliteitsvolle begeleiding binnen dit aanbod.
Wel is het, algemeen met betrekking tot de gezinshuizen in de brede zin van het woord, onze uitdrukkelijke bedoeling om vanaf volgend jaar de eerste stappen te zetten die het beleid dat de residentiële jeugdhulp herdenkt in de richting van kleinschaligheid, huiselijkheid en een sterker positief leefklimaat in te praktijk vertalen. Ik gaf bij de toelichting van onze BBT ook al aan dat we voelen dat er hier ook binnen de sector een momentum is en we willen gebruikmaken van de relance om hier stappen in te zetten.
Mevrouw Schryvers heeft het woord.
Minister, ik heb mijn vraag blijkbaar net te vroeg gesteld, want op 10 december komt er een inspectie, dat is overmorgen. De signalen die u intussen heeft en wat u meegeeft, is alvast positief. Dat is belangrijk. De slachtoffers van tienerpooiers hebben heel goede opvang nodig. Iedereen was zeer bekommerd toen we vorig jaar berichten kregen over de manier van werken op dat moment binnen de vzw. Nu zien we een heel positieve evolutie en er zijn heel wat stappen voorwaarts gezet.
Ik heb nog enkele bijkomende vragen, minister. De huidige manier van werken is gebaseerd op het pleegouderschap. Dat is aan de ene kant natuurlijk heel positief maar dat geeft aan de andere kant een bepaalde kwetsbaarheid. Wanneer dat pleegouderschap stopt, moet de werking van de vzw worden gecontinueerd en gegarandeerd voor de huidige en toekomstige slachtoffers die opvang nodig hebben. Op welke manier wordt dat voorzien?
Hebt u het aanvoelen dat de capaciteit voldoende groot is om slachtoffers van tienerpooiers in Vlaanderen op te vangen? Het is vaak maar voor korte tijd en dan is er doorstroming naar andere vormen van hulpverlening, zegt u, maar is het voldoende?
U hebt ingezoomd op de veiligheid van de slachtoffers. Een van de moeilijke punten was indertijd de bekendheid van het adres. Dat is natuurlijk niet de bedoeling. Tienerpooiers kunnen zich dan richten naar dat adres als ze weten dat daar meisjes verblijven. Is dat een probleem dat nog aangevoerd wordt?
De heer Parys heeft het woord.
Minister, het is niet nieuw dat wij grote pleitbezorgers zijn van die huiselijkheid in de integrale jeugdhulp en van de kleinschaligheid. Wanneer dat wordt vormgegeven, staan wij altijd achter het principe van het idee, maar de uitwerking ervan loopt soms tegen een aantal bezwaren aan. Dat hebben we ook in februari in deze commissie gezien toen we NE(s)T tegen het licht hielden. Ik ben blij om te zeggen dat ik op bezoek geweest ben bij de huidige vzw Klaprozen. Ik heb gezien dat het bestuur op een heel andere manier vorm is gegeven.
Mensen als Luc Deneffe en Jan Bots nemen een belangrijke verantwoordelijkheid. Zij boezemen vertrouwen in. De omkadering van de werking is beter dan voordien. Dat is alleszins een grote stap vooruit.
We vinden het bijzonder positief dat op alle mogelijke manieren wordt samengewerkt met andere hulpverlening.
Mevrouw Schryvers stelde een terechte vraag. Wat als de pleegouder ermee stopt? Wat gebeurt er dan? Ik denk dat het de bedoeling is – maar de minister zal daar meteen op antwoorden – dat er iemand anders in de pleegzorgsituatie stapt. Als het kan, mag zoiets niet plots gebeuren.
De inspectie vindt binnen twee dagen plaats. Minister, wanneer volgt de evaluatie daarvan? Wanneer worden er beslissingen genomen over de toekomst van Klaprozen?
Mevrouw Wouters heeft het woord.
Minister, we hebben hier al meermaals stilgestaan bij hoe belangrijk het is om slachtoffers van tienerpooiers gepaste opvang te bieden. Het blijft een fenomeen dat de nodige aandacht vergt. Nog te vaak krijgen deze slachtoffers niet de gepaste hulp en begeleiding die ze nodig hebben. We hopen dat deze doorstart van vzw Klaprozen goed zal lukken.
In het rapport van Child Focus van juni dit jaar werd gefocust op een nieuw fenomeen, met name dat meisjes uit meer welgestelde gezinnen slachtoffer kunnen worden van een tienerpooier. De minister gaf toen in zijn antwoord op de vraag om uitleg van mijn fractie aan dat de stuurgroep zou onderzoeken of en op welke manier er gerichte acties ten aanzien van deze categorie van slachtoffers dienen te worden ondernomen. Minister, u hebt al de huidige werkzaamheden van de Vlaamse stuurgroep toegelicht, kunt u dat ook doen voor deze categorie?
Minister Beke heeft het woord.
Mijnheer Parys, ik ken de specifieke termijnen van Zorginspectie niet om een verslag op te maken. Ik zal dat bekijken en erop aandringen dat dat zo snel mogelijk gebeurt.
De financiering is een modulaire financiering. Dat is de basispleegzorg, die is aanvullend op de pleegzorg in combinatie met die modulaire projectfinanciering. Die willen we in de loop van 2021 evalueren en de financiering van de daaropvolgende jaren bekijken.
Het nieuwe draaiboek ‘Mensenhandel, jeugdhulp, seksuele uitbuiting door middel van de tienerpooiermethodiek’ of het draaiboek ‘Tienerpooiers’ van de stuurgroep tienerpooiers staat vanaf vandaag online op de website van Opgroeien. Het bevat heel wat handvatten voor preventie, begeleiding en bescherming van slachtoffers en ook een gerichte aanpak van de daders. De communicatie naar de brede stakeholders zal door het agentschap Opgroeien gebeuren.
Mevrouw Schryvers heeft het woord.
De problematiek is in de vorige legislatuur op onze tafel terechtgekomen, met een actieplan, en dat was terecht. Het is een heel schrijnende problematiek voor de slachtoffers.
Dus het is goed dat er stappen voorwaarts worden gezet en dat er binnen die vzw, in vergelijking met vorig jaar, een heel positieve evolutie is. Kleinschaligheid zal ook altijd op onze steun kunnen rekenen. Wij kijken dus ook uit naar het verslag en de evaluatie.
De vraag om uitleg is afgehandeld.